Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Krimpen aan den IJssel

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende belastingregels omtrent leges Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Krimpen aan den IJssel
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende belastingregels omtrent leges Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017
CiteertitelVerordening op de heffing en de invordering van leges 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016 per 1 januari 2017.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. art. 156 lid 1 Gemeentewet
  2. art. 156 lid 2 Gemeentewet
  3. art. 229 lid 1 Gemeentewet
  4. art. 2 lid 2 Paspoortwet
  5. art. 7 Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-201604-04-2017nieuwe regeling

15-12-2016

Gemeenteblad 2016, 182218

.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2016;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

b e s l u i t :

Vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

Bouwkosten: de aannemingssom (exclusief BTW) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief BTW) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

Aanlegkosten: de aannemingssom (exclusief BTW) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief BTW) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze verordening onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag waarop de aanvraag betrekking heeft.

Historisch onderzoek: het verzamelen van beschikbare gegevens over bodemgesteldheid, geohydrologische situatie, alsmede het vroegere gebruik van de locatie en de directe omgeving.

Verkennend onderzoek: onderzoek waarvan de resultaten een eerste indicatie geven over de aard en mate van verontreiniging van de locatie. Dit onderzoek bestaat uit een historisch onderzoek en een chemisch-analytisch onderzoek. De resultaten van een dergelijk onderzoek geven al dan niet aanleiding tot het starten van een nader onderzoek.

Nader onderzoek: onderzoek met als doel het vaststellen van de aard, de concentratie en de omvang van de verontreiniging om in het licht van de (potentiële) mogelijkheden van blootstelling en verspreiding te bepalen of er een ernstig gevaar voor de volksgezondheid of het milieu bestaat. Op grond hiervan wordt aangegeven of er al dan niet een saneringsonderzoek dient te worden gestart.

Saneringsonderzoek: op grond van een milieuhygiënische, technische en financiële afweging wordt een keuze gemaakt uit verschillende beschreven saneringsvarianten.

De varianten dienen te voldoen aan het gemeentelijk bodemsaneringsbeleid. Op grond van het saneringsonderzoek wordt een saneringsplan opgesteld.

Saneringsplan: hierin vindt men een gedetailleerde technische en milieuhygiënische beschrijving van de gekozen saneringsvariant. Tevens worden in het saneringsplan de begroting, tijdsplanning, wijze van nazorg, omgang met omwonenden, oplevering en dergelijke beschreven.

Evaluatieverslag: een eindrapport dat ter afronding van de sanering wordt opgesteld, waarin de gang van zaken tijdens de sanering en de gerealiseerde eindsituatie wordt omschreven. Na de sanering start, indien noodzakelijk, de nazorgfase die een periodieke rapportage vereist.

Ander onderzoek: een onderzoeksrapport, voor zover niet vallende onder één van de bovengenoemde categorieën.

Dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt.

Week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand.

Jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar.

Kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Geen leges worden geheven voor:

  • 1.

    Stukken, in hun persoonlijk belang benodigd door personen, die door een verklaring, afgegeven door de burgemeester hunner woon- of verblijfplaats, of op andere wijze, van hun onvermogen doen blijken.

  • 2.

    Bewijs van in leven zijn, strekkende tot betaling van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen ten laste van de staat, provincies, gemeenten, waterschappen of andere publiekrechtelijke lichamen.

  • 3.

    De aan belanghebbenden uit te reiken afschriften of uittreksels van besluiten, akten van besluiten, akten van beschikkingen, houdende benoemingen van ambtenaren en leden van colleges of commissies.

  • 4.

    Stukken en legalisaties van handtekeningen op stukken benodigd door of voor dienstplichtigen. Met dienstplichtigen worden gelijk gesteld, zij die een vrijwillige verbintenis aangaan op voet van een gewoon dienstplichtige.

  • 5.

    Kwitanties voor geldsommen en andere stukken, waarbij de ontvangst of overneming van gelden of goederen wordt erkend of vermeld.

  • 6.

    Stukken en inlichtingen, waarvan de kosteloze afgifte of verstrekking bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd.

  • 7.

    Het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvragen een vergunning betreffen voor een non-profit instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard.

  • 8.

    Diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

  • 9.

    Diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 10.

    Het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onderdeel i van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2.a van het besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets)

Artikel 5 Tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een aanslag, stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur waarop het verschuldigde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 28 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag als bedoeld in artikel 6 worden betaald in één termijn, welke vervalt op de 28e dag na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb. 1994, 762) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      artikel 3.10 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      artikel 4.7 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 3.

      artikel 4.4 (papieren verstrekkingen uit de basisregistratie personen)

    • 4.

      hoofdstuk 7 (reisdocumenten);

    • 5.

      hoofdstuk 8 (rijbewijzen);

    • 6.

      hoofdstuk 9 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Legesverordening 2016' van 17 december 2015 alsmede de verordening tot 1e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2016 van 31 maart 2016 worden ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor de in het vierde lid genoemde datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358 (R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:

    2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, met dien verstande dat de onderdelen die ingevolge deze verordening worden gewijzigd van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor de in het derde lid bedoelde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Ondertekening

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2016.

Burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel,

De secretaris, De burgemeester,

Mr. A. Boele M.W. Vroom