Hoofdstuk 2 Cultuurprijzen
Artikel 6
- 1.
De gemeente Nijmegen kent een Karel de Grote Oeuvreprijs.
- 2.
De prijs wordt in beginsel vierjaarlijks toegekend in de vorm van
een geldsom van € 10.000,00 en een oorkonde.
- 3.
De prijs wordt uitgereikt voor het totale artistieke of culturele
oeuvre van een levend kunstenaar of een groep kunstenaars die van
belang zijn voor de stad of voor het culturele veld van Nijmegen. De
prijs kan ook worden toegekend voor een kunstwerk dat de stad
Nijmegen tot onderwerp heeft of erdoor is geïnspireerd. Het
kunstwerk dient de status te hebben van een beeldbepalend element
met een hoge artistieke waarde.
Artikel 7
- 1.
De gemeente Nijmegen kent een Cultuur Stimuleringsprijs Stad
Nijmegen.
- 2.
De prijs wordt in beginsel tweejaarlijks toegekend in de vorm van
een geldsom van € 5.000,00 en een oorkonde.
- 3.
Voor de prijs komen in aanmerking veelbelovende (groepen van)
kunstenaars of een culturele organisatie voor een vernieuwende
artistieke of culturele prestatie dan wel een belangrijk product in
de disciplines beeldende kunst & vormgeving, literatuur,
theater, film, muziek, dans en nieuwe media. De prestatie of het
product levert een bijdrage aan de vernieuwing van het culturele
klimaat in Nijmegen.
Artikel 8
- 1.
Het college stelt een adviescommissie in, die tot taak heeft
kandidaten voor de cultuurprijzen te signaleren, te beoordelen en
voor te dragen.
- 2.
De commissie bestaat uit acht personen en is als volgt
samengesteld:
- a.
ten hoogste drie leden die algemene deskundigheid binnen het
culturele veld bezitten;
- b.
ten hoogste vijf leden die elk deskundigheid op een bepaald
terrein van kunst bezitten.
- 3.
De leden van de commissie worden door het college benoemd voor een
periode van vier jaar. Zij zijn na het verstrijken van deze termijn
terstond herbenoembaar voor slechts één termijn.
- 4.
Het college voegt aan de commissie een ambtenaar als secretaris toe.
Deze heeft geen stemrecht.
- 5.
Het college benoemt op voordracht van de commissie één van de leden
tot voorzitter van de commissie.
Artikel 9
- 1.
De commissie beoordeelt uitsluitend werken die zich in Nederland
bevinden en die afkomstig zijn van op het tijdstip van beoordeling
in leven zijnde personen.
- 2.
Bij de beoordeling kan de commissie zich laten bijstaan door
personen die deskundig zijn op het aan de orde zijnde terrein van de
kunst.
Artikel 10
- 1.
De commissie komt tenminste eenmaal per jaar bijeen. De
vergaderingen van de commissie zijn openbaar, tenzij de commissie
anders beslist
- 2.
Een advies komt met meerderheid van stemmen tot stand. Bij staken
van de stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.
Artikel 11
- 1.
De commissie kan in een besloten vergadering op grond van een
belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur,
omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en
omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden
overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een
besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering
opgelegd.
- 2.
De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig
waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen in
acht genomen totdat de commissie haar opheft.
- 3.
Op grond van het belang genoemd in artikel 10 van de Wet
openbaarheid van bestuur kan de geheimhouding eveneens worden
opgelegd door de voorzitter van een commissie, het college en de
burgemeester, ieder ten aanzien van de stukken die zij aan de
commissie overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding
gemaakt.
- 4.
De commissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van
de Wet openbaarheid van bestuur geheimhouding opleggen ten aanzien
van stukken die zij aan het college overlegt. Het bepaalde in
artikel 55 van de Gemeentewet is van toepassing.
Artikel 12
De commissie brengt tijdig aan het college een voordracht uit, voorzien
van een juryrapport waarin de argumentatie staat vermeld.
Artikel 13
Het college neemt een besluit over toekenning van de prijs. Het kan niet
besluiten aan een andere persoon of personen dan voorgedragen de prijs
toe te kennen. Van het besluit doet het college mededeling aan de
commissie, de meest gerede raadscommissie, belanghebbenden en de pers.
Het bepaalt het tijdstip en de wijze van uitreiking. Zo mogelijk zal op
nader door het college te bepalen wijze de Nijmeegse bevolking in de
gelegenheid worden gesteld van het bekroonde werk kennis te nemen.
