Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bodegraven-Reeuwijk

Nadere regels voor de markten van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBodegraven-Reeuwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels voor de markten van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2012
CiteertitelNadere regels voor de markten van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpmarkt
Externe bijlageBranchelijst markt Bodegraven en Reeuwijk 2012

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 160
  2. Marktverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2011, art. 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2012Nieuwe regeling

20-03-2012

Onbekend

Z-11-07111

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels voor de markten van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2012

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

 

gelet op artikel 160, eerste lid, sub h Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2012;

 

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van de Marktverordening Bodegraven-Reeuwijk 2012 en een ordelijk verloop van de markten;

 

besluit:

 

  • I.

    vast te stellen de:

     

    Nadere regels voor de markten van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2012

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2012 gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op deze nadere regels.

Artikel 2 Dag, plaats en tijdstip van de markt

  • 1.

    De markten worden, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel, gehouden op:

    • a.

      de weekmarkt in Bodegraven wordt gehouden op dinsdag op het Raadhuisplein van 8.00 - 12.30 uur;

    • b.

      de weekmarkt in Reeuwijk-Brug wordt gehouden op woensdag op De Lange Krag van 8.00 - 16.00 uur.

  • 2.

    De markt kan op grond van dringende redenen, dit ter beoordeling van het college in afwijking van het eerste lid, tijdelijk plaatsvinden op een andere dag, op een andere tijd, op een andere plaats, dan wel geheel worden afgelast.

  • 3.

    Geen markt wordt gehouden op Eerste en Tweede Kerstdag, Nieuwjaarsdag en Koninginnedag.

Artikel 3 Afgelasting markt

Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, weersinvloeden, calamiteiten e.d., de orde op de markt kunnen verstoren, er direct gevaar dreigt voor de vergunninghouder, marktbezoekers en/of objecten in de nabijheid van het marktterrein waardoor de openbare orde in gevaar komt of schade kan worden toegebracht aan derden, kan het college besluiten:

  • 1.

    de vergunninghouder te verplichten de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te treffen, de markt anders op te stellen c.q. in te richten;

  • 2.

    de markt niet te laten aanvangen;

  • 3.

    de markt onmiddellijk te beëindigen.

Artikel 4 Inrichting van de markt en branchering

  • 1.

    Het aantal standplaatsen alsmede de opstelling en indeling van de markt is vastgelegd zoals aangegeven op de bij deze nadere regels behorende inrichtingstekening.

  • 2.

    De afmeting van een standplaats is bepaald op 4 x 2,5 meter (10 m2).

  • 3.

    Het college kan bij toewijzing van de plaatsen afwijken van de standaard maten.

  • 4.

    De branchering alsmede het maximum aantal vergunninghouders per branche is vastgesteld per markt, zoals aangegeven op de bij deze nadere regels behorende branchelijst.

Hoofdstuk II Vergunningen

Artikel 5 Vergunning

Een vaste vergunning vermeldt in ieder geval:

  • 1.

    de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • 2.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

  • 3.

    de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

  • 4.

    het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

  • 5.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend;

  • 6.

    of een vergunninghouder kook-, bak- en verwarmingsapparatuur en/of geluidsapparatuur gebruikt;

  • 7.

    een aanduiding van de markt waarvoor de vergunning geldt.

Artikel 6 Indieningvereisten

  • 1.

    Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking, een handelingsbekwaam natuurlijk persoon, die schriftelijk een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij aantoont dat hij persoonlijk, dan wel de rechtspersoon waarbij hij in loondienst is of deel uitmaakt:

    • a.

      staat ingeschreven in het Handelsregister;

    • b.

      staat ingeschreven bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en daarvan een registratiebewijs toont;

    • c.

      een afschrift van een geldig legitimatiebewijs heeft ingediend.

  • 2.

    Bij toewijzing van een standplaats dient de vergunninghouder persoonlijk, of de rechtspersoon waarbij hij in loondienst is bij voortduring te voldoen aan de eisen genoemd in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 7 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst van de betreffende markt met vermelding van en in volgorde van de datum waarop een hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de branche waarin de vergunninghouder is ingedeeld.

