Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kerkrade

BELEIDSREGELS INTEGRALE SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE KERKRADE 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKerkrade
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBELEIDSREGELS INTEGRALE SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE KERKRADE 2016
CiteertitelBELEIDSREGELS INTEGRALE SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE KERKRADE 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening artikel 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-201601-01-2018Nieuwe regeling

29-11-2016

Elektronisch gemeenteblad 15-12-2016

16n00603

Tekst van de regeling

Intitulé

BELEIDSREGELS INTEGRALE SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE KERKRADE 2016

 

 

Algemeen

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade;

    • b.

      wet : de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

    • c.

      crisisinterventie: het bieden van hulp bij het voorkomen van de gevolgen van een crisissituatie, te weten een situatie waarin:

    • *

      een deurwaarder of woningbouwvereniging een huisuitzettingsdatum heeft vastgesteld;

    • *

      het energiebedrijf een afsluitingsdatum heeft vastgesteld;

    • *

      het waterleveringsbedrijf een afsluitingsdatum heeft vastgesteld;

    • *

      opzegging dan wel ontbinding van de (basis)zorgverzekering dreigt.

    • d.

      duurzame financiële zelfredzaamheid: de situatie waarin:

    • *

      iemand niet meer geld uitgeeft dan hij ontvangt;

    • *

      of, als er schulden zijn, kan rondkomen van het vrij te laten bedrag of de beslagvrije voet; en de schulden niet toenemen maar indien mogelijk afnemen; en iemand zelfstandig financieel stabiel blijft.

    • e.

      integrale schuldhulpverlening: een samenhangend hulpaanbod van preventie tot en met nazorg met als doel zowel financiële problemen, als de oorzaken hiervan op te lossen op basis van een eenduidig plan van aanpak;

    • f

      zelfredzaamheidsmatrix: de zelfredzaamheidsmatrix brengt de vraag en de mate van zelfredzaamheid van de cliënt in kaart;

    • g.

      plan van aanpak: trajectomschrijving met producten en diensten die de klant wordt aangeboden;

    • h.

      ketenpartners: partijen waar de gemeente mee samenwerkt in het kader van integrale schuldhulpverlening;

    • i.

      klant: de belanghebbende aan wie het college toegang heeft verleend tot integrale schuldhulpverlening;

    • j.

      klantmanager: klantmanager van de gemeente, die bevoegd is om namens het college van burgemeester en wethouders schuldhulpverlening te bieden aan personen die behoren tot de doelgroep van deze beleidsregel;

    • k.

      NVVK: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet en sociaal bankieren;

    • l.

      overeenkomsten: overeenkomsten conform de richtlijnen van de NVVK, zijnde de schuldbemiddelingsovereenkomst, budgetbeheerovereenkomst, stabilisatieovereenkomst en betalingsovereenkomst;

    • m.

      traject integrale schuldhulpverlening: de gehele periode waarin het college de klant ondersteunt bij het stabiliseren van zijn financiële situatie en zo mogelijk oplossen van zijn schuldensituatie. Het traject start zodra het college de verzoeker toegang verleent tot integrale schuldhulpverlening en loopt tot en met de nazorgfase;

    • n.

      minnelijke schuldregeling: Een akkoord waarbij met tussenkomst van de schuldhulpverlener een schuldregeling wordt getroffen met de schuldeisers.

    • o.

      wettelijke schuldregeling: een dwangakkoord ingevolge een gerechtelijk vonnis strekkende tot een schuldregeling met de schuldeisers waarbij tevens een bewindvoerder aangewezen wordt.

    • p.

      verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;

    • q.

      Kredietbank Limburg: Instituut waar de gemeente producten schuldhulpverlening inkoopt die ze niet zelf uitvoert

    • r.

      Impuls: Instituut waar de gemeente psychosociale hulpverlening en begeleiding inkoopt, die noodzakelijk wordt geacht voor de schuldhulpverlening.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

Toegang en traject

Artikel 2. Doelgroep

  • 1.

