Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van markt- en standplaatsgelden 2017 |
Citeertitel | Verordening markt- en standplaatsgelden 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 15-12-2016 | 204947 |
Op basis van deze verordening worden onder de naam markt- en standplaatsgelden rechten geheven voor:
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief marktstandplaatsen
De rechten worden als volgt geheven:
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste en tweede lid geldt, indien de kennisgeving, nota of andere schriftuur betrekking heeft op een jaarbedrag en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de verschuldigde bedragen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt in de maand van de dagtekening van de kennisgeving en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Indien het tarief onder B.3 van artikel 4 toepassing heeft gevonden, doch in de loop van een kalenderkwartaal als gevolg van bijzondere omstandigheden het gebruik van de marktstandplaats blijvend is beëindigd, vindt op verzoek door de heffingsambtenaar terugbetaling plaats voor een evenredig gedeelte van het betaalde abonnementstarief, mits het verzoek binnen zes weken, nadat bedoeld feit zich heeft voorgedaan, bij hem is ingediend.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.