Titel 2 - Dienstverlening vallend onder fysieke
leefomgeving/ omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 2.1 - Begripsomschrijvingen | | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
2.1.1.1 | aanlegkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012),
voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt,
een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting
inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of
gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden, wordt in deze
titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs, exclusief
omzetbelasting, die aan een derde in het economisch verkeer
zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden
waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.2 | bouwkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012),
voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt
een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane
verplichtingen ten behoeve van fysieke realisatie (het
bouwen) van de bouwwerken, inclusief omzetbelasting. Indien
het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid
geschiedt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de
prijs, exclusief omzetbelasting, die aan een derde in het
economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot
stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking
heeft; | | |
2.1.1.3 | sloopkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor
het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een
raming van de sloopkosten, de omzetbelasting inbegrepen.
Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder
sloopkosten verstaan: de prijs, exclusief omzetbelasting,
die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten
worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de
aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn
omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens
de Wabo bedoeld. | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de
Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op
activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander
wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde
betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | | |
| | | |
Hoofdstuk 2.2 –
Omgevingsvergunning |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som
van de verschuldigde leges voor de verschillende
activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft
en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in
verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend
naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk van deze titel. In afwijking van de vorige volzin
kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een
legesbedrag worden gevorderd. | | |
| | | |
2.2.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.2.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.2.1.1.1 | indien de bouwkosten, afgerond op hele euro’s naar beneden,
minder of gelijk zijn aan € 50.000 bedragen: | | 3,15% |
| van de bouwkosten met een minimum van | € | 209,45 |
2.2.1.1.2 | indien de bouwkosten, afgerond op hele euro’s naar beneden,
€ 50.001 t/m € 500.000 bedragen: | € | 314,90 |
| vermeerderd met: | | 2,53% |
| van de bouwkosten | | |
2.2.1.1.3 | indien de bouwkosten, afgerond op hele euro’s naar beneden,
€ 500.001 of meer bedragen: | € | 12.916,50 |
vermeerderd met: | | 1,82% |
van de bouwkosten voor het gedeelte boven de € 500.000 | | |
| | | |
| Welstandstoets | | |
2.2.1.2 | Voor het inwinnen van advies bij de Welstandscommissie zijn
de volgende leges verschuldigd: | | |
2.2.1.2.1 | bouwkosten € 0,01 tot € 25.000 | € | 45,00 |
2.2.1.2.2 | bouwkosten van € 25.001 tot € 1.250.000 | | |
| van de bouwkosten, met een maximum van € 2.250,00 | | 0,18% |
2.2.1.2.3 | bouwkosten € 1.250.000 en hoger | € | 2.250,00 |
2.2.1.2.4 | De welstandleges worden afgerond op € 5,00 naar boven | | |
| | | |
| Beoordeling bodemrapport | | |
2.2.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.1 bedraagt het
tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt
beoordeeld: | | |
2.2.1.3.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € | 650,75 |
2.2.1.3.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € | 650,75 |
2.2.1.3.3 | Voor de beoordeling van een saneringsonderzoek | € | 650,75 |
2.2.1.3.4 | als voor de in artikel 2.2.1.3.1 tot 2.2.1.3.3 genoemde
toetsing meer dan 4 mensuren nodig zijn, dan wel als het
gaat om de beoordeling van een nader onderzoek, een
saneringsverzoek, een saneringsplan, een evaluatieverslag
dan wel een ander onderzoek wordt het bedrag verhoogd met
deze extra kosten. Deze extra kosten moeten blijken uit een
