Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maassluis

Activiteitenplan Armoedebestrijding MVS 2016 tot en met 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaassluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingActiviteitenplan Armoedebestrijding MVS 2016 tot en met 2019
CiteertitelActiviteitenplan Armoedebestrijding MVS 2016 tot en met 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-2016nieuwe regeling

15-11-2016

Gemeenteblad 2016, 171787

.

Tekst van de regeling

Intitulé

Activiteitenplan Armoedebestrijding MVS 2016 tot en met 2019

 

 

1. Inleiding

Armoede is voor iedereen anders en wordt heel verschillend ervaren. De kern is het niet kunnen rondkomen, maar dat is niet altijd het gevolg van een laag inkomen. Er zijn mensen met een laag inkomen die wel kunnen rondkomen en mensen met een hoger inkomen die bijvoorbeeld door schuldenproblematiek geld tekort hebben. Armoede leidt tot het niet kunnen meedoen in de samenleving en gaat over van generatie op generatie. Mensen raken in een sociaal isolement dat als erger ervaren kan worden dan het gebrek aan geld. Daarbij ontstaan vaak andere problemen zoals eenzaamheid, psychische problemen en gezondheidsklachten. Armoede staat niet op zichzelf, maar ontstaat vaak door multi-problematiek. Dit vraagt dus om een brede benadering van het armoedevraagstuk. Door samen te werken met de inwoners zelf, de maatschappelijke partners in de stad en met de domeinen zorg en jeugd binnen het Sociaal Domein, kunnen we meer doen voor de inwoners die moeite hebben met rondkomen. Participatie en voorkomen van sociaal isolement zijn essentieel om uit de armoede te komen.

Kortom, armoede is een situatie waarin sprake is van onvoldoende materiële en sociale middelen, waardoor mensen zijn uitgesloten van een levensstandaard die in de samenleving waarin men woont, als minimaal wordt gezien.

 

Onze visie:

Maassluis, Vlaardingen en Schiedam willen mensen met een laag inkomen ondersteunen en stimuleren hun (arbeids-) potentie en eigen kracht maximaal te benutten om mee te kunnen doen in de samenleving.

 

Belangrijk daarbij is dat kinderen niet de dupe mogen worden van armoede binnen het gezin; zij moeten kunnen deelnemen aan de samenleving zodat overerving van armoede wordt beperkt.

 

Kaders

De raden van de gemeenten Vlaardingen en Schiedam hebben in de Beleidsnotitie Armoedebeleid Stroomopwaarts MVS 2016-2019 de kaders vastgesteld waarbinnen de colleges, en Stroomopwaarts MVS namens de colleges, het armoedebeleid moeten uitvoeren. De gemeenteraad van Maassluis heeft wel kennisgenomen van deze kaders, maar nog niet vastgesteld, in afwachting van het voorliggende activiteitenplan. De kaders van het vernieuwd armoedebeleid zijn gebaseerd op bovengenoemde visie en op de uitgangspunten voor de dienstverlening van Stroomopwaarts, zoals ‘uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid’, ‘zorgen dat in plaats van zorgen voor' en het aanbieden van maatwerk. Om dit te realiseren, is samenwerking noodzakelijk.

 

De kaders sluiten aan bij de andere beleidsterreinen binnen het Sociaal Domein, zoals jeugd, WMO, onderwijs, publieke gezondheid, maatschappelijke ondersteuning, sport, cultuur, om samen armoede te bestrijden en te voorkomen:

 

1. Zelfredzaamheid

Het stimuleren en versterken van de zelfredzaamheid (eigen kracht) van de mensen staat centraal. Zij moeten uiteindelijk zichzelf financieel kunnen redden en de regie over hun eigen leven kunnen voeren.

2. Maatwerk

De voorzieningen van het armoedebeleid moeten aansluiten bij de persoonlijke situatie van de mensen.

3. Toegankelijkheid

De voorzieningen moeten eenvoudig aan te vragen zijn voor inwoners. Van belang is dus dat inwoners weten waar ze gebruik van kunnen maken en wat de voorziening inhoudt.

4. Samenwerking

Armoede kan alleen bestreden en voorkomen worden door een integrale aanpak en samenwerking met en tussen maatschappelijke organisaties op het gebied van zorg, jeugd, onderwijs en stads-/wijkontwikkeling en met de doelgroep zelf.

 

Binnen de beschreven kaders zijn in het volgend hoofdstuk beleidsdoelstellingen geformuleerd.

In dit activiteitenplan wordt beschreven welke activiteiten, in het kader van het vernieuwd minimabeleid, worden ondernomen bij de van de genoemde beleidsdoelstellingen. Hierbij zijn de uitkomsten van de Minima Effect Rapportage (MER) meegenomen en is rekening gehouden met locale accenten.

 

Verschillen huidig en vernieuwd armoedebeleid MVS

Als basis worden in het onderstaande schema de verschillen in het huidige armoedebeleid en het vernieuwde beleid samengevat. Hierbij moet opgemerkt worden dat er voor verandering van gedrag en dus de omschakeling naar een nieuwe wijze van armoedebestrijding tijd nodig is!

 

Invulling huidig armoedebeleid MVS

Invulling vernieuwd armoedebeleid

1.Algemene minimaregelingen

Maatwerk in de wijken

2.Uitvoering minimaregelingen door gemeenten

Uitvoering voorzieningen door maatschappelijke organisaties (bv. Jeugdsport- en cultuurfonds)

3.Algemene toekenning minimaregelingen

Inzet op levensgebeurtenissen

4.Smalle inzet van ervaringsdeskundigen

Brede inzet van ervaringsdeskundigen

5.Inkomensgrens regeling Maatschappelijke participatie kinderen 110%

Inkomensgrens regeling Maatschappelijke participatie kinderen 120%

6.Inkomensgrens CAV 110%

Inkomensgrens CAV 120%

7.Samenwerking Sociaal Domein en wijkteams

Co-creatie interventies Sociaal Domein en Wijkteams

 

Enkele in het oog springende voordelen en gevolgen van het vernieuwde beleid:

 

Ad 1. Onder meer de netwerkbijeenkomsten in Vlaardingen en Schiedam en het vormgeven van een Armoedepact in Maassluis zal bijdragen aan meer maatwerk op lokaal niveau. Een goede samenwerking met de lokale wijkteams is hierbij een randvoorwaarde.

 

Ad 2. Bij aanvragen in het kader van de Maatschappelijke Participatie door het Jeugdsportfonds/ Jeugdcultuurfonds (JSF/JCF) zal het bereik van de doelgroep toenemen doordat de aanvragen niet meer direct door de ouders worden gedaan maar door de intermediairs. Deze gaan ook actief op zoek naar ouders uit deze doelgroep. Deze hebben meer oog voor het belang van sport en cultuur dan de ouders. Bij een keuze voor JSF/JCF zullen op basis van de activiteiten de beleidsregels/verordeningen nog moeten worden aangepast in de komende tijd.

 

Ad 3. Dit is een goed voorbeeld van maatwerk. Op basis van deze aanpassing worden de inkomenstoeslag verlaagd en wordt de doelgroep die in aanmerking komt voor de inkomenstoeslag beperkt. Ingaande 2017 wordt de inkomenstoeslag verlaagd van €480 naar € 300. Voor de doelgroep is een nieuwe voorwaarde dat je 3 jaar aangewezen moet zijn op een bijstandsuitkering in plaats van 1 jaar. Op basis van deze activiteiten zullen de verordening/ beleidsregels voor inkomenstoeslag aangepast worden.

 

Ad.4 De ervaringsdeskundige neemt de regie van de minima-behoevende niet over, maar deze coacht slechts. Hij helpt de persoon bij het oplossen van problemen en het opzetten van een sterk(er) netwerk, zonder de regie van de persoon over te nemen.

Professionele hulpverlening wordt uiteindelijk alleen daar nog toegepast waar de in eigen kracht gezette persoon én zijn sociale netwerk geen uitkomst biedt.

 

Ad.5 Het verhogen van de inkomensgrens voor de regeling Maatschappelijke participatie kinderen van 110% naar 120% van de toepasselijke bijstandsnorm zorgt ervoor dat meer kinderen gebruik kunnen maken van de regeling. Uit de MER blijkt dat ook huishoudens met een inkomen tot 120% van de toepasselijke bijstandsnorm maandelijks tekort komen na betaling van de vaste en noodzakelijke kosten. We vinden het belangrijk dat kinderen toch gebruik kunnen maken van de voorzieningen die er zijn. Door de inkomensgrens te verhogen naar 120% stellen we een grotere groep kinderen in staat om volwaardig te participeren. De inkomensgrens voor deze regeling is in alle drie de gemeenten in de loop van 2016 verhoogd naar 120%.

