Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leiden

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent minder werken Regeling minder werken gemeente Leiden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeiden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent minder werken Regeling minder werken gemeente Leiden
CiteertitelRegeling minder werken gemeente Leiden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling eindigt op 1 mei 2018.

De regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-11-201601-05-2018nieuwe regeling

15-11-2016

Stadskrant, 01-02-2018

.

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent minder werken Regeling minder werken gemeente Leiden

In het kader van een generatiepact als bedoeld in de Cao gemeenten 2013-2015.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

 

  • 1.

    ambtenaar: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling sector Gemeenten (CAR) die in vaste dienst is aangesteld en onder de werking van de CAR valt.

  • 2.

    deze regeling: de “Regeling minder werken gemeente Leiden”.

  • 3.

    formele arbeidsduur: de arbeidsduur per week volgens de aanstelling;

  • 4.

    functieschaal : de functieschaal in de zin van artikel 1:1 CAR.

  • 5.

    verminderde arbeidsduur: de arbeidsduur per week zoals die voor de ambtenaar is vastgesteld op grond van deze regeling; salaris: het salaris in de zin van artikel 1:1 CAR, naar evenredigheid van de formele arbeidsduur.

Artikel 2 Voorwaarden deelname

 

  • 1.

    De arbeidsduur per week van een ambtenaar van 60 jaar of ouder die daartoe een aanvraag heeft ingediend, wordt, met behoud van zijn formele arbeidsduur, verminderd met ten hoogste 40% van zijn formele arbeidsduur, tenzij een zwaarwegend dienstbelang zich daartegen verzet.

  • 2.

    Van een zwaarwegend dienstbelang als bedoeld in het eerste lid is in ieder geval sprake als toekenning van de aanvraag leidt tot ernstige problemen: a. voor de bedrijfsvoering bij herbezetting van de vrijgekomen uren; b. op het gebied van veiligheid; of c. van rooster technische aard.

  • 3.

    De ambtenaar komt slechts in aanmerking voor een verminderde arbeidsduur als de duur van het ambtelijk dienstverband bij de gemeente Leiden bij ingang van de vermindering tenminste 5 jaar bedraagt.

  • 4.

    Als de formele arbeidsduur van de ambtenaar na 30 juni 2015 structureel is verhoogd, vindt deze regeling geen toepassing.

  • 5.

    De verminderde arbeidsduur bedraagt tenminste 60% van een volledige betrekking, zoals bedoeld in artikel 1:1 CAR, zijnde 21,6 uur.

  • 6.

    De vermindering van de arbeidsduur vangt niet eerder dan drie maanden en niet later dan zes maanden na de aanvraag daartoe van de ambtenaar aan, doch uiterlijk voor het einde van de looptijd van deze regeling. De verminderde arbeidsduur blijft van kracht gedurende de resterende looptijd van de aanstelling doch uiterlijk tot het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd en wordt niet meer tussentijds ingetrokken, behoudens de mogelijkheid op grond van deze regeling de verminderde arbeidsduur verder te verminderen of wanneer gebruikgemaakt wordt van de regeling Eerder stoppen met werken gemeente Leiden.

Artikel 3 Inhouding salaris en verdeling pensioenpremies

 

  • 1.

    Over de uren die het wekelijks verschil vormen tussen de formele arbeidsduur en de verminderde arbeidsduur wordt op het salaris een inhouding gepleegd van 50%.

  • 2.

    De pensioenpremie van de werknemer en van de werkgever wordt berekend over het oorspronkelijke salaris met toelagen (100% pensioenopbouw). Als de werknemer ook vervroegd pensioen (ABP Keuzepensioen) opneemt, dan is 100% pensioenopbouw over het oorspronkelijke salaris niet toegestaan. De pensioenpremies worden zowel door werkgever als door werknemer betaald in de normale verhouding zoals die door het ABP wordt vastgesteld.