door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde
begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing aan
belastingplichtige worden medegedeeld. Voor de toepassing
van de genoemde toetsing wordt eerst begonnen op de
10e werkdag nadat de extra kosten aan de
belastingplichtige zijn medegedeeld, tenzij deze heeft
aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken. | | |
| | | |
| Verplicht advies agrarisch
deskundige | | |
2.2.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.1 bedraagt het
tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische
deskundige wordt beoordeeld: | € | 1.271,80 |
| | | |
| Advies natuur en landschap | | |
2.2.1.5 | Voor het inwinnen van advies op het gebied van natuur en
landschap worden de daadwerkelijke kosten doorberekend,
zoals deze op basis van een door of vanwege burgemeester en
wethouders opgestelde begroting voorafgaand aan de aanvrager
worden medegedeeld. | | |
2.2.1.5.1 | Als een begroting, bedoeld in artikel 5.2.1.5. is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de
10e werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager
ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze werkdag
schriftelijk is ingetrokken | | |
| | | |
| Advies inzake Wet Geluidhinder | | |
2.2.1.6 | Voor de vaststelling van een hogere grenswaarde ingevolge de
Wet Geluidhinder bedraagt het tarief: | € | 1.922,95 |
2.2.1.6.1 | Voor het inwinnen van akoestisch onderzoek op basis van SRM
1 | € | 934,05 |
2.2.1.6.2 | Voor het inwinnen van akoestisch onderzoek op basis van SRM
2 | € | 1.439,75 |
| | | |
| Achteraf ingediende aanvraag | | |
2.2.1.7 | Het tarief vermeld in onderdeel 2.2.1.1 wordt, indien de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang
of gereedkomen van de bouwactiviteit of wordt aangevangen
met de bouw voordat de vergunning is verleend, verhoogd
met: | | 200% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | | |
| | | |
2.2.2 | Aanlegactiviteiten | | |
2.2.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 61,20 |
| alsmede | | 2,66% |
| van de aanlegkosten, met een minimum van: | € | 184,45 |
2.2.2.2 | De tarieven vermeld in 2.2.1.3.1 t/m 2.2.1.6.2 zijn eveneens
van toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.2.2.1
bedoelde aanvraag. | | |
| | | |
| Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens
sprake is van een
bouwactiviteit | | |
2.2.3 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het
bepaalde in onderdeel 2.2.1: | | |
2.2.3.1 | Wanneer een (postzegel)bestemmingsplan als bedoeld in
artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening of een
wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6
sub a of b van de Wet ruimtelijke ordening wordt
opgesteld: aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1.
verschuldigde bedrag | € | 1.041,50 |
2.2.3.1.1 | Als voor de in artikel 2.2.3.1 genoemde planologische
procedure meer dan 12 mensuren nodig zijn, wordt het bedrag
verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten
blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders
opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing
aan betrokkene worden medegedeeld. Voor de toepassing van de
onder 2.2.3.1 bedoelde planologische procedure wordt eerst
begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten
aan betrokkene(n) zijn medegedeeld, tenzij deze heeft
aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken De aan de artikel 2.2.3.1 en 2.2.3.1.1. verbonden bedragen
worden niet in rekening gebracht, wanneer de kosten voor
deze planologische procedure in het kader van een
privaatrechtelijke overeenkomst en/of exploitatieplan worden
verhaald. | | |
2.2.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 256,40 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1
verschuldigde bedrag; | | |
2.2.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € | 256,40 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1
verschuldigde bedrag; | | |
2.2.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1
verschuldigde bedrag; | € | 1.041,50 |
2.2.3.4.1 | Als voor de in artikel 2.2.3.4 genoemde planologische
procedure meer dan 12 mensuren nodig zijn, wordt het bedrag
verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten
blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders
opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing
aan betrokkene worden medegedeeld. Voor de toepassing van de
onder 2.2.3.4 bedoelde planologische procedure wordt eerst
begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten
aan betrokkene(n) zijn medegedeeld, tenzij deze heeft
aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken De aan de artikel 2.2.3.4 en 2.2.3.4.1. verbonden bedragen
