Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening liggeld woonschepen 2017 |
Citeertitel | Verordening liggeld woonschepen 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De Verordening liggeld voor woonschepen 2016 wordt ingetrokken.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 10-11-2016 | Gemeenteblad 2016, nummer 212 |
De raad van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2016, registratienummer 16bb7174, raadsstuk 16bb8669;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
bij het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2013 (Gemeenteblad 2013, nr. 18) of bij de rechtsopvolger van dat besluit aangewezen gebied voor het verblijf van woonschepen, varende woonschepen of schepen van oud-schippers of een gebied waar het innemen en hebben van een ligplaats uitdrukkelijk van gemeentewege wordt gedoogd;
het voor bewoning bestemde deel van het scheepsoppervlak:
het door of vanwege de havenmeester aan boord gemeten deel van het scheepsoppervlak waar zich de gemeubileerde gedeelten, alsmede de gedeelten met de keuken-, toilet-, bad- en/of douchegelegenheden bevinden, dan wel, indien na uitdrukkelijk verzoek daartoe door of vanwege de havenmeester meting aan boord van het woonschip door de gebruiker ervan niet wordt toegestaan, het gehele scheepsoppervlak;
Onder de naam ‘liggeld voor woonschepen’ wordt precariobelasting geheven voor het innemen van een ligplaats met een woonschip op een aangewezen ligplaatsgebied binnen de gemeente, indien en voor zover de ligplaats gelegen is in water waarbij de ondergrond ervan eigendom is van de gemeente Rotterdam en het water voor de openbare dienst is bestemd.
Uitsluitend voor de toepassing van deze verordening wordt onder aangewezen ligplaatsgebied tevens begrepen het gebied opgenomen in het overgangsrecht zoals vermeld in artikel 4 van het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2013.
De precariobelasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de ligplaats inneemt. Als degene die de ligplaats inneemt, wordt aangemerkt de houder van een ligplaatsvergunning, en bij gebreke van een ligplaatsvergunning de hoofdbewoner van het woonschip. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingjaar verschuldigde recht als er in dat belastingjaar, na het eindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven. Het verzoek om ontheffing dient binnen zes weken na de opgetreden wijziging te zijn ingediend.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn welke vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van een betalingsregeling kunnen worden voldaan, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien termijnen. De eerste termijn vervalt in dat geval één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen en telkens één maand later.
Met betrekking tot een, ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de aanslag.
Er wordt geen precariobelasting geheven ter zake van woonschepen waarvan de historische of bijzondere waarde voor de Rotterdamse haven, voor Rotterdam of voor de regio is vastgesteld na advies van een daartoe ingestelde commissie van deskundigen zoals bedoeld in het besluit Aanwijzing ligplaatsen historische vaartuigen (Gemeenteblad 2001, nr. 140) of de rechtsopvolger van dat besluit.
Artikel 10 Nadere regels door het college
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het liggeld voor woonschepen.
Artikel 11 Intrekking oude verordening
De Verordening liggeld voor woonschepen 2016 wordt ingetrokken.
De Verordening liggeld voor woonschepen 2016 blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór 1 januari 2017 hebben voorgedaan.
Toelichting op de Verordening liggeld woonschepen 2017
De definitie van ‘schip’ – die doorwerkt in de andere definities in dit artikel – is identiek aan de definitie van ‘schip’ in het Burgerlijk wetboek.
De formulering van deze bepaling sluit aan bij de bepaling van artikel 228 van de Gemeentewet.
Deze vrijstelling sluit aan bij de tot dusverre geldende vrijstelling.
Dit gemeenteblad 2016, nummer 212 is uitgegeven op 1 december 2016 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)