 

Ad.6 Met het verhogen van de inkomensgrens voor de CAV van 110% naar 120% van de toepasselijke bijstandsnorm kunnen meer mensen gebruik maken van de CAV en stijgt het gebruik. Mensen in armoede gaan niet altijd naar de dokter of maken niet altijd gebruik van zorg vanwege de kosten. Door het verhogen van de inkomensgrens naar 120% verbetert de inkomenspositie van de mensen met een inkomen tussen de 110% en 120% en hebben zij minder snel een armoedeval (zie MER). Als zij gebruik maken van de CAV kunnen zij makkelijker gebruik maken van de zorg die onder de aanvullende zorgverzekering valt en is er minder kans op wanbetaling of op het mijden van zorg vanwege hoge kosten. In Vlaardingen is de inkomensgrens verhoogd per 1 augustus 2016 naar 120%. Aan Schiedam en Maassluis wordt voorgesteld deze grens per 1 januari 2017 te verhogen.

 

Ad 7: De samenwerking met de wijkteams zal ervoor zorgen dat er meer individuele oplossingen (maatwerk) komen voor inwoners in een specifieke situatie.

 

Op de verschillen in de huidige uitvoering van het armoedebeleid en de uitvoering van het vernieuwde armoedebeleid wordt tevens in het volgende hoofdstuk ingegaan.

 

Lokale invulling

Wie niet zelfredzaam is, kan gebruik maken van voorzieningen die aansluiten bij de persoonlijke situatie. Omdat de voorzieningen aansluiten bij de eigen leefwereld, zijn ze voor die persoon een passende oplossing. Wat voor de één een oplossing is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Een individuele benadering bij het voorkomen en bestrijden van armoede is dus essentieel. Het streven naar voorzieningen in de wijk leidt, naast toegankelijke voorzieningen, ook tot maatwerk. In de ene wijk zijn andere wensen en behoeften dan in de andere wijk. Hierin is de ‘couleur locale’ van de eigen gemeente zichtbaar.

 

Door het koppelen van materiële dienstverlening aan immateriële hulpverlening, kunnen oorzaken van de problematiek nog effectiever worden aangepakt. Zo kan op lokaal niveau worden gewerkt aan duurzame oplossingen. In dit kader zal elke gemeente in de komende periode inzetten op een lokale pilot. Mocht een pilot succesvol zijn, kan er nagedacht worden om dit binnen MVS breed in te zetten. De kosten worden in rekening gebracht bij de gemeente waar de pilot wordt opgestart.

 

Maassluis

Binnen de doelstelling ‘maatschappelijke participatie voor kinderen’ wil Maassluis inzetten op ‘een leven lang leren’. In een pilot zal worden samengewerkt met partners in het sociaal domein. De primaire focus ligt op de doelgroep 17-21 jaar. Het doel is om jongeren die willen doorleren, maar hiervoor (even) geen mogelijkheid hebben, te ondersteunen. Het mbo maakt zich zorgen over de groeiende onderklasse van (half of laag) opgeleide werknemers met een diploma op hooguit mbo 1 of 2 niveau. In de toekomst is deze groep extra kwetsbaar door de robotisering en verdringing op de arbeidsmarkt.

 

Vlaardingen

In Vlaardingen loopt een pilot voor samenwerking met maatschappelijke organisaties in het kader van vroegsignalering, preventie en algemene voorzieningen. Door deze samenwerking wordt gekeken of er een verschuiving kan plaatsvinden van individueel verstrekken van gelden voor de doelgroep naar subsidies aan instellingen waarmee algemene voorzieningen gecreëerd kunnen worden. In de komende periode wordt onderzocht op welke manier dit vormgegeven kan worden.

 

Schiedam

In Schiedam wordt een pilot onderzocht “mobiliteit”. Hierbij wordt gekeken op welke wijze gezorgd kan worden om kwetsbare inwoners (mensen met een minimuminkomen en ouderen) mobiel te houden. In Schiedam bestaat al gratis openbaar vervoer voor minima en een pilot met de Argosmobiel.

 

Aanpak

Aan de hand van interviews met beleidsmedewerkers van de MVS-gemeenten, de uitvoering van Stroomopwaarts, de Advies- en cliëntenraden van de MVS-gemeenten, en instellingen als de Voedselbank is onderzocht waar we komende jaren de accenten moeten leggen.

 

De gemeenteraadsleden, Advies- en cliëntenraden van de MVS-gemeenten zijn in de afgelopen tijd in de gelegenheid gesteld om bij het concept-activiteitenplan armoedebeleid hun opmerkingen mee te geven. Dit kon onder meer gedaan worden in de themabijeenkomst die in iedere gemeente gehouden is. Op basis van deze verschillende input kwam onder meer de volgende aanvullingen:

  • -

    Onderzoek, naast de samenwerking met het Jeugdsportfonds, of er ook andere samenwerkingen met instanties mogelijk zijn, bijvoorbeeld de Stichting Leergeld

  • -

    De voorkeur gaat uit naar verstrekkingen in natura

  • -

    Betrek in de uitvoering, met name bij de inzet de nieuwe activiteiten en de pilots, de maatschappelijke partners;

  • -

    Zoek naar mogelijkheden waarbij activiteiten meerdere doelen dienen, bijvoorbeeld een participatietraject waarbij inwoners (kinderen) met een minimuminkomen een fiets krijgen ‘een fiets voor iedereen’(Schiedam)

  • -

    Zorg voor een goede monitoring van de genoemde activiteiten en doe een tussentijdse evaluatie in 2018

 

Deze en de andere input die we ontvangen hebben, is zoveel mogelijk verwerkt in dit activiteitenplan.

 

In de komende jaren willen we het plan “body” geven door het lokaal verder in te vullen en in gesprek te blijven met de lokale partners en instellingen, gemeenteraadsleden, leden van de Advies- en cliëntenraden en medewerkers van de gemeenten over nieuwe signalen. We beschouwen dit beleidsplan daarom als een “dynamisch document”.

 

2. Activiteiten

In de beschrijving van de te ondernemen activiteiten wordt grotendeels de lijn van de beleidsdoelstellingen gevolgd, waarbij gezien de samenhang een aantal activiteiten betrekking kan hebben op meerdere beleidsdoelstellingen en waarbij er ook raakvlakken zijn met het Activiteitenplan Schuldhulpverlening.

 

Dit activiteitenplan beschrijft niet alle individuele regelingen waar inwoners recht op kunnen hebben in het kader van bijzondere bijstand. In het financieel overzicht in hoofdstuk 3 staan wel alle bedragen genoemd (dus incl. de individuele regelingen).

 

Sommige genoemde activiteiten zullen starten in 2017, terwijl er al een bedrag begroot wordt voor 2016. Dit heeft te maken met de kosten voor voorbereidende werkzaamheden.

 

2.1. Beleidsdoelstelling Preventie

Voorkomen van armoede is beter dan het bestrijden ervan. We willen dat inwoners financieel en sociaal sterk zijn en daardoor kunnen blijven meedoen in de samenleving. Door aan te sluiten bij de leefwereld van de doelgroep, kunnen we op tijd ondersteuning bieden waar dat nodig is.

 

Onderwerp

Opzetten Jongerenpanel (nieuw)

Doelstelling

-Preventie

Omschrijving

We willen met jongeren in gesprek gaan over armoede, en hen leren persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen om zelfredzaam te zijn en zelf verantwoordelijkheid te dragen voor hun situatie. Door middel van dialoog betrekken we de jongeren bij de oplossingen, zodat die beter aansluiten bij hun belevingswereld. Hierbij wordt gedacht aan:

1: Een digitaal jongerenpanel dmv vragenlijsten

2: Fysieke participatiebijeenkomsten voor jongeren

Een panel opzetten als informatiekanaal om te kijken wat er leeft onder jongeren, waar is behoefte aan (zorgen voor input). Om te kijken hoe te voorzien in de behoefte, een thema-bijeenkomst organiseren. Op het gebied van schulden wordt de verbinding gelegd met schuldhulpverlening.

Hiervoor wordt verwezen naar dit uitvoeringsplan en hierop dus aansluiten. Maar de input kan ook breder voeren dan alleen schulden.

Activiteiten

-Opzetten jongerenpanel

-In gesprek gaan met jongeren over omgaan met geld, bestedingskeuzes, en mogelijke acties

-Samenwerken met scholen, jongerenwerk en Startpunt GO en schuldhulpverlening. De preventiemede-werkers van Stroomopwaarts betrekken. Deze geven onder andere cursussen omgaan met geld, budgetadvies en budgetcoaching, voorlichting gericht op diverse kwetsbare groepen zoals jongeren (website/materiaal/lessen )

-Aansluiten bij lokale – al bestaande- jongereninitiatieven

-Wat is er al aan aanbod(per gemeente)?

