Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Coevorden

Verordening reclamebelasting Coevorden 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCoevorden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening reclamebelasting Coevorden 2017
CiteertitelVerordening reclamebelasting Coevorden 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet artikel 227

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201701-01-2018nieuwe regeling

08-11-2016

Elektronisch gemeenteblad dd 15-12-2016

2016/1330

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening reclamebelasting Coevorden 2017

No. 2016/1330

De raad van de gemeente Coevorden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlagenr. 1330;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting gemeente Coevorden 2017.

(Verordening reclamebelasting Coevorden 2017)

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel verstaat onder:

 

  • 1.

    openbare aankondigingen: elke tot het publiek gerichte mededeling waarmee beoogd wordt reclame te maken dan wel aandacht te trekken voor een product, een dienst of een bedrijf.

  • 2.

    reclameobject: een openbare aankondiging, in letters, symbolen, logo of kleuren, of een combinatie daarvan, of een reclamevoorwerp, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • 3.

    maand: een kalendermaand;

  • 4.

    jaar: een kalenderjaar;

  • 5.

    exploitant: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • 6.

    tussenpersoon: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in een vaste betrekking staat;

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage 1, een directe belasting geheven voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

 

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondigingen worden aangetroffen.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van aankondigingen die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting ter zake van een openbare aankondiging, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon zijn gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende en onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

Artikel 4 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor:

 

  • 1.

    het hebben van openbare aankondigingen, waarvan de aanwezigheid ingevolge wettelijk voorschrift moet worden gedoogd;

  • 2.

    de door de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB of een overeenkomstig lichaam aangebrachte of geplaatste openbare aankondigingen uitsluitend ten behoeve van een vlotte doorstroming van het verkeer of ten dienste van openbare ruimten;

  • 3.

    openbare aankondigingen, die uitsluitend het openbaar belang dienen;

  • 4.

    openbare aankondigingen, die door publiekrechtelijke rechtspersonen zijn aangebracht of geplaatst, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van aan dit orgaan opgedragen publiekrechtelijke taak.

  • 5.

    openbare aankondigingen, die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen. Hierbij dient de organisatie, niet zijnde een (semi-)overheid, door de Rijksbelastingdienst te zijn aangewezen als een algemeen nut beogende instelling (ANBI).

  • 6.

    openbare aankondigingen binnen het inwendig gedeelte van een bedrijf of een gedeelte daarvan, welke niet zijn gericht op het zichtbaar zijn vanaf de openbare weg;

  • 7.

    openbare aankondigingen bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de verkopen of verhuurde zaak;

  • 8.

    openbare aankondigingen op, aan of bij een mobiele onderzoeksunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend, gedurende dat gebruik en voor zover de openbare aankondigingen betrekking hebben op het bevolkingsonderzoek;

  • 9.

    openbare aankondigingen op bouwterreinen voor zover deze rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

 

  • 1.

    Het tarief bedraagt, voor vanaf de openbare weg zichtbare openbare aankondigingen, per jaar:

    • a.

      1 t/m 3 openbare aankondigingen € 440,85;

    • b.

      4 en meer openbare aankondigingen € 605,90.

  • 2.

    Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen reclamebelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

 

  • 1.

    Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    De reclamebelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, bedraagt de belasting zoveel twaalfden van het over een jaar verschuldigde bedrag als er na aanvang van de belastingplicht nog volle maanden van het kalenderjaar resteren.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt op verzoek van belastingplichtige ontheffing verleent over zoveel twaalfde gedeelten van het over een jaar verschuldigde bedrag als er na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden van het belastingtijdvak resteren, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

Artikel 8 Termijnen van betaling

 

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in één termijn, welke vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 1.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de aanslag door middel van automatische betalingsincasso kan worden afgeschreven, de aanslag moet worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting nadere regels stellen.

Artikel 11 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

 

  • 1.

    De ‘Verordening Reclamebelasting Coevorden 2016’ vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Besluiten van het college tot het vaststellen van nadere regels en beleidsregels, die genomen zijn ter uitvoering van bepalingen van de ingetrokken verordening, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening reclamebelasting Coevorden 2017’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 november 2016.

De raad voornoemd,

B.J. Bouwmeester, J. Kuipers-Meijering,

voorzitter griffier

Bijlage 1 bij de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting gemeente Coevorden 2017.

 

Als aangewezen gebied, bedoeld in artikel 2 van de Verordening reclamebelasting Coevorden 2017, geldt het onderstaande.

Het gebied omvat de wegen, welke gelegen zijn binnen de rode markerende lijn:

Aleida Kramerstraat, Aleida Kramersingel, Arsenaal, Bakkersteeg, Bentheimerstraat, Botersteeg, Burg. van der Lelysingel, Burg. Gautiersingel, Coehoornstraat, Dwenger, E D S plein, Eendrachtstraat, Emmastraat, Friesestraat, Gasthuisstraat, Haven, Kasteel, Keizersgracht, Kerkstraat, Koewegje, Koesteeg, Kromme Elleboog, Markt, Melkkade, Musket, Meindert vd Thijnensingel, Molenbelt, Molenstraat, Oostersingel, Oosterstraat, Parallelweg, Princestraat, Rikkerstraat, Rijnsestraat, Sallandsestraat, Schoolstraat, Sint Jansstraat, Spoorhavenstraat, Spoorsingel, Stationsplein, Stoomstraat, Tuinstraat, van Heutszsingel, Weeshuisstraat en de Wilhelminasingel.

 

 

 

 

 

 

Behoort bij raadsbesluit van 8 november 2016.

De griffier,