worden niet in rekening gebracht, wanneer de kosten voor
deze planologische procedure in het kader van een
privaatrechtelijke overeenkomst en/of exploitatieplan worden
verhaald. | | |
2.2.3.5 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking): | € | 516,05 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1
verschuldigde bedrag; | | |
2.2.3.6 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € | 256,40 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1
verschuldigde bedrag; | | |
2.2.3.7 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € | 256,40 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1
verschuldigde bedrag; | | |
2.2.3.8 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € | 256,40 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1
verschuldigde bedrag; | | |
2.2.3.9 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € | 256,40 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1
verschuldigde bedrag. | | |
| | | |
2.2.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij
geen
sprake is van een
bouwactiviteit | | |
2.2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 1.041,50 |
| | |
2.2.4.2 | Wanneer een (postzegel)bestemmingsplan als bedoeld in
artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening of een
wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6
sub a of b van de Wet ruimtelijke ordening wordt
opgesteld: | | |
2.2.4.2.1 2.2.4.2.2 | Als voor de in artikel 2.2.4.2 genoemde planologische
procedure meer dan 12 mensuren nodig zijn, wordt het bedrag
verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten
blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders
opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing
aan betrokkene worden medegedeeld. Voor de toepassing van de
onder 2.2.4.3 bedoelde planologische procedure wordt eerst
begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten
aan betrokkene(n) zijn medegedeeld, tenzij deze heeft
aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken | € | 256,40 |
De aan de artikel 2.2.4.2 en 2.2.4.2.1. verbonden bedragen
worden niet in rekening gebracht, wanneer de kosten voor
deze planologische procedure in het kader van een
privaatrechtelijke overeenkomst en/of exploitatieplan worden
verhaald. | | |
2.2.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 256,40 |
2.2.4.3.1 2.2.4.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € | 256,40 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € | 1.041,50 |
2.2.4.4.1 2.2.4.5 | Als voor de in artikel 2.2.4.4 genoemde planologische
procedure meer dan 12 mensuren nodig zijn, wordt het bedrag
verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten
blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders
opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing
aan betrokkene worden medegedeeld. Voor de toepassing van de
onder 2.2.4.5 bedoelde planologische procedure wordt eerst
begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten
aan betrokkene(n) zijn medegedeeld, tenzij deze heeft
aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken De aan de artikel 2.2.4.4 en 2.2.4.4.1. verbonden bedragen
worden niet in rekening gebracht, wanneer de kosten voor
deze planologische procedure in het kader van een
privaatrechtelijke overeenkomst en/of exploitatieplan worden
verhaald. | | |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking): | € | 516,05 |
2.2.4.6 2.2.4.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € | 256,40 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € | 256,40 |
2.2.4.8 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € | 256,40 |
2.2.4.9 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € | 256,40 |
| | | |
2.2.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in
relatie tot brandveiligheid | | |
2.2.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
| voor oppervlakten tot 100 m2 | € | 550,20 |
| en voorts per 100 m2 of gedeelten daarvan boven de eerste
100 m2: | € | 112,00 |
| met een maximum van: | € | 5.602,60 |
| | | |
2.2.5.2 | indien het betreft een wijziging van geringe aard bedraagt
het tarief: | € | 201,70 |
| | | |
2.2.6 | Sloopactiviteiten | | |
| Vervallen | | |
| | | |
2.2.7 | Aanleggen of veranderen weg
| | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in
de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een
bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van
de Algemene plaatselijke verordening 2011 een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoelt in artikel 2.2, aanhef en
eerste lid, onder d, van de Wabo, zal vooraf, op basis van
de aanvraag, een schriftelijke begroting worden verstrekt.
