Organisatie | Raalte |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatregeling gemeente Raalte 2016 |
Citeertitel | Mandaatregeling gemeente Raalte 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 24-10-2020 | wijziging organisatiestructuur | 11-12-2018 | 21154-2018 | |
02-06-2018 | 01-01-2019 | wijziging van de tabellen onder F en G, HR21 profielen toegevoegd | 29-05-2018 | 9033-2018 | |
30-05-2018 | 02-06-2018 | wijziging in tabel B en tabel E | 08-05-2018 | 8055-2018 | |
24-05-2018 | 30-05-2018 | wijziging tabel F5 | 24-04-2018 | ||
29-06-2017 | 24-05-2018 | wijziging art. 6 en diverse onderdelen mandaatregister | 09-05-2017 | 544-2017 | |
15-12-2016 | 29-06-2017 | Nieuwe regeling | 22-11-2016 | 6148-2016 |
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Raalte, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,
gelet op de artikelen 59a, 160 en 171 van de Gemeentewet, hetgeen overigens in de Gemeentewet is bepaald en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
Voor zover in dit besluit en het daarbij behorende mandaatregister wordt gesproken over ‘mandaat’, wordt hiermee tevens bedoeld:
indien het mandaat betrekking heeft op het aangaan, opzeggen etc. van een overeenkomst of het verrichten van een andere privaatrechtelijke rechtshandeling: een opdracht van de burgemeester om met betrekking tot die overeenkomst of die rechtshandeling de gemeente in en buiten rechte te vertegenwoordigen, ter uitvoering van een daartoe door of namens burgemeester en wethouders genomen besluit.
Artikel 3. Gewijzigde wet- en regelgeving
Ingeval van wijziging van wet- en regelgeving waarop een gemandateerde bevoegdheid berust, blijft de bevoegdheid gemandateerd en wordt het mandaat geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen in de gewijzigde wet- en regelgeving.
Artikel 4. Uitoefening mandaat
Bij het uitoefenen van gemandateerde bevoegdheden worden op die bevoegdheden betrekking hebbende bepalingen uit wet- en regelgeving, alsmede de in het mandaatregister opgenomen algemene en specifieke bepalingen, in acht genomen.
In afwijking van het eerste lid is het de gemeentesecretaris, de eenheidsmanagers en de teammanagers toegestaan ondermandaat te verlenen aan een externe partij voor zover daarmee uitvoering gegeven wordt aan een met die partij gesloten overeenkomst, een gemeenschappelijke regeling of aan een wettelijke verplichting. Als de externe partij een orgaan of functionaris van een rechtspersoon is, is het dat orgaan en die functionaris toegestaan ondergemandateerde bevoegdheden verder te ondermandateren dan wel vervanging te regelen binnen de eigen organisatie.
Bij afwezigheid van de gemandateerde wordt deze vervangen volgens de vervangingsregeling uit de Organisatieregeling. Indien de Organisatieregeling niet in een vervangingsregeling voorziet, wordt de gemandateerde vervangen door zijn leidinggevende.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte,
de secretaris
Karin Cornelissen
de burgemeester,
Martijn Dadema
de burgemeester van de gemeente Raalte,
Martijn Dadema
De mandaatregeling in zijn huidige vorm is vastgesteld in april 2002. De regeling (die overigens nooit officieel van een citeertitel is voorzien) is daarna regelmatig aangepast, onder andere ter gelegenheid van de reorganisatie, Raalte 2.0. Als gevolg van gewijzigde en vervallen wetgeving en gewijzigde taken, en de behoefte om de mandaatregeling gebruiksvriendelijker te maken, is er nu aanleiding om de mandaatregeling grondig te herzien. Hiertoe wordt de huidige mandaatregeling ingetrokken en vervangen door een nieuwe regeling, de Mandaatregeling gemeente Raalte 2016.
Bij de mandaatregeling hoort een bijlage, het mandaatregister. Deze bijlage maakt deel uit van het besluit en somt de bevoegdheden op die door het college en door de burgemeester worden gemandateerd.
De artikelen van de Mandaatregeling worden hieronder afzonderlijk toegelicht. Het bij de regeling behorende mandaatregister is van een aparte toelichting voorzien.
Dit artikel voorziet in de mandatering van bevoegdheden van het college en de burgemeester aan de gemeentesecretaris, voor zover deze bevoegdheden zich voor mandatering lenen. Deze laatste beperking volgt uit artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Uit de Awb vloeit ook voort dat het college en de burgemeester ondanks de verleende mandaten altijd bevoegd blijven om de gemandateerde bevoegdheden zelf uit te oefenen (artikel 10:7 Awb).
De gemandateerde bevoegdheden zijn opgenomen in het mandaatregister, dat een bijlage is bij de regeling en daar deel van uitmaakt. In het mandaatregister is voorzien in een ondermandatering van de aan de gemeentesecretaris gemandateerde bevoegdheden, op basis van wenselijkheid. Deze ondermandatering volgt uit de regeling zelf, zodat het niet nodig is voor de gemeentesecretaris en overige gemandateerden om ondermandaatbesluiten te nemen.
Bevoegdheden worden in principe (onder)gemandateerd aan functies, niet aan met naam genoemde personen. In het artikel is verduidelijkt dat functies niet alleen kunnen worden bekleed door ambtenaren van de gemeente Raalte, maar ook door personen die op grond van een arbeidsovereenkomst of een andere titel werkzaamheden verrichten voor de gemeente. Voorwaarde voor mandatering aan deze personen is dat uit de overeenkomst volgt dat zij werkzaam zijn in een functie die in het mandaatregister is genoemd (bijvoorbeeld teammanager, dienstverlener A of senior adviseur).
Dit neemt overigens niet weg dat het mogelijk is om ondermandaten te verlenen aan met name genoemde personen. Dit kan wenselijk zijn in het geval een bepaalde persoon over specifieke kennis of expertise beschikt. Ondermandatering aan externe rechtspersonen kan wenselijk zijn bij bevoegdheden die in opdracht van de gemeente Raalte die door rechtspersonen worden uitgevoerd. In gevallen als deze worden in het mandaatregister de namen van de betreffende (rechts)personen genoemd.
Onder ‘mandaat’ wordt in de Algemene wet bestuursrecht verstaan “de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen” (artikel 10:1). In deze regeling wordt deze term gemakshalve ook gehanteerd voor het verrichten van feitelijke handelingen en feitelijke mededelingen die niet op rechtsgevolg zijn gericht (machtiging), en ten slotte het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen namens de gemeente (volmacht). Uit de omschrijving van de gemandateerde bevoegdheid kan worden afgeleid of er sprake is van mandaat, machtiging of volmacht.
Artikel 3 Gewijzigde wet- en regelgeving
Wet- en regelgeving wijzigt met enige regelmaat. Om te voorkomen dat het mandaatregister direct moet worden aangepast zodra nieuwe regelgeving in werking treedt, is artikel 3 opgenomen. Uit het artikel volgt dat de verleende mandaten ook gelden voor bevoegdheden waarvan de wettelijke grondslag is gewijzigd (bijvoorbeeld als gevolg van vernummering van artikelen of wijziging van de naam van de regeling). Voorwaarde daarbij is dat de bevoegdheid gelijk blijft.
Dit artikel regelt dat bij de uitoefening van gemandateerde bevoegdheden wettelijke bepalingen in acht worden genomen. Daarnaast worden ook de algemene en specifieke bepalingen in het mandaatregister zelf in acht genomen. Afhankelijk van de formulering van die bepalingen gelden deze als instructies bij de uitoefening van mandaten dan wel als beperking van de reikwijdte van mandaten.
Artikel 5 Uitzondering mandaat
In bepaalde situaties is het onwenselijk als een bevoegdheid in mandaat wordt uitgeoefend. Het eerste lid van dit artikel voorziet er in dat in die gevallen het bestuursorgaan zelf een beslissing neemt. Bij aangelegenheden waarin de gemandateerde een persoonlijk belang heeft, kan ermee volstaan worden dat een andere gemandateerde de beslissing neemt. Dit is geregeld in het tweede lid.
Dit artikel voorziet in de mogelijkheid om gemandateerde bevoegdheden te ondermandateren. Hoewel het mandaatregister zelf al in een gedetailleerde ondermandatering voorziet, in veel gevallen tot en het met niveau van de individuele medewerker, kunnen zich gevallen voordoen waarin verdere ondermandatering wenselijk is. Artikel 6 maakt dit mogelijk, met dien verstande dat ondermandaat wordt verleend aan een hiërarchisch direct ondergeschikte. De gemeentesecretaris verleent bijvoorbeeld dus ondermandaat aan een eenheidsmanager; de eenheidsmanager aan een teammanager en de teammanager aan een onder hem ressorterende functie. Overigens kan een bevoegdheid ook gedeeltelijk ondergemandateerd worden.
