Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2017
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2017
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. AMvB Uitvoeringsbesluit 2015
  3. Verordening maatschappelijke ondersteuning Zaanstad 2015
  4. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Zaanstad 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201701-01-2018Nieuwe regeling

14-12-2016

Gemeenteblad 2016, nr. 185868

2016/257075

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad;

gelet op de artikelen11, 12, eerste en derde lid en 15 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015;

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuninggemeente Zaanstad 2017

 

Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk zijn de begripsbepalingen opgenomen die aanvullend zijn op de begripsbepalingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, het Uitvoeringsbesluit Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015.

 

Arrangement: vastgesteld bedrag per 4 weken met een resultaatafspraak voor client en aanbieder. Voor het persoonsgebonden budget geldt een maandbedrag.

Bezoekbare woning: een woning die toegankelijk is voor frequent bezoek van naasten die zijn opgenomen in een Wlz-instelling, waarbij woonkamer bereikbaar en toilet bruikbaar zijn.

CAK: Centraal Administratie Kantoor.

Nibud: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting.

Kostprijs: de prijs waarvoor de gemeente de maatwerkvoorziening heeft ingekocht, dan wel een afgeleide daarvan.

Periode: een vierwekelijkse termijn die gehanteerd wordt door het CAK bij de inning van de eigen bijdrage. Een jaar kent 13 perioden.

Roerende voorziening: voorzieningen die uit hun aard zichzelf kunnen verplaatsen dan wel verplaatst kunnen worden en niet duurzaam met de ondergrond zijn verbonden.

Uitvoeringsbesluit: Besluit van 27 oktober 2014, houdende regels ter uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015).

Verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015.

Woningsanering: het vervangen van de zachte vloerbedekking door harde vloerbedekking in woonkamer en slaapkamer. Indien dit noodzakelijk is als gevolg van astma en COPD klachten is de woningsanering een onderdeel van het plan van aanpak van de longverpleegkundige/ longspecialist.

 

PERSOONSGEBONDEN BUDGET

 

Artikel 1. Hoogte persoonsgebonden budget

  • 1.1

    De bedragen voor het pgb voor begeleiding en dagbesteding (inclusief kortdurend verblijf) bedraagt 100% van het arrangementsbedrag. De bedragen voor 2017 zijn opgenomen in tabel 1 in de bijlage.

  • 1.2

    De bedragen voor het pgb voor hulp bij het huishouden bedraagt 85% van de kostprijs voor de voorziening in natura. De bedragen voor 2017 zijn opgenomen in tabel 1 in de bijlage.

  • 1.3

    De hoogte van het pgb voor Beschermd wonen bedraagt 75% van de kostprijs voor de voorziening in natura exclusief het bedrag voor “wonen”. De bedragen voor 2017 zijn opgenomen in tabel 1 in de bijlage.

  • 1.4

    Het persoonsgebonden budget voor woon- en vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde gelijkwaardig aan de in de betreffende situatie te verstrekken voorziening in natura, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het bedrag voor onderhoud en reparatie dat de gemeente betaalt voor een dergelijke voorziening die in natura wordt verstrekt. De bedragen voor vervoersvoorzieningen 2017 zijn opgenomen in tabel 2 in de bijlage. De bedragen voor roerende woonvoorzieningen 2017 zijn opgenomen in tabel 4 in de bijlage.

  • 1.5

    Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde gelijkwaardig aan de in de betreffende situatie te verstrekken voorziening in natura, verhoogd met het bedrag voor onderhoud en reparatie dat de gemeente betaalt voor een dergelijke voorziening die in natura wordt verstrekt. De bedragen voor 2017 zijn opgenomen in tabel 3 in de bijlage.

  • 1.6

    Het persoonsgebonden budget voor een sportrolstoel bedraagt € 2.781,-, dit bedrag is bedoeld voor aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel of sporthulpmiddel voor een periode van drie jaar. Voor een elektrische sportrolstoel bedraagt het persoonsgebonden budget € 5.562, bedoeld voor een periode van 6 jaar.