-preventiemedewerkers (MVS)

-overig SHV (MVS)

-De landelijke regelingen als NIBUD: (MVS)

 

 

Activiteiten: Waar willen we naartoe en waarom willen we dit?

-In het kader van de toegankelijkheid (de interne aansluiting met de digitale visie van SOW en hosting bedrijfsvoering) willen wij een digitaal jongerenpanel opzetten.

-Hiertoe dienen trainingen gegeven te worden en in het kader van samenwerking kan intern worden aangesloten bij GO, schuldhulpverlening en hosting ICT en bij externe partners. Er dient een eenmalig investering te worden gedaan op digitalisering.

-In het kader van de toegankelijkheid dient er communicatie/voorlichting te komen (via interne aansluiting bij GO en schuldhulpverlening).

Meten en evalueren

Voorgenomen beleid en daaruit voortkomende acties bespreken en periodiek evalueren met de jongeren.

Prestatie-indicator

Het aantal jongeren dat in de schulden terecht komt, is in 2019 gedaald t.o.v. 2016.

Verantwoordelijk

Beleid en Unit Instroom

Datum gereed

Start in 2017, doorlopende activiteit

Middelen

Incidenteel in 2017 voor alle drie de gemeenten € 10.000

Uitgesplitst per gemeente

Vlaardingen € 3.690

Schiedam € 4.726

Maassluis € 1.584

Onderwerp

Inzet ervaringsdeskundigen (nieuw)

Doelstelling

-Preventie, activering

Omschrijving

Binnen het vernieuwde armoedebeleid sturen we zoveel mogelijk op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Maar die twee gaan niet altijd samen met armoede. Wie in armoede leeft, is meer bezig met de vraag over hoe hij de dag door komt, dan met plannen maken voor oplossingen in de toekomst.

Ruimte creëren

De oplossing is meer ruimte te creëren om een gedragsverandering teweeg te brengen. Door meer ruimte (mentale capaciteit) krijgen mensen meer lucht. Ze voeden beter hun kinderen op, zorgen ze dat de ziektekosten worden betaald, zijn een productievere werknemer. Dit kan niet iedereen zelf voor elkaar krijgen. Het is dan nodig dat iemand helpt of het overneemt. We willen zoveel mogelijk dat mensen zelfredzaam zijn, maar als dat niet lukt, dan is (tijdelijke) ondersteuning noodzakelijk.

Ervaringsdeskundigen inzetten

Het vernieuwd armoedebeleid wil daarom (ex-)bijstandsgerechtigden als ervaringsdeskundigen inzetten om mensen in armoede te helpen om te gaan met hun situatie en hierin kansen te benutten. Hen een steuntje in de rug geven. Ervaringsdeskundigen weten hoe het is om met schaarste om te gaan en wat je kunt doen om eruit te komen. Daarbij kunnen zij praktische ondersteuning bieden, zoals informeren en helpen bij het aanvragen van inkomensondersteunende regelingen of voorbeelden geven van hoe anderen het doen.

De ervaringsdeskundige is een goed voorbeeld om te laten zien, welke mogelijkheden er zijn voor mensen met een minimum inkomen en/of om te laten zien dat armoede niet blijvend hoeft te zijn. Een belangrijk punt hierbij is dat de ervaringsdeskundige de regie van de persoon niet overneemt, maar de persoon slechts coacht. Hij helpt de persoon bij het oplossen van problemen en het opzetten van een sterk(er) netwerk, zonder de regie van de persoon over te nemen. Professionele hulpverlening wordt uiteindelijk alleen daar nog toegepast waar de in eigen kracht gezette persoon én zijn sociale netwerk geen uitkomst biedt.

Daarnaast maken zij kenbaar wat armoede betekent bij de hulp- en dienstverleners en beleidsmakers.

Activiteiten

-Voorstel :

Traject aanbod : activering "inzet 3 ervaringsdeskundigen” met behoud van uitkering (waarbij mogelijk recht is op de vrijwilligerspremie) (klantgroep 4). Hier wordt dus maatwerk toegepast.

Daarnaast zal gekeken worden naar mogelijkheden om ervaringsdeskundigen in te zetten die al een inkomen uit werk hebben.

Traject aanbod : Aansluiten bij maatschappelijke organisaties, zoals Vlaardingen Werkt of de Ruilwinkel. Hier wordt maatwerk toegepast.

-Ervaringsdeskundigen werven in samenwerking met maatschappelijke organisaties in de wijk.

Screening op basis van een profielschets: Er is goed voorbeeld vanuit een andere gemeente(met een aantal selectiecriteria en een aantal uitsluitingscriteria. Bij uitsluitingscriteria worden bv. drugs- of alcoholverslaafden bedoeld. We willen verder breed inzetten op de doelgroep).

-Ervaringsdeskundigen opleiden Naast en in aanvulling op landelijk beschikbare trainingen en werkwijzen zoals Werken met eigen Ervaring is specifiek op de functie toegespitste aanvullende toerusting nodig, waarin aandacht is voor het één op één begeleiden van iemand, het voorlichten van beroepskrachten over het werk van een ervaringsdeskundige in de wijk en praktische kennis zoals rond schuldhulp.

-Scenario mbt opleiding:

Aansluiting zoeken bij de regio.

-Duaal traject:Tijdens de opleiding die aangeboden wordt de ervaringsdeskundige (in opleiding) al ingezet.

- In het kader van de samenwerking Interne aansluiting met aanbod formulierenbrigade ( lokaal project), schuldhulpverlening, partners als schuldhulpmaatje en humanitas, wijkteams, Voedsel- en Kledingbank, kerken.

-Wat is er al aan aanbod(per gemeente)?

-Formulierenbrigade (MVS)

-SHV (MVS)

-Schuldhulpmaatje (Maassluis/Vlaardingen)

-wijkteams (MVS)

-Humanitas thuisadministratie te Schiedam/Maassluis

-Ontmoetingsknooppunten voor de doelgroep als Voedsel- en Kledingbank, kerken.

Meten en evalueren

Inzet van de ervaringsdeskundigen evalueren (met de doelgroep).

Vragen kunnen door middel van een vragenlijst gesteld worden aan zowel de klanten, als de ervaringsdeskundigen, als de samenwerkingspartners en de gemeente.

Prestatie-indicator

In 2018 moeten er minimaal 3 ervaringsdeskundigen actief zijn binnen de MVS-gemeenten. Dan ook een evaluatie van het effect: Mensen die in contact zijn geweest met ervaringsdeskundigen worden geactiveerd.

Verantwoordelijk

Unit O&U

Datum gereed

Start in 2017, doorlopende activiteit

Middelen

Inzet re-integratie middelen 2016 3.000, in 2017 44.500, in 2018 64.500 in 2019 64.500

2016:

Maassluis € 475

Vlaardingen € 1.107

Schiedam € 1.418

2017:

Maassluis € 7.049

Vlaardingen € 16.421

Schiedam € 21.031

2018:

Maassluis € 10.217

Vlaardingen € 23.801

Schiedam € 30.483

2019:

Maassluis € 10.217

Vlaardingen € 23.801

Schiedam € 30.483

Onderwerp

Inzet op levensgebeurtenissen (nieuw)

Doelstelling

Preventie

Omschrijving

Mensen kunnen te maken krijgen met ingrijpende gebeurtenissen die een grote verandering met zich meebrengen en grote impact hebben op de financiële situatie. Het gaat bijvoorbeeld om het verlies van een baan, echtscheiding, overlijden van de partner of langdurige ziekte. Er verandert veel op zo’n moment. Door deze, onverwachte, gebeurtenissen met grote financiële gevolgen, kan iemand in de armoede geraken. Het is dan belangrijk op tijd hierop in te springen en om mensen te ondersteunen de financiële situatie aan te passen aan de nieuwe omstandigheden, bijvoorbeeld door nieuw gedrag aan te leren of gedrag bij te sturen.

We zoeken de samenwerking met partners die een rol hebben op het moment dat een levensgebeurtenis plaatsvindt, zodat mensen preventief benaderd worden. Bijvoorbeeld door advocaten bij scheidingen of door werkgevers bij verlies van een baan en door uitvaartondernemers in geval van overlijden.

Een tegemoetkoming uit het levensgebeurtenissenbudget moet een aanvulling zijn om mensen bij grote gebeurtenissen tijdelijk te ondersteunen. Daarnaast is de samenwerking met maatschappelijke partners belangrijk om ook op sociaal gebied ondersteuning te bieden.

De financiële ondersteuning is alleen mogelijk als iemand zich daarnaast inspant om de financiële situatie aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. De regeling is dus activerend. Ze stimuleert zelfredzaamheid en participatie.

Inzetten op individuele verstrekkingen door middel van het

levensgebeurtenissenbudget levert,

in vergelijking met de individuele inkomenstoeslag meer maatwerk op.