In dit artikel wordt geregeld dat bij afwezigheid van de gemandateerde (in laagste instantie), vervanging plaatsvindt conform de regeling die daarvoor is opgenomen in de Organisatieregeling. In gevallen waarin de vervangingsregeling uit de Organisatieregeling niet voorziet, wordt de gemandateerde vervangen door diens leidinggevende.
Dit artikel regelt hoe besluiten en andere documenten namens de mandaatverlenende bestuursorganen moeten worden ondertekend. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen het beslissingsmandaat en het ondertekeningsmandaat.
Artikel 9 Intrekken vorige mandaatbesluiten
Er is op dit moment een groot aantal mandaatbesluiten in werking. In de eerste plaats is er de algemene mandaatregeling, die overigens in het besluit zelf geen citeertitel heeft gekregen. Dit besluit, inclusief wijzigingen van later datum, wordt in zijn geheel ingetrokken.
Daarnaast bestaat er ook een aantal ‘losse’ mandaatbesluiten. Mandaatbesluiten die zijn opgegaan in het mandaatregister worden ingetrokken.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
Behorend bij het besluit van burgemeester en wethouders en van de burgemeester van 22 november 2016
1. De in dit register verleende mandaten en ondermandaten zijn beslismandaten, tenzij anders vermeld.
2. Waar in dit register een bevoegdheid is omschreven als ‘het geven van toestemming’, ‘het verlenen van een vergunning’ en dergelijke, wordt daaronder tevens begrepen het weigeren van die toestemming, die vergunning etc.
3. Waar in dit register bevoegdheden zijn ondergemandateerd aan:
onverminderd het bepaalde in artikel 7 van de Mandaatregeling.
4. In dit register wordt verstaan onder:
5. Voor zover in dit mandaatregister mandaat wordt verleend om namens de gemeente Raalte subsidies, vergunningen etc. aan te vragen of meldingen te doen, kan hiervoor gebruik gemaakt worden van e-Herkenning of daarmee gelijk te stellen voorzieningen, voor zover de gemandateerde daarover beschikt.
6. Voor zover in dit register aan een externe partij ondermandaat is verleend voor het nemen van besluiten, omvat dit ondermandaat mede de mandaten genoemd in tabel E, onderdelen 12 tot en met 15, voor zover dit voor de uitvoering van het verleende ondermandaat noodzakelijk is.
A. GEMEENTESECRETARIS/ ALGEMEEN DIRECTEUR
Besluiten tot het afwijken van het inkoop- en aanbestedingsbeleid. | Met inachtneming van het bepaalde in het Inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Raalte (2017) |
Personele aangelegenheden ten aanzien van de medewerkers van het domein. | |||
Besluiten en feitelijke handelingen ter uitvoering van de Arbeidsomstandighedenwet en de daarop gebaseerde regelgeving, ten aanzien van de medewerkers van het domein. | |||
Het machtigen van medewerkers van het team om het college of de burgemeester te vertegenwoordigen bij bestuursrechtelijke geschillen in beroep of hoger beroep. | |||
Het beslissen op klachten over de medewerkers van het domein. | |||
Voor zover het een besluit betreft waarvan de beslissingsbevoegdheid reeds is gemandateerd aan het betreffende team. | |||
Het beslissen op bezwaar indien: a. het primaire besluit in mandaat is genomen door een ondergeschikte, en b. het advies van de commissie bezwaarschriften inhoudt: 1. het bezwaar niet ontvankelijk te verklaren, of 2. het primaire besluit te handhaven, en dit advies wordt overgenomen, al dan niet met verbetering van de motivering van het primaire besluit. | |||
Het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte (opdracht van de burgemeester, art. 171, lid 2, Gemeentewet). | |||
Het besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen door de gemeente, waarbij al dan niet verplichtingen worden aangegaan, ten behoeve van activiteiten en projecten die vallen binnen het werkgebied van het domein, en tot het verrichten van (rechts)-handelingen die voortvloeien uit gesloten overeenkomsten (mandaat van college) en het vertegenwoordigen van de gemeente bij het verrichten van deze (rechts)handelingen (opdracht van burgemeester). | - Binnen het middels een goedgekeurde begroting beschikbaar gestelde budget en met inachtneming van de budgethoudersregeling; - Onder het mandaat wordt mede begrepen de aanschaf van e-Herkenningsmiddelen, boeken en abonnementen, en het wijzigen en opzeggen van abonnementen; - Onder het mandaat wordt voorts begrepen het sluiten van anterieure overeenkomsten ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen. | ||
In het inkoopproces of aanbestedingsproces voor werken, leveringen of diensten:
| Binnen het middels een goedgekeurde begroting beschikbaar gestelde budget en met inachtneming van de Budgethoudersregeling en met inachtneming van het bepaalde in het Inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Raalte (2017). | ||
Het voeren van algemene correspondentie, niet gericht op rechtsgevolgen, zoals het doen van feitelijke mededelingen en het verstrekken van informatie, inclusief het voeren van verweer tegen bezwaar-, (hoger)beroep- en verzetschriften. | |||
Het voeren van correspondentie, niet gericht op rechtsgevolgen, ter voorbereiding of uitvoering van besluiten. | |||
Het verrichten van handelingen van procedurele, voor-bereidende of uitvoerende aard, zoals het doen van bekend-makingen, het beleggen van en uitnodigen voor hoorzittingen, het aanwijzen van adviseurs en het inwinnen van zienswijzen. | |||
Het besluiten een aanvraag niet te behandelen, inclusief het stellen van een termijn voor aanvulling van een onvolledige aanvraag (art. 4:5 Awb), en het verzoeken om aanvulling van onvolledige meldingen. | |||
Het verdagen van een beslissing, anders dan op bezwaar (art. 4:14 Awb). | |||
Het vaststellen van de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom bij (gesteld) niet tijdig beslissen (art. 4:18 Awb), daaronder begrepen de mededeling dat een ingebrekestelling prematuur is of te laat is ingediend. | |||
Het beslissen op verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet hergebruik overheidsinformatie, en de Wet open overheid (wanneer deze in werking is getreden). | |||
Het beslissen op verzoeken om mededeling omtrent de verwerking van persoonsgegevens en het beslissen op verzet tegen de verwerking van persoonsgegevens op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens. | |||
Subsidieverlening ten behoeve van activiteiten die vallen binnen het werkgebied van het domein. | - Binnen het middels een goedgekeurde begroting beschikbaar gestelde budget en met inachtneming van de budgethoudersregeling. Besluit ondermandaat teammanager Samenleving voor verlening bijdragen voor verwijdering asbestdaken 23/07/2018, Gbl. 2018, nr. 160269 |
Mandaatgever Burgemeester en wethouders/ De burgemeester
Mandaat aan De gemeentesecretaris/ algemeen directeur
Ondermandaat aan Domeinmanager Sociaal
Mandaatgever Burgemeester en wethouders/ De burgemeester
Mandaat aan De gemeentesecretaris/ algemeen directeur
Ondermandaat aan Domeinmanager Publiek
Mandaatgever Burgemeester en wethouders/ De burgemeester
Mandaat aan De gemeentesecretaris/ algemeen directeur
Ondermandaat aan Domeinmanager Beheer
Mandaatgever Burgemeester en wethouders/ De burgemeester
Mandaat aan De gemeentesecretaris/ algemeen directeur
Ondermandaat aan Domeinmanager Samenleving
Mandaatgever Burgemeester en wethouders/ De burgemeester
Mandaat aan De gemeentesecretaris/ algemeen directeur
Ondermandaat aan Domeinmanager Bedrijfsvoering
Burgemeester en wethouders van Raalte en de burgemeester van Raalte machtigen de navolgende personen om hen als partij of belanghebbende te vertegenwoordigen bij de bestuursrechter:
Besluit tot het verlenen van ondermandaat door domeinmanager
Ondergetekende, domeinmanager van het domein <<naam domein>>, de heer/mevrouw <<naam domeinmanager>>,
Overwegende dat het gewenst is de aan hem/haar toegekende bevoegdheid tot ………………….. (omschrijving bevoegdheid) te ondermandateren;
Gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en op artikel 6 van de Mandaatregeling gemeente Raalte 2016;
de hierboven genoemde bevoegdheid te ondermandateren aan de medewerkers met de functie………. (of indien het gaat om meerdere personen met verschillende functies; de medewerkers met de functie……. en functie ……..).
De domeinmanager <<naam domein>>,
NB. Dit besluit dient zo spoedig mogelijk te worden toegezonden aan het domein Bedrijfsvoering t.a.v. cluster juridisch voor de automatische verwerking.
Toelichting op Mandaatregister
In het Mandaatregister zijn de mandaten opgenomen die door het college en de burgemeester zijn verleend aan de ambtelijke organisatie van de gemeente Raalte. Daarbij worden algemene en specifieke bepalingen gegeven, die bij de uitoefening van de mandaten in acht genomen moeten worden of die de reikwijdte van de gegeven mandaten nader bepalen.
