Organisatie | Dongen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel plaatsen voorwerpen of stoffen op de weg, gemeente Dongen 2004 |
Citeertitel | Beleidsregel plaatsen voorwerpen of stoffen op de weg, gemeente Dongen 2004 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-11-2004 | 30-06-2017 | Nieuwe regeling | 02-11-2004 Gemeentelijke informatiekrant, 11-11-2004 | Onbekend |
Artikel 2.1.5.1.van de Apv bepaalt dat het verboden is zonder vergunning van burgemeester en wethouders de weg of een weggedeelte te gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan. Onder het begrip weg vallen niet alleen verkeersgedeelten, maar ook bijvoorbeeld plantsoenen, gazons etc. (Zie artikel 1.1 A Apv).
Dit artikel geeft het college de mogelijkheid greep te houden op situaties die hinder of gevaar kunnen opleveren of ontsierend kunnen zijn. Voor de toepassing van dit artikel kan gedacht worden aan het plaatsen van reclame-uitingen, bloembakken, uitstalrekken, speeltoestellen, fietsenrekken, verkoopuitstallingen, containers, bouwmaterialen en bouwhulpmiddelen.
Aan artikel 2.1.5.1 liggen als motieven ten grondslag: de verkeersveiligheid en het gevaar of de hinder die de stoffen of voorwerpen voor personen of goederen kunnen opleveren. Het artikel beperkt zich niet tot het plaatsen, aanbrengen, of hebben van stoffen of voorwerpen op de weg, maar strekt zich tevens uit tot aan of boven de weg.
In deze beleidsregel wordt bepaald op welke wijze het college nadere invulling geeft aan artikel 2.1.5.1 van de Apv en volgt een toelichting op de vergunningprocedure zoals beschreven in de Apv.
Het is naast de uitzonderingen genoemd in artikel 2.1.5.1., lid 2, van de Apv toegestaan om zonder vergunning van burgemeester en wethouders de volgende verplaatsbare voorwerpen of stoffen in een voetgangersgebied te plaatsen:
Deze stoffen of voorwerpen mogen zonder vergunning in een voetgangersgebied worden geplaatst indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
In alle overige gevallen is een vergunning vereist, tenzij deze stoffen of voorwerpen noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg worden gebracht in verband met laden of lossen ervan en mits degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgt, dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg daarvan gereinigd is.
Een vergunning kan worden aangevraagd bij het college volgens de procedure zoals beschreven onder 4.
De vergunningprocedure is gebaseerd op de bepalingen in de Apv en wordt hieronder nader uitgewerkt.
Een vergunning kan worden aangevraagd door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier vergezeld van een situatietekening en dient uiterlijk 3 weken voorafgaand aan het plaatsen van de stoffen of voorwerpen op de weg te worden ingediend bij:
Het college van burgemeester en wethouders van Dongen
Een vergunning kan door het college worden geweigerd:
Een medewerker van de dienst Beheer Openbare Ruimte zal voorafgaand aan de beslissing op de aanvraag een bezoek brengen aan de locatie waar aanvrager voornemens is de stoffen of voorwerpen te plaatsen en de situatie door middel van foto’s vastleggen.
De medewerker zal ter plaatse beoordelen of een van de weigeringsgronden als omschreven in artikel 2.1.5.1 lid 5 van toepassing is of dat een andere locatie meer geschikt is om de stoffen of voorwerpen te plaatsen. Een vergunning kan bijvoorbeeld worden geweigerd indien er voldoende gelegenheid is om de stoffen of voorwerpen op eigen terrein te plaatsen, de verkeersveiligheid niet gewaarborgd kan worden of er onvoldoende ruimte is in verband met parkeerdruk. Tevens gaat de voorkeur uit naar het plaatsen van de voorwerpen of stoffen op een verharde ondergrond in plaats van op een onverharde ondergrond. Het plaatsen van stoffen of voorwerpen in gemeentelijke plantsoenen en op gemeentelijke gazons is onder geen enkel beding toegestaan.
Indien de aanvraag tot vergunningverlening wordt geweigerd ontvangt de aanvrager hierover schriftelijk bericht.
Indien de vergunning wordt verleend wordt deze aan de aanvrager toegestuurd.
In de vergunning wordt aangegeven:
Wanneer de geldigheidsduur van de vergunning is verstreken zal een medewerker van de Dienst Beheer Openbare Ruimte ter plaatse een inspectie uitvoeren om te beoordelen of de weg gereinigd is en of er schade is ontstaan.
De vergunninghouder is verplicht het in gebruik genomen openbaar gebied en directe omgeving na afloop vrij van rommel en onbeschadigd achter te laten. Achtergebleven rommel en beschadigingen zullen van gemeentewege worden opgeruimd c.q. hersteld. De kosten hiervan zullen worden verrekend met de door aanvrager betaalde waarborgsom. Indien de kosten van het opruimen of herstel hoger zijn dan de betaalde waarborgsom ontvangt de vergunninghouder hiervoor een afzonderlijke rekening.
Indien de weg gereinigd is en er geen sprake is van schade zal de waarborgsom op de rekening van de vergunninghouder teruggestort worden.