Organisatie | Hof van Twente |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening haven-,kade-, en opslaggelden 2017 |
Citeertitel | Verordening haven-,kade-, en opslaggelden 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | Vatstelling tarieven 2017 | 29-11-2016 GVOP | 612279 |
Verordening haven-, kade-, en opslaggelden 2017
De Raad van de Gemeente Hof van Twente;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;
de volgende verordening vast te stellen.
Verordening op de heffing en invordering van haven-, kade- en opslaggelden 2017.
Belastingplichtig is de schipper, de gezagvoerder, de reder of de eigenaar van het vaartuig dat gebruik maakt van gemeentelijk vaarwater, dan wel degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
Artikel 6 Maatstaf van heffing en tarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de in de verordening en tarieventabel gegeven aanwijzingen en bijzondere bepalingen.
Voor de toepassing van de tarieven wordt:
bij het ontbreken van een meetbrief of enig ander daarmee vergelijkbaar document of bij weigering om één van deze te tonen, de waterverplaatsing door de ambtenaar - belast met de heffing van de gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet - vastgesteld en wordt het havengeld naar de uitkomst daarvan geheven.
Met betrekking tot de rechten die worden geheven voor een jaarabonnement als bedoeld in hoofdstuk 2, onder 2.1.2 tot en met 2.1.3.1, onder 2.2.1 sub c, onder 2.2.2 sub c en onder 2.2.3 sub c van de Tarieventabel, is het belastingjaar gelijk aan de aaneengesloten periode van een jaar waarin het belastbare feit zich voordoet;
Artikel 10 Overschrijving, verrekening, teruggaaf en ontheffing
Indien een vaartuig waarvoor het havengeld bij wijze van abonnement is geheven, in de loop van de abonnementsduur wordt vervangen door een vaar-tuig met een grotere waterverplaatsing, dan wordt over het verschil alsnog havengeld geheven. Het nog te heffen havengeld bedraagt dan het verschil tussen het havengeld berekend naar de waterverplaatsing van het vervangende vaartuig en het oorspronkelijk geheven havengeld, een en ander berekend over de periode dat er nog volle maanden in het abonnement overblijven.
Indien een vaartuig, waarvoor het havengeld bij wijze van abonnement is geheven, in de loop van de abonnementsduur wordt vervangen door een vaartuig met een kleinere waterverplaatsing, dan vindt op verzoek teruggaaf van havengeld plaats voor het verschil. Het terug te geven havengeld bedraagt dan het verschil tussen het oorspronkelijk geheven havengeld en het havengeld berekend naar de waterverplaatsing van het vervangende vaartuig, een en ander berekend over de periode dat er nog volle maanden in het abonnement overblijven.
Indien de belasting bij wijze van abonnement is geheven, wordt voor een vaartuig dat in de loop van de abonnementsperiode het gemeentelijke vaarwater heeft verlaten en daarin door overmacht niet heeft kunnen terugkeren, op aanvraag ontheffing van belasting verleend over het aantal volle maanden dat de overmacht situatie heeft bestaan. Het bestaan van overmacht situatie en de duur daarvan moeten schriftelijk worden aangetoond.
HOOFDSTUK 3 VAN HET KADE- EN OPSLAGGELD
Belastingplichtig is degene, die gebruik maakt van de in artikel 11 genoemde voor de openbare dienst bestemde werken en inrichtingen, dan wel het genot daarvan heeft.
Geen opslaggeld wordt geheven voor het opslaan van aan het Rijk of aan de gemeente Hof van Twente toebehorende zaken.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld
De belastingschuld ontstaat bij aanvang van het gebruik van de gemeentelijke kade en/of het opslagterrein, dan wel bij aanvraag van het genot van de dienst.
Indien voor het verstrijken van de termijn het gebruik, waarvoor het onder Hoofdstuk 3, onder 3.1 sub b van de bij de verordening behorende tarieventabel genoemde opslaggeld is betaald, niet meer plaatsvindt, wordt teruggaaf verleend van het gedeelte van het kade- en opslaggeld dat overblijft na aftrek van de kade- en opslaggelden, welke voor het plaatsgevonden gebruik of genot worden geheven.