De mandaten zijn ten opzichte van het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling opnieuw ingedeeld. Uitgangspunt van de vorige regeling was om bevoegdheden zo laag mogelijk in de ambtelijke organisatie te mandateren. Dit uitgangspunt blijft gehandhaafd. Ook gehandhaafd blijft het systeem van getrapte mandatering: bevoegdheden worden eerst aan de gemeentesecretaris gemandateerd, vervolgens ondergemandateerd aan de eenheidsmanagers, daarna verder ondergemandateerd aan de teammanagers en ten slotte, in veel gevallen, nog verder ondergemandateerd aan functies op medewerkerniveau. In enkele gevallen wordt hierop een uitzondering gemaakt, namelijk bij belastingbevoegdheden die aan de belastingambtenaren zijn ondergemandateerd en personele bevoegdheden die aan de bestuurssecretaris zijn ondergemandateerd.
Globaal zijn de mandaten als volgt ingedeeld.
Aan de gemeentesecretaris (tabel A) zijn, in enige instantie, bevoegdheden gemandateerd ten aanzien de indeling van de ambtelijke organisatie, functieomschrijvingen- en waarderingen, integriteit (toestemming verlenen voor het aannemen van geschenken) en personele aangelegenheden ten aanzien van de eenheidsmanagers en de bestuurssecretaris. Van hen is de gemeentesecretaris immers de leidinggevende. Ten slotte heeft de gemeentesecretaris een ‘restmandaat’ ten aanzien van bevoegdheden op personeel gebied die niet elders gemandateerd zijn.
Aan de eenheidsmanagers (tabel B) zijn, in laagste instantie, bevoegdheden gemandateerd ten aanzien van personele aangelegenheden ten aanzien van de teammanagers. Van hen is de eenheidsmanager immers de leidinggevende. Aan de eenheidsmanager is verder in laagste instantie de bevoegdheid gemandateerd om medewerkers al dan niet toe te staan om meer verlofuren te (ver)kopen dan op grond van de CAR-UWO mogelijk is. Vanwege het bijzondere karakter daarvan is dit niet verder aan de teammanagers gemandateerd.
Aan de diverse belastingambtenaren (tabel C) zijn, in laagste instantie, vier collegebevoegdheden op het gebied van belastingen gemandateerd (toepassen hardheidsclausule, kwijtschelding bestuurlijke boete, oninbaar verklaring van belastingen en ondertekenen beslissingen op administratief beroep tegen weigeringen om belastingen kwijt te schelden). Deze bevoegdheden waren door middel van het ‘Besluit algemeen mandaat en machtiging belastingbevoegdheden college’ gemandateerd. Dit besluit wordt nu in zijn geheel opgenomen in het mandaatregister. Nieuw is dat deze bevoegdheden niet meer rechtstreeks worden gemandateerd, maar eerst aan de gemeentesecretaris. Ondermandatering vindt niet meer plaats aan alleen de heffingsambtenaar, maar ook aan de invorderingsambtenaar en diens rechtstreeks bovengeschikte. Dit is conform de mandatering in het Besluit mandatering belastingbevoegdheden. Eveneens overgenomen uit dat besluit is de verplichting om per kalenderkwartaal een overzicht te geven van de gevallen waarin het mandaat is toegepast.
Nieuw is de ondermandatering aan de bestuurssecretaris (tabel D). Aan de bestuurssecretaris worden personele bevoegdheden gemandateerd ten aanzien van de medewerkers van het bestuurssecretariaat (uiteraard met uitzondering van de bestuurssecretaris zelf).
Aan alle teammanagers (tabel E) zijn, in laagste instantie, bevoegdheden gemandateerd ten aanzien van personele aangelegenheden ten aanzien van de overige medewerkers (behorend tot het eigen team). Van hen is de teammanager immers de leidinggevende. Aan alle teammanagers zijn verder algemene bestuurlijk-inhoudelijke bevoegdheden en taken gemandateerd die voor elk team hetzelfde zijn. Een deel van deze bevoegdheden en taken is nog verder ondergemandateerd aan alle medewerkers.
De hoofdmoot van het mandaatregister vormt de mandatering aan de afzonderlijke teams (tabellen F.1 tot en met F.6 en G.1 tot en met G.4). Hierbij worden per team bevoegdheden aan de teammanager gemandateerd op het gebied van de wet- en regelgeving waar de teams zich mee bezig houden. Deze bevoegdheden worden in de meeste gevallen verder ondergemandateerd aan een of meer functies op medewerkerniveau. Nieuw hierbij is de mandatering aan het recent gevormde team Leren, Werken en Ondernemen (tabel F.6).
Ten slotte is er een onderdeel (H) opgenomen waarin een aantal medewerkers gemachtigd wordt om het college dan wel de burgemeester te vertegenwoordigen bij de rechter. Omdat dergelijke machtigingen op naam gesteld moeten zijn, worden de betreffende medewerkers bij naam genoemd en niet bij functie.
Verder is er ten opzichte van de vorige mandaatregeling het mandaatregister vereenvoudigd door de uitvoering van een specifieke wet of verordening en de daarop berustende regelgeving in zijn geheel te mandateren. Deze wijziging is toegepast in gevallen waarin de uitvoering van wet- en regelgeving geheel of nagenoeg geheel aan één team is gemandateerd en de wet- en regelgeving ziet op een specifiek onderwerp (bijvoorbeeld de Winkeltijdenwet).
Daarnaast zijn verwijzingen naar gewijzigde wetgeving gewijzigd, zijn mandaten op grond van vervallen wetgeving geschrapt en zijn doublures verwijderd. Ook de formulering van mandaten is in de meeste gevallen aangepast, enerzijds om deze meer in lijn te brengen met formulering van de wettelijke grondslag en anderzijds om ze leesbaarder te maken.
Hieronder volgt een nadere toelichting per onderdeel. Daarbij wordt hoofdzakelijk ingegaan op de wijzigingen die zijn aangebracht ten opzichte van het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling.
De algemene bepalingen zijn opgenomen om het systeem van het mandaatregister uit te werken.
In dit onderdeel wordt, voor alle duidelijkheid, bepaald dat de in het mandaatregister opgenomen (onder)mandaten bedoeld zijn als beslismandaten. De mandaten strekken er dus toe om zowel de inhoudelijke besluitvorming als de ondertekening van het te nemen besluit bij de gemandateerde neer te leggen. In voorkomende gevallen kan in het register bepaald worden dat het mandaat beperkt is tot het ondertekenen van door het bestuursorgaan genomen besluiten. Het betreft dan een ondertekeningsmandaat in de zin van artikel 10:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
Er wordt bepaald dat als een bevoegdheid om een vergunning te verlenen wordt gemandateerd, ook de bevoegdheid wordt gemandateerd om die vergunning te weigeren. In een aantal gevallen volgt dit al uit de formulering van het mandaat. Waar dat niet het geval is, geldt deze algemene bepaling.
In het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling was bij een groot aantal algemene mandaten aan eenheidsmanagers, teammanagers en overige medewerkers de bepaling opgenomen dat het betreffende mandaat was beperkt tot aangelegenheden die de eigen eenheid of het eigen team betreffen. Omdat dit vaak voorkwam, is daar in dit mandaatregister een algemene bepaling van gemaakt. Deze bepaling doet overigens niet af aan de vervangingsregeling die is opgenomen in artikel 7 van de Mandaatregeling.
Dit onderdeel is toegevoegd om enkele vaker voorkomende mandaten verkort weer te kunnen geven. Het betreft personele aangelegenheden en subsidieverlening. Onderdeel 3 bevat omschrijvingen van de daarbij behorende mandaten; in de tabellen wordt verwezen naar het omschreven begrip en wordt voor zover van toepassing vermeld waarop het mandaat specifiek betrekking heeft. De mandaten voor personele aangelegenheden in de tabellen konden door deze werkwijze aanzienlijk verkort worden.
Dit onderdeel is toegevoegd om het gebruik van e-Herkenningsmiddelen in te bedden in de Mandaatregeling. Met e-Herkenningsmiddelen kan de gemeente bijvoorbeeld langs digitale weg vergunningen voor werkzaamheden of subsidies voor monumenten in gemeentelijk eigendom aanvragen. De algemene bepaling houdt in dat waar mandaten voorzien in het aanvragen van vergunningen of subsidies namens de gemeente Raalte, hiervoor e-Herkenningsmiddelen kunnen worden gebruikt.
Mandaten gemeentesecretaris (tabel A)
Hierop is in het algemene deel van de toelichting ingegaan. In aanvulling daarop wordt opgemerkt dat een mandaat voor het beoordelen van eenheidsmanagers en de bestuurssecretaris ontbreekt, omdat deze bevoegdheid in de Regeling beoordelen gemeente Raalte rechtstreeks bij de gemeentesecretaris is neergelegd. Een mandaat daarvoor is dus niet nodig. Het mandaat voor personele aangelegenheden dient te worden gelezen in samenhang met onderdeel 3 van de algemene bepalingen. Toegevoegd is het mandaat om te beslissen op klachten over de eenheidsmanagers en de bestuurssecretaris.
