Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
WerkSaam Westfriesland

Directiestatuut WerkSaam Westfriesland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerkSaam Westfriesland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingDirectiestatuut WerkSaam Westfriesland
CiteertitelDirectiestatuut WerkSaam Westfriesland
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-201601-01-2016Onbekend

14-12-2016

Blad Gemeenschappelijke Regeling

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Directiestatuut WerkSaam Westfriesland

Het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur van WerkSaam Westfriesland, elk handelend voor zover het de eigen bevoegdheid betreft;

 

gelezen het advies van de OR van WerkSaam Westfriesland van [datum];

 

gelet op artikel 22 van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland en artikel 3, vijfde lid van de Organisatieverordening WerkSaam Westfriesland;

 

overwegende dat het algemeen bestuur in een instructie nadere regels vaststelt betreffende de taken en bevoegdheden van de directeur;

 

b e s l u i t :

 

  • -

    vast te stellen het volgende DirectiestatuutWerkSaam Westfriesland;

  • -

    in te trekken het directiestatuut, vastgesteld in de vergadering van 28 februari 2002 van zowel het algemeen bestuur als van het dagelijks bestuur van Op/maat.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Artikel 1 van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland is van overeenkomstige toepassing op dit directiestatuut.

Artikel 2. Aansturing organisatie

  • 1.

    De directeur is belast met de dagelijkse aansturing van de organisatie.

  • 2.

    De directeur stuurt de managers rechtstreeks aan.

  • 3.

    De directeur en de managers voeren regelmatig gezamenlijk overleg. Het overleg dient ter bewaking van de eenheid in de uitoefening van de aan WerkSaam overgedragen taken. Dit overleg wordt aangeduid met de benaming ‘managementteam’.

  • 4.

    De directeur is voorzitter van het managementteam.

  • 5.

    De directeur heeft het recht bij alle medewerkers, zowel individueel als per team of afdeling, inlichtingen in te winnen die voor een goede vervulling van zijn taak nodig zijn.

Artikel 3. Verantwoordelijkheden ten aanzien van het bestuur

  • 1.

    De directeur staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en eventuele door hen ingestelde commissie(s) bij de uitoefening van hun taak terzijde.

  • 2.

    De directeur woont de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur bij.

  • 3.

    De directeur vervult de rol van secretaris zoals voorzien in artikel 22 van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland en:

    • a.

      draagt, onverminderd de verantwoordelijkheden van de voorzitter, zorg voor een goede voorbereiding van de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur;

    • b.

      draagt er zorg voor dat de bestuursleden over alle informatie kunnen beschikken die zij nodig hebben om hun functie goed te kunnen uitoefenen;

    • c.

      draagt zorg voor een gedegen en tijdige advisering aan de besturen. Hij is verantwoordelijk voor een snel en adequaat verloop van de voor het proces van besluitvorming noodzakelijke procedures;

    • d.

      draagt zorg voor een voortvarende uitvoering van de besluiten van de besturen;

    • e.

      draagt er zorg voor dat door de besturen genomen besluiten worden vastgelegd in een besluitenlijst en dat een presentielijst wordt bijgehouden;

    • f.

      oefent zijn taak op grond van dit artikel waar nodig uit in nauwe samenwerking met de ambtelijke organisatie van WerkSaam Westfriesland.

Artikel 4. Verantwoordelijkheden ten aanzien van de organisatie

  • 1.

    De directeur is namens het dagelijks bestuur bevoegd tot het vaststellen van arbeidsvoorwaarden- en rechtspositieregelingen van de medewerkers, de directeur uitgezonderd, voor zover de Ondernemingsraad instemmings/adviesrecht heeft en deze regelingen niet aan het Georganiseerd Overleg voorgelegd moeten worden.

  • 2.

    De directeur is verantwoordelijk voor goed werkgeverschap en een goede werksfeer in de organisatie.

  • 3.

    De directeur bevordert, onverminderd de verantwoordelijkheden van de leidinggevenden, een goede samenwerking en samenhang tussen de verschillende afdelingen en teams.