  • 1.7

    De geïndexeerde bedragen van de persoonsgebonden budgetten gaan in voor nieuwe gevallen per datum indicatie. Lopende indicaties worden op het moment van vervolgaanvraag geïndexeerd.

 

BIJDRAGE VOOR MAATWERKVOORZIENING

 

Artikel 2: Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen

  • 2.1.

    Voor alle maatwerkvoorzieningen, met uitzondering van de voorzieningen genoemd in het tweede en derde lid van dit artikel, is de cliënt zowel voor een verstrekking in natura als in de vorm van een pgb een bijdrage verschuldigd conform het Uitvoeringsbesluit.

  • 2.2

    De bijdrage is niet verschuldigd:

    • a.

      indien de cliënt of de echtgenoot van de cliënt een bijdrage als bedoeld in artikel 3.11 of 3.12 van het Uitvoeringsbesluit dan wel een bijdrage ingevolge de artikelen 4 of 14 van het Bijdragebesluit zorg verschuldigd is;

    • b.

      indien de cliënt of zijn echtgenoot gedurende twee of meer nachten aaneengesloten in de bijdrageperiode in een instelling voor opvang verblijft;

    • c.

      voor een rolstoel;

    • d.

      voor een cliënt die de leeftijd van drieëntwintig jaar nog niet heeft bereikt, met uitzondering van personen in Verblijf Beschermd wonen.

  • 2.3

    In aanvulling op het bepaalde in het tweede lid van dit artikel is de bijdrage niet verschuldigd voor:

    • a.

      collectieve woonvoorzieningen en woonvoorzieningen in gemeenschappelijke ruimten;

    • b.

      sportrolstoelen;

    • c.

      bezoekbaar maken van een woning;

    • d.

      aanvullend openbaar vervoer;

    • e.

      kilometerbudget ten behoeve van een (rolstoel)taxi;

    • f.

      tijdelijke huisvesting;

    • g.

      huurderving;

    • h.

      woningsanering.

  • 2.4

    Omvang van de bijdrage

    • a.

      De minimale eigen bijdrage komt overeen met hetgeen in artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit is bepaald.

    • b.

      Het percentage waarmee het inkomensafhankelijke deel stijgt bedraagt 12%.

    • c.

      De kostprijs van de maatwerkvoorziening (= maximale eigen bijdrage) wordt als volgt bepaald:

      • i

        voor woon- en vervoersvoorzieningen geldt de kostprijs van de voorziening, waarbij:

        • -

          de kostprijs voor nieuwlevering woon- en vervoersvoorzieningen op 50% van de inkoopprijs wordt vastgesteld;

        • -

          de kostprijs voor een verstrekking uit depot gelijk is aan de kostprijs voor een nieuwlevering.

      • ii

        voor maatwerkvoorzieningen die in arrangementen worden geleverd wordt gerekend met een (afgeleide) kostprijs per categorie zoals opgenomen in tabel 5 in de bijlage.

      • iii

        voor beschermd wonen geldt hetgeen is bepaald in hoofdstuk 3, paragraaf 3 van het Uitvoeringsbesluit.

  • 2.5

    Looptijd van de bijdrage

    • a.

      Bij verstrekking van een vervoers- of woonvoorziening en eventueel daarop volgende vervoers- of woonvoorzieningen wordt eenmalig gedurende maximaal 39 periode van vier weken een bijdrage in rekening gebracht.

    • b.

      Indien de maatwerkvoorziening in arrangementen worden geleverd in natura of in de vorm van een pgb wordt een bijdrage opgelegd over de looptijd van de voorziening.

  • 2.6

    Beëindiging bijdrage

    • a.

      In het geval de cliënt overlijdt, stopt de inning van de bijdrage van rechtswege per eerstvolgende periode.

    • b.

      In het geval de cliënt verhuist naar een andere woning, maakt het college hiervan melding bij het CAK en stopt de inning van de bijdrage voor bouwkundige of woontechnische woningaanpassingen per eerstvolgende periode.

    • c.

      In het geval het college de maatwerkvoorziening inneemt of beëindigt, maakt zij hiervan melding bij het CAK en stopt de inning van de bijdrage per eerstvolgende periode.