Mandaten eenheidsmanagers (tabel B)
Hierop is in het algemene deel van de toelichting ingegaan. In aanvulling daarop wordt opgemerkt dat een mandaat voor het beoordelen van teammanagers ontbreekt, omdat deze bevoegdheid in de Regeling beoordelen gemeente Raalte rechtstreeks bij de gemeentesecretaris is neergelegd. Een mandaat daarvoor is dus niet nodig. Het mandaat voor personele aangelegenheden dient te worden gelezen in samenhang met onderdeel 3 van de algemene bepalingen. Toegevoegd is het mandaat om te beslissen op klachten over de teammanagers.
Mandaten belastingambtenaren (tabel C)
Hierop is in het algemene deel van de toelichting ingegaan.
Mandaten bestuurssecretaris (tabel D)
Hierop is in het algemene deel van de toelichting ingegaan.
De mandaten die op grond van de vorige mandaatregeling aan de teammanagers waren toegekend, zijn opgeschoond en op een logische volgorde ingedeeld.
Onderdelen 1 en 2 zien op bevoegdheden in personele aangelegenheden. Onderdeel 1 dient te worden gelezen in samenhang met onderdeel 3 van de algemene bepalingen. Ten opzichte van de vorige mandaatregeling is het mandaat voor het toekennen van gratificaties bij afscheid en jubilea komen te vervallen. Ingevolge de Regeling beoordelen gemeente Raalte is er geen mogelijkheid meer om gratificaties toe te kennen.
Bestuurlijk-inhoudelijke aangelegenheden, algemeen
De overige onderdelen zien op bevoegdheden in bestuurlijk-inhoudelijke aangelegenheden. Enkele bijzondere vormen van algemene, niet op rechtsgevolg gerichte correspondentie (zoals het leveren van informatie aan het CBS) zijn geschrapt omdat deze niets toevoegden aan het al bestaande mandaat voor algemene, niet op rechtsgevolg gerichte correspondentie. Aan dit laatste mandaat is het voeren van verweer in beroep, hoger beroep en verzet toegevoegd (naast het voeren van verweer in bezwaarzaken, wat al onder het mandaat viel). Bij het mandaat voor het aangaan van verplichtingen voor activiteiten en projecten van het team is verduidelijkt wat hier mede onder valt, bijvoorbeeld het aanschaffen van boeken en abonnementen op tijdschriften (het aparte hiertoe strekkende mandaat is geschrapt).
Geschrapt ten opzichte van de eerdere mandaatregeling is het mandaat om leges te heffen voor het kopiëren van stukken. Het heffen van leges (bij wijze van aanslag) is ingevolge de Gemeentewet een bevoegdheid van de heffingsambtenaar. Het is geen bevoegdheid van het college of van de burgemeester, zodat mandatering hiervan door het college of de burgemeester niet mogelijk is. Een dergelijk mandaat hoort dan ook niet thuis in dit mandaatregister.
Overigens gelden er op dit moment geen mandaatbesluiten waarbij de heffingsambtenaar mandaat heeft verleend aan medewerkers van de gemeente Raalte om leges te heffen (voor het kopiëren van stukken of anderszins). Als het wenselijk is dat medewerkers van de gemeente Raalte leges kunnen heffen, als voortvloeisel uit hun reguliere werkzaamheden, is daar een mandaatbesluit van de heffingsambtenaar voor nodig. Eventuele ondermandatering binnen de ambtelijke organisatie van gemeente Raalte dient dan bij apart besluit plaats te vinden.
Het blijft uiteraard wel mogelijk om de feitelijke mededeling te doen dat er voor het in behandeling nemen van aanvragen een bepaald bedrag aan leges verschuldigd is en dat daarvoor een aanslag zal volgen.
Het mandaat voor het beslissen op bezwaarschriften is enigszins aangepast (onderdeel 7). Dit mandaat voorziet in het beslissen op bezwaarschriften, gericht tegen besluiten die door ondergeschikten van de gemandateerde in mandaat genomen zijn. In de vorige regeling was daarbij als voorwaarde gesteld dat het advies van de commissie bezwaarschriften inhoudt dat a) het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard, of b) het bezwaar ongegrond wordt verklaard conform het primaire besluit.
Deze laatste voorwaarde leidt er in de praktijk nog wel eens toe dat ook indien een besluit gehandhaafd wordt, maar daarbij de motivering verbeterd wordt, er een besluit van het bestuursorgaan nodig is. Dit is een inefficiënte en daardoor onwenselijke werkwijze. Daarom is de voorwaarde zodanig aangepast dat een verbetering van de motivering van het primaire besluit (ook indien de commissie bezwaarschriften daar niet toe adviseert) ook in mandaat kan plaatsvinden, mits het dictum van het primaire besluit gehandhaafd blijft.
Bij de voorwaarden ontbrak overigens dat het advies van de commissie bezwaarschriften ook daadwerkelijk overgenomen wordt. Dit is toegevoegd, met dien verstande dat een verbetering van de motivering van het primaire besluit ook in mandaat kan plaatsvinden als de commissie bezwaarschriften daar niet toe adviseert.
Openbaarheid van overheidsinformatie
In de vorige mandaatregeling was een mandaat opgenomen om te beslissen op verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Behalve de Wob kan ook de in 2015 in werking getreden Wet hergebruik overheidsinformatie (Who) worden gebruikt door burgers om informatie op te vragen. Daarom is de bevoegdheid om op verzoek op grond van de Who te beslissen, toegevoegd aan het mandaat (onderdeel 16). Verder is alvast toegevoegd de Wet open overheid, die onlangs door de Tweede Kamer is aangenomen. Het wetsvoorstel is nog niet tot wet verheven, maar zal dat op termijn waarschijnlijk wel zijn. Daarom is ook deze wet alvast in het mandaat opgenomen.
Verwerking van persoonsgegevens
In onderdeel 17 is een nieuw mandaat opgenomen, ter uitvoering van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Het mandaat betreft de bevoegdheid om te beslissen op verzoeken om mededeling te doen van de verwerking van persoonsgegevens, en eventueel naar aanleiding daarvan om persoonsgegevens aan te vullen, te verwijderen, af te schermen etc. Tevens ziet het mandaat op het beslissen op verzet, dat is ingesteld tegen het verwerken van persoonsgegevens.
Het betreft hier bevoegdheden die ingevolge artikel 45 van de Wbp als besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht worden aangemerkt en waar als gevolg daarvan bezwaar en beroep kan worden ingesteld. Vanwege dit besluitkarakter kan het beslissen op de hier bedoelde verzoeken en verzet niet worden gezien als algemene correspondentie, niet op rechtsgevolg gericht. Daarom is ervoor gekozen hier een afzonderlijk mandaat voor op te nemen. Omdat de verwerking van persoonsgegevens in principe bij alle teams kan plaatsvinden, is het mandaat ondergebracht bij de mandaten aan alle teams.
Mandaten team Communicatie & Administratie (tabel F.1)
Ten opzichte van het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling is voor team Communicatie & Administratie het mandaat voor de uitvoering van het Cafetariaplan geschrapt, omdat dit plan is ingetrokken. Ook is het doen van aangifte van de btw op de grondexploitatie geschrapt, omdat dit thans bij de DOWR financiële administratie plaatsvindt.
Mandaten team Advies (tabel F.2)
De mandaten van team Advies zijn in te delen in mandaten die betrekking hebben op het behandelen van bezwaarschriften en beroepszaken, bestuursrechtelijke handhaving en financiële zaken. Wijzigingen zijn aangebracht op het gebied van beroepszaken en handhaving.
Het mandaat ten aanzien van beroepszaken (onderdeel 2, nieuw) voorzag in het opstellen en ondertekenen van verweer in beroepszaken. Dit is geherformuleerd tot het ‘voeren van verweer’. Dit omvat niet alleen het opstellen, ondertekenen en indienen van verweerschriften, maar ook het indienen van de op de zaak betrekking hebbende stukken, het doen van verdagingsverzoeken etc. Het bereik van het mandaat is verder uitgebreid met hoger-beroepszaken en verzetzaken.
In het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling waren (delen van) handhavingsbevoegdheden in verschillende bewoordingen en enigszins versnipperd gemandateerd aan de senior adviseur van team Advies. Deze mandaten zijn samengevoegd en inhoudelijk verbreed.
Met de nieuwe mandaten (onderdelen 4 tot en met 6) wordt beoogd om alle feitelijke en rechtshandelingen in het kader van formele handhavingstrajecten ten aanzien van de genoemde wetgeving (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Woningwet, Wet ruimtelijke ordening, Wet milieubeheer, Drank- en Horecawet, Opiumwet en de Algemene Plaatselijke Verordening), aan de senior adviseur te mandateren.
