Organisatie | Wierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Legesverordening 2017 (incl. tarieventabel) |
Citeertitel | Legesverordening 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lidd, aanhef en onderdeel h, op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-12-2016 | 20-09-2017 | Onbekend | 06-12-2016 Driehoek en website 14-12-2016 | 16-01013 |
Besluit van de gemeenteraad van Wierden over Legesverordening 2017.
De raad, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 september 2016
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet.
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 (Legesverordening 2017).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a.’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een
d.’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in
e.'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Leges worden niet geheven voor:
a.diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening
(grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
b.diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke
intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een
omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met
betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht;
wachtgelden, loon of overige inkomsten;
d.het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van
e.de aan belanghebbende uitgereikte beschikkingen of afschriften daarvan houdende
aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of
toelage, dan wel verhoging hiervan, met betrekking tot enige gemeentelijke functie of
dienstverlening jegens de gemeente;
f.de aan belanghebbende uitgereikte beschikkingen of afschriften daarvan, houdende
beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;
g.de in de tarieflijst onder 1.5.2.1 vermelde stukken indien deze verstrekt worden
aan nieuwsmedia, die deze op hen daartoe aan burgemeester en wethouders gedaan
verzoek ontvangen ten behoeve van het verspreiden van nieuws over de vergaderingen
h.het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
1.De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening
behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.
2.Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit
als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen
die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in
het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het
projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10,
derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
3.Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1.In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges
worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:
maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de
Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van Titel 1 van de tarieventabel
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
1.De "Legesverordening 2016" van 8 december 2015, nummer 15-00921, sedertdien gewijzigd op 26
april 2016, nummer 16-00969 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten:
2.Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid,
opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening
gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing
van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
3.Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van
rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is
opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358 (R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel
I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot
eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:
Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een
Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd
van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende
Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de
onderdelen 2.3.11.1 t/m 2.3.11.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel vervangen
2.3.11.1 Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming
(bescherming van een Natura 2000-gebied)
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd
het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is
van de in die onderdelen bedoelde activiteiten € 329,30
2.3.11.2 Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de
andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die
onderdelen bedoelde activiteiten € 329,30
5.De op grond van het vierde lid vervangen onderdelen blijven van toepassing op de
belastbare feiten die zich voor de in artikel 13, derde lid, onder b, bedoelde datum van