Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Moerdijk

Delegatie bevoegheid inzake procedure op grond van artikel 3.10 Wro en 2.12 WABO

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMoerdijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDelegatie bevoegheid inzake procedure op grond van artikel 3.10 Wro en 2.12 WABO
CiteertitelDelegatie bevoegheid inzake procedure op grond van artikel 3.10 Wro en 2.12 WABO
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

1. door delegatie van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3.10 lid 4 Wro, alsmede het aanwijzen van categorieën van gevallen uit artikel 6.5 Bor, het besluitvormingstraject over een aanvraag omtrent een projectbesluit  (artikel 3.10 Wro) en na inwerkingtreden van de Wabo in de toekomst afwijken van een bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo, verkort wordt en derhalve wel de wettelijk vastgelegde termijnen gehaald worden; 2. door delegatie van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3.10 lid 4 Wro, alsmede het aanwijzen van categorieën van gevallen uit artikel 6.5 Bor, het uitbetalen van de geldbedragen in het kader van de Wet dwangsom veelal voorkomen kan worden; 3. de te nemen besluiten inhoudelijk slechts formele stappen zijn, aangezien de meeste aanvragen in zijn geheel wel of niet binnen het geldende gemeentelijk, provinciaal of rijksbeleid passen;

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2010Onbekend

03-06-2010

Moerdijkse Bode

241486

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatie bevoegheid inzake procedure op grond van artikel 3.10 Wro en 2.12 WABO

 

 

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Moerdijk,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 april 2010;

overwegende dat ;

  • 1.

    door delegatie van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3.10 lid 4 Wro, alsmede het aanwijzen van categorieën van gevallen uit artikel 6.5 Bor, het besluitvormingstraject over een aanvraag omtrent een projectbesluit (artikel 3.10 Wro) en na inwerkingtreden van de Wabo in de toekomst afwijken van een bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo, verkort wordt en derhalve wel de wettelijk vastgelegde termijnen gehaald worden;

  • 2.

    door delegatie van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3.10 lid 4 Wro, alsmede het aanwijzen van categorieën van gevallen uit artikel 6.5 Bor, het uitbetalen van de geldbedragen in het kader van de Wet dwangsom veelal voorkomen kan worden;

  • 3.

    de te nemen besluiten inhoudelijk slechts formele stappen zijn, aangezien de meeste aanvragen in zijn geheel wel of niet binnen het geldende gemeentelijk, provinciaal of rijksbeleid passen;

gelet op de Woningwet, Wet op de Ruimtelijke ordening, Wabo, Besluit ruimtelijke ordening en Crisis- en herstelwet;

BESLUIT:

  • 1.

    in die gevallen waarin er sprake is van een project dat al dan niet binnen het gemeentelijk beleid past en voorzover dit project niet strijdig is met provinciaal- en rijksbeleid:

    • a.

      de bevoegdheid, voor het uitvoeren van een procedure zoals bedoeld in artikel 3.10 Wro, te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders,

    • b.

      de bevoegdheid, voor het weigeren toepassing te geven aan een procedure zoals bedoeld in artikel 3.10 Wro, te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders,

    • c.

      te bepalen dat, na het inwerkingtreden van de Wabo, een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist,

  • 2.

    de betrokkenheid van de gemeenteraad bij deze delegatie als volgt te borgen:

    • a.

      van elk voorgenomen besluit als hierboven bedoeld wordt via een op het bestuurlijke informatiesysteem van de gemeentelijke website te plaatsen kennisgeving mededeling gedaan aan de leden van de gemeenteraad en aan de leden van de commissie Fysieke Infrastructuur,

    • b.

      er wordt geacht sprake te zijn van een positief advies aan het college van burgemeester en wethouders tot het wel/geen medewerking verlenen aan een procedure waarop deze delegatiebevoegdheid betrekking heeft, tenzij er binnen 5 werkdagen na plaatsing van de kennisgeving op het bestuurlijke informatiesysteem (aangevuld met een kennisgeving per e-mail) door minimaal 2 leden uit de gemeenteraad en/of 2 leden uit de commissie Fysieke Infrastructuur, welke afkomstig zijn uit meer dan 1 in de gemeenteraad vertegenwoordigde fractie, kenbaar gemaakt wordt dat het voorgenomen besluit ter advisering in de commissie Fysieke Infrastructuur aan de orde moet komen,

    • c.

      ingeval er sprake is van de hiervoor onder sub b bedoelde uitzondering wordt het verzoek om verlenen dan wel weigeren van medewerking eerst in de eerstvolgende vergadering van de commissie Fysieke Infrastructuur ter advisering voorgelegd, waarna het college bevoegd blijft, met inachtneming van het advies van de commissie, al dan niet de medewerking te verlenen.

Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 3 juni 2010,

de griffier,de voorzitter,

J.A.M. HereijgersDrs. W.M.J. Denie