    Integrale schuldhulpverlening staat in beginsel open voor elke Nederlander vanaf 18 jaar die woonachtig is in de gemeente Kerkrade en ook als zodanig staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (BRP).

  • 2.

    Voor de vreemdeling die rechtmatig verblijf houdt in Nederland in de zin van artikel 8 onder a tot en met e en l van de Vreemdelingenwet 2000 en die in Kerkrade woonachtig is, staat integrale schuldhulpverlening in beginsel open.

  • 3.

    Een uitzondering op deze brede toegankelijkheid wordt gevormd door ex-zelfstandig(e) ondernemers. Zij kunnen een beroep doen op de integrale schuldhulpverlening mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    a. het bedrijf is beëindigd en uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    b. de schuldpositie is duidelijk;

    c. de boekhouding is op orde en de administratie is volledig afgerond.

Artikel 3. Aanbod

  • 1.

    Het college verleent aan verzoeker toegang tot de integrale schuldhulpverlening, gebaseerd op de uitgangspunten zoals neergelegd in het Beleidsplan Schuldhulpverlening en deze beleidsregels. De vorm waarin de gemeente integrale schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    a. aard c.q. omvang van de schulden;

    b. inkomsten en uitgaven;

    c. psychosociale situatie of verslavingsproblematiek;

    d. houding en gedrag van verzoeker;

    e. woonsituatie;

    f. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

  • 2.

    Bij het uitvoeren van het aanbod wordt gewerkt conform de richtlijnen van de NVVK.

  • 3.

    Het aanbod inclusief de verwachte doorlooptijden van het aanbod worden vastgelegd in het plan van aanpak.

  • 4.

    Het plan van aanpak wordt na afronding van de intakefase aan de klant voorgelegd ter ondertekening.

  • 5.

    Het plan van aanpak kan indien nodig worden bijgesteld. Bijstelling kan plaatsvinden op initiatief van de klantmanager en op verzoek van de klant of een van de ketenpartners. Het aangepaste plan van aanpak wordt ter ondertekening aan de klant voorgelegd. 

Artikel 4. Aanvraag

  • 1.

    Het college neemt een beslissing over de toegang tot integrale schuldhulpverlening op

  • 2.

    schriftelijk verzoek van de verzoeker via een daartoe voorgeschreven meldingsformulier.

  • 3.

    Bij de aanvraag overlegt de verzoeker aan het college een document als bedoeld in artikel 1 eerste lid onder 1˚ tot en met 3˚ van de Wet op de identificatieplicht.

  • 4.

    Teneinde een beslissing te kunnen nemen omtrent het wel of niet verlenen van toegang tot integrale schuldhulpverlening, nodigt het college of een ketenpartner de verzoeker uit voor een dienstverleningsgesprek en een intakegesprek.

  • 5.

    Van het dienstverleningsgesprek en het intakegesprek wordt een rapportage opgesteld.

  • 6.

    De conclusie van de in het vierde lid bedoelde rapportage omvat het besluit over het recht op integrale schuldhulpverlening. Van dit besluit geeft het college een beschikking af aan de klant.

  • 7.

    Klanten die een verzoek tot integrale schuldhulpverlening indienen, worden uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst. Het bijwonen van deze informatiebijeenkomst wordt in beginsel als noodzakelijk aangemerkt, behoudens voor klanten bij wie op voorhand al duidelijk is, dat het bijwonen van deze sessie niet noodzakelijk is.

Artikel 5. Verloop van het traject integrale schuldhulpverlening

Het college kan, nadat de noodzakelijkheid hiertoe vastgesteld is, achtereenvolgens een of meerdere van de volgende voorzieningen dan wel instrumenten toepassen:

 

  • a.

    Intake: in deze fase wordt de benodigde informatie verzameld, wordt de hulpvraag van de klant vastgesteld, wordt de klant geadviseerd en wordt indien nodig een plan van aanpak opgesteld.

  • b.