Niet eerder wordt met de werkzaamheden begonnen dan nadat de
belastingplichtige schriftelijk heeft medegedeeld met de
begroting te kunnen instemmen. | | |
2.2.7.1 | Belastingplichtige is nooit meer verschuldigd dan de
werkelijke kosten, zoals deze achteraf kunnen worden
vastgesteld. | | |
| | | |
2.2.8 | Uitweg/inrit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het
gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in
een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene
plaatselijke verordening 2011 een vergunning of ontheffing
is vereist, als bedoelt in artikel 2.2, eerste lid, aanhef
en onder e, van de Wabo, zal vooraf, op basis van de
aanvraag, een schriftelijke begroting worden verstrekt. Niet
eerder wordt met de werkzaamheden begonnen dan nadat de
belastingplichtige schriftelijk heeft medegedeeld met de
begroting te kunnen instemmen. | | |
2.2.8.1 | Belastingplichtige is nooit meer verschuldigd dan de
werkelijke kosten, zoals deze achteraf kunnen worden
vastgesteld. | | |
| | | |
2.2.9 | Kappen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale verordening of
van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoelt in artikel 2.2, eerste
lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | € | 40,90 |
| | | |
2.2.10 | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 | | |
2.2.10.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die
schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de
natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of
planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € | 256,40 |
2.2.10.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen
met gevolgen voor habitats en soorten in een door de
minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen
gebied als bedoelt in artikel 19d, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 | € | 256,40 |
| | | |
2.2.11 | Handelingen in het kader van de Flora- en
Faunawet | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75,
derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is,
bedraagt het tarief: | € | 256,40 |
| | | |
2.2.12 | Andere activiteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het verrichten van een andere activiteit of
handeling dan in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk
bedoeld bedraagt het tarief: | | |
2.2.12.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: | € | 256,40 |
2.2.12.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening
betreft: | € | 256,40 |
| | | |
2.2.13 | Omgevingsvergunning in twee
fasen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in
twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste
lid, van de Wet Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.2.13.1 | Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
eerste fase betrekking heeft; | | |
2.2.13.2 | Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
tweede fase betrekking heeft; | | |
| | | |
2.2.14 | Verklaring van geen
bedenkingen | | |
2.2.14.1 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: | € | 256,40 |
| | | |
Hoofdstuk | 2.3 Teruggaaf | | |
2.3.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning
voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de
onderdelen 2.2.1, 2.2.2 en 2.2.7, intrekt terwijl deze al in
behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak
op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf
bedraagt: | | |
2.3.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken | | 50% |
| van de op grond van artikel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.1.3, 2.2.2.1,
2.2.7.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde
leges; | | |
| | | |
2.3.2 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | | |
2.3.2.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat
geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten als bedoelt in de onderdelen 2.2.1, 2.2.2
of 2.2.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een
deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | 50% |
2.3.2.2 | van de op grond van artikel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.1.3, 2.2.2.1,
2.2.7.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde
leges. | | |
| Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.3.2.1 wordt mede
verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de
vergunning is verleend, bij rechterlijke uitspraak. | | |
| | | |
2.3.4 | Teruggaaf als gevolg van het niet ontvankelijk
verklaren van een omgevingsvergunning voor bouw-,
aanleg- of sloopactiviteiten | | |
2.3.4.1 | indien de aanvraag niet ontvankelijk is van de op grond van
artikel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.1.3, 2.2.2.1, 2.2.7.1 voor de
betreffende activiteit verschuldigde leges; | | 90% |
| | | |
Hoofdstuk | 2.4 - Advertentiekosten | | |
2.4 | Voor bekendmakingen (via publicatieborden, plaatselijke
en/of landelijke bladen) zijn per publicatie de volgende
leges verschuldigd: | | |
2.4.1 | een publicatie betreffende een ingediende
omgevingsvergunning | € | 15,60 |
2.4.2 | een publicatie betreffende een geweigerde, ingetrokken,
fictieve, voor akkoord verklaarde omgevingsvergunning | € | 15,60 |
2.4.3 | een publicatie betreffende een procedure ex artikel 3.6,
eerste lid onder a of b, of 3.38 lid 4 van de Wet
ruimtelijke ordening | € | 57,30 |
2.4.4 | een publicatie betreffende een procedure ingevolge de Wet
geluidhinder ten behoeve van de uitvoering van een
bouwplan | € | 122,75 |
2.4.5 | een publicatie betreffende een procedure ex artikel 3.7 van
de Wet op de ruimtelijke ordening ten behoeve van de
uitvoering van een bouwplan. | € | 720,40 |
2.4.6 | een publicatie betreffende een procedure ex artikel 2.12,
eerste lid onder a onder 3 van de Wet algemene
bepalingen omgevingsvergunning | € | 73,60 |
| | | |