Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke
leefomgeving/omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
2.1.1.1 | Aanlegkosten: |
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve
voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische
installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren
werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de
aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de
werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder
aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het
economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken
of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; |
2.1.1.2 | bouwkosten: |
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve
voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische
installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren
werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten
die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve
van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken,
exclusief omzetbelasting. |
Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder
bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het
economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot
stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking
heeft; |
2.1.1.3 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn
omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens
de Wabo bedoeld. |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de
Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op
activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander
wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde
betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling
conceptaanvraag | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | |
2.2.1 | tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen
van een indicatie of een voorgenomen project in het kader
van de Wabo vergunbaar is: | |
2.2.1.1 | als de geraamde bouwkosten niet meer bedragen dan €
10.000,-- | € 167,70 |
2.2.1.2 | als de geraamde bouwkosten meer bedragen dan €
10.000,-- | € 279,50 |
2.2.1.3 | als alleen aan de welstand wordt getoetst | € 46,80 |
| | |
| | |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor
een project: de som van de verschuldigde leges voor de
verschillende activiteiten of handelingen waaruit het
project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag
betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra
toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden
uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het
bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In
afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit,
handeling of andere grondslag een legesbedrag worden
gevorderd. | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten,
Bouwbesluit/Bouwverordening | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de
Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de
andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is
van de in die onderdelen bedoelde activiteiten voor de
toetsing van de aanvraag aan het Bouwbesluit en
Bouwverordening: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen: | 2,29% |
van de bouwkosten, maar met een minimum van € 219,-- |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: | 1,91% |
van de bouwkosten, maar met een minimum van € 4.580,-- |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000
bedragen: | 1,76% |
van de bouwkosten maar met een minimum van € 9.550,-- |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000
bedragen: | 1,68% |
van de bouwkosten, maar met een minimum van € 17.600,-- |
2.3.1.1.5 | indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000
bedragen: | 1,61% |
van de bouwkosten, maar met een minimum van € 33.600,-- |
2.3.1.1.6 | indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: | 1,53% |
van de bouwkosten, maar met een minimum van € 80.500,-- en
een maximum van € 161.000,-- |
2.3.1.a | Bestemmingsplan | |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft
op | |
een bouwactiviteit en toetsing aan het bestemmingsplan moet
plaats | |
vinden wordt het overeenkomstig sub onderdeel 2.3.1.1.
berekende | |
bedrag verhoogd met een tarief van: | |
2.3.1.1.a | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft
op | |
een bouwactiviteit en toetsing aan het Bouwbesluit moet
plaats- | |
vinden, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1.a | indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen van de
bouwkosten | 0,76% |
2.3.1.1.2.a | indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen van de
bouwkosten | 0,64% |
2.3.1.1.3.a | indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen van
de bouwkosten | 0,59% |
2.3.1.1.4.a | indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen
van de bouwkosten | 0.56% |
2.3.1.1.5.a | indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen
van de bouwkosten | 0,54% |
2.3.1.1.6.a | indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen van de
bouwkosten | 0,51% |
2.3.1.2 | Welstandstoets | |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft
op een bouwactiviteit en toetsing aan welstandcriteria moet
plaatsvinden wordt het overeenkomstig subonderdeel 2.3.1.1
of 2. berekende bedrag verhoogd met: | |
2.3.1.2.1 | In geval van geraamde bouwkosten van € 1,-- tot en met €
500.000,-- plus van het gedeelte van de bouwsom | 1,9‰ met minimum van € 48,-- |
| In geval van geraamde bouwkosten van € 500.001,-- tot en met
€ 1.000.000,-- plus van het gedeelte van de bouwsom | 1.2‰ |
| In geval van geraamde bouwkosten van € 1.000.001,-- tot en
met € 2.500.000,-- plus van het gedeelte van de bouwsom | 0,8‰ |
| In geval van geraamde bouwkosten van € 2.500.001,-- tot en
met € 5.000.000,-- plus van het gedeelte van de bouwsom | 0,5‰ |
| Van € 5.000.001,-- en meer | 0,25‰ |
2.3.1.2.2 | voor woningbouw van één en hetzelfde type welke in één
complex | |
worden uitgevoerd: | |
| complexen van 1 t/m 5 gelijke woningen: tarief volgens
subonderdeel 2.3.1.2.1; | |
| complexen van 6 t/m 10 gelijke woningen: tarief volgens
subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 5 woningen; | |
| complexen van 11 t/m 20 gelijke woningen: tarief volgens
subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 6 woningen; | |
| complexen van 21 t/m 30 gelijke woningen: tarief volgens
subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 8 woningen; | |
| complexen van 31 t/m 40 gelijke woningen: tarief volgens
subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 10 woningen; | |
| complexen van 41 t/m 50 gelijke woningen: tarief volgens
subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 12 woningen; | |
| etage-, galerijwoningen en dergelijke worden als één
bouwblok | |
beschouwd. Het tarief wordt dan berekend naar de totale
bouwsom | |
van het bouwblok. | |
2.3.1.2.3 | integrale advisering | |
welstand + 1 extra discipline: 1,8 x het tarief genoemd in
subonderdeel 2.3.1.2.1; | |
welstand + meerdere extra disciplines: 2,2 x het tarief
genoemd in subonderdeel 2.3.1.2.1; | |
2.3.1.2.4 | formele behandeling en verslaglegging adviezen vooroverleg
bouw- en verbouwplannen het hier genoemde bedrag wordt
verrekend bij de aanvraag waarvoor een omgevingsvergunning
betrekking hebbende op een bouwactiviteit moet worden
verleend; | € 103,55 |
2.3.1.2.5 | onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt
het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat
onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het
bouwplan en daarvoor een nieuwe (extra) welstandstoets
noodzakelijk is: | € 46,60 |
2.3.1.3 | Achteraf ingediende aanvraag | |
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt
het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag
wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de
bouwactiviteit: | 150% |
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges | |
| met een minimum van | € 342,00 |
2.3.1.4 | Beoordeling aanvullende gegevens | |
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt
het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende
gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel
bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: | € 0,00 |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de
Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de
andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is
van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | € 255,50 |
2.3.2.1 | Als de aanvraag betrekking heeft op een aanlegactiviteit
waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend met
toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º
(binnenplanse afwijking) en 2º (buitenplanse kleine
afwijking), van de Wabo, wordt het bedrag genoemd onderdeel
2.3.2 verhoogd met: | € 352,80 |
2.3.2.2 | Als de aanvraag betrekking heeft op een aanlegactiviteit
waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend met
toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo
(tijdelijke afwijking), wordt het bedrag genoemd onderdeel
2.3.2 verhoogd met: | € 452,60 |
2.3.2.3 | Als de aanvraag betrekking heeft op een aanlegactiviteit
waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend met
toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo (buitenplanse afwijking), wordt het bedrag
genoemd onderdeel 2.3.2 verhoogd met: | € 5.934,70 |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is
van een bouwactiviteit | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en
tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het
tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het
bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien
tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde
activiteiten: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 195,10 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 195,10 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 5.934,70 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking): | € 294,80 |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 294,80 |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 294,80 |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 294,80 |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 294,80 |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is
van een bouwactiviteit | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en
niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 352,90 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 352,90 |
2.3.4.2.1 | onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.4.2 bedraagt
het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag
wordt ingediend voor een persoonsgebonden ontheffing
permanente bewoning recreatiewoningen volgens artikel 5,
tiende lid, bijlage II, van het Bor | € 1.090,00 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 5.934,70 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking) | € 452,60 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 118,90 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 452,60 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 452,60 |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 452,60 |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot
brandveiligheid | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo,
bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere
onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de
in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 61,60 |
2.3.5.1.1 | dit bedrag wordt verhoogd voor bouwwerken en inrichtingen
met een gebruiksoppervlakte: | |
2.3.5.1.1.1 | tot maximaal 1.000 m2, per m2 | € 0,70 |
2.3.5.1.1.2 | van 1.001 tot en met 2.500 m2 | € 802,55 |
2.3.5.1.1.3 | van 2.501 tot en met 5.001 m2 | € 988,95 |
2.3.5.1.1.4 | 5.001 m2 en meer | € 1.047,90 |
Vermeerderd met € 32,25 per 1.000 m2 of een
gedeelte daarvan boven 5.000 m2 |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of
beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met
betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit
als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo
met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of
de Erfgoedverordening Berkelland 2010 aangewezen monument,
waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel
10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen
bedoelde activiteiten : | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht
wijzigen van een monument: | € 44,50 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een
monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in
gevaar gebracht: | € 44,50 |
2.3.6.1.3 | Indien een activiteit als bedoeld in subonderdeel 2.3.6.1
slechts herstel van cultuurhistorische waarden betreft,
worden geen leges geheven bedoeld in de subonderdelen