    Stabilisatie: de klantmanager ondersteunt de klant bij het werken aan duurzame financiële zelfredzaamheid, waarbij de klant geen extra schulden meer opbouwt en rond kan komen van zijn inkomen. Het college kan hiertoe diverse instrumenten inzetten die gericht zijn op ondersteuning bij het omgaan met financiën dan wel op gedragsverandering.

  • c.

    Minnelijke schuldregeling: in deze fase worden de schulden afgelost overeenkomstig de afspraken met de schuldeisers. Hiertoe worden instrumenten ingezet als betalingsregelingen, herfinanciering, schuldbemiddeling en saneringskrediet.

  • d.

    Wettelijke Schuldregeling: indien het minnelijk traject niet is geslaagd, kan op verzoek van de klant het college, of een daartoe gemandateerde organisatie, de rechtbank verzoeken toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken.

  • e.

    Nazorgfase: Na afloop van de schuldregeling wordt de klant nog maximaal 6 maanden ondersteund om daarna zelfstandig verder te kunnen. Deze ondersteuning bestaat in principe uit de inzet van een vrijwilliger. Indien het college dit noodzakelijk acht, kan professionele ondersteuning worden ingezet.

Artikel 6. Wachttijden

  • 1.

    Indien een persoon, die behoort tot de doelgroep van deze beleidsregels, zich jegens het college meldt voor integrale schuldhulpverlening, vindt het dienstverleningsgesprek

  • 2.

    Van de melding bedoeld in het eerste lid verstrekt het college aan de persoon die zich gemeld heeft onverwijld een ontvangstbevestiging.

  • 3.

    Indien er sprake is van een crisissituatie, vindt het dienstverleningsgesprek binnen drie werkdagen plaats.

Verplichtingen

Artikel 7. Verplichtingen

  • 1.

    Verzoeker of klant doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de integrale schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het traject integrale schuldhulpverlening.

  • 2.

    Klanten bij wie een verzoek tot toegang tot het gerechtelijk traject (WSNP) is toegewezen, zijn verplicht om de gemeente te informeren zes maanden voor de verwachte einddatum van het gerechtelijk traject (WSNP), zodat de gemeente de nazorgfase kan opstarten.

Artikel 8. Medewerkingsplicht

Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen, die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het traject integrale schuldhulpverlening. De medewerking bestaat uit:

  • a.

    het bijwonen van de in artikel 4, zesde lid bedoelde informatiebijeenkomst tijdens de intakefase;

  • b.

    het nakomen van afspraken met de gemeente en ketenpartners;

  • c.

    geen nieuwe (problematische) schulden aangaan;

  • d.

    inspanningsplicht om het (gezins)inkomen te behouden c.q. te verhogen;

  • e.

    het nakomen van de bepalingen van de overeenkomsten die verzoeker of klant in het kader van het traject integrale schuldhulpverlening met de gemeente, Impuls of Kredietbank Limburg sluit;

  • f.

    accepteren van ondersteuning en hulpverlening zoals opgenomen in het Plan van aanpak.

Budgetbeheer en beschermingsbewind

Artikel 9. Budgetbeheer

  • 1.

    Het college kan afhankelijk van de klant en zijn situatie verschillende vormen van budgetbeheer aanbieden:

    • a.

      budgetbeheer basis: Kredietbank Limburg verricht ten behoeve van de klant ten minste voor de kosten van huur/hypotheek, energie en ziektekostenverzekering, op basis van het vastgestelde budgetplan, betalingen;

    • b.

      budgetbeheer

    • c.

      budgetbeheer totaal: Kredietbank Limburg verricht ten behoeve van de klant een onbeperkt aantal betalingen, waaronder op basis van het vastgestelde budgetplan in elk geval de betalingen zoals bij budgetbeheer basis. De klant heeft de mogelijkheid dat er voor hem gereserveerd wordt voor onvoorziene uitgaven, dan wel voor een spaarpotje.

  • 2.

    Budgetbeheer kan alleen worden aangeboden in het kader van een traject integrale schuldhulpverlening of als voorliggende voorziening voor beschermingsbewind.

  • 3.