  • 4.

    De directeur vervult de functie van bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden en onderhoudt het contact met de Ondernemingsraad.

Artikel 5. Overige zaken

De directeur kan zich in zijn taak en onder zijn verantwoording laten bijstaan door personen die hij daarvoor aanwijst.

Artikel 6. Verhindering, afwezigheid en vervanging

  • 1.

    De directeur draagt zorg voor een adequate vervanging bij afwezigheid.

  • 2.

    Indien de directeur langer dan vijf werkdagen verhinderd is zijn ambt te vervullen, doet hij daarvan tijdig mededeling aan de voorzitter.

  • 3.

    Tijdens de afwezigheid van de directeur worden alle taken en bevoegdheden van de directeur waargenomen door de waarnemend directeur. De waarnemend directeur is de manager van de afdeling Beleid en Juridische Zaken.

  • 4.

    De directeur draagt, bij afwezigheid gedurende een week of langer, zorg voor de overdracht van de werkzaamheden aan de waarnemend directeur.

  • 5.

    Ingeval de waarnemend directeur afwezig is, dan wordt deze vervangen door de manager van de afdeling Leer-werkbedrijven en arbeidsontwikkeling.

Artikel 7. Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit directiestatuut treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2016.

  • 2.

    Het directiestatuut, vastgesteld in de vergadering van 28 februari 2002 van zowel het algemeen bestuur als van het dagelijks bestuur van Op/maat, wordt gelijktijdig ingetrokken.

Artikel 8. Citeertitel

Dit directiestatuut wordt aangehaald als: Directiestatuut WerkSaam Westfriesland.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 3 november 2016.

 

 

De voorzitter, A.J. de Jong

 

De directeur,M.J. Dölle

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 14 december 2016.

 

 

De voorzitter, A.J. de Jong

 

De directeur,M.J. Dölle

 

TOELICHTING

 

Algemeen

Met dit directiestatuut wordt uitvoering gegeven aan het bepaalde in artikel 22, vierde lid, van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland en artikel 3, vijfde lid, van de Organisatieverordening. Hierin is namelijk bepaald dat het algemeen bestuur in een instructie nadere regels vaststelt betreffende de taak en de bevoegdheid van de directeur.

 

In dit directiestatuut worden de taken en bevoegdheden in relatie tot het bestuur, de organisatie en personele aangelegenheden nader beschreven. Voorts wordt beschreven hoe zaken als vervanging en ondersteuning zijn bepaald.

 

Dit directiestatuut is een opsomming van het daarover bepaalde in de gemeenschappelijke regeling en de Organisatieverordening.

Artikelsgewijs (voor zover nodig)

Artikel 2

Lid 1. Dit is bepaald in artikel 2, tweede lid, van de Organisatieverordening.

Lid 2. Dit is bepaald in artikel 2, derde en vierde lid, van de Organisatieverordening.

Lid 4 . Dit is bepaald in artikel 4, tweede lid, van de Organisatieverordening.

Artikel 3

Lid 1. Dit is bepaald in artikel 22, derde lid, van de gemeenschappelijke regeling.

Lid 2. Dit is bepaald in artikel 22, vijfde lid, van de gemeenschappelijke regeling.

Lid 3. Dit is bepaald in artikel 22, derde lid, van de gemeenschappelijke regeling

Artikel 4

Dit artikel handelt over personele aangelegenheden.

Lid 1. De bevoegdheid beperkt zich tot die arbeidsvoorwaarden- en rechtspositieregelingen waarvoor de Ondernemingsraad instemmingsrecht heeft. De bevoegdheid is niet van toepassing voor het vaststellen van regelingen die aan het Georganiseerd Overleg voorgelegd moeten worden.

Lid 5 . Dit is bepaald in artikel 22, zevende lid, van de gemeenschappelijke regeling.

Artikel 6

Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het bepaalde in artikel 22, achtste lid, van de gemeenschappelijke regeling, waarin is bepaald dat het algemeen bestuur de vervanging van de directeur regelt.