Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oud-Beijerland

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oud-Beijerland houdende heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Verorde­ning lijkbezorgingsrechten 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOud-Beijerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Oud-Beijerland houdende heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Verorde­ning lijkbezorgingsrechten 2017
CiteertitelVerorde­ning lijkbezorgingsrechten 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verorde­ning lijkbezorgingsrechten 2016.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 229 lid 1 Gemw

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-201601-01-2018nieuwe regeling

22-11-2016

Gemeenteblad 2016, 174231

Z-16.22929

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

De raad van de gemeente Oud-Beijerland;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wet­houders van 8 november 2016, nr. Z-16.22929

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

(Verordening lijkbezorgingsrechten 2017).

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats aan het Dievenpad;

  • b.

    bijzondere begraafplaats: de R.K. begraafplaats achter de R.K. Kerk in de Karel Doormanstraat

  • c.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • d.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • e.

    algemeen kindergraf: een algemeen graf, uitsluitend bestemd voor het begraven van kinderen beneden de 12 jaar;

  • f.

    particulier urnengraf: een graf, grafkelder kelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    urnennis: een nis, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • h.

    as: de as van een overleden persoon;

  • i.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • j.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • k.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid;

  • l.

    grafbedekking: gedenktekens op een graf:

  • m.

    gedenkteken: een voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

  • n.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding over de gemeentelijke begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • o.

    rechthebbende: een natuurlijk of rechtspersoon aan wie het uitsluitend recht is verleend voor een particulier graf, urnengraf of urnennis.

Artikel 2 - Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats en, daar waar aangegeven, met de bijzondere begraafplaats.

Artikel 3 - Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 - Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 - Belastingjaar

  • 1

    Met betrekking tot de rechten, genoemd in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel, die per jaar worden geheven (onderhoud per jaar) is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel (afkoop onderhoud) is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 - Wijze van heffing

  • 1

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag, met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2

    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekengemaakt.

Artikel 7 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel (afkoop onderhoud) zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel (onderhoud per jaar) zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar (1 januari).

Artikel 8 - Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 - Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde

    termijn.

Artikel 10 - Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 - Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2016 van 24 november 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2017'.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oud-Beijerland van 22 november 2016.

De griffier, De vicevoorzitter,

E.G. Bunt W. de Jonge

Bijlage 1 Tarieventabel

 

Tarieventabel

behorende bij de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2017'

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf wordt geheven:

 

 

1.1.1

Particulier graf 2-laags:

 

 

 

- voor een periode van 40 jaar

1.997,85

 

- voor een periode van 25 jaar

1.248,60

 

- voor een verlenging met 10 jaar

506,75

1.1.2

Particulier graf 1-laags:

 

 

 

- voor 25 jaar

626,20

 

- voor een verlenging met 10 jaar

254,10

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:

 

 

1.2.1

- voor een periode van 25 jaar

474,60

 

- voor een verlenging met 10 jaar

189,85

1.3

Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven:

 

 

1.3.1

- voor een periode van 25 jaar

474,60

 

- voor een verlenging met 10 jaar

189,85

 

Hoofdstuk 2 Gebruik algemeen graf

2.1

Voor het gebruik van een algemeen graf wordt geheven:

 

 

2.1.1

- voor een periode van 15 jaar

187,50

2.1.2

- voor een kindergraf

0,00

 

Hoofdstuk 3 Begraven op de begraafplaats en de bijzondere begraafplaats

3.1

Voor het begraven van een overledene van 12 jaar of ouder wordt geheven

456,85

3.2

Voor het begraven van een overledene van 2 jaar en ouder tot 12 jaar, wordt geheven

228,35

3.3

Voor het begraven van een overledene beneden 2 jaar wordt geheven

114,15

3.4

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 3.1, 3.2 en 3.3 verhoogd met:

147,55

3.5

Onder buitengewone uren wordt verstaan de tijden zoals aangegeven in de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats.

 

 

 

Hoofdstuk 4 Bijzetten van asbussen en urnen

4.

Voor het plaatsen of bijzetten van een asbus of urn wordt geheven :

 

 

4.1.