Artikel 19 Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het recht worden betaald ingeval:
In afwijking van het eerste lid, onder a, kan op verzoek van de belastingplichtige de aanslag als bedoeld in de hoofdstukken 2.1.2 tot en met 2.1.3.1, 2.2.1c, 2.2.2c en 2.2.3c worden betaald in zes gelijke termijnen indien de verschuldigde bedragen door middel van automatische ¬incas¬so van de betaalre¬kening van de belastingschuldige kunnen worden afge¬schreven;
Artikel 21 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de geheven rechten.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 23, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE ‘VERORDENING HAVEN-, KADE-, EN OPSLAGGELD 2017’
2.1.Het havengeld bedraagt per reis voor vaartuigen:
2.1.1 per kubieke meter waterverplaatsing of gedeelte daarvan € 0,135
2.1.1.1 met een minimum van € 16,88
per vaartuig, tenzij een deel van de lading wordt gelost of een deel van het schip wordt beladen en het vaartuig in een andere gemeentelijke haven aan het Twentekanaal verder wordt geladen en/of gelost, in welk geval het havengeld wordt berekend naar de helft van de inhoudsgrootte of van het laadvermogen, met een minimum van € 8,44
2.1.2 Het havengeld kan ook per jaar bij abonnement worden voldaan, in welk geval per kubieke meter waterverplaatsing het recht bedraagt:
2.1.3 voor onbeperkt gebruik per jaar € 3,51
2.1.3.1 met een minimum van € 438,75
2.2 In afwijking van het bepaalde onder 2.1 bedraagt het havengeld per reis voor vaartuigen
2.2.1 met een bronzen Green Award-certificaat
a per kubieke meter waterverplaatsing of gedeelte daarvan € 0,128
a1 met een minimum van € 16,00
b per vaartuig, tenzij een deel van de lading wordt gelost of een deel van het schip wordt beladen en het vaartuig in een andere gemeentelijke haven aan het Twentekanaal verder wordt geladen en/of gelost, in welk geval het havengeld wordt berekend naar de helft van de inhoudsgrootte of van het laadvermogen, met een minimum van € 8,00
c Het havengeld kan ook per jaar bij abonnement worden voldaan, in welk geval per kubieke meter waterverplaatsing het recht bedraagt:
c1 voor onbeperkt gebruik per jaar € 3,33
c2 met een minimum van € 416,00
2.2.2 met een zilveren Green Award-certificaat
a per kubieke meter waterverplaatsing of gedeelte daarvan € 0,125
a1 met een minimum van € 15,63
b per vaartuig, tenzij een deel van de lading wordt gelost of een deel van het schip wordt beladen en het vaartuig in een andere gemeentelijke haven aan het Twentekanaal verder wordt geladen en/of gelost, in welk geval het havengeld wordt berekend naar de helft van de inhoudsgrootte of van het laadvermogen, met een minimum van € 7,81
c Het havengeld kan ook per jaar bij abonnement worden voldaan, in welk geval per kubieke meter waterverplaatsing het recht bedraagt:
c1 voor onbeperkt gebruik per jaar € 3,25
c2 met een minimum van € 406,25
2.2.3 met een gouden Green Award-certificaat
a per kubieke meter waterverplaatsing of gedeelte daarvan € 0,122
a1 met een minimum van € 15,25
b per vaartuig, tenzij een deel van de lading wordt gelost of een deel van het schip wordt beladen en het vaartuig in een andere gemeentelijke haven aan het Twentekanaal verder wordt geladen en/of gelost, in welk geval het havengeld wordt berekend naar de helft van de inhoudsgrootte of van het laadvermogen, met een minimum van € 7,63
c Het havengeld kan ook per jaar bij abonnement worden voldaan, in welk geval per kubieke meter waterverplaatsing het recht bedraagt:
c1 voor onbeperkt gebruik per jaar € 3,17
c2 met een minimum van € 396,50
Hoofdstuk 3 Kade- en opslaggelden
a voor het gebruik van kaden of loswallen voor de plaatsing van losse goederen per etmaal en per m2 door de goederen in beslag genomen ruimte € 0,11
b voor de overige aan of bij het gemeentelijke vaarwater gelegen terreinen, dienstig voor de opslag van goederen,
1 voor zover de terreinen van verharding zijn voorzien:
2 voor zover de terreinen niet van verharding zijn voorzien:
2 Het recht bedraagt per jaar voor:
a het hebben van een weegbrug € 147,18
b het hebben van een laad- of loskraan € 355,27
Behoort bij besluit van de raad van 29 november 2016