  • 3.

    Het verhaal van de werknemersdeel vindt maandelijks plaats op het salaris van de ambtenaar.

Artikel 4 Toelagen

 

  • 1.

    De vakantietoelage als bedoeld in artikel 6:3 van de CAR-UWO, de eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 3:18a van de CAR-UWO en de levensloopbijdrage als bedoeld in artikel 6a:7 van de CAR-UWO worden bepaald naar evenredigheid van het salaris waarop de inhouding wegens verminderde arbeidsduur is gepleegd.

  • 2.

    Een toelage op grond van hoofdstuk 3 van de CAR-UWO en de toelage overgangsrecht H3 worden bepaald naar evenredigheid van het salaris waarop de inhouding wegens verminderde arbeidsduur is gepleegd. Wanneer aan een ambtenaar, voor wie een verminderde arbeidsduur van toepassing wordt, reeds een toelage als bedoeld in het tweede lid is toegekend, wordt deze toelage verlaagd overeenkomstig het tweede lid.

Artikel 5 Stimuleringsbonus

Aan de ambtenaar wordt, bij deelname aan deze regeling in de eerste maand van deelname een netto stimuleringsbonus toegekend. De hoogte van deze stimuleringsbonus is afhankelijk van de functieschaal waarin de ambtenaar is aangesteld op peildatum 1 mei 2016. Wanneer de functieschaal hoger is dan salarisschaal 6 bedraagt de stimuleringsbonus € 750,-- netto bij een fulltime dienstverband. Bij een functieschaal van salarisschaal 6 of lager bedraagt de stimuleringsbonus € 1.500,-- netto bij een fulltime dienstverband. Voor deeltijders wordt de bonus naar rato berekend.

Artikel 6 Vakantieverlof

De duur van de vakantie wordt bepaald naar evenredigheid van de omvang van de verminderde arbeidsduur.

Artikel 7 Boventalligheid, ziekte en ontslag

 

  • 1.

    Als de ambtenaar voor wie een verminderde arbeidsduur geldt boventallig wordt, wordt er overeenkomstig de bepalingen van de CAR-UWO een Van werk naar Werktraject gestart gericht op de omvang van de verminderde arbeidsduur.

  • 2.

    Als de ambtenaar voor wie een verminderde arbeidsduur geldt ziek is, dan wordt het recht op doorbetaling zoals bepaald in artikel 7:3 van de CAR-UWO berekend over het salaris en de toegekende salaristoelage(n), met dien verstande dat de ambtenaar nooit een hoger bedrag doorbetaald krijgt dan hij op grond van deze regeling betaald zou hebben gekregen, als hij niet ziek zou zijn geweest. De re-integratie bij ziekte richt zich op de omvang van de verminderde arbeidsduur.

  • 3.

    Als aan de ambtenaar voor wie een verminderde arbeidsduur geldt ontslag wordt verleend anders dan op diens verzoek en zonder dat dit aan hem te wijten is, dan wordt bij dit ontslag ter beoordeling van het bevoegd gezag naar redelijkheid een ontslagvergoeding toegekend voor zover als gevolg van de vermindering van de arbeidsduur nadeel optreedt voor de uitkering(en) wegens werkloosheid of arbeidsongeschiktheid waarop de ambtenaar recht heeft als gevolg van dit ontslag.

Artikel 8 Hardheidsclausule

 

  • 1.

    In gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, kan het college een bijzondere regeling treffen.

  • 2.

    Dwingende bepalingen in hogere wet- en regelgeving prevaleren boven de bepalingen in deze regeling.

  • 3.

    Wijzigingen in de hogere wet- en regelgeving werken direct door in deze regeling.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling minder werken gemeente Leiden”

Artikel 10 Werkingsduur

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2016 en eindigt met ingang van 1 mei 2018, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de ambtenaar voor wie op grond van deze regeling een verminderde arbeidsduur geldt.