Artikel 8 Toewijzing vaste plaats

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • 1.

    de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen;

  • 2.

    de schriftelijke aanvrager in volgorde van binnenkomst voor zover men aan de regels van toewijzing voldoet;

  • 3.

    indien meerdere aanvragen op dezelfde dag binnenkomen zal de volgorde middels loting worden bepaald;

  • 4.

    bij een onvolledige aanvraag geldt als datum van binnenkomst de datum waarop bij de gemeente de aanvullende gegevens ontvangt;

  • 5.

    bij de toewijzing van een vaste plaats wordt er voorrang verleend aan:

    • a.

      kooplieden die artikelen willen verkopen in een branche die nog niet is vertegenwoordigd op de markt;

    • b.

      startende kooplieden;

  • 6.

    een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats aangemerkt en blijft als zodanig toegewezen zolang de plaats niet als vaste plaats is uitgegeven of de plaats vervalt;

  • 7.

    dezelfde branches zijn niet toegestaan direct naast of direct tegenover elkaar.

Artikel 9 Toewijzing dag- en standwerkerplaats en “canvassen”

  • 1.

    Toewijzing van een dag- en standwerkerplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door de marktmeester op het moment dat een standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

  • 2.

    De dag- en standwerkerplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de marktdag zelf voor 7.30 uur aanmelden bij de marktmeester.

  • 3.

    Bij meerdere gegadigden vindt toewijzing plaats door middel van loting.

  • 4.

    De marktkoopman dient bij aanmelden over de bescheiden als genoemd in artikel 6 van deze regeling te beschikken.

  • 5.

    Een plaats die bij het begin van de markt vrij blijft mag toegewezen worden aan ideële en culturele groeperingen.

  • 6.

    Een vrij gebleven plaats kan door de marktmeester worden aangewezen om te canvassen (persoonlijke benadering van het publiek om bepaalde boodschap over te brengen). Canvassen is in beginsel toegestaan voor politieke partijen, maximaal 3 marktdagen voorafgaand aan verkiezingen.

Artikel 10 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    In geval van overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid of een schriftelijke aanvraag daartoe van de vergunninghouder kan de vergunning op een ander worden overgedragen.

  • 2.

    Voor overschrijving van de vaste standplaatsvergunning komen de volgende personen in aanmerking:

    • a.

      de partner van de vergunninghouder;

    • b.

      een ouder van de vergunninghouder;

    • c.

      een (klein)kind van de vergunninghouder;

    • d.

      een medevennoot van de vergunninghouder;

    • e.

      een bestuurder van de onderneming van de vergunninghouder;

    • f.

      een medewerker in vaste dienst van de vergunninghouder.

  • 3.

    De blijvende arbeidsongeschiktheid van vergunninghouder zoals bedoeld in lid 1 moetblijken uit een aan het college overlegd besluit van een daartoe bevoegde instantie.

  • 4.

    De anciënniteitopbouw van de opvolger start bij het verkrijgen van een vaste standplaats.

  • 5.

    In geval van overlijden of arbeidsongeschiktheid van een vergunninghouder en indien de onder lid 2 genoemde personen binnen twee maanden een overschrijvingsverzoek heeft ingediend, treedt deze in alle rechten die de overledenen of arbeidsongeschikte op grond van de verordening en deze nadere regels bezat.

  • 6.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Hoofdstuk III Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 11 Inname standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder van een standplaats neemt wekelijks zijn plaats op de markt in.

  • 2.

    De vergunninghouder neemt de standplaats persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 3.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan door degene die hij vooraf bij de marktmeester heeft aangemeld.

  • 4.

    De vergunninghouder kan zich na toestemming van het college, laten vervangen door iemand die werkzaam is bij de vergunninghouder om zijn bedrijfsactiviteiten uit te voeren voor rekening en risico van de vergunninghouder.

  • 5.

    Overtredingen van het bepaalde bij of krachtens de Marktverordening en / of de nadere regels die door de vervanger worden begaan, worden toegerekend aan de vergunninghouder.

  • 6.

    De vergunninghouder is verplicht bij het innemen van de standplaats gebruik te maken van een huurkraam die door het college aangewezen kramenverhuurder tegen betaling beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 12 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is om zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 13 Tijdstip innemen standplaats / aan- en afvoer goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders om het marktterrein meer dan 2 uur voor aanvang en meer dan 1,5 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats vanaf begintijd van de markt tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk bij aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende plaats voor die marktdag aangemerkt als dagplaats tenzij de vergunninghouder aan de marktmeester voor dit tijdstip onder opgave van een geldende reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden tot een half uur na aanvang van de markt.