 

BIJDRAGE VOOR MAATSCHAPPELIJKE OPVANG en VROUWENOPVANG

 

Artikel 3: Bijdrage voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang

  • 3.1.

    Er is een bijdrage verschuldigd indien een persoon van 23 jaar of ouder gebruik maakt van de in de volgende voorzieningen:

    • .

      24-uurs of voltijd verblijf vrouwenopvang (excl. crisisopvang zoals bedoeld in art.3.8 lid 4 onder c van het Uitvoeringsbesluit.), de eigen bijdrage staat opgenomen in tabel 6 in de bijlage.

    • .

      24-uurs of voltijd verblijf maatschappelijke opvang (excl. crisisopvang zoals bedoeld in art.3.8 lid 4 onder c. van het Uitvoeringsbesluit), de eigen bijdrage staat opgenomen in tabel 6 in de bijlage.

    • .

      Begeleid wonen

  • 3.2

    Bij verblijf van een client in een instelling met een uitkering als bedoeld in artikel 23, eerste lid van de Participatiewet, betaalt de client geen eigen bijdrage. De uitkering is hier gelijk aan de norm voor zak- en kleedgeld en er kan daarom geen eigen bijdrage worden gevraagd.

  • 3.3

    Geen bijdrage is verschuldigd als de echtgenoot van de client al een bijdrage in de kosten volgens artikel 4 of 14 van het Bijdragebesluit zorg verschuldigd is of een bijdrage voor beschermd wonen als bedoeld in art. 3.11 of 3.12 van het Besluit verschuldigd is.

Artikel 4: Hoogte van de eigen bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning en vrouwenopvang

  • 4.1.

    De hoogte van de bijdrage voor 24-uurs – of voltijd verblijf vrouwenopvang en maatschappelijke opvang wordt jaarlijks opnieuw bepaald en vastgesteld op basis van de dan geldende bijstandnormen, de norm voor persoonlijke uitgaven, de richtlijn voor zorgverzekering en de normen van het Nibud.

  • 4.2

    De bijdrage voor begeleid wonen is gebaseerd op de volledige feitelijke woonlasten, ongeacht het inkomen van de client. De hoogte van de bijdrage voor begeleid wonen wordt jaarlijks op 1 januari verhoogd of verlaagd op basis van de stijging van deze woonlasten. Het bepaalde in artikel 5 is hierbij nadrukkelijk van toepassing

  • 4.3

    De bijdrage voor de 24-uurs – of voltijd opvang en begeleid wonen wordt bepaald per dag. De bijdrage is verschuldigd voor iedere dag of gedeelte van de dag, waarop de client gebruik maakt van het aanbod van de instelling.

  • 4.4

    De bijdrage al bedoeld in artikel 3 is afhankelijk van het verschil tussen het inkomen en het bedrag aan zak- en kleedgeld, zoals vermeld in artikel 23, eerste lid van de Participatiewet, alsmede een bedrag i.v.m. de standaardpremie, bedoeld in de Wet op de zorgtoeslag.

  • 4.5

    Indien bij gehuwden één van beide partners gebruik maakt van 24-uurs of voltijd opvang of begeleid wonen wordt bij het bepalen van de bijstandsnorm de regelgeving in de Participatiewet voor opname in een inrichting gevolgd.

  • 4.6

    Indien de instelling bij 24-uurs – of voltijd opvang of begeleid wonen aan de client geen voeding verstrekt, wordt de bijdrage verminderd met een bedrag voor voeding. Dit bedrag is gelijk aan het bedrag dat het Nibud berekent.

Artikel 5: Bijzondere omstandigheden mbt maatschappelijke opvang en vrouwenopvang

  • 5.1.

    In het geval het inkomen verminderd met de op basis van deze regeling bepaalde bijdrage minder bedraagt dan de norm voor persoonlijke uitgaven, wordt de bijdrage zodanig verminderd dat de norm voor persoonlijke uitgaven beschikbaar blijft. Dit artikel wordt niet toegepast als de client naar het oordeel van het college verzuimt om voldoende inkomen te verwerven (zoals huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderbijslag, woonkostentoeslag en aanvullende bijstand of inkomensvoorziening).