    Budgetbeheer is in principe een tijdelijk instrument. Afhankelijk van de fase waarin de klant zich in het traject integrale schuldhulpverlening bevindt, gelden er maximale doorlooptijden voor budgetbeheer:

    • a.

      de stabilisatiefase: budgetbeheer basis, plus en totaal is mogelijk. De

    • b.

      de fase tijdens de schuldregeling: budgetbeheer basis, plus en totaal is mogelijk, maar afbouw naar een lager regime is noodzakelijk. De termijn is de einddatum van de schuldregeling;

    • c.

      de fase na de schuldregeling: budgetbeheer basis of plus is mogelijk. De termijn is maximaal 6 maanden na het einde van de regeling;

  • 4.

    Geen schuldhulpverlening, maar inzet budgetbeheer als voorliggende voorziening voor beschermingsbewind: budgetbeheer basis, plus en totaal is mogelijk, maar afbouw naar

  • 5.

    het college kan besluiten tot afwijking van bovenstaande (maximale) doorlooptijden, indien de noodzaak tot verlenging bij een heronderzoek is gebleken.

  • 6.

    Het college indiceert de noodzaak en de vorm van budgetbeheer voor de klant. Indien de noodzaak ontbreekt, moet de klant zelf voor de dienstverlening betalen.

  • 7.

    Indien de klant om budgetbeheer verzoekt (of reeds heeft) van een andere aanbieder dan Kredietbank Limburg, dan moet de klant zelf voor deze dienstverlening betalen.

  • 8.

    Een klant, die een uitgebreidere vorm budgetbeheer wil ontvangen dan volgens het college noodzakelijk is, moet de kosten van de gewenste dienstverlening minus de kosten van de geïndiceerde dienstverlening zelf betalen.

  • 9.

    Na afloop van de maximale doorlooptijd voert het college een heronderzoek uit waarbij wordt vastgesteld of een klant kan doorstromen naar een minder uitgebreide vorm, dan wel kan stoppen met budgetbeheer, omdat het college budgetbeheer niet langer noodzakelijk acht. De wijziging wordt vastgelegd in het plan van aanpak.

  • 10.

    Budgetbeheer kan eenzijdig door het college worden beëindigd of worden teruggebracht naar de basisvorm, indien de klant zich niet houdt aan de overeenkomst budgetbeheer of geen stappen wil zetten om te komen tot vermindering van de dienstverlening.

  • 11.

    De toegang tot budgetbeheer wordt voor minimaal een jaar ontzegd, als budgetbeheer op grond van voorgaand lid is beëindigd of als de klant zelf om beëindiging van budgetbeheer heeft gevraagd.

  • 12.

    In afwijking van het voorgaande lid kan een gezin met inwonende minderjarige kinderen opnieuw toegang krijgen tot budgetbeheer, als naar het oordeel van het college de oorzaak van de tussentijdse beëindiging als bedoeld in lid 7 door middel van de benodigde hulpverlening is weggenomen.

  • 13.

    Voor reeds ingezet budgetbeheer zal via een heronderzoek worden vastgesteld of er naar de mening van het college sprake is van een voorliggende voorziening.  

  • 14.

    Indien bij het heronderzoek wordt overgegaan tot beëindiging van de vergoeding van budgetbeheer, wordt deze beëindiging pas geëffectueerd na een gewenningsperiode van drie maanden na de datum van de beëindigingsbeschikking.

Artikel 10. Beschermingsbewind

  • 1.

    Het college biedt alleen vergoeding van de kosten van beschermingsbewind aan, indien er geen toereikende voorliggende voorziening aanwezig is.

  • 2.

    Voorliggende voorzieningen voor beschermingsbewind zijn (een combinatie van) instrumenten als Infosessie Financiële Kracht, budgetbegeleiding, budgetbeheer of psychosociale begeleiding als aanvulling op de mogelijkheden van de verzoeker of de klant en zijn netwerk. De eigen mogelijkheden van de klant en zijn netwerk zijn vastgelegd in de zelfredzaamheidmatrix. De ingezette instrumenten zijn vastgelegd in een toelatingsbeschikking in combinatie met het plan van aanpak.

