Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening gemeente Oosterhout 2017 |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening gemeente Oosterhout 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Afvalstoffenverordening |
Deze verordening vervangt per 1 januari 2017 de Afvalstoffenverordening 2011 gemeente Oosterhout.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | Nieuwe regeling | 13-12-2016 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:
degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;
de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;
alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994.
Hoofdstuk 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.
Artikel 3 Afzonderlijke inzameling
Het college kan in het belang van een doelmatig en goed afvalstoffenbeheer, naast de in het eerste lid genoemde categorieën, ook andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen, welke door de inzameldienst of de andere inzamelaars afzonderlijk worden ingezameld, of welke ter inzameling op het brengdepot kunnen worden aangeboden.
Artikel 5 Frequentie van inzamelen
Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen die huis-aan-huis worden ingezameld.
Hoofdstuk 3 Ter inzameling aanbieden huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen of categorieën daarvan over te dragen, aan te bieden of achter te laten aan een ander dan de aangewezen inzameldienst(en), aangewezen andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
De inzameldienst kan de dagen en tijden waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden vaststellen. Deze dagen en tijden kunnen gesteld worden door middel van een jaarlijkse afvalkalender. De dagen en tijden kunnen voor verschillende categorieën, of fracties daarvan, verschillend worden vastgesteld.
Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in dit hoofdstuk is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Hoofdstuk 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 13 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de betreffende verordening inzake afvalstoffenheffing als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en reinigingsrechten als bedoeld in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet.
Hoofdstuk 5 Zwerfafval en overige
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
Het college kan naast de handhavers en toezichthouders, medewerkers van de inzameldienst aanwijzen, die de bevoegdheid hebben om de afvalstoffen te inspecteren en te doorzoeken op andere categorieën afvalstoffen dan volgens het inzamelmiddel en inzamelschema ter inzameling gereed staande afvalstoffen.
Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Hoofdstuk 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan
Artikel 22 Verbod opslag afvalstoffen
Het is verboden afvalstoffen, zowel huishoudelijke als bedrijfsmatige, op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.
Een gedraging in strijd met de artikelen 6 tot en met 23 is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.
De Afvalstoffenverordening 2011 gemeente Oosterhout wordt op het in lid 1 genoemde tijdstip ingetrokken.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven – indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.
Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een aanwijzing bedoeld in het eerste lid, dan wel ontheffing bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.