Artikel 14 Innemen van een standplaats met eigen materiaal

Op het verzoek van de vergunninghouder kan het college toestemming verlenen om met eigen materiaal zijn standplaats in te nemen. Het vermelde verzoek bevat de volgende gegevens:

  • 1.

    een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal;

  • 2.

    een gedetailleerde tekening van het eigen materiaal;

  • 3.

    foto's van het eigen materiaal.

De toestemming wordt geweigerd of ingetrokken als het materiaal niet voldoet aan de in artikel 15 en 16 genoemde voorschriften.

Artikel 15 Eisen eigen materiaal

Bij het verlenen van toestemming voor het gebruik van een verkoopwagen gelden de volgende voorschriften:

  • 1.

    de verkoopwagen dient inpasbaar te zijn op de markt, volgens de vastgestelde inrichtingstekening;

  • 2.

    de verkoopwagen mag niet langer zijn dan de lengte die volgens de marktvergunning is toegewezen;

  • 3.

    de hoogte van de voorste begrenzing van de verkoopwagen dient tenminste 2,10 meter te zijn. De hoogte van de voorklep van de verkoopwagen die oversteekt buiten de standplaats dient tenminste 2,10 meter te zijn. Het hoogste punt van de verkoopwagen mag niet hoger zijn dan het hoogste punt van de huurkramen (3 meter);

  • 4.

    de verkoopwagen mag niet breder zijn dan de breedte die voor huurkramen is toegewezen (2,5 meter);

  • 5.

    dissels, zij- en achterkleppen, deuren en andere voorwerpen mogen in verkoopopstelling niet uitsteken buiten de toegewezen standplaats;

  • 6.

    de voorklep van een verkoopwagen mag, aan de zijde van het looppad oversteken buiten de afmetingen van de toegewezen standplaats. De overschrijding van de standplaats door de voorklep mag ten hoogste de helft bedragen van de breedte van het vrije looppad vóór de standplaats;

  • 7.

    de voorklep van een verkoopwagen die oversteekt buiten de standplaats mag alleen open buiten de openingstijden van de markt indien alle in die rij staande vergunninghouders met hun voertuig onder de klep doorkunnen;

  • 8.

    aan of onder het onder 6 omschreven gedeelte van de voorklep dat uitsteekt buiten de standplaats mogen geen zeilen of andere materialen worden bevestigd en mag geen koopwaar worden opgehangen of uitgestald;

  • 9.

    de wijze van plaatsen van de verkoopwagen en het tijdstip waarop dit dient te geschieden moet in overleg met de marktmeester worden bepaald;

  • 10.

    het plaatsen of het verwijderen van een verkoopwagen kan slechts plaatsvinden op het tijdstip waarop de situatie op de markt dat toelaat en gebruikers van kramen niet onnodig worden belemmerd in het op- en afrijden;

  • 11.

    indien een vergunninghouder gebruik maakt van een verkoopwagen voornemens is zijn standplaats op een bepaalde marktdag niet in te nemen, dient hij zich tijdig af te meldenbij de marktmeester, zodat er huurkramen geplaatst kunnen worden;

  • 12.

    burgemeester en wethouders kunnen toestaan dat op bepaalde plaatsen op het marktterrein waar dat mogelijk is, met een verkoopwagen met afwijkende matenstandplaats kan worden ingenomen.

Als niet kan worden voldaan aan de genoemde voorschriften wordt geen ontheffing verleend.

Artikel 16 Ander eigen materiaal

  • 1.

    Het college kan op verzoek van een vaste standplaatshouder ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 14 voor het gebruik van een parasol of overig eigen materiaal.

  • 2.

    Een parasol of overig materiaal mag niet uitsteken buiten de toegestane lengte en niet breder zijn dan de breedte van een huurkraam (2,5 meter). Het hoogste punt van de parasol of eigen kraam mag niet hoger zijn dan het hoogste punt van de huurkraam (3meter). De doorloophoogte dient minimaal 2,10 meter te zijn.

  • 3.

    Voor het gebruik van de volgende soorten materiaal wordt geen ontheffing verleend: verlengers, verbreders of verhogers voor zover deze hulpmiddelen ruimte innemen boven de voor het publiek bestemde loopruimte (tevens doorgang voor hulpdiensten).