  • 3.

    Voor reeds uitgesproken onder bewindstellingen zal via een heronderzoeksplan worden vastgesteld of er naar de mening van het college een voorliggende voorziening aanwezig is.

  • 4.

    Bij het heronderzoek worden deze beleidsregels gehanteerd, waarbij mogelijk de vergoeding van de kosten van beschermingsbewind wordt beëindigd zoals bepaald in de leden 5 en 6 van dit artikel.

  • 5.

    Het college maakt indien toepassing hiertoe noodzaakt, zo nodig gebruik van haar bevoegdheid om tot opheffing van het beschermingsbewind te verzoeken bij de kantonrechter.

  • 6.

    Indien wordt overgegaan tot opheffing van het beschermingsbewind, wordt met ingang van de datum waarop het beschermingsbewind wordt opgeheven, de vergoeding in het kader van de individuele bijzondere bijstand voor beschermingsbewind eveneens beëindigd.

Weigering en beëindiging

Artikel 11. Weigeren en beëindigen

  • 1.

    Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, wordt de toegang tot de integrale schuldhulpverlening geweigerd of beëindigd, indien:

    a. verzoeker of klant niet meer tot de doelgroep zoals bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregels behoort;

    b. verzoeker of klant zijn verplichtingen heeft geschonden;

    c. door verzoeker of klant, zo later is gebleken, onjuiste gegevens zijn verstrekt, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

    d. verzoeker of klant zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het traject integrale schuldhulpverlening, naar het oordeel van het college ernstig misdraagt;

    e. de integrale schuldhulpverlening door het college niet (langer) noodzakelijk wordt geacht;

    f.   het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    g. de klant zelf uitdrukkelijk verzoekt om de toegang tot de integrale schuldhulpverlening te beëindigen;

    h. verzoeker of klant is komen te overlijden;

    i.   de verzoeker of klant verhuist buiten de gemeente Kerkrade alvorens een schuldregeling tot stand is gekomen.

  • 2.

    Het college kan de toegang tot de integrale schuldhulpverlening weigeren dan wel beëindigen, als de schulden zijn ontstaan door fraude korter dan vijf jaar geleden als bedoeld in artikel 3, derde lid van de wet of verzoeker anderszins niet te goeder trouw is geweest bij het laten ontstaan of onbetaald laten van de schulden.

  • 3.

    Alvorens te besluiten tot weigeren of beëindiging, wordt verzoeker of klant één hersteltermijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 12. Herstelcontactmoment

  • 1.

    Indien schuldhulpverlening is geweigerd of beëindigd, vindt drie maanden na beëindiging of weigering een herstelcontactmoment plaats, waarbij wordt onderzocht of de factoren die hebben geleid tot de beëindiging of weigering zijn weggenomen en het traject kan worden voortgezet.

  • 2.

    Het herstelcontactmoment geldt als een laatste kans en kan slechts één maal per verzoeker / klant tot voortzetting van een reeds beëindigd of geweigerd traject leiden.

Artikel 13. Recidive- hernieuwde aanvraag toegang integrale schuldhulpverlening

  • 1.

    Indien de toegang tot de integrale schuldhulpverlening met verzoeker of klant is beëindigd, en dit te wijten is aan verzoeker of klant, wordt verzoeker of klant tot 24 maanden na de datum van de laatste beëindiging de toegang tot integrale schuldhulpverlening geweigerd, met uitzondering van het geven van informatie en advies.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 wordt de toegang tot schuldhulpverlening niet geweigerd, indien de verzoeker of klant via het herstelcontactmoment het beëindigde traject kan voortzetten.

  • 3.

    In afwijking van lid 1 kan een gezin met inwonende, minderjarige kinderen opnieuw toegang krijgen tot de integrale schuldhulpverlening, als naar het oordeel van het college de oorzaak van de tussentijdse beëindiging op grond van artikel 11 lid 1 van deze beleidsregel door middel van de benodigde hulpverlening is weggenomen.