2.3.6.1.1 en 2.3.6.1.2 | |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een
bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen
van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of
de Erfgoedverordening Berkelland 2010 aangewezen stads- of
dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c,
van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale
verordening of artikel 17, tweede lid, van die gemeentelijke
verordening een vergunning of ontheffing is vereist,
bedraagt het tarief: | € 44,50 |
2.3.6.3 | Indien een activiteit aan een beschermd (rijks)monument of
bij verordening aangewezen (gemeentelijk)monument, bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, om reden
van de beschermde status vergunning plichtig is, wordt geen
leges geheven over (het gedeelte van) de bouwkosten bedoeld
in de onderdelen 2.3.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.6 van de
activiteit dat slechts restauratief herstel van
cultuurhistorische waarden betreft. | |
2.3.6.4 | Indien een activiteit in een beschermd stads- of
dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h,
van de Wabo, om reden van ligging vergunning plichtig is,
wordt geen leges geheven als bedoeld in onderdeel 2.3.1 van
de activiteit dat buiten een beschermd stads- en
dorpsgezicht zonder omgevingsvergunning mag
plaatsvinden. | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in
beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een
bouwwerk bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de
andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is
van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan,
beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald,
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of
waarvoor op grond van een provinciale verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | € 255,55 |
2.3.7.1.2 | in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de
Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist,
bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van
de Wabo, | € 255,55 |
2.3.7.2 | Asbesthoudende materialen | € 0,00 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.2 bedraagt
het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag
betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een
asbesthoudend product aanwezig is: |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van
een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van
een weg waarvoor op grond van een bepaling in een
provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene
plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is
vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid,
onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het
bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien
tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde
activiteiten : | € 255,55 |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben,
veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg
waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale
verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke
verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als
bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van
de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de
andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is
van de in die onderdelen bedoelde activiteiten : | € 140,60 |
2.3.10 | Kappen | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen
vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling
in een provinciale verordening of artikel 3 lid 1 van de
Omgevingsverordening bijzondere bomen en structuren 2010 een
vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt
het tarief voor onverminderd het bepaalde in de andere
onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de
in die onderdelen bedoelde activiteiten : | |
2.3.10.1 | houtopstanden vallend binnen een groep als bedoeld in
artikel 1 van | |
de Bomenverordening, tot 5 bomen | € 170,20 |
2.3.10.2 | houtopstanden vallend binnen een groep als bedoeld in
artikel 1 van de Bomenverordening, meer dan 5 bomen | € 255,55 |
2.3.10.3 | alle overige houtopstanden | € 84,95 |
2.3.11 | Niet opgenomen | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een
beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het
natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor
de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid,
van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief
onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen
bedoelde activiteiten : | € 44,50 |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van
projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats
en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel
19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | € 44,50 |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en
Faunawet | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling
waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora-
en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen
bedoelde activiteiten | € 44,50 |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van
een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of
handeling: | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief
onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen
bedoelde activiteiten: | € 0,00 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke
verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke
leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft | € 140,55 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening
betreft | € 140,55 |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van
een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen
plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het
verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste
fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de
aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het
verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede
fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de
aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport/archeologie | |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk
voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een
bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 276,90 |
2.3.16.1.1 | voor de beoordeling van de gesteldheid van de bodem, als de