Hoofdstuk IV Overige bepalingen

Artikel 17 Obstakels en welstand

Het is verboden:

  • 1.

    de doorgang en de wandelgangen op het marktterrein op enigerlei wijze te verhinderen of te belemmeren;

  • 2.

    op een standplaats andere goederen dan die waarvoor de vergunning is verleend, uit te stallen, aan te bieden, te verkopen, af te leveren of in voorraad te hebben;

  • 3.

    de ruimte vóór de kraanstijlen boven de tafelbladen af te sluiten;

  • 4.

    op enigerlei wijze aan een huurkraam of eigen materiaal voorwerpen te bevestigen of te hebben zodanig, dat deze uitsteken buiten de standplaats, terzijde, voor, achter of onder;

  • 5.

    een standplaats in te richten die afbreuk doet aan het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte.

Artikel 18 Schoonhouden en opleveren standplaats

De vergunninghouder dient:

  • 1.

    ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • 2.

    tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen en op te slaan binnen de grenzen van zijn standplaats;

  • 3.

    bij het verlaten van het marktterrein, zijn standplaats en onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en zelf voor de afvoer van zijn marktafval zorg te dragen;

  • 4.

    indien hij de opdracht krijgt van het college om aan de voorzijde van zijn kraam afvalbakken te plaatsen, hieraan te voldoen en volle afvalbakken tijdig leeg te maken;

  • 5.

    een vergunninghouder die handel drijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raakt, dient maatregelen te treffen om vervuiling te voorkomen. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de marktmeester, en zo nodig op zijn aanwijzingen, te geschieden.

Artikel 19 Het gebruik van geluidsapparatuur

  • 1.

    Het gebruikmaken van geluidsapparatuur is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming hiervoor van het college.

  • 2.

    Standplaatshouders of bezoekers van de markt mogen van het gebruik van de geluidsapparatuur geen hinder ondervinden, dit ter beoordeling van de marktmeester.

Artikel 20 Veiligheidsnormen

Elektriciteit

  • 1.

    Het is verboden om elektriciteit te betrekken anders dan van de daarvoor ter beschikking gestelde elektriciteitsvoorzieningen op het marktterrein.

  • 2.

    In het geval zelf in de elektriciteit wordt voorzien dient daartoe schriftelijke toestemming door het college te zijn verleend.

  • 3.

    Losse kabels moeten zich op een hoogte van ten minste 2.50 meter boven de grond bevinden of kabels die in de looppaden op de grond liggen moeten afgedekt worden met afdekmatten, dit ter goedkeuring van de marktmeester.

Hoofdstuk V Slotbepaling

Artikel 21 Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels voor de markten van de Gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2012.

 

 

  • II.

    Het gestelde onder sub. l in werking te laten treden op 1 januari 2012.

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 20 maart 2012.

De secretaris (wnd),

H.Romeijn MPM

De burgemeester,

mr. C. van der Kamp

TOELICHTING

 

Het voorliggende marktreglement bevat ten opzichte van de vigerende nadere regels een aantal ingrijpende wijzigingen.

Uitgangspunt bij het opstellen van het reglement is de primaire handhaving van veiligheid en de zorg voor de continuïteit en kwaliteit van de markten. Veel bepalingen die beperkend werkten voor de marktondernemers zijn in dit kader geschrapt. De marktondernemer hoeft niet meer persoonlijk aanwezig te zijn, Hij krijgt meer ruimte om zijn handel op het marktterrein wel binnen een bepaald kader, maar naar eigeninzicht te drijven.

Ook is een uitbreiding van de maximale standplaats opgenomen. Veel marktondernemers hebben om een omzet te kunnen behalen behoefte aan meer meters standplaats dan de maximale standplaatsgrootte die tot nu gold.

 

Wachtlijst

Er is geen wachtlijst meer opgenomen. In navolging van een advies van de brancheorganisatie, de CVAH, is besloten tot het afschaffen van de wachtlijst. De wachtlijst is een achterhaald instrument. Het toewijzen van een standplaats aan de marktondernemer die het meeste geduld heeft uitgeoefend, is vaak niet bevorderlijk voor de kwaliteit en innovatie op de markt. Bovendien liggen aan de inschrijving vaak andere motieven (overschrijving) ten grondslag.

 

Standwerkerplaatsen

Standwerkers zijn kooplieden met een eigen wijze van werken. Bij de benadering van het publiek treden zij geheel anders op dan de zogenaamde stille kramers.