De in de vorige regeling hierbij gestelde voorwaarde dat het mandaat niet geldt indien er zienswijzen zijn ingediend, blijft gelden. De bestaande verplichting om de portefeuillehouder te informeren wordt verruimd en verzwaard: er is niet langer sprake van een informeerverplichting, maar van een bespreekverplichting. Daarnaast dienen zowel het voornemen om een handhavingstraject in te zetten, als het voornemen om een invorderingstraject voor verschuldigde geldsommen in te zetten, te worden besproken met de portefeuillehouder.
In het nieuwe onderdeel 5 zijn enkele specifieke wettelijke grondslagen voor het opleggen van bestuurlijke boetes toegevoegd. In het nieuwe onderdeel 6, ten slotte, is een mandaat opgenomen voor (rechts)handelingen (NB: het nemen van een besluit is ook een rechtshandeling) ter uitvoering van een opgelegde last onder dwangsom, last onder bestuursdwang of bestuurlijke boete. Ook bij onderdelen 5 en 6 gelden bespreekverplichtingen.
Mandaten team Vergunningen & Handhaving (tabel F.3)
De mandaten van team Vergunningen & Handhaving zijn als volgt in te delen:
Wabo, Bouwbesluit en Brandbeveiligingsverordening
In het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling waren de mandaten voor vergunningverlening en andere besluitvorming op grond van de Wabo over een groot aantal onderdelen verspreid. Daarbij waren enkele, weliswaar niet vaak voorkomende, bevoegdheden niet gemandateerd. Verder was er een aantal mandaten gegeven die konden worden gezien als verbijzonderingen van al eerder gegeven algemene mandaten (bijvoorbeeld ten behoeve van algemene correspondentie of de voorbereiding van besluiten), of die betrekking hadden op bevoegdheden op grond van vervallen of gewijzigde wetgeving (bijvoorbeeld het verlenen van een vrijstelling op grond van de voormalige Wet op de Ruimtelijke Ordening).
De overbodige en op vervallen wetgeving gebaseerde mandaten zijn geschrapt en de resterende mandaten zijn samengevoegd tot een kleiner aantal nieuwe onderdelen, waarmee een volledige mandatering van de Wabo is beoogd. De functies waaraan mandaat is verleend en de daarbij geldende voorwaarden zijn niet gewijzigd.
Vanwege de inhoudelijke verwantschap zijn de mandaten op grond van het Bouwbesluit bij de mandaten op grond van de Wabo geplaatst. Dit geldt eveneens voor het mandaat voor het verlenen van gebruiksvergunningen op grond van de Brandbeveiligingsverordening.
De groepering en bijbehorende nummering is overigens indicatief en slechts bedoeld om de vindbaarheid van mandaten te verbeteren.
Wet milieubeheer en gebaseerde regelgeving
Ook op het gebied van de Wet milieubeheer waren enkele mandaten verleend die verbijzonderingen waren van al eerder gegeven algemene mandaten (bijvoorbeeld ten behoeve van algemene correspondentie of de voorbereiding van besluiten), of die betrekking hadden op bevoegdheden op grond van vervallen of gewijzigde wetgeving (bijvoorbeeld het Lozingenbesluit bodembescherming). Deze overbodige en op vervallen wetgeving gebaseerde mandaten zijn geschrapt.
Eveneens geschrapt is het mandaat voor het heffen van leges voor het in behandeling nemen van aanvragen om omgevingsvergunningen en andere belastingplichtige feiten. Het heffen van leges (bij wijze van aanslag) is ingevolge de Gemeentewet een bevoegdheid van de heffingsambtenaar. Het is geen bevoegdheid van het college of van de burgemeester, zodat mandatering hiervan door het college of de burgemeester niet mogelijk is. Een dergelijk mandaat hoort dan ook niet thuis in dit mandaatregister. Het is uiteraard wel mogelijk om uitsluitend de feitelijke mededeling te doen dat leges verschuldigd zijn en wat de hoogte van die leges is. Daar is echter geen afzonderlijk mandaat voor nodig.
Het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling bevatte een mandaat voor het verlenen van tijdelijke ontheffing van het verbod om overige vloeistoffen in de bodem te lozen. Deze bevoegdheid was neergelegd in artikel 25 van het Lozingenbesluit bodembescherming, maar dit besluit is in 2013 ingetrokken. De ontheffingsbevoegdheid is thans opgenomen als bevoegdheid om maatwerkvoorschriften vast te stellen op grond van artikel 7 van het Besluit lozing afvalwater huishoudens.
Verder voorzag het mandaatregister er niet in om in mandaat in het algemeen maatwerkvoorschriften op grond van milieuregelgeving vast te stellen. Daarom is het mandaat zodanig verruimd dat daarmee niet alleen de hiervoor bedoelde maatwerkvoorschriften met betrekking tot tijdelijke lozingen kunnen worden vastgesteld, maar ook alle andere soorten maatwerkvoorschriften. Het betreft hier maatwerkvoorschriften op grond van regelgeving op grond van de Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming en de Waterwet. Deze regelgeving betreft in ieder geval het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer, het Besluit lozen buiten inrichtingen, het Besluit lozing afvalwater huishoudens en het Vuurwerkbesluit.
Een nieuw mandaat in het register betreft een nieuwe bevoegdheid uit het Besluit emissiearme huisvesting, waarmee het bevoegd gezag voor uitbreidingen van huisvestingssystemen voor landbouwhuisdieren minder strenge maximale emissiewaarden kan toestaan. Een dergelijke bevoegdheid zal in het algemeen worden toegepast bij het verlenen of wijzigen van een omgevingsvergunning voor het oprichten of veranderen van een milieu-inrichting (milieuvergunning) en is daarom geschikt voor mandatering. Vanwege de samenhang met het beslissen omtrent milieuvergunningen is deze nieuwe bevoegdheid ondergemandateerd aan de functies waaraan ook het verlenen van de hiervoor bedoelde omgevingsvergunningen is ondergemandateerd. Omdat het een pas onlangs ontstane bevoegdheid betreft, is als specifieke bepaling opgenomen de instructie dat bij voorgenomen toepassing van het mandaat de portefeuillehouder wordt geïnformeerd.
Verder is een nieuw mandaat opgenomen dat betrekking heeft op bevoegdheden op grond van wet- en regelgeving op het gebied van milieu die niet elders in het mandatenregister zijn genoemd. Dit is bedoeld als een restmandaat en wordt in laagste instantie ondergemandateerd aan de vakspecialist, de specialist dienstverlening en de senior specialist dienstverlening.
De mandaten op grond van de APV en een aantal bijzondere wetten zijn, net als overige mandaten, opnieuw gesorteerd. Een aantal bevoegdheden uit de APV was niet in het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling opgenomen. Dit is alsnog gebeurd. Een enkel mandaat is vervallen omdat de betreffende bevoegdheid is vervallen (ontheffing van ventverbod).
Nieuw is het mandaat voor het opvragen van strafvorderlijke en justitiële gegevens. Dergelijke gegevens moeten opgevraagd worden bij de voorbereiding van besluiten waarbij het levensgedrag van de aanvrager een rol speelt (bijvoorbeeld bij vergunningen op grond van de Drank- en Horecawet). In de praktijk werden strafvorderlijke en justitiële gegevens al ambtelijk opgevraagd, maar dit wordt nu van een basis in mandaat voorzien. Het mandaat wordt toegekend aan de functies die ook al het mandaat hebben om te beslissen omtrent de verlening van de vergunningen waarbij de strafvorderlijke en justitiële gegevens relevant zijn.
Ook is nieuw het mandaat om een aanvraag om een exploitatievergunning voor een seksbedrijf te weigeren, voor zover die weigering door de van toepassing zijnde regelgeving (de APV) dwingend wordt voorgeschreven. Waar een besluit immers dwingend wordt voorgeschreven, heeft besluitvorming door het bestuursorgaan (afhankelijk van het geval is dat het college of de burgemeester). Het verlenen van een exploitatievergunning voor een seksbedrijf blijft, gelet op het beleid ten aanzien van dat soort bedrijven, voorbehouden aan het bestuursorgaan.
De bestaande mandaten op het gebied van bodem, geluid en afval zijn inhoudelijk niet gewijzigd ten opzichte van het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling. Wel is er een nieuw mandaat toegevoegd, namelijk voor het opleggen van verplichtingen of verboden met betrekking tot afvalstoffen, naar aanleiding van een ongewoon voorval (art. 17.4 van de Wet milieubeheer). Het mandaat wordt in laagste instantie ondergemandateerd aan de specialist dienstverlening en de senior specialist dienstverlening.
Ten aanzien van toezicht en handhaving geldt allereerst wat daarover is vermeld bij de mandaten van team Advies. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen.