  • 5.2.

    Het college kan besluiten om de bijdrage te verminderen als het op basis van de persoonlijke omstandigheden de hoogte van de bijdrage onredelijk vindt.

 

OVERIGE BIJDRAGEN MAATWERKVOORZIENINGEN

 

Artikel 6: Klanttarief collectief vervoer

  • 6.1.

    In het aanvullend openbaar vervoer gelden de volgende tarieven:

    Het instaptarief bedraagt € 0,60

    Het tarief per kilometer bedraagt € 0,15

  • 6.2

    Voor medereizigers en prioritaire ritten geldt: vier maal het instaptarief en vier maal het kilometertarief.

  • 6.3

    Begeleiders van AOV-geindiceerden reizen gratis mee.

Artikel 7: Wonen

  • 7.1.

    De noodzakelijke kosten voor onderhoud en reparatie van trapliften, plafondliften, elektrische deuropeners, was-föhninstallaties en elektrische verstellingen van keukens of wastafels wordt volledig vergoed. De bedragen hiervoor zijn opgenomen in tabel 8 en 9 in bijlage 2.

  • 7.2

    Voor het saneren van de woning wordt een persoonsgebonden budget toegekend. De hoogte van het persoonsgebonden budget wordt gebaseerd op € 20,00 per vierkante meter.

  • 7.3

    Voor woningsanering gelden de volgende afschrijvingstermijnen:

    • -

      is een artikel nieuwer dan 2 jaar: 100% vergoeding

    • -

      is een artikel 2-4 jaar oud: 75% vergoeding

    • -

      is een artikel 4-6 jaar oud: 50% vergoeding

    • -

      is een artikel 6-8 jaar oud; 25% van de werkelijk gemaakte kosten

    • -

      is een artikel 8 jaar of ouder: geen vergoeding.

  • 7.4

    Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van de woning bedraagt€ 5.000,-.

Artikel 8 Vervoer

  • 8.1

    Financiële tegemoetkomingen in vervoerskosten worden op basis van artikel 8.9 van de Wmo 2015 verstrekt aan rechthebbenden.

  • 8.2

    De bedragen worden jaarlijks geïndexeerd met de index van de gemeentebegroting en zijn opgenomen in tabel 7 in de bijlage.

  • 8.3

    De vergoeding van de aanpassing aan de eigen auto bedraagt de volledige kostprijs en wordt verstrekt in de vorm van een persoonsgebonden budget.

  • 8.4

    Indien de aanvrager geïndiceerd is voor het collectief systeem van aanvullend vervoer maar niet in aanmerking wil komen voor de collectieve voorziening bedraagt de vergoeding van de aanpassing van de eigen auto maximaal € 1.250,- . Deze autoaanpassing kan alleen verstrekt worden in plaats van het collectief vervoer als deze voor een periode van minimaal 5 jaar adequaat geacht wordt.

  • 8.5

    Het bedrag genoemd in lid 4 wordt niet vaker dan eens per vijf jaar verstrekt. Het geldt tevens als bijdrage voor het onderhoud en reparatie van de autoaanpassing.

Artikel 9 Huishoudelijke hulp toelage regeling

Het cliënt tarief voor de huishoudelijke hulp toelageregeling bedraagt € 5 per uur.

Artikel 10 Mantelzorgwaardering

De jaarlijkse waardering van mantelzorgers 2016/2017 bestaat uit:

  • 1.

    activiteitenbon ter waarde van € 100,- voor jonge mantelzorgers;

  • 2.

    cadeaubon ter waarde van € 150 voor volwassen mantelzorgers.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2017.

