Overheidsorganisatie | Gemeente Brummen |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van leges 2017 |
Citeertitel | Legesverordening 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van heffing is 1 januari 2017
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2016 | 30-03-2017 | Nieuwe regeling | 24-11-2016 | RB16.0065 |
De raad van de gemeente Brummen,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 oktober 2016 met kenmerk RV16.0074;
gehoord het behandeladvies van het forum Samenleving/Bestuur/Financiën van 10 november 2016;
heeft besloten:
1.1. om de Tarieventabel 2017, INT16.2907 vast te stellen;
1.2. om de volgende verordening vast te stellen:
a. Verordening op de heffing en invordering van leges 2017
Deze verordening verstaat onder:
‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
‘maand’: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalendermaand tot en met de laatste dag van die kalendermaand;
‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalenderjaar tot en met de laatste van dat kalenderjaar;
‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Leges worden niet geheven voor:
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht(omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
1. Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
2. Indien de heffing van leges geschiedt bij wijze van abonnement wordt tussentijdse beeindiging van een abonnement, indien deze plaatsvindt voordat een halfjaar van de geldigheidsduur daarvan is verstreken en het abonnement, ten hoogste voor de helft van het aantal inlichtingen, waarop het recht heeft is verbruikt, op schriftelijk verzoek van de houder ontheffing van de belasting van deze leges verleend tot een bedrag gelijkstaande met de helft van het verschuldigde.
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening indien de wijzigingen:
van zuiver redactionele aard zijn;
een tariefsverlaging betreffen;
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
hoofdstuk 1 (akten burgerlijke stand)
hoofdstuk 2 (reisdocumenten)
hoofdstuk 3 (rijbewijzen)
hoofdstuk 4 (verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen)
hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens)
hoofdstuk 9 (verklaring omtrent het gedrag)
hoofdstuk 15 (kansspelen)
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
1. De ‘Verordening op de heffing en de invordering van leges 2005’ van 16-12-2004, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 29-10-2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
3. Deze verordening kan worden aangehaald als “Legesverordening 2017”.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 24 november 2016
de griffier, mr. A.P. Leenstra
de voorzitter, A.J. van Hedel
Tarieventabel 2017 [Klik hier om het document te downloaden]