Het bestaande mandaat van de teammanager om toezichthouders aan te wijzen, is uitgebreid met het mandaat om in voorkomende gevallen personen aan te stellen als onbezoldigd ambtenaar van de gemeente Raalte. Sommige wetten bevatten namelijk de beperking dat alleen ambtenaren als toezichthouder kunnen worden aangewezen. Mocht het wenselijk zijn een ingehuurde medewerker, die geen ambtenaar is, als toezichthouder aan te wijzen, dan dient deze persoon eerst als (onbezoldigd) ambtenaar te worden aangesteld. Personen die al ambtenaar zijn hoeven uiteraard niet nogmaals als ambtenaar aangesteld worden. Evenmin hoeft er aanstelling als onbezoldigd ambtenaar plaats te vinden als de betreffende wet die eis niet stelt. Het mandaat omvat verder ook het intrekken van aanwijzingen als toezichthouder en het intrekken van aanstellingen als onbezoldigd ambtenaar. Dit is ter verduidelijking toegevoegd.
De verruimingen als hiervoor bedoeld zijn ook toegepast bij het mandaat van de directeuren van de RUDs IJsselland en Twente. Aan de teammanager V&H is verder nog de bevoegdheid gemandateerd om legitimatiebewijzen voor toezichthouders uit te geven.
Een aantal onderdelen van het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling voorzag in de mandatering van toezichthoudende bevoegdheden aan toezichthouders van de gemeenten Deventer en Olst-Wijhe. Hierbij werd ervan uitgegaan dat het college dan wel de burgemeester dergelijke bevoegdheden konden mandateren. Dat is echter niet het geval, omdat het college dan wel de burgemeester zelf niet over dergelijke bevoegdheden beschikken (het betreft bevoegdheden als het mogen betreden van plaatsen en het kunnen vorderen van inlichtingen. Het college en de burgemeester zijn uiteraard wel bevoegd om handhavingsbesluiten te nemen zoals het opleggen van een last onder dwangsom).
Toezichthoudende bevoegdheden worden door de wet (onder andere de Algemene wet bestuursrecht) geattribueerd aan degenen die als toezichthouder zijn aangewezen. Voor het college dan wel de burgemeester is het voldoende een persoon als toezichthouder voor bepaalde wetgeving aan te wijzen; diegene beschikt dan automatisch over de bijbehorende bevoegdheden. Een mandaatbesluit is niet nodig en, gelet op het voorgaande, ook niet mogelijk. De betreffende onderdelen komen dan ook niet terug in het nieuwe mandaatregister.
Wet basisadministraties adressen en gebouwen
De mandatering van de uitvoering van de Wet basisadministraties adressen en gebouwen (BAG) heeft ten opzichte van het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling een andere plaats gekregen in de tabel. Inhoudelijk is het mandaat om te beslissen omtrent straatnaamgeving aangepast (onderdeel 52).
Voorheen was er mandaat verleend om te beslissen omtrent het toekennen van namen aan delen van de openbare ruimte (zoals wegen), met de voorwaarde dat het advies van de commissie voor de straatnaamgeving opgevolgd wordt.
Een besluit omtrent straatnaamgeving kan een grote impact hebben en politiek gevoelig liggen, ook als het advies van de commissie gevolgd wordt. In de praktijk wordt de naamgeving van straten dan ook niet in mandaat uitgevoerd, maar wordt het college geadviseerd hierover zelf een besluit te nemen. Het is daarom, bij nader inzien, niet wenselijk om mandatering van de inhoudelijke bevoegdheid omtrent straatnaamgeving te handhaven, ook niet onder de voorwaarde dat het advies van de commissie overgenomen wordt.
Een beslissing tot straatnaamgeving moet binnen vier dagen door de beheerder worden verwerkt in de basisregistratie adressen en gebouwen. Dit is doorgaans geen probleem, maar bijvoorbeeld in vakantieperiodes kan het zijn dat een besluit langer blijft liggen voor het bij de BAG-beheerder komt, waardoor de voorgeschreven termijn overschreden wordt. Er is daarom voor gekozen om wel mandaat te verlenen, maar dan alleen voor het ondertekenen van het door het college genomen besluit. De inhoudelijke beslissing blijft dus bij het college.
Het ondertekeningsmandaat wordt verleend aan de BAG-beheerder (senior dienstverlener van team Vergunningen & Handhaving), zodat deze het collegebesluit kan ondertekenen en vervolgens kan overgaan tot verwerking in de BAG.
Team Klant Contact Centrum (tabel F.4)
De werkzaamheden van team Klant Contact Centrum (KCC) zijn divers. Voor een deel van deze werkzaamheden was in het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling geen mandaat verleend. De mandaten van team KCC zijn daarom uitgebreid. Nieuw zijn bijvoorbeeld het mandaat om collegevergunningen op grond van de APV te verlenen en het sluiten van overeenkomsten voor de verhuur van trouwlocaties.
Eén mandaat is geschrapt omdat het overbodig was, namelijk voor de uitvoering van het Besluit geslachtsnaamwijziging. Voor zover de gemeente hier al een rol in speelt, werd daarin al door andere mandaten voorzien.
Het mandaat voor de uitvoering van de Wet gemeentelijke basisadministratie (Wet GBA) is op meerdere punten gewijzigd. Allereerst is de Wet GBA vervangen door de Wet basisregistratie personen (Wet BRP). De grondslag van het mandaat is daarom aangepast.
Daarnaast was het mandaat breder verleend dan wenselijk is. De Wet BRP bevat bijvoorbeeld een bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen aan ingezetenen die niet hebben voldaan aan een op hen rustende meldings- of mededelingsplicht. Deze bevoegdheid is bij afzonderlijk besluit van burgemeester en wethouders gemandateerd, in laagste instantie aan de teammanager van team KCC. Verder bevat de Wet BRP bevoegdheden voor het aanwijzen van toezichthouders, instellingen voor opvang en beschermd wonen in de zin van de Wet maatschappelijke ondersteuning, en rechtspersonen die binnen de gemeente kunnen optreden als briefadresgever. Dergelijke bevoegdheden worden niet zo vaak toegepast dat mandatering op medewerkerniveau nodig is. Het mandaat voor de uitvoering van de Wet BRP aan de medewerkers is daarom specifieker geformuleerd.
Het afzonderlijk verleende mandaat om bestuurlijke boetes op te leggen op grond van de Wet BRP, is als een apart mandaat aan de teammanager KCC in het mandaatregister opgenomen. Het mandaat voor het opleggen van de boete is verder uitgebreid met de bevoegdheden om tot invordering van de boete over te gaan, aan te manen tot betaling en andere (rechts)handelingen ter uitvoering van de boete.
Voor de uitvoering van de Wet BRP is ten slotte een restmandaat opgenomen. Dit mandaat is in laagste instantie toegekend aan de teammanager KCC.
Team KCC beschikte ten slotte over een mandaat van de bevoegdheid om straatnamen toe te kennen. Dit mandaat is geschrapt, omdat de betreffende werkzaamheden thans door team Vergunningen & Handhaving worden uitgevoerd.
Team Participatie is in 2016 opgesplitst in team Participatie en team Leren, Werken en Ondernemen (LWO). Als gevolg hiervan is een deel van de mandaten van team Participatie aan team LWO toegekend. Deze mandaten blijven echter ook bij team Participatie, omdat een aantal medewerkers van team Participatie die de betreffende mandaten uitvoeren, niet zijn overgegaan naar
De aan team Participatie verleende mandaten zijn globaal onder te verdelen in drie categorieën: sociale wetgeving, faillissementen en schuldverlening, en overig.
De mandaten ter uitvoering van sociale wetgeving waren tot op heden op verschillende manieren in het mandaatregister opgenomen. In sommige gevallen waren mandaten voor gelijkluidende bevoegdheden uit verschillende wetten in één onderdeel ondergebracht; in andere gevallen waren mandaten voor andere delen van diezelfde wetten in aparte onderdelen ondergebracht. In de nieuwe opzet is ervoor gekozen om per sociale wet de mandaten in aparte onderdelen onder te brengen.
Uitzonderingen op dit uitgangspunt worden gemaakt voor bevoegdheden die op meer dan één wet van toepassing zijn, zoals het aanwijzen van toezichthouders, het indienen van declaraties en het doen van aangifte van sociale zekerheidsfraude.
Sociale wetgeving uitgevoerd door Regionaal bureau zelfstandigen
In het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling was een mandaat opgenomen, verleend aan het Regionaal bureau zelfstandigen (Rbz) Zwolle, onderdeel van de gemeente Zwolle. Dit mandaat was verleend voor het kunnen uitvoeren van onderzoeken die in het kader van de Bbz 2004 naar aanleiding van aanvragen moeten worden gedaan. Op basis van de uitkomsten van deze onderzoeken vond de eigenlijke besluitvorming in mandaat plaats binnen de ambtelijke organisatie van de gemeente Raalte zelf. Dezelfde werkwijze werd gehanteerd ten aanzien van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz).