In een urnennis, urnentuin of particulier graf

95,45

 

Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud begraafplaats

5.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats, wordt gehe­ven:

 

 

5.1.1

voor de aanleg van een grafkelder

1.514,05

5.1.2

voor het plaatsen van gedenktekenen of andere voor­werpen; per vergunning

131,20

5.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaats c.q. een grafruimte, wordt geheven per grafruimte per­ jaar

 

 

5.2.1

voor een particulier graf

108,55

5.2.2.

voor een algemeen graf

69,65

5.2.3

voor een algemeen kindergraf

69,65

5.2.4

voor een particulier urnengraf dan wel urnennis

26,25

5.3

Vervallen

 

 

  

5.4

 

Afkoop onderhoud

 

 

 

5.4.1

Particulier graf en particulier urnengraf/urnennis:

de rechten als bedoeld in onderdeel 5.2.1 en 5.2.4 kunnen worden afge­kocht:

 

 

Door voldoening van een bedrag bepaald volgens onderstaande tabel. De afkoop­som bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van afkoop nog te verschijnen belastingbedragen, en wordt berekend door ver­menigvul­diging van het jaar­lijkse belastingbe­drag met de hierna te noemen factor.

 

 

 

Aantal jaren waarvoor wordt afgekocht:

Vermenigvuldigings-

factor:

 

 

 

Part. graf:

Urnengraf/nis:

 

10 jaar

8 : € 868,40

€ 210,00

 

25 jaar

20 : € 2.171,00

€ 525,00

 

40 jaar

28 : € 3.039,40

------------

 

5.4.2

Algemeen graf: de rechten als bedoeld in onderdeel 5.2.2 en 5.2.3 kunnen worden afge­kocht:

 

 

Door voldoening van een bedrag bepaald volgens onderstaande tabel. De afkoop­som bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van afkoop nog te verschijnen belastingbedragen, en wordt berekend door ver­menigvul­diging van het jaar­lijkse belastingbe­drag met de hierna te noemen factor.

 

 

 

 

Aantal jaren waarvoor wordt afgekocht:

Vermenigvuldigings-factor:

 

 

5 jaar

4 : € 278,60

 

 

10 jaar

8 : € 557,20

 

 

15 jaar

12 : € 835,80

 

   

Hoofdstuk 6 Lijkschouwing

6.1

Voor het schouwen van een overledene door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven:

144,05

 

Hoofdstuk 7 Inschrijven en overboeken van graven en urnennissen

7.1.1

Voor het wijzigen rechthebbende graven in een daartoe bestemd register wordt geheven

26,65

7.1.2

Voor het wijzigen rechthebbende van urnen­graven in een daartoe bestemd register wordt geheven

26,65

7.1.3

Voor het wijzigen rechthebbende van urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven

26,65

 

Hoofdstuk 8 Opgraven, ruimen en verstrooien

8.1

Voor het opgraven van een overledene wordt geheven

313,45

8.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in het­zelfde graf wordt geheven

313,45

8.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

313,45

8.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

 

 

8.4.1

uit een particulier graf

313,45

8.4.2

uit een urnengraf

91,40

8.4.3

uit een urnennis

91,40

8.5

Bij het weer terugplaatsen c.q. herbegraven van de asbus wordt geheven

91,40

8.6

Bij het weer terugplaatsen van de asbus in een particulier graf wordt geheven

91,40

8.7

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

 

 

8.7.1

in een particulier graf

91,40

8.7.2

op de verstrooiingsplaats

91,40

 

Hoofdstuk 9 Overige heffingen

9.1

Voor het gebruik van de aula tijdens de begrafenis­plechtigheid wordt gehe­ven

339,15

9.2

Voor het gebruik van de aula ten behoeve van condoleance anders dan op de dag van de begrafenis, wordt geheven

339,15

9.3

Voor het luiden van de klok wordt geheven per kwar­tier

19,55

9.4

Voor het opbaren van een lijk in de daarvoor bestem­de ruimte wordt geheven per etmaal

29,35

 

Behorende bij raadsbesluit van 22 november 2016

 

De griffier van Oud-Beijerland,

 

E.G. Bunt

 

TOELICHTING

 

Voor de duidelijkheid en om misverstanden te voorkomen kiezen we ervoor om ook voor 2017 een volledig nieuwe verordening lijkbezorgingsrechten vast te stellen. Inhoudelijk is de verordening ten opzichte van de vorige niet gewijzigd.

 

Overeenkomstig het vastgestelde beleid zijn de tarieven ten opzichte van 2016 verhoogd met 1,1 % (inflatie).