  • 4.

    Een beëindiging is te wijten aan verzoeker of klant, indien de toegang tot de integrale schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 11 lid 1 sub b, c en d.

Overige bepalingen

Artikel 14. Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 december 2016.

Artikel 16. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels integrale schuldhulpverlening gemeente Kerkrade 2016

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeesters en wethouders van de gemeente

Kerkrade d.d. 29 november 2016.

Het college, De secretaris,

J.J.M. Som. H.J.M. Coumans .

TOELICHTING BELEIDSREGELS INTEGRALE SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE KERKRADE

ALGEMENE TOELICHTING

Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. De Wgs heeft een effectievere gemeentelijke schuldhulpverlening tot doel. Een belangrijke maatregel om dit te bereiken is het wettelijk inbedden van de taak om schuldhulpverlening aan te bieden door gemeenten. De wet verplicht de gemeenteraad eens per vier jaar een plan vast te stellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente.

In september 2015 heeft de gemeenteraad het ‘’Beleidsplan Schuldhulpverlening Kerkrade 2016-2019’’ vastgesteld. Deze beleidsregels zijn een nadere concretisering hiervan. In deze beleidsregels wordt nader geregeld wie er toegang hebben tot integrale schuldhulpverlening en wat deze toegang inhoudt. Omdat bij het bieden van schuldhulpverlening maatwerk voorop staat is niet tot op detailniveau vastgelegd welke instrumenten er ingezet kunnen worden. Een uitzondering vormen de instrumenten budgetbeheer en beschermingsbewind die nopen tot specifieke beleidsregels.

De Wgs beoogt een fundament te leggen voor de kwaliteit en toegankelijkheid van schuldhulpverlening. De gemeente borgt deze kwaliteit, voor zover mogelijk, door gebruik te maken van voldoende gekwalificeerd personeel en te werken conform de richtlijnen van het NVVK. Daarnaast is er voortdurende aandacht voor de interne werkprocessen en de klanttevredenheid en wordt bezien waar nog meer kwaliteit kan worden gerealiseerd.

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2. Doelgroep

De doelstelling van de Wet brengt mee dat toegang tot integrale schuldhulpverlening in beginsel open moet staan voor alle natuurlijke personen. Omdat de gemeente er in beginsel is voor haar eigen inwoners, is de toegang tot integrale schuldhulpverlening ook beperkt tot Nederlanders en de daaraan gelijkgestelden, die in Kerkrade wonen. Verder heeft de gemeente de toegang beperkt tot personen die 18 jaar of ouder zijn.

In de memorie van de Wgs wordt uitdrukkelijk vermeld, dat de regering van mening is dat gemeentelijke schuldhulpverlening niet toegankelijk kan zijn voor zelfstandigen met een nog functionerende onderneming. Indien het voortbestaan van de onderneming in gevaar is in verband met te hoog oplopende schulden, dan zal de zelfstandige veelal bij een bank aankloppen voor extra krediet. Mogelijk kan de zelfstandige een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Is de onderneming niet levensvatbaar en heeft de ondernemer zijn onderneming feitelijk gestaakt en zich uit laten schrijven bij de Kamer van Koophandel, dan kan hij toegang krijgen tot integrale schuldhulpverlening. Ondernemers die niet in staat zijn om de boekhouding af te ronden vanwege financiële problemen, kunnen wel al toegang krijgen tot schuldhulpverlening waarbij een oplossing via bijzondere bijstand of inzet van vrijwilligers gezocht zal worden.

 

Artikel 3. Aanbod

Schuldhulpverlening is maatwerk. In dit artikel is vastgelegd dat het aanbod van klant tot klant kan verschillen, afhankelijk van allerlei factoren. Hierdoor ontstaat een gerichte financiële dienstverlening, waarbij ondersteuning wordt geboden om te werken aan het wegnemen van oorzaken van schulden, zoals psychosociale factoren of beperkte budgetvaardigheden. De gemeente hecht waarde aan een brede en toegankelijke dienstverlening voor klanten die aan hun problemen willen werken. Voor klanten voor wie een schuldregeling niet mogelijk is, kan alternatieve dienstverlening worden ingezet, zoals het bieden van informatie en advies of hulp bij het treffen van betalingsregelingen.