In de praktijk doen stille kramers zich vaak voor als standwerker, maar gedragen zich niet als een standwerker. Inmiddels wordt dan wel de beste plaats op de markt bezet en de vaste standplaatshouder oneerlijke concurrentie aangedaan. Handhaving is vaak lastig, geschiedt achteraf en is tijdrovend. Bovendien een steeds terugkerend verschijnsel. Om deze reden is er voor gekozen om de standwerkerplaatsen af te schaffen.

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

Aangezien het reglement een uitwerking is van artikel 1 van de Marktverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2012, is het wenselijk de gehanteerde begrippen hierbij aan te laten sluiten.

 

Artikel 2 Dag, tijd en plaats van de markt

Het college stelt op grond van artikel 160, eerste lid sub h Gemeentewet de markt in en geeft aan waar en wanneer de markt wordt gehouden (dag, locatie en tijd). Op de bijlage is de locatie en inrichting van de markten aangegeven.

In het tweede lid is een bepaling opgenomen die voor het college de bevoegdheid creëert om op grond van dringende redenen de markt geheel of gedeeltelijk te verplaatsen, af te gelasten dan wel anders in te richten.

 

Artikel 3 Afgelasting markt

Deze bepaling heeft betrekking op het handelen vanwege weersomstandigheden en calamiteiten en openbare ordeaangelegenheden.

 

Artikel 4 Inrichting van de markt en branchering

De branchering is vanwege de overzichtelijkheid in een bijlage uitgewerkt. De branchering is een instrument om de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de markt te beïnvloeden.

 

Hoofdstuk II Vergunningen

 

Artikel 5 Vergunning

Teneinde te kunnen aantonen of een houder één of meerdere standplaatsen rechtsgeldig bezet wordt een vergunning verstrekt met daarin een zo duidelijk mogelijke omschrijving van de vergunninghouder, de plaats, de afmetingen, het gebruik van de verkoopmaterialen en de branche.

 

Artikel 6 Indieningvereisten

De markt is bedoeld voor ambulante handelaren. Vanwege continuïteit en kwaliteit wordt ervan afgezien om iedereen tot de markt toe te laten.

 

Artikel 7 Inschrijving op de anciënniteitlijst

De anciënniteitlijst beperkt zich alleen tot de functie om tot een volgorde bepaling van keuze bij plaatsverandering of een gewijzigde indeling te komen.

De anciënniteitlijst is uitdrukkelijk niet bedoeld als voorrangsregeling waarbij in geval een plaats op de markt vrijkomt niet de beste publiekstrekker, waar de gehele markt van profiteert op de beste plaats komt maar degene met de hoogste anciënniteit. Dit laatste vormt een blokkade voor een gezonde marktontwikkeling.

 

Artikel 8 Toewijzen vaste standplaats

Dit artikel bevat de procedure voor toewijzing van vaste plaatsen.

Primair komen in aanmerking vergunninghouders van een vaste standplaats die van plaats willen ruilen, daarna komen sollicitanten met producten die nog niet op de markt vertegenwoordigd zijn aan de beurt; vervolgens is er dan de mogelijkheid tot uitbreiding en plaatstoewijzing aan overige sollicitanten, waarbij rekening wordt gehouden met de branchering.

 

Artikel 9 Toewijzing dag- en standwerkerplaats

De met de marktverordening strijdige praktijk waarbij toestemming wordt verleend om standplaats in te nemen op de markt aan ideële en culturele groeperingen is in artikel 9, lid 4 opgelost met de zgn. vrije plaats.

Het is voor politieke partijen mogelijk gemaakt om in verkiezingstijd een boodschap aan het marktpubliek over te brengen door middel van canvassen. Canvassen is een methode waarbij vanuit een centraal punt publiek wordt aangesproken, vaak met overhandiging van een kleine attentie of brochure. Bij deze methode wordt geen vaste plek ingenomen maar is er vaak een centraal ontmoetingspunt waarvandaan gewerkt wordt.

Voor toewijzing van dagplaatsen komen uitsluitend in aanmerking ambulante handelaren die voldoen aan de vereisten van artikel 6 van dit reglement. Bij plaatstoewijzing wordt rekening gehouden met de branchering.

 

Artikel 10 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

In het eerste lid zijn de mogelijkheden voor overschrijving van de vergunning genoemd.