Tabel 1a: pgb-bedragen arrangement VVT

 

  • Resultaat gebied

    Inzet

    Pgb per maand

    RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren

    Laag

    € 188

     

    Laag/midden

    € 281

     

    Midden

    € 375

     

    Midden-hoog

    € 469

     

    Hoog

    € 844

     

     

     

    RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden

    profiel 1

    € 193

     

    profiel 2

    € 309

     

    profiel 3

    € 221

     

    profiel 4

    € 332

     

    profiel 5

    € 363

     

    profiel 6

    € 350

     

    profiel 7

    € 122

     

     

     

    RG 3= Financiën

    Laag

    € 188

     

    Midden

    € 281

     

    Hoog

    € 469

     

     

     

    RG 4= Dagbesteding

    Laag licht

    € 533

     

    Laag zwaar

    € 586

     

    Midden licht

    € 800

     

    Midden zwaar

    € 878

     

    Hoog licht

    € 1.067

     

    Hoog zwaar

    € 1.171

     

     

     

    RG4A = Vervoer

    Rolstoel Laag

    € 176

     

    Rolstoel Midden

    € 308

     

    Rolstoel Hoog

    € 440

     

    Zonder Rolstoel Laag

    € 65

     

    Zonder Rolstoel Midden

    € 114

     

    Zonder Rolstoel Hoog

    € 162

     

     

     

    RG 5= Ondersteuning zelfzorg

    nvt

     

     

     

     

    RG 6 = Huisvesting

    nvt

     

     

     

     

     

     

     

    RG 7= Kortdurend Verblijf

    Laag

    € 161

     

    Midden

    € 321

     

    Hoog

    € 482

     

     

     

    Resultaatgebied 8

    Laag

    € 163

    RG8 = Opplusmogelijkheid

    Midden

    € 325

     

    Hoog

    € 542

 

Tabel 1b: pgb-bedragen arrangementen GGZ

  • Resultaatgebied

    Inzet

    Pgb per maand

    RG 1= Sociaal en persoonlijk functioneren

    Laag

    € 193

     

    Laag/midden

    € 298

     

    Midden

    € 496

     

    Midden-hoog

    € 609

     

    Hoog

    € 1.096

     

     

     

    RG 2= Ondersteuning en regie bij voeren van een huishouden

    profiel 1

    € 193

     

    profiel 2

    € 309

     

    profiel 3

    € 221

     

    profiel 4

    € 332

     

    profiel 5

    € 363

     

    profiel 6

    € 350

     

    profiel 7

    € 122

     

     

     

    RG 3= Financiën

    Laag

    € 263

     

    Midden

    € 394

     

    Hoog

    € 657

     

     

     

    RG 4= Dagbesteding

    Laag

    € 461

     

    Midden

    € 691

     

    Hoog

    € 921

     

     

     

    RG4A = Vervoer

    Rolstoel Laag

    € 176

     

    Rolstoel Midden

    € 308

     

    Rolstoel Hoog

    € 440

     

    Zonder Rolstoel Laag

    € 65

     

    Zonder Rolstoel Midden

    € 114

     

    Zonder Rolstoel Hoog

    € 162

     

     

     

    RG 5= Ondersteuning zelfzorg

    Laag

    € 193

     

    Laag/midden

    € 290

     

    Midden

    € 484

     

     

     

    RG 6= Beschermd wonen

    Laag

    € 810

     

    Midden

    € 2.256

     

    Hoog licht (afgeleid v ambulant Hoog)

    € 2.699

     

    Hoog zwaar (afgeleid van Verblijf Hoog)

    € 2.979

     

    Zeer Hoog

    € 3.689

     

     

     

    RG 7= Kortdurend Verblijf

    Laag

    € 108

     

    Midden

    € 216

     

    Hoog

    € 324

     

     

     

    RG8 = Opplusmogelijkheid

    Laag

    € 163

     

    Midden

    € 325

     

    Hoog

    € 542

 

Tabel 1c: pgb-bedragen arrangement GZ

  • Resultaatgebied

    Inzet

    pgb per maand

    RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren

    Laag

    € 193

     

    Laag/midden

    € 373

     

    Midden

    € 496

     

    Midden-hoog

    € 722

     

    Hoog

    € 1.299

     

     

     

    RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden

    profiel 1

    € 193

     

    profiel 2

    € 309

     

    profiel 3

    € 221

     

    profiel 4

    € 332

     

    profiel 5

    € 363

     

    profiel 6

    € 350

     

    profiel 7

    € 122

     