We willen daarom de hoogte en de doelgroep van de individuele

inkomenstoeslag aanpassen en inzetten voor het

levensgebeurtenissenbudget.

Activiteiten

-Een bedrag van max. 1000 euro per persoon verstrekken aan mensen die te maken hebben met een ingrijpende levensgebeurtenissen

-Bij ervaringsdeskundigen peilen waar de behoefte ligt.

-Samen met maatschappelijke organisatie, maar vooral met de wijkteams komen tot criteria voor wie er in aanmerking komt voor ondersteuning bij ingrijpende levensgebeurtenissen;

-Het versmallen van de doelgroep en hoogte van individuele inkomenstoeslag.

-Intern samenwerking zoeken met aanbod formulierenbrigade (lokaal project), schuldhulpverlening

-Samenwerking met partners als schuldhulpmaatje en humanitas, wijkteams; met de wijkteams werkafspraken maken in een werkplan (maatwerk)

-Communicatie/voorlichting door middel van nieuwe campagne etc.

-Wat is er al aan aanbod(per gemeente)?

-Formulierenbrigade (MVS)

-Landelijke regelingen als: Kinderbijslag en de andere fiscale regelingen. (MVS)

Randvoorwaarde

Inkomenstoeslag:

Gemeenten zijn verplicht inkomenstoeslag te verstrekken. Er is beleidsvrijheid bij een gemeente met betrekking tot de doelgroep en de hoogte van het bedrag. Voorgesteld wordt om ingaande 2017 zowel de omvang van de doelgroep, als de hoogte van het bedrag in de verordening te verlagen van circa € 480 naar € 300 op jaarbasis en een resterend gedeelte in te zetten voor het levensgebeurtenissenbudget. Voor de doelgroep is een nieuwe voorwaarde dat je 3 jaar aangewezen moet zijn op een bijstandsuitkering in plaats van 1 jaar.

Meten en evalueren

De deelnemers monitoren om te kijken of het inzetten op levensgebeurtenissen voldoende resultaat biedt.

Prestatie-indicator

Mensen die een verstrekking hebben gehad naar aanleiding van een levensgebeurtenis komen niet (verder) in de financiële problemen.

Verantwoordelijk

Beleid / unit Instroom

Datum gereed

Start in 2017, doorlopende activiteit

Middelen

Individuele verstrekkingen

Maassluis 50*1000 € 50.000

Vlaardingen 100 * 1000 € 100.000

Schiedam 100*1000 € 100.000

Onderwerp

Verschuiving van individuele verstrekkingen aan doelgroep naar subsidieverlening van bedrag aan instellingen (pilot Vlaardingen)

Doelstelling

Preventie

Omschrijving

Binnen de gemeente Vlaardingen zal, samen met de maatschappelijke organisaties en de cliëntenraad Vlaardingen, onderzocht worden hoe individuele verstrekkingen kunnen worden omgezet naar voorliggende voorzieningen. Hierbij wordt gedacht aan het verstrekken van subsidie aan organisaties om een voorliggende voorziening te kunnen aanbieden aan de doelgroep.

Het gaat hier dus om samenwerking met maatschappelijke partners. Dit onderwerp zal in overleg met de partners in de komende periode meer inhoud krijgen.

Activiteiten

-Met maatschappelijke partners (o.a. voedselbank en spring foundation) en cliëntenraad in overleg gaan aan welke instellingen mogelijk gesubsidieerd gaan worden

Meten en evalueren

Subsidies prestatieafspraken maken en evalueren

Prestatie-indicator

Door het mogelijk maken van de algemene voorziening neemt het beroep op individuele verstrekkingen af.

Verantwoordelijk

Beleid

Datum gereed

Start in 2016 in Vlaardingen, eindigt 31-12-2019. Schiedam en Maassluis kunnen ervoor kiezen hierbij aan te haken indien de pilot succesvol blijkt te zijn (na evaluatie).

Middelen

(subsidie plafond extra boven regulier € 50.000)

2016 € 40.000

2017 € 70.000

2018 € 130.000

2019 € 55.000

2.2 Activering

Participatie, vooral in een betaalde baan, is dé manier om uit armoede te geraken. Het armoedebeleid wil inwoners stimuleren (meer) op eigen benen te staan en daarmee uit de armoede te komen. We willen dat mensen uit een sociaal isolement komen en zelf actief op zoek gaan naar werk. Als dat echt niet betaald kan, dan via participatietrajecten of vrijwilligerswerk, zodat zij actief deelnemen aan de samenleving.

 

Onderwerp

Mobiliteit (pilot Schiedam)

Doelstelling

Activering

Omschrijving

Wie gemakkelijk kan reizen, kan sneller op pad om aan allerlei activiteiten deel te nemen. Ouderen en mensen met een laag inkomen zijn de kwetsbare doelgroepen die het minst mobiel zijn en daardoor in een sociaal isolement kunnen geraken. Ook omdat naar mate men ouder wordt, de sociale kring kleiner wordt. Het is dan ook belangrijk dat mensen gebruik kunnen blijven maken van vervoersvoorzieningen. Dit hoeft niet een gratis vervoersvoorziening te zijn; het kan ook een voorziening zijn waar mensen die het echt nodig hebben, korting voor kunnen krijgen.

Activiteiten

-Onderzoeken of het noodzakelijk is om bestaande voorzieningen aan te passen of uit te breiden.

-samenwerken met ouderen en maatschappelijke (vervoers-)organisaties

Wat is er al aan aanbod(per gemeente)?

Schiedam heeft de vrij reizen regeling (voor de minima tot 120%), de Wmo regiotaxi en de pilot van de Argosmobiel.

Vlaardingen en Maassluis hebben geen minima-regeling voor vrij reizen.

Maassluis, Vlaardingen en Schiedam maken gebruik van de Regiotaxi voor het Aanvullend Openbaar Vervoer.

Verder werken Vlaardingen en Schiedam samen met Stroomopwaarts en Argos in het project ‘Argos Mobiel’. Schiedam zal onderzoeken of een dergelijke pilot voldoende is in het kader van de mobiliteit van kwetsbare personen, of dat er meerdere vormen van mobiliteit moeten worden ingezet.

In 2017 wordt in Schiedam de vrij reizen regeling geëvalueerd en wordt gekeken op welke wijze kwetsbare inwoners (ouderen en mensen met een laag inkomen) ondersteund kunnen worden in hun mobiliteit.

Daarnaast zal er, in samenwerking met de gemeente Schiedam, gekeken worden of het mogelijk is een de in beslaggenomen fietsen op te knappen. Deze opgeknapte fietsen kunnen vervolgens verstrekt worden aan jongeren / mensen met een minimuminkomen (‘een fiets voor iedereen’). Waar mogelijk kan het opknappen van de fietsen door middel van participatietrajecten worden vormgegeven. In het eerste kwartaal van 2017 komt hier meer duidelijkheid over.

Is er behoefte aan uitbreiding/aanpassing bestaande voorzieningen en waarom (niet)?

Uit de MER blijkt dat de alleenstaande ouderen en de oudere echtparen minima na saldopakket en saldo- en restpakket een positief saldo hebben van rond de € 100,-. In vergelijking met andere groepen (een echtpaar met 2 oudere kinderen) is dit een stuk ruimer.

MER

Uit de minima-effectrapportage blijkt dat ouderen financieel niet zo zeer te kort komen (zie bijlage, saldo na basispakket en saldo na restpakket) Je kunt je daarom afvragen of een korting bij deze leeftijdsgroep wel noodzakelijk is. Ouderen zijn echter wel de doelgroep die het minst mobiel is en daardoor in een sociaal isolement kan geraken. Ook om dat naar mate men ouder wordt, de sociale kring kleiner wordt. Het is dan ook belangrijk dat mensen gebruik kunnen blijven maken van vervoersvoorzieningen.

Meten en evalueren

Gebruik meten van de doelgroep die korting op het vervoer krijgt.

Prestatie-indicator

Ouderen en kwetsbare groepen die gebruik maken van de vervoersvoorziening gaan vaker de deur uit.

Verantwoordelijk

Unit O&U/OV- Unit Instroom

Datum gereed

Doorlopend, in Schiedam wordt vrij reizen regeling geëvalueerd in 2017

Middelen

Regio Taxi voor het aanvullend Ov vanuit bestaande middelen

Individuele verstrekkingen

2016

Maassluis € 7.850

Vlaardingen € 1.710

Schiedam € 523.636

2017

Maassluis € 7.850

Vlaardingen € 1.710

Schiedam € 572.349

2018

Maassluis € 7.850

Vlaardingen € 1.710

Schiedam € 151.168

2019

Maassluis € 7.850

Vlaardingen € 1.710

Schiedam € 0

N.B. Er zijn geen middelen opgenomen vanaf april 2018 voor OV voor de gemeente Schiedam (dan loopt dit project af).

