Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zuidhorn

Afvalstoffenverordening gemeente Zuidhorn 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZuidhorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAfvalstoffenverordening gemeente Zuidhorn 2016
CiteertitelAfvalstoffenverordening gemeente Zuidhorn 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is bij besluit van de raad van de gemeente Westerkwartier van 3-11-2020 vervallen verklaard per 19-12-2020

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet milieubeheer, art. 10.23
  2. Wet milieubeheer, art. 10.24, lid 2
  3. Wet milieubeheer, art. 10.25

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-12-201619-12-2020Nieuwe regeling

19-12-2016

Gemeenteblad, 22-12-2016

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Afvalstoffenverordening gemeente Zuidhorn 2016

De raad van de gemeente Zuidhorn;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;

gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid en 10.25 van de Wet milieubeheer;

BESLUIT:

vast te stellen de “Afvalstoffenverordening gemeente Zuidhorn 2016”.

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.

Artikel 2. Doelstelling

De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.

Paragraaf 2. Huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 3. Aanwijzen van inzamelaars

  • 1.

    Burgemeester en wethouders wijzen de inzamelaars aan die zijn belast met de inzameling van een bestanddeel, of meerdere bestanddelen, van huishoudelijke afvalstoffen, als bedoeld in artikel 5, tweede lid.

  • 2.

    Aan de aanwijzing kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden gesteld. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissing) is niet van toepassing.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over de voorbereiding van de aanwijzing en over het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 4. Algemeen verbod

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden, of over te dragen, aan een andere inzamelaar dan een aangewezen inzamelaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

Artikel 5. Afvalscheiding

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzamelaars worden ingezameld, over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen, en over de locaties van deze inzameling.

  • 2.

    In ieder geval de volgende bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen worden afzonderlijk ingezameld;

    • a.

      schillen;

    • b.

      papier en karton;

    • c.

      glas;

    • d.

      textiel;

    • e.

      kunststof verpakkingsmateriaal, drankenkartons, metalen en blik;

    • f.

      kleine elektrische of elektronische apparaten;

    • g.

      grote elektrische of elektronische apparaten;

    • h.

      wit- en bruingoed;

    • i.

      frituurvet;

    • j.

      klein chemisch afval;

    • k.

      huishoudelijk restafval;

    • l.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • m.

      grof tuinafval;

    • n.

      grof huishoudelijk afval;

  • 3.

    In het belang van een doelmatig afvalstoffenbeheer kunnen burgemeester en wethouders de aanwijzing van afzonderlijk in te zamelen bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in het tweede lid, of fracties daarvan, achterwege laten.

Artikel 6. Gescheiden aanbieding

  • 1.

    Het is verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen. Deze regels kunnen voor categorieën van gevallen of personen een vrijstelling inhouden van het verbod, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 7. Tijdstip van aanbieding

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door burgemeester en wethouders daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld.

Artikel 8. Wijze en plaats van aanbieding

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door burgemeester en wethouder te stellen regels over het gebruik van:

    • a.

      inzamelmiddelen voor het aanbieden ter inzameling bij een perceel;

    • b.

      inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling nabij een perceel.

  • 2.

    Het is verboden om een inzamelmiddel na afloop van de tijden, bedoeld in artikel 7, buiten een perceel te laten staan.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor categorieën van percelen. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

Paragraaf 3. Bedrijfsafvalstoffen

Artikel 9. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzamelaars

Burgemeester en wethouders kunnen bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door een inzamelaar die is aangewezen krachtens artikel 3, eerste lid, in gevallen waarin de voor deze inzameling krachtens de Verordening Afvalstoffenheffing verschuldigde heffing is voldaan.

Artikel 10. Aanbieden ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Het is verboden anders dan in overeenstemming met artikel 9 bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan een aangewezen inzamelaar, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aan te bieden of over te dragen.

Paragraaf 4. Zwerfafval en overige

Artikel 11. Dumpingsverbod

  • 1.

    Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen in overeenstemming met deze verordening;

    • b.

      het composteren van huishoudelijk groente-, fruit- of tuinafval op het perceel waar dit is ontstaan;

    • c.

      het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994;

    • d.

      handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de Waterwet of het Besluit bodemkwaliteit.

  • 3.

    Indien de overtreder van dit artikel onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dit artikel.

Artikel 12. Zwerfafval in de openbare ruimte

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen van beperkte omvang en gewicht die zijn ontstaan buiten een perceel, achter te laten in de openbare ruimte, anders dan in daartoe bestemde afvalbakken of andere middelen ter inzameling van deze afvalstoffen.

  • 2.

    Reclamedrukwerk, ander promotiemateriaal en de verpakking daarvan, die in weerwil van het eerste lid in de openbare ruimte wordt weggeworpen of achtergelaten, wordt terstond opgeruimd door degene die het in de betreffende omgeving onder het publiek verspreidde.

  • 3.

    Het is verboden zwerfafval te veroorzaken door ter inzameling gereedstaande afvalstoffen of inzamelmiddelen te doorzoeken of te verspreiden, te stoten, te schoppen, omver te werpen of door deze anderszins te behandelen.

Artikel 13. Zwerfafval rondom inrichtingen

  • 1.

    Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting, van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.

  • 2.

    Degene die de inrichting drijft verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen die kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd binnen een straal van ten minste 25 meter van de inrichting.

  • 3.

    De vorige leden gelden niet voor situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Artikel 14. Zwerfafval en verontreiniging op de weg

  • 1.

    Het is verboden een weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994, te verontreinigen of het milieu nadelig te beïnvloeden door afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten.

  • 2.

    Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt of diens opdrachtgever zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.

Artikel 15. Geen opslag van afval in de openlucht

Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 16. Ontdoen van autowrakken

Het is verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

Paragraaf 5. Handhaving en toezicht

Artikel 18. Strafbare feiten

Overtreding van artikel 4, artikel 6, artikel 7, artikel 8, artikel 9 tot en met artikel 16, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.

Artikel 19. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 20. Intrekking oude verordening

De Afvalstoffenverordening gemeente Zuidhorn 2009 wordt ingetrokken.

Artikel 21. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening gemeente Zuidhorn 2016.

Artikel 22. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de vijfde dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zuidhorn

in de openbare vergadering van 19 december 2016,

L.K. Swart, voorzitter

J. Slopsema-Terpstra, griffier