Organisatie | Hendrik-Ido-Ambacht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiele verordening ex artikel 212 Gemeentewet |
Citeertitel | Financiele verordening ex artikel 212 Gemeentewet |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 212
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-12-2015 | Onbekend | 07-12-2015 Gemeenteblad 2016 nr. 120455 | Onbekend |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
netto schuld: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa;
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor. Bij investeringen groter dan 6 miljoen informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
alsmede de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 9. Waardering en afschrijving vaste activa
Het college stelt in de nota waarderen en afschrijven gemeentelijke beleid op voor het waarderen en afschrijven van vaste activa. Het college biedt de nota aan de Raad aan ter behandeling en vaststelling.
Artikel 10. Voorziening voor oninbare vorderingen
Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.
Artikel 11. Reserves, risico’s en weerstandsvermogen
Het college stelt middels een nota beleid op met betrekking tot reserves & voorzieningen, risico’s en weerstandsvermogen en biedt deze nota aan ter behandeling en vaststelling aan de raad. In deze nota wordt ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico’s door het treffen van adequate preventieve maatregelen. In de nota wordt tevens het gewenste weerstandsvermogen bepaald.
Artikel 12. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 13. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolrechten, afvalstoffenheffing en leges.
Artikel 14. Financieringsfunctie
Het college biedt het financieringsstatuut aan ter behandeling en vaststelling door de raad. Deze nota bevat de meerjarige kaders op voor de financieringsactiviteiten van de gemeente. Dit statuut bevat tevens de taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie.
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
Artikel 17. Financiële organisatie
opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheer handelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Artikel 19. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De ‘Financiële verordening gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2012’ wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Ten opzichte van het model uit 2006 hebben in het model financiële verordening 2014 drie nieuwe onderwerpen een plek in de modelverordening gekregen en zijn twee onderwerpen flink gewijzigd. De vijf wijzigingen staan hieronder kort toegelicht.
De procedurele eisen voor de gemeente die volgen uit het nieuwe hoofdstuk 4b Overheden en overheidsbedrijven in de Mededingingswet, hebben in een nieuw artikel 13 Prijzen economische activiteiten een plaats gekregen. In artikel 12 zijn de uitgangspunten voor de kostprijsberekening en in artikel 14 zijn de uitgangspunten voor het vaststellen van rechten, leges, en prijzen enigszins aangepast.
3.Voor een oordeel over de gezondheid van de financiële positie is de ontwikkeling van de hoogte van de schuld van de gemeente van groot belang. Het onderwerp schuldpositie is afgelopen decennia bij gemeenten ondergesneeuwd, doordat alle aandacht werd opgeëist door het eigen vermogen. In de nieuwe modelverordening heeft de schuldpositie uitdrukkelijk een plaats gekregen in het derde lid van artikel 3 over de inrichting van de begroting, het vijfde lid van artikel 5 over de autorisatie van grote investeringskredieten gedurende het jaar en in artikel 18 over de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
4.Vanwege de invoering van het schatkistbankieren is het artikel over de financieringsfunctie (artikel 15) vereenvoudigd. Wel zijn nadere regels over het aangaan van garanties toegevoegd om de besluitvorming over de verlening er van te verbeteren. Ook is het onderwerp financiële derivaten aangestipt als aandachtspunt.
5.Er is in de modelverordening een striktere scheiding aangebracht tussen de bevoegdheden van het college regels te stellen voor de ambtelijke organisatie (artikel 160 Gemeentewet) en de bevoegdheid van de raad om de uitgangspunten voor de financiële organisatie te formuleren (artikel 212 Gemeentewet). In de vorige modelverordening zat een spanning tussen de bepalingen van de verordening en hetgeen bij de kamerbehandeling van wijziging van de Gemeentewet hierover is gezegd. De bevoegdheden van de raad zijn in de verordening ingeperkt tot het formuleren van alleen uitgangspunten waaraan het college gevolg moet geven bij het formuleren van beleid en het stellen van interne regels voor de inrichting financiële organisatie (artikel 24 Financiële organisatie en artikel 25 Interne controle).
