Organisatie | Noordoostpolder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder houdende uitvoeringsregels voor de subsidie van peuteropvang Uitvoeringsregeling Subsidiëring peuteropvang Noordoostpolder |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Subsidiëring peuteropvang Noordoostpolder |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening subsidiëring peuteropvang gemeente Noordoostpolder 2017
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | nieuwe regeling | 25-10-2016 | 433243 |
Artikel 2. Procedurebepalingen voor de verstrekking van de subsidie peuteropvang
Indien de peuteropvang, door dringende omstandigheden, van start gaat voorafgaand aan het afhandelen van de aanvraagprocedure van de subsidiëring, is de ouder de volledige kosten voor de peuteropvang verschuldigd. Nadat de procedure (maximaal 8 weken) is afgerond en vast is komen te staan dat de ouders/verzorgers gebruik kunnen maken van de subsidiëring peuteropvang, vindt verrekening plaats op basis van de vastgestelde ouderbijdrage.
Ouder(s)/verzorgers van wie de peuter tussen 1 januari en 30 juni geplaatst wordt overleggen de laatst beschikbare Inkomensverklaring (2 jaar oud) aan de aanbieder, ouders/verzorgers van wie de peuter tussen 1 juli en 31 december geplaatst is, overleggen de inkomensverklaring van het voorgaande jaar.
Indien ondernemers niet de meest recente aanslag inkomstenbelasting kunnen of willen overleggen, moeten zij aantonen startend ondernemer te zijn door middel van een bewijs van de Kamer van Koophandel, waarbij ze in de laagste categorie ingeschaald kunnen worden. Indien geen sprake is van een startende onderneming, kan de ondernemer ingeschaald worden in de middelste inkomenscategorie, waarbij het recht op herziening is voorbehouden.
In oktober van elk kalenderjaar vindt toetsing plaats van het niet-recht op kinderopvangtoeslag en de inschaling op basis van de inkomensverklaring van het voorgaande jaar. Dit geldt ook voor ouders/verzorgers van wie de peuter voor 30 juni van dat betreffende jaar geplaatst is, maar niet voor ouders/verzorgers van wie de peuter na 1 juli geplaatst is.
Artikel 4. Berekening van de subsidie peuteropvang
De hoogte van de subsidie peuteropvang en de ouderbijdrage per maand wordt bepaald door:
De ouderbijdrage per maand vast te stellen aan de hand van de inkomenscategorie uit de onderstaande, door het college vastgestelde, inkomenstabel op basis van het maximum uurtarief en op basis van 3 uren per dagdeel ( 2 dagdelen/6 uren per week).
Inkomenstabel met ouderbijdragen
*Ouders die onder de minimaregeling vallen betalen geen ouderbijdrage.
De, door het college vastgestelde, ouderbijdrage 1 te vermenigvuldigen met 12 maanden. Dit is het jaarbedrag ouderbijdrage.
Artikel 6. Subsidiëring koptarief voor alle ouders/verzorgers aan de aanbieder(s)
Het college betaalt het zogenoemde koptarief voor 2017 van € 0,50 per uur (= verschil tussen de gemiddelde kostprijs van € 8,- per uur en het vastgestelde maximum uurtarief tot waaraan gesubsidieerd wordt van € 7,50 per uur in 2017) aan de aanbieders. Dit is inclusief de ouders/verzorgers die gebruik maken van de kinderopvangtoeslag.
Artikel 7. Gemeentelijke financiële bijdrage VVE
Het evaluatieformulier als bedoeld in artikel 13, tweede lid van de Verordening wordt uitgebreid met een kwalitatieve evaluatie van de VVE inspanning (ontwikkeling kind, aantal warme overdrachten, enzovoort).
Dit biedt de mogelijkheid om maatwerk per kind te initiëren, waarbij de mogelijkheid bestaat dat als een kind al na een half jaar weer ‘op normaal niveau’ is, het aantal dagdelen teruggebracht kan worden.