     

     

    RG 3= Financiën

    Laag

    € 279

     

    Midden

    € 419

     

    Hoog

    € 699

     

     

     

    RG 4= Dagbesteding

    Laag licht

    € 461

     

    Laag zwaar

    € 623

     

    Midden licht

    € 691

     

    Midden zwaar

    € 934

     

    Hoog licht

    € 922

     

    Hoog zwaar

    € 1.245

     

     

     

    RG4A = Vervoer

    Rolstoel Laag

    € 176

     

    Rolstoel Midden

    € 308

     

    Rolstoel Hoog

    € 440

     

    Zonder Rolstoel Laag

    € 65

     

    Zonder Rolstoel Midden

    € 114

     

    Zonder Rolstoel Hoog

    € 162

     

     

     

    RG 5= Ondersteuning zelfzorg

    Laag

    € 193

     

    Laag/midden

    € 290

     

    Midden

    € 484

     

     

     

    RG 6 = Huisvesting

    nvt

     

     

     

     

    RG 7= Kortdurend Verblijf

    Laag

    € 127

     

    Midden

    € 255

     

    Hoog

    € 382

     

     

     

    RG8 = Opplusmogelijkheid

    Laag

    € 163

     

    Midden

    € 325

     

    Hoog

    € 542

 

Tabel 2: pgb-bedragen voor vervoershulpmiddelen

  •  

    Pgb-bedrag bij standaarduitvoering

    Inclusief BTW

    Maandelijks bedrag voor onderhoud/reparatie inclusief BTW

    Scootmobiel voor gebruik in directe woonomgeving, tot 12 km per uur

    € 3.600

    € 14,85

    Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving en buiten, tot en met 15 km per uur

    € 3.600

    € 14,85

    Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving en buiten, met extra vering, tot en met 15 km per uur

    € 5.512

    € 14,85

    Driewielfiets voor volwassenen

    € 2.305

    € 14,85

    Driewielfiets voor kinderen

    € 1.328

    € 14,85

    Electrische hulpaandrijving

    € 4.293

    € 14,85

    Buggy

    € 755

    € 14,85

    Aankoppelbaar fietsdeel

    € 3.577

    € 14,85

 

Tabel 3: pgb-bedragen voor rolstoelen

  •  

    Pgb-bedrag voor standaarduitvoering inclusief BTW

    Maandelijks bedrag voor onderhoud/reparatie inclusief BTW

    Handbewogen rolstoel voor incidenteel kort gebruik (lichtgewicht uitvoering)

    € 324

    € 14,85

    Handbewogen rolstoel voor (semi) permanent gebruik

    € 926

    € 14,85

    Handbewogen rolstoel voor actief gebruik, vouwframe

    € 559

    € 14,85

    Handbewogen rolstoel voor actief gebruik, vastframe

    € 2.590

    € 14,85

    Comfortrolstoel voor permanent/langdurig gebruik

    € 2.510

    € 14,85

    Elektrische rolstoel voor (semi) permanent gebruik, in en om het huis

    € 7.846

    € 14,85

    Elektrische rolstoel voor (semi) permanent gebruik, binnen/buiten

    € 13.042

    € 14,85

    Kinderduwwandelwagens

    € 3.292

    € 14,85

    Kinderrolstoelen handbewogen

    € 4.064

    € 14,85

 

Tabel 4: pgb-bedragen voor roerende woonvoorzieningen

  •  

    Pgb-bedrag voor standaarduitvoering inclusief BTW

    Maandelijks bedrag voor onderhoud/reparatie inclusief BTW

    Verrijdbare tillift (passief)

    € 6.250

    € 14,85

    Verrijdbare tillift (actief)

    € 5.265

    € 14,85

    Douche/Toilethulpmiddelen (incl. badliften)

    € 2015 (21% BTW)

    € 1765 (6% BTW)

    € 14,85

 

Tabel 5a: maximale eigen bijdrage VVT

  •  

    Inzet

    Nieuw bedrag

    RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren

    Laag

    € 80,00

    Laag/midden

    € 95,00

    Midden

    € 110,00

    Midden-hoog

    € 155,00

    Hoog

    € 110,00

     