Onderwerp

Vrijwilligerswerk

Doelstelling

Activering

Omschrijving

Passend vrijwilligerswerk levert betrokkenheid op en voorkomt dat iemand in een sociaal isolement raakt (je gaat maatwerk leveren en iemand wordt zelfredzaam). Om dit te bereiken, willen we nauwer samenwerken met de Servicepunten Vrijwilligers van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam. Deze Servicepunten Vrijwilligers ondersteunen en begeleiden vrijwilligers en organisaties waar vrijwilligers werken, en zijn een belangrijke schakel om mensen aan het werk te krijgen. Zo kunnen we elkaar helpen; samenwerken geeft een elkaar versterkend effect.

Welk ondersteuningsaanbod is er al per gemeente op dit gebied?

Aanbod vanuit de steunpunten vrijwilligers

Aanbod vanuit SOW (participatietrajecten)

Activiteiten

-Mensen activeren vrijwilligerswerk te doen

-Samenwerken met het Servicepunt Vrijwilligers

-een doelgroepindeling maken; veel meer inzetten op doelgroep 4

Is er behoefte aan uitbreiding/aanpassing bestaande voorzieningen en waarom (niet)?

Stroomopwaarts wil aansluiten bij het beleid van de Servicepunten vrijwilligers, samenwerking geeft een elkaar versterkend effect.

Waar zou je middelen op kunnen inzetten?

-Inzetten op vrijwilligerscoaches. Er zijn veel mensen met multi-problematiek, die een vrijwilligerscoach nodig hebben

-Cursus op weg naar succes is een succes

-Combi met reguliere middelen: Intensieve begeleiding

MER

Géén relevante informatie in de MER mbt dit onderwerp.

Meten en evalueren

-Monitoren waarom wel/niet vrijwilligerswerk wordt gedaan.

-Meten hoeveel mensen met een laag inkomen vrijwilligerswerk doen.

Prestatie-indicator

Het aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet, stijgt in 2017 met 5% in re-integratie-trajecten t.o.v. 2016..

Verantwoordelijk

O&U

Datum gereed

Doorlopend

Middelen

Inzet vanuit bestaande middelen

Onderwerp

Stadspas

Doelstelling

Activering

Omschrijving

Een pas voor minima zorgt ervoor dat mensen met een laag inkomen gratis of met korting producten kunnen aanschaffen of gebruik kunnen maken van diensten in de stad.

Activiteiten

-Aanbieden Rotterdampas;

Aanbod (zie hierboven).

Is er behoefte aan aanpassing aanbod?

Maassluis, Schiedam en Vlaardingen hebben een Rotterdampas, Schiedam en Vlaardingen hebben daarnaast een vrijwilligerspas.

MER

Rotterdampas

Uit het MER-onderzoek blijkt dat echtparen en (in mindere mate) alleenstaanden onder de AOW-gerechtigde leeftijd niet alle uitgaven uit het restpakket kunnen bekostigen. Het Nibud adviseert de gemeente daarom de mogelijkheid te onderzoeken om ook een tegemoetkoming voor sportieve en/of sociaal-culturele activiteiten aan volwassenen te verstrekken, net als bij kinderen. Met name echtparen, die met een bijstandsnorm van 100 procent de kosten van twee volwassenen moeten dragen, zullen veel baat hebben bij een bijdrage voor elke volwassene binnen het huishouden. Een andere mogelijkheid is om het gebruik en de mogelijkheden van de Rotterdampas extra te stimuleren en onder de aandacht te brengen. Met de pas kan bijvoorbeeld korting worden verkregen op de contributie van een sportvereniging en kan men gratis of met korting leuke dingen doen (uitjes, etentjes, etc.).

Meten en evalueren

Gebruik van de pas monitoren.

Prestatie-indicator

Nog in onderzoek

Verantwoordelijk

De gemeente

Datum gereed

Doorlopend

Middelen

Verstrekking via gemeente van de Rotterdam pas

individuele verstrekkingen

2016

Maassluis € 57.000

Vlaardingen € 200.000

Schiedam € 150.00

2017

Maassluis € 50.000

Vlaardingen € 200.000

Schiedam € 150.000

2018

Maassluis € 50.000

Vlaardingen € 200.000

Schiedam € 150.000

2019

Maassluis € 50.000

Vlaardingen € 200.000

Schiedam € 150.000

Onderwerp

Netwerkopbouw

Doelstelling

Activering

Omschrijving

Ontmoeting en samenwerking tussen maatschappelijke organisaties is een voorwaarde om de armoede tegen te kunnen gaan. Elke organisatie heeft haar eigen expertise om mensen in armoede te ondersteunen. Door vraag en aanbod op het gebied van middelen en activiteiten bij elkaar te brengen, kunnen voorzieningen elkaar aanvullen en worden afgestemd op de behoeften in de wijk. Dit kan weer het gebruik van voorzieningen vergroten.

Huidige ondersteuningsaanbod

Welk ondersteuningsaanbod is er al?

Netwerkbijeenkomst ‘Voor Elkaar’: dit is een netwerk in Vlaardingen van allerlei maatschappelijke ondernemers en verenigingen die willen samenwerken in de strijd tegen armoede.

-In Vlaardingen is er verder nog de Maatschappelijke Kring

-Maassluis heeft de gebiedsoverleggen en de week van de ontmoeting.

Activiteiten

-Organiseren van netwerkbijeenkomsten

-Gebruik maken van al bestaande samenwerkingsverbanden

Eén a twee keer per jaar organiseren een paar wijkcoordinatoren en de beleidsmedewerker van de gemeente Vlaardingen dit, ze maken de agenda aan de hand van onderwerpen die er spelen enz. Ook binnen Schiedam wordt gekeken naar het opzetten van een dergelijk netwerk.

Maassluis zal in de komende tijd onderzoeken op welke manier instanties binnen Maassluis kunnen samenwerken in een Armoedepact. Er wordt ingezet op breed uitnodigen van maatschappelijke instellingen en wijkteams, vanaf het eerste kwartaal van 2017, twee keer per jaar een bijeenkomst.

MER

Géén relevante informatie in de MER mbt dit onderwerp.

Meten en evalueren

Bijeenkomsten evalueren

Prestatie-indicator

Meer samenwerking tussen de organisaties.

Activiteiten worden meer op elkaar afgestemd.

Verantwoordelijk

Beleid

Datum gereed

doorlopend

Middelen

Vanuit bestaande middelen

2.3. Beleidsdoelstelling Participatie Kinderen

Ieder kind moet kunnen meedoen en zich kunnen ontplooien en ontwikkelen. Dit betekent goed mee kunnen doen op school en deel kunnen nemen aan sport en verenigingsleven. Voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen, is dat niet vanzelfsprekend. Het vernieuwd armoedebeleid wil voorkomen dat kinderen in een sociaal isolement komen en hen stimuleren net zo makkelijk mee te doen aan school en andere activiteiten als hun leeftijdsgenootjes.

 

Onderwerp

Verhogen inkomensgrens Maatschappelijke participatie kinderen

Doelstelling

-Maatschappelijke Participatie kinderen

Omschrijving/MER

Het verhogen van de inkomensgrens voor de regeling Maatschappelijke participatie kinderen van 110% naar 120% van de toepasselijke bijstandsnorm zorgt ervoor dat meer kinderen gebruik kunnen maken van de regeling. Ook huishoudens met een inkomen tot 120% van de toepasselijke bijstandsnorm komen maandelijks tekort na betaling van de vaste en noodzakelijke kosten. We vinden het belangrijk dat kinderen toch gebruik kunnen maken van de voorzieningen die er zijn. Door de inkomensgrens te verhogen naar 120% stellen we een grotere groep kinderen in staat om volwaardig te participeren.

Hierbij is het ook belangrijk om oog te hebben voor huishoudens met kinderen die (net) niet in aanmerking komen voor deze regeling, maar desondanks niet de middelen hebben om actief mee te doen in de maatschappij. In deze gevallen zal, samen met het Wijkteam, gekeken worden welke mogelijkheden er zijn ten behoeve van deze kinderen.

Activiteiten

-Verordening Maatschappelijke participatie Kinderen is aangepast

-Nadere regels Maatschappelijke participatie Kinderen is aangepast

-Communicatie (persoonlijk en digitaal) om bekendheid te vergroten (Er is inmiddels gestart met het opstellen van een communicatieplan i.o.m. medewerkers communicatie)

Meten en evalueren

-Gebruik van de regeling jaarlijks meten.

-Samenwerken met intermediairs en maatschappelijke organisaties om regeling onder de aandacht van de doelgroep te brengen.

Prestatie-indicator

Het gebruik van de regeling Maatschappelijke participatie kinderen is in 2019 met 30% gestegen t.o.v. 2015.