Artikel 4. Aanvraag

Indien een verzoeker hulp wil bij zijn schulden, dan kan hij hierom vragen door een meldingsformulier in te vullen, te ondertekenen en in te leveren of op te sturen naar de gemeente. Als de verzoeker zich meldt bij de gemeente, in persoon of telefonisch, dan krijgt hij een meldingsformulier aangereikt. Er vindt vervolgens een dienstverleningsgesprek plaats door een klantmanager of medewerker van de ketenpartners, waarbij de zelfredzaamheidsmatrix wordt afgenomen en de hulpvraag wordt vastgesteld. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt. Na dit gesprek wordt de klant uitgenodigd voor een intakegesprek en een informatiebijeenkomst, tenzij op voorhand duidelijk is dat er alleen informatie en advies nodig is. De klant kan in dit geval wel op vrijwillige basis deelnemen aan de infosessie. De infosessie is bedoeld om klanten te begeleiden tijdens de intakefase en tegelijkertijd financiële vaardigheden te vergroten om de kans op het tot stand komen van een succesvol schuldhulpverleningstraject wordt vergroot. Na het intakegesprek beslist het college of de verzoeker toegang verleend wordt of niet. De verzoeker ontvangt hierover een beschikking. Wordt hem toegang verleend, dan start direct het traject integrale schuldhulpverlening.

Artikel 5. Verloop van het traject

Het verloop van het traject wordt vastgelegd in het plan van aanpak. Tijdens het traject kan de klant volgen in welke fase zijn traject zit. Wanneer naar een volgende fase wordt overgegaan, vindt er een gesprek plaats tussen de klantmanager en de klant. In dit gesprek praat de klantmanager de klant bij over het verloop van het traject. Ook krijgt de klant inzicht welke fasen hij afgerond heeft, welke hij nog zal doorlopen om het eindresultaat te bereiken en hoe lang dit mogelijk gaat duren.

Artikel 6. Wachttijden

Het langdurig moeten wachten op schuldhulpverlening zorgt voor een gebrek aan motivatie bij de klant, maar ook voor oplopende schulden waardoor het traject verder wordt bemoeilijkt. Doordat klanten direct met hun hulpvraag een gesprek kunnen aangaan met de klantmanager of ketenpartner, wordt de wachttijd kort gehouden.

Artikel 7. Inlichtingenplicht

Voor schuldhulpverlening is een grote hoeveelheid informatie benodigd. De wet SUWI is (nog) niet van toepassing op de gemeentelijke schuldhulpverlening, waardoor systemen als SUWI-net niet geraadpleegd mogen worden. De klant moet hierdoor actief alle benodigde informatie aanleveren. Waar mogelijk kan gebruik worden gemaakt van gegevens die reeds bij de gemeente bekend zijn, nadat de klant hier toestemming voor heeft gegeven.

Artikel 8. Medewerkingsplicht

In dit artikel is een niet uitputtende opsomming van benodigde medewerking opgenomen. De specifieke verplichtingen zullen in het plan van aanpak worden opgenomen.

Artikel 9. Budgetbeheer

In dit artikel worden de verschillende vormen van budgetbeheer beschreven. Er gelden maximale doorlooptijden, omdat budgetbeheer in principe een tijdelijk instrument betreft. Het college kan hiervan afwijken, indien bij een heronderzoek is komen vast te staan dat er nog steeds een noodzaak voor budgetbeheer aanwezig is. Er wordt gestuurd op door- en uitstroom van klanten zonder schuldhulpverleningstraject. Van klanten met leervermogen wordt verwacht, dat ze stappen zetten om te komen tot vermindering van dienstverlening. De toegang tot budgetbeheer wordt voor minimaal een jaar ontzegd, als de klant verwijtbaar niet heeft voldaan aan de voorwaarden of zelf om beëindiging van budgetbeheer heeft gevraagd.