Indien het college in afwijking van de voordracht besluit om geen prijs
toe te kennen, doet het daarvan gemotiveerd mededeling aan de
commissie.
Artikel 14
Indien de persoon aan wie een cultuurprijs is toegekend voor de
uitreiking komt te overlijden, wordt de prijs uitgereikt aan de persoon
die naar het oordeel van het college de overledene feitelijk het meest
nabij staat.
Artikel 15
Het college nodigt voor de uitreikingsplechtigheid van de prijs de
personen uit die eerder met een cultuurprijs zijn begiftigd.
Hoofdstuk 3 Nijmegenaar van het Jaar
Artikel 16
- 1.
De gemeente Nijmegen kent een ‘Nijmegenaar van het Jaar’.
- 2.
De prijs wordt in beginsel jaarlijks toegekend tijdens de
Nieuwjaarsreceptie van de gemeente Nijmegen, en bestaat uit een
beeld en een oorkonde.
Artikel 17
- 1.
Voor het predicaat ‘Nijmegenaar van het Jaar’, komen mensen in
aanmerking die in Nijmegen woonachtig zijn en op het moment van
uitreiking minimaal 18 jaar oud zijn.
- 2.
Betrokkene heeft in het voorafgaande jaar bijzondere verdiensten
gehad voor de stad Nijmegen. Dat kan breed zijn: variërend van
maatschappelijke verdiensten voor een wijk, maar ook een bijzondere
(wetenschappelijke of sport)prestatie waardoor Nijmegen positief in
het nieuws is gekomen.
Artikel 18
- 1.
Voor elke uitreiking word door de burgemeester een publieksjury
samengesteld bestaande uit 15 leden. Om de 2 jaar treedt 1/3 deel
juryleden af en wordt vervangen door anderen. De voorzitter van deze
publieksjury is de Nijmegenaar van het Jaar van voorafgaand
jaar.
- 2.
De burgemeester schakelt het stadspanel van afdeling Onderzoek en
Statistiek in om de uitkomst (top 5 van genomineerden) van de
publieksjury voor te leggen aan het stadspanel. Dit panel bestaat
uit 3500 Nijmeegse burgers. Vanuit het stadspanel komt een top 3 en
de uiteindelijke winnaar.
- 3.
Collegeleden mogen geen deel uit maken van de jury’s.
- 4.
De secretaris van de publieksjury wordt geleverd door de afdeling
Bestuursondersteuning en –advies.
Artikel 19
- 1.
Iedereen kan met motivatie schriftelijk personen kandideren als
‘Nijmegenaar van het Jaar’. De publieksjury wordt “gevoed” met
kandidaten door hun eigen netwerk in te schakelen, oproepen in Brug
aan de Nijmegenaren, een netwerk van ambtenaren die personen
screenen (wijkmanagers etc.), gerichte brieven aan Nijmeegse
instellingen om kandidaten voor te dragen.
- 2.
De secretaris stelt de lijst van kandidaten (met korte motivering)
op t.b.v. de beraadslaging door de publieksjury.
Artikel 20
- 1.
De publieksjury ontvangt de namen van de finalekandidaten per post
of per email en maakt een ranglijst.
- 2.
Zij komt eenmaal in vergadering bijeen en reageert op de
voordrachten. Zij komt tot vijf finalekandidaten voor de titel
‘Nijmegenaar van het Jaar’.
- 3.
De voorzitter van de publieksjury beraadslaagt met de secretaris
over de voordrachten op grond van de beoordeling van de geleverde
prestaties en getoonde activiteiten.
- 4.
De secretaris legt de lijst van 5 kandidaten voor aan het
stadspanel. Deze top 5 van potentiële Nijmegenaren van het jaar
wordt openbaar gemaakt.
- 5.
Het stadspanel beoordeelt de voordrachten en kiest de uiteindelijke
winnaar en communiceert de uitslag naar de secretaris. De winnaar
blijft tot en met het moment tijdens de nieuwjaarsreceptie
geheim.
Artikel 21
1.De voorzitter van de publieksjury stelt samen met de secretaris de
voorlopige uitslag vast en legt voor aan de burgemeester om de
definitieve uitslag vast te stellen. Als twee kandidaten dezelfde score
hebben, geeft de keuze van de juryvoorzitter de doorslag.