Verantwoordelijk

Unit Instroom

Datum gereed

Is reeds gangbare praktijk, doorlopend

Middelen

Verhoging van de Individuele verstrekkingen

2016

Maassluis € 152.124

Vlaardingen € 239.147

Schiedam € 316.554

2017

Maassluis € 139.244

Vlaardingen € 208.566

Schiedam € 211.381

2018

Maassluis € 143.744

Vlaardingen € 177.066

Schiedam € 185.481

2019

Maassluis € 156.024

Vlaardingen € 302.066

Schiedam € 277.581

Onderwerp

Samenwerking Jeugdsportfonds/Jeugdcultuurfonds (nieuw)

Onderdeel binnen Maatschappelijke participatie kinderen!

Doelstelling

-Maatschappelijke Participatie kinderen

Omschrijving

Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen de mogelijkheid bieden deel te nemen aan activiteiten op het gebied van sport, cultuur en onderwijs, zodat zij actief meedoen in de maatschappij.

Activiteiten

In dit kader wordt er samengewerkt met het Jeugdsportfonds/Jeugdcultuurfonds, mede naar aanleiding van de extra impuls van vijf miljoen euro dat begin dit jaar vanuit het Rijk beschikbaar is gesteld voor de jaren 2016 en 2017 (tot en met juni 2018 zal het budget ter beschikking worden gesteld).

Voor 1 januari 2017 wordt deze samenwerking uitgewerkt in een werkinstructie voor de uitvoering.

Het rijksimpuls voor 2016 en 2017 houdt in dat het Rijk voor elk kind € 100 aan het Jeugdsportfonds en/of € 120 aan het Jeugdcultuurfonds toekent.

Deze middelen € 100,- (€120,-) voor extra impuls worden verwerkt in het huidige bedrag dat de gemeenten besteden aan Maatschappelijke Participatie Kinderen;

Verder zal in in 2017 onderzocht worden of er ook samenwerking met andere fondsen, bijvoorbeeld Stichting Leergeld, mogelijk is.

Aanbod

Via Verordening en Nadere regels Maatschappelijke Participatie Kinderen

worden bijdrages nu nog overgemaakt aan de verenigingen of aan de ouders.

Bij iedere MVS-gemeente is er een andere bijdrage qua bedrag hoogte en qua samenstelling, deze kunnen zowel aan de verenigingen als direct aan de ouders worden overgemaakt.

Op basis van de samenwerking met het JSF zal er overgegaan worden naar verstrekking in natura, waarbij het geld meteen overgemaakt wordt aan de vereniging.

Waarom in zee met JSF/JCF?

Aanpak

input van de beleidsmedewerkers van de MVS-gemeenten gevraagd en verwerkt. Verdere uitwerking hiervan volgt in de werkinstructie (zie activiteiten).

Een groot aandachtspunt bij alle drie de gemeenten is de lange doorlooptijden van de aanvragen voor de bijdragen op basis van de verordening/nadere regels Maatschappelijke Participatie en een hoger bereik van de doelgroep. Bij een aanvraag via het Jeugdsportfonds kan dit door intermediairs gedaan worden gedaan. De intermediairs hebben vanuit hun professie veel aandacht voor de ontwikkeling van kinderen en kunnen ouders overtuigen van het belang van sport en cultuur. Deze insteek zorgt er ook voor dat het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds een groter bereik zullen hebben dan een gemeentelijke regeling. Dit blijkt ook uit navraag bij andere gemeenten.

Binnen het sociaal domein werken het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds samen met allerlei partners. De belangrijkste groep zijn de sport- en cultuuraanbieders en de leveranciers van (sport)kleding en/of attributen voor cultuur en sport. Daarnaast zijn er ook andere partners als Fonds Schiedam Vlaardingen, de Rabobank en andere mogelijke sponsors. Hierbij neemt Jeugdsportfonds / Jeugdcultuurfonds het initiatief tot samenwerking.

NB: JSF heeft met het Fonds Schiedam Vlaardingen verkennende gesprekken gehouden over een bijdrage voor de zwemlessen van het diploma A

MER

Zie onder verhogen Inkomensgrens Maatschappelijke Participatie Kinderen.

Meten en evalueren

-Bereik door deelname aan het Jeugdsportfonds monitoren

-Samenwerking met intermediairs verbeteren om deelname te verhogen

Prestatie-indicator

Het aantal sportende kinderen uit gezinnen met een laag inkomen is in 2019 met 5% t.o.v. 2016 gestegen.

Verantwoordelijk

Beleid / Unit Instroom en Jeugdsportfonds

Datum gereed

Start 1 januari 2017, doorlopende activiteit

Middelen

Extra middelen vanuit jeugdsport fonds

2017

Maassluis 28.380

Vlaardingen 176.300

Schiedam 131.320

2018

Maassluis 38.880

Vlaardingen 207.800

Schiedam 157.220

2019

Maassluis 21.600

Vlaardingen 82.800

Schiedam 65.120

N.B. Dit is exclusief de extra middelen voor kinderen uit arme gezinnen (bedrag € 100.000.000,-) die toegezegd zijn in de Miljoenennota 2017!

N.B. 2: De extra impuls vanuit het Rijk wordt ter beschikking gesteld tot en met juni 2018. Vandaar de daling van de middelen in 2019.

Onderwerp

Een leven lang leren (pilot Maassluis)

Doelstelling

- Maatschappelijke Participatie kinderen, preventie

Omschrijving

Beperking aan educatie is ook armoede. Armoede heeft invloed op de schoolkeuze en later op het werk dat kinderen gaan doen. Door goede en voldoende educatie worden kinderen sociaalvaardig en leren ze bijvoorbeeld lezen en schrijven. Taalontwikkeling, sociale vaardigheden, persoonlijke ontwikkeling en later een opleiding zijn nodig om uit de armoede te geraken en te blijven. En om een (betaalde) baan te kunnen vinden. Ze kunnen meedoen in de samenleving en komen niet in een sociaal isolement. Educatie stopt niet bij het basisonderwijs, maar gaat een leven lang door. Daar waar mensen graag willen, willen we helpen om ook daadwerkelijk actie te ondernemen om verder te leren.

Activiteiten

-Samen met maatschappelijke partners en onderwijsinstellingen onderzoeken hoe deze pilot ingevuld kan worden.

Meten en evalueren

-Samenwerken met intermediairs en maatschappelijke organisaties om educatie bij jongeren te stimuleren.

Prestatie-indicator

Het gebruik van de regeling is in 2019 met 5% gestegen t.o.v. 2016.

Verantwoordelijk

Instroom

Datum gereed

Pilot start voor doelgroep 17-21 jarigen, start laatste kwartaal 2016, eindigt 31-12-2019

Middelen

 

Middelen

Inzet van de volgende middelen

2017 € 5.000

2018 € 20.000

2019 € 15.000

2.4 Beleidsdoelstelling Gezondheid

Mensen die in armoede leven, hebben vaker te maken met gezondheidsproblemen. Het armoedebeleid kan hierop worden ingezet door o.a. het bieden van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering. Daarnaast is preventie belangrijk, door mensen te stimuleren een gezonder leefpatroon aan te nemen.

 

Onderwerp

Verhogen inkomensgrens Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering (CAV)

Doelstelling

- Gezondheid

Omschrijving/MER

Met het verhogen van de inkomensgrens voor de CAV van 110% naar 120% van de toepasselijke bijstandsnorm kunnen meer mensen gebruik maken van de CAV en stijgt het gebruik. Mensen in armoede gaan niet altijd naar de dokter of maken niet altijd gebruik van zorg vanwege de kosten. Door het verhogen van de inkomensgrens naar 120% verbetert de inkomenspositie van de mensen en hebben zij minder snel een armoedeval. Als zij gebruik maken van de CAV kunnen zij toch gebruik maken van de zorg en is er minder kans op wanbetaling of op het mijden van zorg vanwege hoge kosten.

Activiteiten

-Beleidsregels Participatiewet (waaronder de CAV) aanpassen

-Communicatie (persoonlijk en digitaal) om bekendheid te vergroten.

De beleidsregels zijn in het college van B&W van alle drie de gemeenten vastgesteld. Alleen in Vlaardingen is de inkomensgrens verhoogd per 1 augustus naar 120%. Aan Maassluis wordt voorgesteld deze grens per 1 januari 2017 te verhogen. Schiedam verhoogt deze grens per 1 januari 2017.

Meten en evalueren

-Gebruik van de regeling jaarlijks meten.

-Samenwerken met intermediairs en maatschappelijke organisaties om regeling onder de aandacht van de doelgroep te brengen.

Prestatie-indicator

Het gebruik van de CAV is in 2019 met 30% gestegen t.o.v. 2016.