Voor het overige hebben kleine redactionele wijzigingen in wet en regelgeving zoals bijvoorbeeld in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten een plaats gekregen.
In het algemeen geldt dat de vergelijkbare artikelen in onze huidige verordening meer in hoofdlijnen zijn beschreven. De auditcommissie heeft er destijds bewust voor gekozen een verordening zonder details vast te stellen om een werkbare en stuurbare situatie te creëren en mogelijke rechtmatigheidsproblemen te voorkomen. Daarnaast kent de gemeente sowieso een cultuur waarin het college zich actief van haar informatieplicht kwijt.
Om een werkbare situatie te behouden en regeldruk laag te houden, heeft de auditcommissie voorgesteld in hoofdzaak de huidige lijn aan te houden en met name de huidige verordening te actualiseren.
Art. 1: aangepast aan de modelverordening. Specifiek voor HIA is de toevoeging van de projectorganisatie Volgerlanden. Definitie "prioriteit" niet overgenomen omdat er nieuwe BBV regels aankomen over producten, thema's e.d.
Art. 2: oude tekst gehandhaafd. De modelverordening spreekt nog over prioriteiten en indicatoren, terwijl dat in de komende BBV aanpassing al wordt geregeld.
Art. 3: Tekstueel aangepast aan modelverordening. Lid 3 van modelverordening niet overgenomen omdat die met ingang van 2016 is opgenomen in BBV regels.
Art 4: Aangesloten bij modelverordening. Geen specifiek percentage onvoorzien in verordening opgenomen om overregulering te voorkomen.
Art. 5: De verschillen tussen onze verordening en de modelverordening zijn gering. Wel is de laatste zin toegevoegd over het informeren van de raad over de schuldpositie bij grote investeringen.
Art. 6: Geen grote verschillen tussen beide verordeningen, oude tekst gehandhaafd.
Art. 7 en 8. Deze artikelen waren geen onderdeel van de huidige verordening, nu integraal overgenomen van de modelverordening. Net als bij artikel 5, is een bedrag van 6 miljoen aangehouden voor "grote" besluiten, zijnde circa 10% van onze gemiddelde exploitatieomzet de laatste jaren.
Art. 9. De oude tekst in gehandhaafd, de details hebben wij apart vastgelegd in een specifieke nota terzake.
Art. 10. Nieuw opgenomen met daarin de hoofdlijn vanuit de modelverordening, Het betreft hier overigens een zgn voorziening aan de activa zijde van de balans.
Art. 11. De oude tekst in gehandhaafd, de details hebben wij apart vastgelegd in een specifieke nota terzake.
Artikel "Kostprijsberekening" is GESCHRAPT. Vanwege de komende aanpassing van de BBV regels waarin met name de verrekeningen, kostplaatsen e.d. vergaand vereenvoudigd c.q. geschrapt worden, heeft dit artikel geen waarde meer en verhinderd het de noodzakelijke aanpassingen vanuit BBV.
Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid
Art. 12: Nieuw artikel, integraal overgenomen uit de modelverordening, vanwege de komst van de wet Markt & Overheid.
Art. 13: Oude tekst is gehandhaafd.
Art. 14: Oude tekst is gehandhaafd, details hebben wij geregeld in ons financieringsstatuut.
De artikelen 18 t/m 22 uit de modelverordening zijn niet overgenomen omdat de verplichting tot het opnemen van paragrafen in de begroting en jaarrekening reeds in de BBV geregeld is en nadere details rondom de inhoud van die paragrafen ons inziens niet in een verordening hoeven te worden opgenomen.
Art. 15: Oude tekst is gehandhaafd, beschreef reeds de hoofdlijn.
Art. 16: Nauwelijks verschillen tussen beide verordeningen. Nieuwe tekst integraal overgenomen.
Art. 17: Weinig relevante verschillen tussen beide verordeningen. Nieuwe tekst integraal overgenomen.