     

     

    RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden

    profiel 1

    € 80,00

    profiel 2

    € 95,00

    profiel 3

    € 85,00

    profiel 4

    € 95,00

    profiel 5

    € 95,00

    profiel 6

    € 130,00

    profiel 7

    € 80,00

     

     

     

    RG 3= Financiën

    Laag

    € 80,00

    Midden

    € 85,00

    Hoog

    € 110,00

     

     

     

    RG 4= Dagbesteding

    Laag licht

    € 110,00

    Laag zwaar

    € 110,00

    Midden licht

    € 185,00

    Midden zwaar

    € 185,00

    Hoog licht

    € 260,00

    Hoog zwaar

    € 260,00

     

     

     

    RG 5= Ondersteuning zelfzorg

    Laag

    € 80,00

    Laag/midden

    € 85,00

    Midden

    € 110,00

     

     

     

    RG 6 = Huisvesting

    nvt

     

     

     

     

    RG 7

    Laag

    € 80,00

    Midden

    € 85,00

    Hoog

    € 110,00

 

Tabel 5b: maximale eigen bijdrage GGZ

  • Resultaatgebied

    Inzet

    max eigen bijdrage

    RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren

    Laag

    € 80,00

    Laag/midden

    € 85,00

    Midden

    € 110,00

    Midden-hoog

    € 130,00

    Hoog

    € 110,00

     

     

     

    RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden

    profiel 1

    € 80,00

    profiel 2

    € 95,00

    profiel 3

    € 85,00

    profiel 4

    € 95,00

    profiel 5

    € 95,00

    profiel 6

    € 130,00

    profiel 7

    € 80,00

     

     

     

    RG 3= Financien

    Laag

    € 85,00

    Midden

    € 95,00

    Hoog

    € 130,00

     

     

     

    RG 4= Dagbesteding

    Laag

    € 110,00

    Midden

    € 155,00

    Hoog

    € 220,00

     

     

     

     

     

    RG 5= Ondersteuning zelfzorg

    Laag

    € 80,00

    Laag/midden

    € 85,00

    Midden

    € 110,00

     

     

     

    RG 6= Beschermd wonen ambulant *)

    Laag

    € 80

    Midden

    € 110

    Hoog licht

    € 130

    Alleen pgb

    Hoog zwaar

    € 155

     

    Zeer hoog

    € 220

     

     

     

    RG 7= Kortdurend Verblijf

    Laag

    € 80,00

     

    Midden

    € 80,00

     

    Hoog

    € 85,00

*) Voor alle Verblijfsarrangementen geldt een maximum eigen bijdrage van:

€ 2.312,60 (art. 3.11 lid 2, Uitvoeringsbesluit Wmo 2015).

 

Tabel 5c: maximale eigen bijdrage GZ

  •  

    Inzet

    Nieuw bedrag

    RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren

    Laag

    € 80,00

    Laag/midden

    € 95,00

    Midden

    € 110,00

    Midden-hoog

    € 155,00

    Hoog

    € 110,00

     

     

     

    RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden

    profiel 1

    € 80,00

    profiel 2

    € 95,00

    profiel 3

    € 85,00

    profiel 4

    € 95,00

    profiel 5

    € 95,00

    profiel 6

    € 130,00

    profiel 7

    € 80,00

     

     

     

    RG 3= Financiën

    Laag

    € 85,00

    Midden

    € 95,00

    Hoog

    € 155,00

     

     

     

    RG 4= Dagbesteding

    Laag licht

    € 110,00

    Laag zwaar

    € 110,00

    Midden licht

    € 155,00

    Midden zwaar

    € 155,00

    Hoog licht

    € 220,00

    Hoog zwaar

    € 220,00

     

    vervoer zonder rolstoel*

     

     

    Vervoer met rolstoel*

     

     

     

     

    RG 5= Ondersteuning zelfzorg

    Laag

    € 80,00

    Laag/midden

    € 85,00

    Midden

    € 110,00

     