Verantwoordelijk

Instroom

Datum gereed

Reeds gangbare praktijk in Vlaardingen,. Schiedam verhoogt per 1 januari 2017. eventuele start Maassluis per 1 januari 2017

Middelen

individuele verstrekkingen

2016

Maassluis € 204.000

Vlaardingen € 447.532

Schiedam € 399.897

2017

Maassluis € 269.326

Vlaardingen € 494.532

Schiedam € 514.466

2018

Maassluis € 269.326

Vlaardingen € 611.097

Schiedam € 514.466

2019

Maassluis € 269.326

Vlaardingen € 611.097

Schiedam € 514.466

3. Financiën

3.1 Financiële uitgangspunten en kaders

Door de ontwikkelingen binnen het sociaal domein, is het wenselijk om een integraal beeld te geven op welke wijze Armoede beleid (inclusief de preventie, (tijdelijke) ondersteuning) is georganiseerd. De beleidsterreinen voor het armoedebeleid en schuldhulpverlening staan niet los van elkaar, gezien ontwikkelingen en resultaten gevolgen hebben op het bereik en gebruik van de aangeboden producten. In het lokaal beleidsnota schuldhulpverlening is al een subsidie plafond benoemd van € 89.500 voor verstrekkingen uit het armoedebeleid aan maatschappelijke organisatie zoals schuldhulpmaatjes en Humanitas. In het activiteitenplan schuldhulpverlening zijn ook de individuele verstrekkingen op bewindsvoering kosten en budgetbeheer opgenomen

(in 2016 € 920.000 aflopend naar € 663.440 in 2019) en beschikbare re-integratie/ participatie middelen (SOW) voor ontwikkel en activeringstrajecten (in 2016 € 220.000 oplopend naar € 254.000 in 2019). De opgave is om in samenhang de middelen effectiever en efficiënter in te zetten, vrijkomende middelen zullen beschikbaar komen aan het uitvoeringsprogramma armoedebeleid.

 

Algemene uitgangspunten financieel kader:

  • Het financieel kader voor het uitvoeringsprogramma armoedebeleid is conform de beschikbare middelen bij de deelnemende gemeenten 2016-2020. Met uitzondering van de subsidies en de uitvoering Rotterdampas/ OV Schiedam zijn de budgetten onderdeel van de begroting SOW 2016-2020.

  • Verstrekkingen of kosten die samenhang hebben met de individuele verstrekkingen worden verdeeld op basis van de vastgestelde verdeelsleutel SOW, tenzij er een specifieke bekostiging per gemeente bekend is.

    De verdeelsleutel 2016-2020 is:

    Maassluis 15,84%

    Vlaardingen 36,90%

    Schiedam 47,26%

  • Het huisvestingcomponent is geen onderdeel van het financieel kader. De huisvesting wordt om niet beschikbaar gesteld voor training, dienstverlening en uitvoering activiteiten. De locaties worden beschikbaar gesteld door gemeenten (inclusief hosting) en maatschappelijke organisaties en/of Wijkteams.

  • Het bedrijfsvoering component is geen onderdeel van het financieel kader. Bedrijfsvoering wordt beschikbaar gesteld door de hosting. Vooralsnog is er geen rekening gehouden met mogelijke investeringen c.q. aanpassingen met uitzondering van het onderzoek naar de digitale visie stroomopwaarts.

  • De ondersteuning aan klanten in het voorproces of tijdelijke ondersteuning bij het administreren en invullen van formuleren wordt aangeboden vanuit participatietraject.

  • De realisatie over 2015 is de basis voor de ramingen (p x q ) voor de prognose activiteitenplan. Op onderdelen zijn de middelen aangepast op de huidige realisatie cijfers 2016.

  • Incidentele uitgaven zijn niet opgenomen in de business case (prijs x volume) ter toetsing van het financieel kader.

  • Er is sprake van een open eind regeling voor wat betreft de individuele verstrekkingen.

  • Dit concept-plan gaat uit van de op dit moment bekende gegevens over de middelen voor armoedebeleid. De verwachte middelen, bv. de € 100.000.000,- voor kinderen uit arme gezinnen uit de Miljoenennota 2017, zijn hierin niet meegenomen.

3.2 Financiën gemeente Maassluis

Het financieel kader “beschikbare middelen 2016-2019” is bestemd voor de uitvoering van het activiteitenplan armoedebeleid. Ingaande 2017 zijn er extra middelen toegevoegd aan het financieel kader door;

  • Ingaande 2017 wordt budgetbeheer aan de doelgroep participatie aangeboden binnen het traject (bekostiging re-integratie middelen binnen de begroting SOW).

  • Ingaande 2017 zal het financieel kader voor bewindsvoering kosten worden verlaagd ter gunste voor de activiteiten armoedeplan. Deze daling wordt gerealiseerd door de extra inzet op vroeg signalering en preventie en monitoren van de ingezette voorzieningen van de rechtbank.

 

De benodigde middelen zijn gebaseerd op prijs x volume, tenzij hiervan geen sprake is zoals bij verstrekking van subsidies. In de bijlage is per beleidsdoelstellingen de ingezette activiteiten in middelen gespecificeerd. De volgende (beleid) keuze zijn hierin meegenomen;

  • Ingaande 2016 verhogen bereik participatie kinderen (circa 30%)

  • Ingaande 2017, indien gewenst, verhogen bereik CAV (circa 30%)als de inwerkingtreding ingaat , zullen de financiële gevolgen pas in 2018 merkbaar zijn voor de gemeente (dan kan de doelgroep pas weer overstappen naar een nieuwe verzekering) en zullen deze middelen voor 2017 incidenteel kunnen worden ingezet voor activiteiten die passen binnen het beleid. Gezien gedragsverandering meestal wat langer tijd vraagt, kan het bedrag natuurlijk ook worden ingezet om risico’s af te hechten als het aantal op hetzelfde niveau blijft als voorgaande jaren.

  • Ingaande 2017 aanbieden maatwerk individuele verstrekkingen levensgebeurtenissen. In verband hiermee aanpassing doelgroep (referentieperiode van 1 naar 3 jaar) en hoogte individuele inkomenstoeslag (van circa € 480 naar € 300 op jaarbasis).

  • Ingaande 2017 deelname jeugdsportfonds, vergelijkbaar met huidig aanbod.

  • Incidentele middelen in de periode van 2017 -2019 , zijnde € 20.000 per jaar voor de uitvoering van lokale pilot voor 2 jaar (2017 € 5.000, 2018 € 20.000 en 2019 € 15.000).

 

 

3.3 Financiën gemeente Vlaardingen

Het financieel kader “beschikbare middelen 2016-2019” is bestemd voor de uitvoering van het activiteitenplan armoedebeleid. Ingaande 2017 zijn er extra middelen toegevoegd aan het financieel kader door;

  • Ingaande 2017 wordt budgetbeheer aan de doelgroep participatie aangeboden binnen het traject (bekostiging re-integratie middelen binnen de begroting SOW).

  • Ingaande 2017 zal het financieel kader voor bewindsvoering kosten worden verlaagd ter gunste voor de activiteiten armoedeplan. Deze daling wordt gerealiseerd door de extra inzet op vroeg signalering en preventie en monitoren van de ingezette voorzieningen van de rechtbank.

 

De benodigde middelen zijn gebaseerd op prijs x volume, tenzij hiervan geen sprake is zoals bij verstrekking van subsidies. In de bijlage is per beleidsdoelstellingen de ingezette activiteiten in middelen gespecificeerd. De volgende (beleids) keuze zijn hierin meegenomen;

  • Ingaande 2016 verhogen bereik participatie kinderen (circa 30%)

  • Ingaande 2017, indien gewenst, verhogen bereik CAV (circa 30%)

  • Ingaande 2017 aanbieden maatwerk individuele verstrekkingen levensgebeurtenissen. In verband hiermee aanpassing doelgroep(referentieperiode van 1 naar 3 jaar) en hoogte individuele inkomenstoeslag (van circa € 480 naar € 300 op jaarbasis).

  • Ingaande 2017 deelname jeugdsportfonds, vergelijkbaar met huidig aanbod.

  • Ingaande 2017 verstrekking 1e inrichting als leenbijstand voor de doelgroep (1/3 aflossen en 2/3 kwijtschelden)

  • Voor de periode 2016 -2018 incidentele middelen beschikbaar voor de uitvoering van lokale pilot met maatschappelijke organisatie (extra subsidieplafond in 2016 € 40.000, in 2017 € 80.000 in 2018r € 130.000 in 2018 en in 2019 € 55.000).

 

 

3.4 Financiën gemeente Schiedam

Het financieel kader “beschikbare middelen 2016-2019” is bestemd voor de uitvoering van het activiteitenplan armoedebeleid. Ingaande 2017 zijn er extra middelen toegevoegd aan het financieel kader door;

  • Ingaande 2017 wordt budgetbeheer aan de doelgroep participatie aangeboden binnen het traject (bekostiging re-integratie middelen binnen de begroting SOW).