Hierdoor is sprake van een verruiming van de mogelijkheden tot overschrijving. Het is geen gemeentelijk belang om te veel beperkingen vast te leggen.

 

Hoofdstuk III Bepalingen over het gebruik van de standplaats

 

Artikel 11 Innemen standplaats

In voorgaande verordeningen was de vergunninghouder verplicht zijn standplaats persoonlijk in te nemen. Alleen bij ziekte, vakantie of bijzonder omstandigheden kon de vergunninghouder daarvan ontheffing krijgen.

In voorliggende verordening wordt uitgegaan van de continuïteit van de markt en de mogelijkheid voor de vergunninghouder om personeel in te zetten.

Het is een afweging die de vergunninghouder zelf maakt, De vergunninghouder is niet verplicht maar kan van de mogelijkheid gebruik maken. Het artikel maakt het mogelijk om op meerdere markten te gaan staan, om tijdens markturen de administratie te doen of inkopen te doen etc. De vergunninghouder blijft wel onder alle omstandighedenverantwoordelijk.

De marktondernemer in het bezit van een vergunning voor een vaste standplaats kan ervoor kiezen persoonlijk de standplaats in te nemen of de standplaats te laten bezetten door familieleden of iemand in loondienst.

Het gemeentelijk belang is er in gelegen dat de standplaats tijdens de markt bezet is en dat de toezichthouders weten wie zij kunnen aantreffen.

De vergunninghouder blijft echter, ook bij vervanging, voor de naleving van de voorschriften verantwoordelijk.

 

Artikel 12 Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

In dit artikel worden de uitzonderingen gegeven op het uitgangspunt dat de vergunninghouder die niet in zijn vervanging kan voorzien, zelf op de standplaatsaanwezig dient te zijn. Het is wel noodzakelijk dat het college of de marktmeester van elke verhindering tot marktbezoek zo tijdig mogelijk op de hoogte wordt gesteld.

Een verplichting van de vergunninghouder om een geneeskundige verklaring te overleggen is niet meer opgenomen, omdat de KNMG-artsenfederatie (de beroepsorganisatie voor artsen) haar leden ontraadt die informatievoorziening over hun patiënten te verstrekken. De federatie hanteert het standpunt dat van de behandelend arts, die een vertrouwensrelatie heeft met zijn patiënt, niet verwacht mag worden dat deze een onbevooroordeeld advies uitbrengt. Het college kan bij twijfel de vergunninghouder verzoeken zich door bijvoorbeeld de Arbodienst te laten onderzoeken om zijn ziekte aan te tonen. Verder zijn, om de standplaatsen niet tot in lengte van jaren beschikbaar te houden tijdbeperkingen opgenomen. Indien er een UWV keuring heeft plaatsgevonden is een besluit van deze instantie een geldig bewijs van arbeidsongeschiktheid.

 

Artikel 13 Tijdstip innemen standplaats / aan- en afvoer qoederen

Dit artikel bevat vooral ordemaatregelen.

Het tweede lid maakt duidelijk dat in het belang van de orde op de markt, de vergunninghouder niet kan worden toegestaan de markt op willekeurige, vóór de sluitingstijd gelegen, momenten te verlaten.

Op grond van het derde lid is het mogelijk dat over een vaste standplaats beschikt kan worden ten gunste van een andere koopman, indien de vergunninghouder de markt opeen bepaalde dag niet bezoekt. Daartoe is bepaald dat de vaste standplaats vóór een bepaald uur ingenomen moet zijn.

 

Artikel 14 Innemen standplaats met eigen materiaal

De vergunninghouder die gebruik maakt van een marktkraam, is verplicht die te huren van de door het college aangewezen kramenzetter. Door het toenemend gebruik van verkoopwagens is het gebruik van eigen materiaal na toestemming van het college toegestaan i.v.m. de veiligheidseisen en het aanzien van het materiaal.

 

Artikel 15 Eisen eigen materiaal

In dit artikel wordt een regeling gegeven voor het gebruik van verschillende verkoopmaterialen.

 

Artikel 16 Ander eigen materiaal

Dit artikel biedt ruimte aan toekomstige ontwikkelingen op het gebied van verkoopmateriaal. Gebruik van ander dan de genoemde materialen moet innovatie mogelijk maken. Het gebruik van eigen materiaal is na toestemming van het college toegestaan i.v.m. de veiligheidseisen en het aanzien van het materiaal.

