Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Lokaal Economisch Fonds |
Citeertitel | Beleidsregel Lokaal Economisch Fonds |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | lokaal economisch fonds |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | Onbekend | 13-12-2016 Gemeenteblad | Onbekend |
Beleidsregel Lokaal Economisch Fonds gemeente Utrecht
Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Leerwerkplekken: Leerwerkplaats voor deelnemers die een opleiding volgen op mbo-niveau waarbij de aanvrager minimaal 12 maanden begeleiding biedt aan de deelnemer. Meestal 1 dag leren en 4 dagen werken bij een bedrijf. Wanneer het niet om een standaard Beroeps Begeleidende Leerweg gaat, wordt de aanvraag getoetst door een opleidingsadviseur.
Stageplek: stage waarbij een leerling van een onderwijsinstelling (Praktijk Onderwijs, Voortgezet Speciaal Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs, Hoger Beroepsonderwijs, Wetenschappelijk Onderwijs) in de gelegenheid wordt gesteld om in het kader van zijn opleiding relevante praktische ervaring op te doen voor minimaal 3 maanden middels een stagecontract.
De gemeente Utrecht stimuleert de economie en werkgelegenheid. Dit doen we via de acht speerpunten die zijn opgenomen in de Economische Agenda Utrecht 2012 – 2018. De regeling LEF heeft tot doel met deze incidentele stimulans structureel 1.750 banen en 500 nieuwe stage en/of leerwerkplekken te creëren.
Artikel 3 Eisen aan de aanvrager subsidie
Subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon en/of een natuurlijke persoon die bij de Kamer van Koophandel is ingeschreven. De aanvrager moet een vestiging of nevenvestiging hebben in de gemeente Utrecht.
Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond
Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast. Dit wordt gepubliceerd in de subsidiestaat.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
In het kader van het Lokaal Economisch Fonds (LEF) subsidieert de gemeente Utrecht activiteiten die een structureel werkgelegenheidseffect hebben. Activiteiten die redelijkerwijs voortvloeien uit normale bedrijfsinvesteringen c.q. bedrijfsvoering komen niet in aanmerking voor subsidie.
Bij de stageplekken ligt de focus op mbo plekken. De eisen zijn anders per onderwijsniveau:
Ook bij een hbo/wo stageplek dient er een stagecontract te zijn voor minimaal 3 maanden fulltime, waarin de leerling in het kader van zijn opleiding relevante, praktische ervaring opdoet. Een bedrijf/organisatie kan 1 keer in het kader van een hbo/wo stageplek aanspraak maken op het lokaal economisch fonds met een maximum van 10 stageplekken.
Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag
Aan de subsidieaanvraag wordt een aantal eisen gesteld. De subsidieaanvraag bestaat uit:
Het werkgelegenheidseffect: Het beoogde werkgelegenheidseffect moet kwantitatief worden weergegeven in nieuwe structurele banen (in FTE’s) en/of stageplekken en/of leerwerkbanen, waarbij wordt beargumenteerd waarom deze inschatting reëel is. Van de gerealiseerde banen moet worden aangegeven (in FTE’s) welke geschikt zijn voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. U aanvraag betreft activiteiten bovenop de normale bedrijfsvoering c.q. bedrijfsinvesteringen van de aanvrager.
Begroting: in de begroting worden de totale projectenkosten die samenhangen met het beoogde werkgelegenheidseffect weergegeven per activiteit. Daarnaast moet uit de begroting duidelijk worden op welke wijze de kosten worden gefinancierd. De bijdrage van co-financiers en de wijze waarop de bijdrage wordt ingebracht, moeten expliciet worden weergegeven.
Risicoparagraaf: in de risicoparagraaf beschrijft de aanvrager welke factoren van invloed kunnen zijn op het realiseren van het beoogde werkgelegenheidseffect. Hierbij dient onderscheid te worden gemaakt met interne c.q. externe en beïnvloedbare en niet beïnvloedbare effecten. Bij ieder van de geïnventariseerde risico’s dient een beheersmaatregel te worden opgenomen. De gemeente gebruikt de risicoanalyse om te beoordelen of de een aanvrager een realistisch beeld heeft van de omstandigheden waarin de gesubsidieerde activiteit wordt ondernomen en of hij een goed beeld heeft van zijn beïnvloedingsruimte.
Artikel 8 Verplichtingen aan de activiteiten
Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet de activiteit aan de volgende verplichtingen voldoen:
Artikel 10 Beoordelingscriteria en besluitvorming
Aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst.
Bij de beoordeling van de aanvraag wordt bekeken in welke mate de aanvraag voldoet aan de in deze regeling genoemde eisen en criteria.
Artikel 11 Voorwaarden aan subsidieverlening
Eventuele benodigde vergunningen c.q. ontheffingen dienen bij indiening van het project aanwezig te zijn.
Binnen 3 maanden na beëindiging van het project dient de aanvrager een verzoek tot subsidievaststelling bij de gemeente Utrecht in te dienen. Dit verzoek dient vergezeld te gaan van:
In deze rapportages dient te worden aangegeven op welke manier de activiteiten zijn uitgevoerd en wat resultaten van deze aanvraag waren. Daarbij dient expliciet te worden ingegaan op de in artikel 6 en artikel 9 genoemde vereisten en verplichtingen.
Het beleid in welk kader de subsidie LEF wordt ingezet, wordt jaarlijks geëvalueerd. In deze evaluatie moet ook naar voren komen in welke mate banen zijn gerealiseerd, die geschikt zijn voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. De evaluatie kan leiden tot aanpassing van de subsidieregeling en deze beleidsregel Lokaal Economisch Fonds.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2017. De beleidsregel Lokaal Economisch Fonds, vastgesteld op 18 november 2014 , wordt met ingang van deze datum ingetrokken.
Er kan naar deze beleidsregel worden verwezen als beleidsregel Lokaal Economisch Fonds.
Aldus is vastgesteld door burgemeester en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 13 december 2016.