Dit blijkt een omslachtige werkwijze te zijn. Gezien de kennis en ervaring die aanwezig zijn bij het Rbz, en die niet noodzakelijkerwijs in dezelfde omvang aanwezig zijn bij de gemeente Raalte zelf, ligt het voor de hand om de besluiten naar aanleiding van de gedane onderzoeken ook in mandaat door Rbz te laten nemen. Hiermee wordt ook onnodig tijdverlies tegengegaan, doordat Rbz meteen een besluit kan nemen. Verder speelt een rol dat in de praktijk bij de uitvoering van het Bbz 2004 en de Ioaz door het Rbz geen fouten zijn geconstateerd.
Complementair aan het toekennen van bijstand aan (gewezen) zelfstandigen is de bevoegdheid om het teveel of onterecht betaalde terug te vorderen. Omdat dit op basis van een inhoudelijke beoordeling gebeurt, is het mandaat aan Rbz met de terugvorderingsbevoegdheid verruimd. Daaronder wordt tevens begrepen het verlagen van het terug te vorderen bedrag of het geheel afzien van terugvordering, als daar aanleiding toe is.
Na het nemen van het terugvorderingsbesluit wordt het dossier door Rbz afgesloten en overgedragen aan de gemeente Raalte, die vervolgens het debiteurenbeheer voor zijn rekening neemt. Dit omvat het nemen van invorderingsbesluiten, het versturen van aanmaningen en in het uiterste geval, het geven van een dwangbevel.
Sociale wetgeving ten aanzien van jeugdigen
De uitvoering van de Jeugdwet was al opgenomen in het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling. Hieraan is een mandaat toegevoegd ten aanzien van de gesloten plaatsing en ondertoezichtstelling van jeugdigen.
De eigenlijke bevoegdheid om een jeugdige gesloten te plaatsen, uit huis te plaatsen of onder toezicht te stellen, berust bij de kinderrechter. Burgemeester en wethouders kunnen verzoeken tot gesloten plaatsing of uit huis plaatsing indienen bij de kinderrechter, en verzoeken tot ondertoezichtstelling bij de Raad voor de kinderbescherming. Het verruimde mandaat ziet op het indienen van die verzoeken. Vanwege de verdeling van werkzaamheden wordt dit mandaat ook aan team Samenleving toegekend.
Schuldhulpverlening en schuldsanering
Afgezien van de gewijzigde plaats in de tabel is er in de bestaande mandatering ten aanzien van schuldhulpverlening en schuldsanering inhoudelijk niets gewijzigd. Wel is aan de mandaten toegevoegd de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om ten aanzien van een persoon om toepassing van de schuldsaneringsregeling te verzoeken. Dit was eerder nog niet gemandateerd.
De overige mandaten zijn in grote lijnen ongemoeid gelaten. Mandaten op grond van de Wet inburgering zijn geschrapt, omdat deze wet sinds 2013 geen bevoegdheden voor burgemeester en wethouders meer bevat.
Team Leren, Werken en Ondernemen (tabel F.6)
Nieuw in het mandaatregister zijn de mandaten voor het nieuwe team Leren, Werken en Ondernemen (LWO). Dit betreft mandaten op het gebied van de leerplicht en sociale wetgeving (arbeidsintegratie en tegenprestatie). In overeenstemming met de filosofie van de mandaatregeling zijn de mandaten op medewerkerniveau belegd, met uitzondering van twee mandaten op het gebied van toezicht, die bij de teammanager zijn belegd. De mandaten zelf behoeven geen toelichting.
Team Beheer & Onderhoud (tabel G.1)
De mandaten van team Beheer & Onderhoud (B&O) zijn opgeschoond. Dubbele dan wel overbodige mandaten en mandaten gebaseerd op vervallen bevoegdheden (lastgeving tot aansluiting op riool, toekennen hogere positie op wachtlijst marktstandplaatsen) zijn geschrapt. Andere mandaten zijn geherformuleerd zodat zij meer in lijn zijn met vergelijkbare mandaten aan andere teams (handhavingsbevoegdheden, sluiten van privaatrechtelijke overeenkomsten).
Ook bij team Samenleving is een aantal overbodige of dubbele mandaten vervallen. Verder zijn mandaten op grond van vervallen wet- en regelgeving geschrapt (uitvoering Verordening SVn duurzaamheidsleningen). De uitvoering van de Leerplichtwet 1969 is overgegaan naar team LWO. De bijbehorende mandaten dus ook. Ook deze mandaten zijn bij team Samenleving geschrapt.
De mandaten ter uitvoering van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen zijn samengevoegd tot één mandaat. Eén van die mandaten voorzag in de heffing van leges voor kinderopvang. Het heffen van leges (bij wijze van aanslag) is ingevolge de Gemeentewet een bevoegdheid van de heffingsambtenaar. Het is geen bevoegdheid van het college of van de burgemeester, zodat mandatering hiervan door het college of de burgemeester niet mogelijk is. Een dergelijk mandaat hoort dan ook niet thuis in dit mandaatregister. Het betreffende mandaat is daarom geschrapt.
Overigens is de praktijk dat vanuit team Samenleving slechts een feitelijke mededeling wordt gedaan van de verschuldigdheid van een bepaald bedrag aan leges. De eigenlijke legesheffing geschiedt door de belastingambtenaren (in het kader van de belastingsamenwerking Deventer, Olst-Wijhe, Raalte). Voor het doen van een feitelijke mededeling omtrent de verschuldigdheid en de hoogte van leges is een afzonderlijk mandaat niet nodig.
Bij de mandaten van team Participatie is al opgemerkt dat de mandaten met betrekking tot de gesloten plaatsing, uit huis plaatsing en ondertoezichtstelling van jeugdigen ook aan team Samenleving worden toegekend. Kortheidshalve wordt hier naar de toelichting daarop verwezen.
Aan het mandaat ten aanzien van de bekostiging van de huisvesting van onderwijs (op grond van de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Raalte 2015) is toegevoegd dat in mandaat toestemming gegeven kan worden voor het verhuren van gebouwen of terreinen.
Het mandaat voor het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen voor het gebruik van tijdelijke luchthavens (meestal ten behoeve van het opstijgen met heteluchtballonnen) is verruimd met het deelnemen aan overleggen die andere bestuursorganen in het kader van luchtvaartregelgeving met burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester moeten voeren.
De overige mandaten zijn voor inhoudelijk ongewijzigd overgenomen uit het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling, met dien verstande dat de mandaten voor subsidieverlening gelezen moeten worden in samenhang met onderdeel 3 van de algemene bepalingen.
De mandaten aan team Ruimte zijn grotendeels overgenomen uit het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling. Een aantal mandaten is geschrapt omdat deze een overbodige toevoeging waren ten opzichte van eerdere mandaten of waren gebaseerd op vervallen bevoegdheden.
De bevoegdheid om ten behoeve van de uitvoering van gemeentelijke werken bepaalde vergunningen aan te vragen, is verruimd. Met het verruimde mandaat kunnen alle voor die werken benodigde publiekrechtelijke toestemmingen (vergunningen, ontheffingen etc.) en financieringen (subsidies) worden aangevraagd en meldingen worden gedaan.
In het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling ontbrak een mandaat om te beslissen omtrent het verlenen van ontheffingen van in de APV opgenomen verboden om kampeermiddelen, reclamevoertuigen, grote voertuigen e.d. voor langere tijd te parkeren, plaatsen, of aanwezig te hebben. Het nieuwe mandaatregister kent dit mandaat toe aan de realisator van team Ruimte. Deze functie houdt zich in de praktijk bezig met het verlenen van dergelijke ontheffingen.
Een aantal mandaten is verder ondergemandateerd aan de senior realisator, naast de functies waaraan reeds ondermandaat was verleend.
Team Ontwikkeling & Projecten (tabel G.4)
De mandaten aan team Ontwikkeling & Projecten (O&P) zijn grotendeels overgenomen uit het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling.
Voor de bevoegdheid om planschadevergoedingsovereenkomsten te sluiten, was twee keer mandaat verleend. Deze mandaten zijn samengevoegd. Ten aanzien van planschade is een mandaat toegevoegd om de voor het beoordelen van een planschadeverzoek verschuldigde rechten te heffen. In afwijking van de heffing van gemeentelijke belastingen, die door de heffingsambtenaar plaatsvindt, is het heffen van rechten ten aanzien van planschadeverzoeken een bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Dit is een handeling met een administratief karakter, die bovendien door de wet dwingend wordt voorgeschreven (art. 6.4, lid 1, Wet ruimtelijke ordening). De bevoegdheid leent zich daarom bij uitstek voor mandatering. Het mandaat is in laagste instantie toegekend aan de vakexpert. Dit is de functie die zich inhoudelijk bezighoudt met de voorbereiding van beslissingen op planschadeverzoeken.