 

Hoofdstuk IV Overige bepalingen

 

Artikel 17 Obstakels en welstand

Deze bepalingen moeten eraan bijdragen dat de looppaden vrij blijven en dat het aanzien van de kraam of verkoopwagen aan redelijke eisen van welstand en veiligheid blijft voldoen.

 

Artikel 18 Schoonhouden en oplevering standplaats

Het schoonhouden van de omgeving levert een bijdrage aan een beter aanzien van de markt en helpt zwerfvuil voorkomen. Het bij vertrek schoon opleveren van de standplaats kan aan aanzienlijke vermindering van de kosten van afvalverwijdering bijdragen. Dit kan leiden tot een vermindering in de hoogte van de tarieven. Dat is dus ook tot voordeel van de vergunninghouder.

 

Artikel 19 Het gebruik van geluidsapparatuur

Om onnodige herrie op de markt te voorkomen wordt uitgegaan van een verbod. Alleen die vergunninghouders die geluidsapparatuur nodig hebben om hun waren te verkopen, mogen dit na toestemming van de marktmeester.

 

Artikel 20 Veiligheidsnormen

Veiligheid voor diverse installaties en het veilig werken zijn geregeld in diverse landelijke wetgeving. De NEN normen gaan in op veiligheid van installaties, apparatuur en middelen.

 

De norm NEN 1010 bevat veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties en ondermeer van toepassing op elektrische installaties bij, tentoonstellings-, kermis- en andere tijdelijke installaties zoals warenmarkten. Deze norm bevat de minimumveiligheidseisen waaraan laagspanningsinstallaties moeten voldoen. Het zal de marktkoopman zeker niet duidelijk zijn hoe deze eisen en voorzieningen in de praktijk moeten worden gerealiseerd.

De elektrotechnische installateur die het keurmerk moet afgeven zal hiervoor de nodige kennis en vakmanschap moeten bezitten. Ook in het Arbo besluit en Warenwetbesluit elektrotechnische producten wordt bepaald dat het elektrisch materieel moet voldoen aan norm NEN 1010.

 

De kook-, bak- en braadinstallaties en verwarmingsapparatuur moeten voldoen aan de CE-markering. De CE-markering geeft aan dat het product voldoet aan de daarvoor geldende regels binnen de Europese Economische Ruimte (EER). CE staat hierbij voor Conformité Européenne, wat zoveel betekent als in overeenstemming met de Europese regelgeving. Behalve dat de kook-, bak- en braadinstallaties en verwarmingsapparatuurmoet voldoen aan de CE markering valt de gehele installatie onder de norm NEN NPR2577. Het toepassingsgebied van deze richtlijn beslaat de installatie, het onderhoud en de herkeur van LPG-systemen voor gebruik in bak- en frituurwagens en andere wegvoertuigen.

 

Op grond van norm NEN 2559 dienen de blusmiddelen jaarlijks te worden gecontroleerd door een deskundig persoon. Het blustoestel dient van een duidelijk pictogram te zijn voorzien waarin de datum van keuring is af te lezen.

Gasflessen moeten zijn voorzien van een drukregelaar en doorstroombegrenzer. Voor losse opstellingen gelden geen beperkende gasslanglengtes. Wel wordt geadviseerd de lengte zo kort mogelijk te houden om risico's op beschadigingen te beperken,

De gasslangen moeten voorzien zijn van een fabricagedatum. Na twee jaar moeten de slangen worden vervangen.

 

Gasslangen met zichtbare beschadigingen of uitdrogingsscheurtjes, mogen nooit worden gebruikt en moeten direct worden vervangen. Gasslangen moeten op de juiste wijze met slangklemmen worden bevestigd.

 

GASTEC QA (Quality Approved) is een keurmerk voor gas verwante producten.Fabrikanten die toestemming krijgen hun producten te voorzien van het GASTEC QA keurmerk, bieden gebruikers de zekerheld dat hun product voldoet aan de hoogste eisen met betrekking tot kwaliteit, functionaliteit en veiligheid. Het Internationale Gastec keurmerk is in de plaats gekomen van het oude GIVEG-keurmerk.

 

Hoofdstuk V Slotbepaling

 

Artikel 21 Citeertitel

In de citeertitel is een jaartal opgenomen om het reglement te onderscheiden van het voorgaande reglement.