     

     

    RG 6 = Huisvesting

    nvt

     

     

     

     

    RG 7

    Laag

    € 80,00

    Midden

    € 85,00

    Hoog

    € 95,00

 

Tabel 6: eigen bijdragen voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang

  • eigen bijdragen MO/VO

     

     

     

     

     

     

    leeftijd / voorziening

    Maatschappelijke Opvang

     

    Begeleid Wonen MO

     

    Vrouwenopvang

     

     

    per maand

    per dag

    per maand

    per dag

    per maand

    per dag

    passanten / crisisbed

     

    € 7,00

     

     

     

     

    18 t/m 20 jaar

    € 232,00

    € 7,48

    € 295,00

    € 9,52

    € 130,20

    € 4,20

    18 t/m 20 jaar + 1 kind

    nvt

     

     

     

    € 184,45

    € 5,95

    21 jaar

    € 297,00

    € 9,58

    € 295,00

    € 9,52

    € 218,55

    € 7,05

    21 jaar + 1 kind

    nvt

     

     

     

    € 372,00

    € 12,00

    22 jaar

    € 426,00

    € 13,74

    € 295,00

    € 9,52

    € 218,55

    € 7,05

    23 jaar en ouder

    € 554,00

    € 17,87

    € 295,00

    € 9,52

    € 372,00

    € 12,00

 

Tabel 7: Bedragen vervoerskosten per jaar.

  •  

     

    Gebruik van eigen auto

    € 1.409

    Gebruik van een bruikleenauto maximaal

    € 538

    Gebruik van een bruikleenbusje maximaal

    € 840

    Gebruik van een taxi maximaal

    € 1.668

    Gebruik van een rolstoeltaxi maximaal

    € 2.429

 

Maximale financiële tegemoetkoming van de kosten van onderhoud en keuring van woonvoorzieningen

De genoemde bedragen gelden voor zover niet geregeld in een contract met een leverancier.

Alleen de werkelijk gemaakte kosten van de onder a t/m i genoemde onderdelen, komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming, tot een maximum van het, voor die onderdelen, vastgestelde bedrag.

  • a.

    Stoelliften

  • b.

    Rolstoel- of plateauliften

  • c.

    Woonhuisliften

  • d.

    Hefplateauliften

  • e.

    Balansliften

  • f.

    Plafondliften

  • g.

    Mechanische inrichting voor het verstellen van keukenblok of wastafel

  • h.

    Open- en sluitingsmechanisme voor deuren

  • i.

    Toiletten voorzien van onderspoel- en föhn inrichting

     

Tabel 8: De maximale vergoeding voor onderhoud en keuringen bedraagt excl. BTW

 

Keuring

Startkeuring

Kosten

Periodiek

Kosten

Stoellift

Ja

€ 312,-

1 x per 4 jaar

€ 227,-

Rolstoellift

Ja

€ 312,-

1 x per 4 jaar

€ 227,-

Woonhuislift

*

 

1 x per 1,5 jaar

€ 276,-

Hefplateaulift

*

 

1 x per 1,5 jaar

€ 281,-

Balanslift

**

 

1 x per 1,5 jaar

€ 81,-

f.t/m i.

*

 

1 x per 2 jaar

Kostprijs

* de prijs van de startkeuring is bij de nieuwprijs inbegrepen

** balansliften worden niet meer gemaakt en er is derhalve geen startkeuring

 

Tabel 9: Onderhoudskosten woonvoorzieningen

Onderhoud

Frequentie

Kosten onderhoud

Stoellift

Rolstoellift

Woonhuislift

Hefplateaulift

Balanslift

Plafondlift

1 x per jaar

1 x per jaar

2 x per jaar

2 x per jaar

1 x per jaar

1 x per jaar

€ 156,-

€ 156,-

€ 227,-

€ 156,-

€ 156,-

kostprijs

Er is een maximale toeslag van 50% op bovenvermelde bedragen als: de installatie buiten de woning is geplaatst, er meer dan 1 verdieping wordt overbrugd en als er elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging respectievelijk wegklapbare raildelen.