Enkel in het geval er sprake is van een gezin met inwonende minderjarige kinderen, kan het college hiervan afwijken. Dit kan echter alleen als naar het oordeel van het college dit gezin middels reguliere hulpverlening zich wel kan houden aan de overeenkomst budgetbeheer en budgetbeheer nog steeds een passend instrument is gezien de hoogte van het inkomen van de klant.

Budgetbeheer is ook toegankelijk voor personen voor wie geen schuldhulpverlening (meer) wordt geboden, indien budgetbeheer dient als voorliggende voorziening voor beschermingsbewind. Ook in dit geval dient wel afbouw naar zelfredzaamheid plaats te vinden en kan de voorziening gedurende maximaal vijf jaar worden ingezet.

Artikel 10. Beschermingsbewind

Steeds meer mensen worden onder (beschermings)bewind gesteld, waarbij de gemeente de kosten via bijzondere bijstand moet betalen. Deze voorziening kan alleen worden ingezet indien duidelijk is, dat er geen alternatief bestaat in een of meerdere andere voorzieningen. Voor de huidige groep klanten zal in 2016 of 2017 een heronderzoek plaatsvinden, waarbij een gewenningsperiode van drie maanden volgt indien de vergoeding wordt beëindigd. Deze gewenningsperiode in nodig in het kader van het rechtszekerheidsbeginsel.

Artikel 11. Weigeren en beëindigen

In dit artikel wordt beschreven wanneer de toegang tot de integrale schuldhulpverlening wordt geweigerd, dan wel beëindigd. Hoewel de gemeente de toegang tot integrale schuldhulpverlening voor zoveel mogelijk burgers wil openstellen, zijn er ook situaties waarin de gemeente iemand de toegang wil ontzeggen c.q. de integrale schuldhulpverlening wil beëindigen.

Indien verzoeker of klant niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 7 en 8, wordt de toegang tot de integrale schuldhulpverlening geweigerd, dan wel beëindigd. Alvorens hiertoe te besluiten, biedt het college aan verzoeker of klant eenmaal een hersteltermijn om alsnog de gevraagde informatie te verstrekken of medewerking te verlenen. In dit artikel is bewust geen termijn opgenomen. De aan verzoeker of klant gegunde termijn dient een redelijke te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt af van het type verplichting. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de integrale schuldhulpverlening.

Artikel 12. Herstelcontactmoment

Bij het beëindigen of weigeren van de schuldhulpverlening nemen we actief contact op met de klant drie maanden na de beëindiging. Het maakt hierbij niet uit of het traject succesvol is beëindigd of voortijdig of verwijtbaar is beëindigd of geweigerd. Bij succesvolle trajecten is het herstelcontactmoment belangrijk om te controleren of de klant nog een stabiele financiële situatie heeft. Bij voortijdig geweigerde of beëindigde traject functioneert het herstelcontactmoment als een laatste-kans-beleid. De klant heeft hierdoor de mogelijkheid om te leren van zijn fouten zonder direct met een uitsluitingsperiode van 24 maanden te maken te krijgen. Het herstelcontactmoment is een eenmalige optie.

Artikel 13. Recidive – hernieuwde aanvraag toegang integrale schuldhulpverlening

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten/contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Naast een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid van de klant leidt het recidivebeleid er ook toe, dat de beschikbare formatie en tijd efficiënt worden ingezet. Er wordt voorkomen dat dienstverlening opnieuw wordt geboden, terwijl er niet of nauwelijks uitzicht is op verbetering.

Voor gezinnen met inwonende, minderjarige kinderen kan een uitzondering op deze weigeringsgrond worden gemaakt. Zij kunnen opnieuw toegang krijgen tot de integrale schuldhulpverlening, mits naar het oordeel van het college de oorzaak van de tussentijdse beëindiging op grond van artikel 11 lid 1 van deze beleidsregel door middel van reguliere hulpverlening is weggenomen. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening, telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten daaromtrent voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.

Artikel 14. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 16. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.