Die bevoegdheid om op planschadeverzoeken te beslissen wordt, anders dan in het mandaatregister bij de vorige mandaatregeling, thans ook gemandateerd, in laagste instantie aan de teammanager. Aan dit mandaat worden de voorwaarden verbonden dat besloten wordt conform het advies van de planschadeadviseur en dat ingeval van toekenning van een tegemoetkoming in planschade, het in mandaat toe te kennen bedrag niet hoger is dan € 25.000,- (exclusief terug te storten rechten).
In gevallen waarin van het advies van de planschadeadviseur wordt afgeweken, ook als dat ten gunste van de verzoeker is, en bij bedragen van meer dan € 25.000,- blijft de beslissing bij burgemeester en wethouders.
Aan het mandaat voor subsidieverlening zijn twee grondslagen toegevoegd (de programma’s Kracht van Salland en Duurzaam Raalte 2050).
Dit onderdeel van het mandaatregister voorziet in de machtiging aan een aantal met naam genoemde personen om burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester te vertegenwoordigen op zittingen van de bestuursrechter (rechtbank, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Centrale Raad van Beroep). In verband met de nieuwe mandaten op het gebied van gesloten plaatsing, uit huis plaatsing en ondertoezichtstelling van jeugdigen voorziet de machtiging nu ook in vertegenwoordiging van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester bij de kinderrechter.
Toelichting bij de 1e wijziging Mandaatregeling en 1e wijziging Mandaatregister (Gbl 2017, 108748)
Dit artikel brengt een wijziging aan in de Mandaatregeling gemeente Raalte 2016 op het punt van ondermandatering. In de mandaatregeling was tot nu toe alleen een mogelijkheid voor intern ondermandaat opgenomen. Met deze wijziging wordt deze mogelijkheid verruimd, zodat ook extern ondermandaat verleend kan worden. Voorwaarde daarvoor is dat dit nodig is ter uitvoering van een met de externe partij gesloten overeenkomst, een gemeenschappelijke regeling of een wettelijke verplichting. Als ondermandatering plaatsvindt aan een orgaan of functionaris van een rechtspersoon, dan hebben dat orgaan en die functionaris tevens toestemming om ondermandaat te verlenen binnen de eigen organisatie en om vervanging te regelen binnen de eigen organisatie.
Dit artikel brengt een aantal wijzigingen aan in het Mandaatregister, behorende bij de Mandaatregeling gemeente Raalte 2016.
Deze wijziging hangt samen met de mogelijkheid om ondermandaat aan externe partijen te verlenen. Met deze wijziging wordt een nieuwe algemene bepaling aan het Mandaatregister toegevoegd. Deze bepaling houdt in dat als aan een externe partij ondermandaat is verleend om besluiten te nemen, daarmee ook het mandaat gegeven is om bijbehorende besluiten te nemen, zoals het buiten behandeling laten van aanvragen, het verlengen van de beslistermijn etc.
Dit onderdeel bevat een verduidelijking van het mandaat ‘verplichtingen aangaan’. Alle medewerkers van de gemeente Raalte hebben het mandaat om te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente waarbij verplichtingen worden aangegaan, en deze in opdracht van de burgemeester te verrichten.
In veel aldus gesloten overeenkomsten zijn nadere beslissingsbevoegdheden opgenomen. Bijvoorbeeld het verlenen van uitstel van de verplichting om een omgevingsvergunning aan te vragen (bij verkoopovereenkomsten van bouwkavels) of het verlenen van toestemming aan de wederpartij om zijn rechten en plichten aan een derde partij over te dragen (bij ontwikkelingsovereenkomsten). Dergelijke beslissingen waren niet expliciet onder het mandaat begrepen. Ook was niet expliciet dat het mandaat zich ook uitstrekt over privaatrechtelijke rechtshandelingen waarbij geen verplichtingen worden aangegaan.
Aangenomen mag worden dat wie het mandaat heeft om ertoe te besluiten overeenkomsten met verplichtingen aan te gaan, ook het mandaat heeft om daaruit voortvloeiende (rechts)handelingen te verrichten en om overeenkomsten aan te gaan waarbij geen verplichtingen worden aangegaan. Daarom is dit in het betreffende mandaat (tabel E, onderdeel 9, van het Mandaatregister) expliciet gemaakt.
In het kader van de verbijzonderde interne controle subsidieverlening en –vaststelling over 2015 en 2016 bleek dat in sommige gevallen budget beschikbaar was gesteld voor het verlenen van subsidies, terwijl de bevoegdheid om de subsidie te verlenen en vaststellen niet expliciet was gemandateerd. Dit heeft voor de interne controle niet tot onrechtmatigheden geleid omdat de subsidievaststelling in kwestie op een ander mandaat gebaseerd kon worden. Dit laatste mandaat is in 2016 echter aangepast zodat dit niet meer als grondslag kan worden gebruikt. Daarom is het wenselijk om een expliciet algemeen mandaat te verlenen voor subsidieverlening. Randvoorwaarde daarbij is, zoals bij sommige andere mandaten, dat er sprake moet zijn van een bij begroting beschikbaar gesteld budget en dat de Budgethoudersregeling in acht wordt genomen. Het mandaat wordt in laagste instantie toegekend aan de teammanagers van alle teams. Algemene bepaling 3 is van toepassing, met als gevolg dat de teammanagers slechts het mandaat hebben voor subsidieverlening die tot de werkzaamheden van hun teams behoort.
Onderdeel 3 van tabel F.4 (mandaten team KCC) bevat op dit moment een mandaat voor het verlenen van parkeervergunningen op grond van de Parkeerverordening. Parkeervergunningen zijn onderdeel van het stelsel van betaald parkeren.
In april 2017 wordt het betaald parkeren in Raalte afgeschaft. Als gevolg daarvan kan het mandaat voor het verlenen van parkeervergunningen op grond van de Parkeerverordening komen te vervallen.
Na afschaffing van het betaald parkeren wordt parkeren gereguleerd door middel van parkeerschijfzones, waarin slechts kort geparkeerd mag worden. Het is mogelijk om ontheffing te verlenen van het verbod om langer te parkeren in parkeerschijfzones. In dit onderdeel wordt mandaat verleend aan team KCC om deze ontheffingen te verlenen. In het kader van de besluitvorming rondom het afschaffen van het betaald parkeren worden beleidsregels vastgesteld voor het verlenen van deze ontheffingen.
In aanvulling hierop wordt mandaat verleend voor het verlenen van ontheffingen om onder andere te laden en lossen in voetgangersgebieden buiten de daarvoor geldende venstertijden. Het was al de praktijk dat team KCC dergelijke ontheffingen verleent, maar dit was nog niet in het Mandaatregister opgenomen.
Gemeente Raalte heeft sinds jaar en dag opdracht verleend aan het Regionaal bureau zelfstandigen (onderdeel van gemeente Zwolle) voor de uitvoering van enkele sociale wetten ten aanzien van zelfstandigen (de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004). Het ondermandaat was verleend aan het Afdelingshoofd Juridische Zaken van de gemeente Zwolle, maar deze functienaam is inmiddels gewijzigd. Met dit onderdeel wordt deze wijziging in het Mandaatregister verwerkt.
De teammanager Beheer & Onderhoud heeft op dit moment het mandaat om standplaatsvergunningen te verlenen. Daarbij is niet expliciet benoemd dat het mandaat ook betrekking heeft op het intrekken, wijzigen en schorsen van standplaatsvergunningen. Evenmin is het aanwijzen van incidentele en tijdelijke (seizoensgebonden) standplaatsen gemandateerd. Deze besluiten hangen zodanig met elkaar samen dat het wenselijk is deze alle onder het al verleende mandaat te brengen.
Het voornemen bestaat om het verhaal van schade aan gemeentelijke eigendommen in de openbare ruimte aan te besteden aan een externe partij, de Nederlandse Organisatie voor Debiteurenbeheer en Rechtsvordering (hierna: NODR). Hiervoor is vereist dat NODR het mandaat krijgt om de daarvoor benodigde (rechts)handelingen namens de gemeente Raalte uit te voeren, zoals het aansprakelijk stellen van partijen, het aangifte doen bij de politie etc.
Een dergelijk mandaat bestaat op dit moment niet. Onderdelen F en G voorzien daarin. Artikel I maakte al mogelijk dat ondermandaat aan een externe partij verleend wordt. Ten aanzien van het aanspannen van rechtszaken namens de gemeente geldt als instructie bij het ondermandaat aan NODR dat voorafgaande toestemming van de mandaatgever nodig is.
Bij de vaststelling van de Mandaatregeling gemeente Raalte 2016 was het Mandaatbesluit verplichtingen aangaan niet goed in het Mandaatregister verwerkt. Dit onderdeel strekt ertoe om dit te corrigeren.
Voor de dagelijkse praktijk is het wenselijk om de machtiging voor procesvertegenwoordiging te verruimen.
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van het besluit, namelijk op de dag na de dag waarop het besluit is bekendgemaakt.