informatie al bij de gemeente bekend is | € 41,75 |
2.3.16.2 | Archeologie | |
2.3.16.2.1 | de beoordeling van de archeologische verwachtingswaarde op
basis van de archeologische beleidsadvieskaart van
Berkelland | € 41,75 |
2.3.16.2.2 | de beoordeling van een Plan van Aanpak inzake archeologisch
(voor)onderzoek | € 156,50 |
2.3.16.2.3 | de beoordeling van een bureauonderzoek en inventariserend
veldonderzoek die voortvloeien uit archeologisch onderzoek
op grond van de Erfgoedwet | € 313,00 |
2.3.16.2.4 | de beoordeling van een proefsleuvenonderzoek, archeologische
begeleiding of een opgraving die voortvloeien uit
archeologisch onderzoek op grond van de Erfgoedwet | € 469,50 |
2.3.17 | Wet geluidhinder | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een
omgevingsvergunning slechts kan worden afgehandeld wanneer
een procedure hogere grenswaarde op grond van de Wet
geluidhinder moet worden gevolgd | € 452,60 |
2.3.18 | Advies | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of
algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan of
andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of
het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het
in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van
een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.18.2 | Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.18.1 is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de
vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor
deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.19 | Overige | |
2.3.19.1 | Als voor het in behandeling nemen van een verzoek om
bestemmingsplanherziening of –wijziging, afwijking of
project extern advies moet worden ingewonnen en/of daarvoor
een wettelijke bekendmaking is vereist, worden de daarvoor
geraamde kosten in rekening gebracht. Deze kosten worden
vooraf aan de aanvrager meegedeeld door middel van een
begroting, die ter zake door of vanwege het college van
burgemeester en wethouders wordt opgesteld. | |
2.3.19.2 | Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.19.1 is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de
vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor
deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
Indien de geraamde kosten hoger zijn dan de werkelijke
kosten wordt voor het verschil teruggaaf verleend. | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | |
2.4.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit
en is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of
beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk
2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden
de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de
conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de
leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de
omgevingsvergunning bedoeld in de subonderdelen 2.3.1.1.1
tot en met 2.3.1.1.6. of de subonderdelen 2.3.1.1.1.a tot en
met 2.3.1.1.6.a. | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten. | |
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning voor een project dat geheel of
gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1,
2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 intrekt terwijl deze reeds in
behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak
op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf
bedraagt: | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van
één maand na het in behandeling nemen ervan van de op grond
van die onderdelen voor de betreffende activiteit
verschuldigde leges; | 75% |
2.5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip
dan in subonderdeel 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling
nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de
betreffende activiteit verschuldigde leges; | 50% |
2.5.1.3 | indien de aanvraag, omwille van de behandelingstermijn,
wordt ingetrokken en de aanvraag, binnen 3 maanden na
intrekking, wordt opgevolgd door een nieuwe aanvraag, wordt
een teruggaaf verleend van de op grond van die onderdelen
voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | 100% |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | 50% |
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-,
aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen
2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 intrekt op aanvraag van de
vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een
deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24
maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning
geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op
grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit
verschuldigde leges. |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een
omgevingsvergunning | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat
geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2,
2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van
een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op
grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit
verschuldigde leges. | 50% |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf | |
Een bedrag minder dan € 225,00 wordt niet teruggegeven. | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies | |
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdeel 2.3.17
wordt geen teruggaaf verleend. | |
| | |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning | |
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid,
onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing
is: | € 0,00 |
| | |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg
van wijziging project |
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als
gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe
wijziging in het project: | € 177,10 | | | |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder
activiteiten | | | | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke
ordening | € 9.918,60 | | | |
2.8.1.1 | Het tarief genoemd in onderdeel 2.8.1 bedraagt | € 4.959,30 | | | |
als de gevraagde herziening niet door de gemeenteraad in
procedure wordt gebracht | | | |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet
ruimtelijke ordening | € 5.937,70 | | | |
Hoofdstuk 9 vervallen | | | | |
| | | | | |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde
beschikking | | | | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde
beschikking: | € 44,50 | | | |