Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels subsidies amateuristische kunstbeoefening en culturele activiteiten |
Citeertitel | Beleidsregels subsidies amateuristische kunstbeoefening en culturele activiteiten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene subsidieverordening 2007, art. 1.4, lid 2
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-07-2009 | 16-03-2009 | Art. 5.4 | 25-11-2008 Zutphense Koerier, 24-06-2009 | Onbekend | |
08-02-2007 | 01-01-2007 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 19-12-2006 Zutphense Koerier, 31-01-2007 | 51.16 |
In het kader van de nota “Hoezeer heeft deze kleine stad allure” (2001-2004), gelet op:
Stelt het college de navolgende beleidsregels voor het verstrekken van een mogelijke financiële bijdrage aan activiteiten, die het versterken van de lokale en regionale positie, door behoud en bevordering van het kunst- en cultuurklimaat, mede mogelijk maken.
Een budgetsubsidie per categorie. De basissubsidie kan per categorie verschillend zijn.
Een aanvullende budgetsubsidie op de basissubsidie specifiek voor grote verenigingen, vanaf 50 leden/beoefenaren.
Eenmalige activiteiten die voor een incidentele subsidie uit de evenementenpot in aanmerking kunnen komen.
In deze beleidsregels zijn voorwaarden en criteria vastgelegd waaraan activiteiten moeten voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor een budget- of incidentele subsidie van de gemeente Zutphen.
Het algemeen beleid op het gebied van amateuristische kunstbeoefening is neergelegd in de nota “Hoezeer heeft deze kleine stad allure”. Het beleid kan periodiek worden bijgesteld. De bijstellingen worden verwerkt in de programmabegrotingen die ten grondslag liggen aan de gemeentelijke begroting en, zo nodig, in deze beleidsregels. Voor de vaststelling van deze beleidsregels is door het college gebruik gemaakt van haar bevoegdheid om subsidies te verstrekken op het gebied van kunst en cultuur zoals verankerd in artikel 1.4, lid 2 van de algemene subsidieverordening 2007.
Met het verstrekken van een subsidie in het kader van deze beleidsregels wordt een bijdrage geleverd aan de instandhouding van een goede culturele infrastructuur waarmee een breed publiek bereikt wordt.
De aanvrager verzorgt tenminste 3 openbare optredens per jaar, waarvan 2 zogenaamde goodwill optredens (om niet). Bij bedoelde goodwill optredens kan gedacht worden aan bijvoorbeeld koninginnedag, Sinterklaas, buitenoptredens, Zutphen op Zondag, bejaardenhuizen, scholen, ziekenhuis, gehandicapten enz.)
Het subsidiebedrag bestaat uit een maximale basissubsidie, eventueel aangevuld met specifieke subsidies. Om in aanmerking te komen voor de bedoelde basissubsidie moet de aanvrager voldoen aan de gestelde criteria. De basissubsidie wordt jaarlijks vanaf 2007 geïndexeerd met het consumentenprijsindexcijfer.
De basissubsidie per categorie is als volgt:
• Muziekverenigingen, drumbands en majoretteverenigingen
• Zangverenigingen of -gezelschappen en koren € 1.390,-
• Opera- en operetteverenigingen of -gezelschappen € 2.060,-
• toneel- en cabaretverenigingen of -gezelschappen € 1.390,-
• (volks)dansverenigingen of -gezelschappen € 2.266,-
• organisatoren van culturele activiteiten: wordt per aanvraag beoordeeld.
• overige gezelschappen, organisaties: wordt per aanvraag beoordeeld.