  • Ingaande 2017 zal het financieel kader voor bewindsvoering kosten worden verlaagd ter gunste voor de activiteiten armoedeplan. Deze daling wordt gerealiseerd door de extra inzet op vroeg signalering en preventie en monitoren van de ingezette voorzieningen van de rechtbank.

 

De benodigde middelen zijn gebaseerd op prijs x volume, tenzij hiervan geen sprake is zoals bij verstrekking van subsidies. In de bijlage is per beleidsdoelstellingen de ingezette activiteiten in middelen gespecificeerd. De volgende (beleids) keuze zijn hierin meegenomen;

  • Ingaande 2016 verhogen bereik participatie kinderen (circa 30%)

  • Ingaande 2017 verhogen bereik CAV (circa 30%) als de inwerkingtreding ingaat , zullen de financiële gevolgen pas in 2018 merkbaar zijn voor de gemeente (dan kan de doelgroep pas weer overstappen naar een nieuwe verzekering) en zullen deze middelen voor 2017 incidenteel kunnen worden ingezet voor activiteiten die passen binnen het beleid. Gezien gedragsverandering meestal wat langer tijd vraagt, kan het bedrag natuurlijk ook worden ingezet om risico’s af te hechten als het aantal op hetzelfde niveau blijft als voorgaande jaren.

  • Ingaande 2017 aanbieden maatwerk individuele verstrekkingen levensgebeurtenissen. In verband hiermee aanpassing doelgroep (referentieperiode van 1 naar 3 jaar) en hoogte individuele inkomenstoeslag (van circa € 480 naar € 300 op jaarbasis).

  • Ingaande 2017 deelname jeugdsportfonds, vergelijkbaar met huidig aanbod.

  • Vanaf 2015- 2018 zijn er middelen beschikbaar voor gratis OV, mobiliteit is een lokale pilot.

 

 

3.5 Gevolgen voor de uitvoering

Het activiteitenplan armoede (inclusief individuele verstrekkingen schuldhulpverlening) kan alleen binnen de huidige financiële kaders van Stroomopwaarts worden uitgevoerd als de werkwijze zoveel als mogelijk wordt geharmoniseerd. De aanpak zal ook vereenvoudigd gaan worden door bijvoorbeeld de aanvraag te vereenvoudigen en steekproefsgewijs (achteraf) te controleren.

 

In de huidige uitvoering wordt vereenvoudigen aanvragen afgehandeld door de “Inzet minima voor minima”.

 

Indien er sprake is van significante afwijking op de volume c.q. aanpak bij een individuele gemeenten, dan wordt de uitvoeringskosten specifiek bekostigd door desbetreffende gemeenten (maatwerk).

 

Verder kwam in de gesprekken met de uitvoering naar voren dat de MVS gemeenten op dit moment geen beleid hebben ten aanzien van het toepassen van de kostendelersnorm bij het bereken van de draagkracht voor de minimaregelingen. Vanuit de uitvoering wordt voorgesteld om dit niet mee te nemen in de draagkrachtberekening, aangezien het gaat om bijzondere kosten die niet gedeeld kunnen worden. In praktijk komt het overigens vrij weinig voor, de groep dit voordeel heeft aan dit besluit is beperkt.

 

Huidige Maatwerk:

In Schiedam zijn er afspraken gemaakt om het gratis OV. Er wordt tijdelijk (2015-2018) extra middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van deze regeling.

4. Gevolgen van het activiteitenplan

Communicatie

Het is erg belangrijk om de activiteiten goed bekend te maken bij de inwoners, zeker daar waar het gaat om regelingen die aangepast worden of nieuw worden ingezet.

Met de afdeling communicatie wordt in de komende tijd een communicatieplan opgesteld om bij vaststelling van het activiteitenplan op juiste wijze te communiceren met de inwoners.

 

Monitoring en Evaluatie

De activiteiten, zoals genoemd in het activiteitenplan, zullen continu gemonitord worden en daarnaast vinden er evaluaties plaats. Producten zoals collectieve aanvullende verzekering (CAV), de kindregelingen en de lokale pilots zullen periodiek gemonitord en geëvalueerd worden. Voor verandering van gedrag van medewerkers en inwoners is er meer tijd nodig. De evaluatie voor sommige onderwerpen heeft periodiek plaats (CAV bv. jaarlijks) en sommige bv. eens per 3 á 4 jaar (individuele verstrekkingen). Ook goed de regelingen bijhouden, met name met betrekking tot volgen van maatwerk (extra aandacht aan deze regelingen (financieel en gebruik) besteden in de bestuursrapportage). Verder over twee jaar een eerste evaluatie van dit beleid.

 

Aanpassing beleidsregels en verordeningen

Na besluitvorming van het activiteitenplan zal het juridisch kader aangepast moeten worden conform het vastgestelde kader en activiteiten.

5. Besluitvorming vóór 1 januari 2017

We willen benadrukken dat dit een dynamisch activiteitenplan armoedebeleid betreft. In de komende jaren willen we het plan “body” geven door het lokaal verder in te vullen en in gesprek te blijven met de lokale partners en instellingen, gemeenteraadsleden, leden van de Advies- en cliëntenraden en medewerkers van de gemeenten over nieuwe signalen. We beschouwen dit beleidsplan daarom als een “dynamisch document”.

 

Besluiten Maassluis:

  • -

    Aanpassen verordening individuele inkomenstoeslag(doelgroep en hoogte);

  • -

    College besluit tot verhogingen inkomensgrens van 110% naar 120% en dit wordt aangepast in de beleidsregels Participatiewet 2016;

  • -

    Instemming met het activiteitenplan mbt samenwerking met Jeugdsportfonds/Jeugdcultuurfonds . Nadat het samenwerkingsbesluit is genomen zullen de Nadere regels Maatschappelijke Participatie Kinderen, in 2017, aangepast worden.

  • -

    Besluit om de kostendelersnorm niet toe te passen in de draagkrachtberekening voor de minimaregelingen

  • -

    (NB: wellicht zal er in 2017 nog een beleidsregel m.b.t. de levensgebeurtenis moeten worden vastgesteld door het college).

 

Besluiten Vlaardingen:

  • -

    Aanpassen verordening individuele inkomenstoeslag(doelgroep en hoogte);

  • -

    Instemming met het activiteitenplan mbt samenwerking met Jeugdsportfonds/Jeugdcultuurfonds. Nadat het samenwerkingsbesluit is genomen zullen de Nadere regels Maatschappelijke Participatie Kinderen, in 2017, aangepast worden.

  • -

    Besluit om de kostendelersnorm niet toe te passen in de draagkrachtberekening voor de minimaregelingen

  • -

    (NB: wellicht zal er in 2017 nog een beleidsregel m.b.t. de levensgebeurtenis moeten worden vastgesteld door het college).

 

Besluiten Schiedam:

  • -

    Aanpassen verordening individuele inkomenstoeslag(doelgroep en hoogte);

  • -

    College besluit tot verhogingen inkomensgrens van 110% naar 120% en dit wordt aangepast in de beleidsregels Participatiewet 2016;

  • -

    Instemming met het activiteitenplan mbt samenwerking met Jeugdsportfonds/Jeugdcultuurfonds. Nadat het samenwerkingsbesluit is genomen zullen de Nadere regels Maatschappelijke Participatie Kinderen, in 2017, aangepast worden.

  • -

    Besluit om de kostendelersnorm niet toe te passen in de draagkrachtberekening voor de minimaregelingen

  • -

    (NB: wellicht zal er in 2017 nog een beleidsregel m.b.t. de levensgebeurtenis moeten worden vastgesteld door het college).

6. En wat komt er nog: Vervolgtraject vanaf eerste kwartaal 2017

We willen benadrukken dat dit een definitief, maar dynamisch activiteitenplan armoedebeleid betreft. In de komende jaren willen we het plan “body” geven door het lokaal verder in te vullen en in gesprek te blijven met de lokale partners en instellingen, gemeenteraadsleden, leden van de Advies- en cliëntenraden en medewerkers van de gemeenten over nieuwe signalen. We beschouwen dit beleidsplan daarom als een “dynamisch document”.

 

Vervolgtraject:

  • -

    Opzetten jongerenpanel (vanaf eerste kwartaal 2017) ;

  • -

    Inzetten op ervaringsdeskundigen (vanaf eerste kwartaal 2017);

  • -

    Inzetten op inkomensvoorziening levensgebeurtenissen (vanaf eerste kwartaal 2017);

  • -

    Samenwerking met JSF/JCF (vanaf eerste kwartaal 2017);

  • -

    Inzetten op de lokale pilot (zijn al gestart in 2016 of starten in 2017);

  • -

    Het organiseren van een Armoedepact in de gemeente Maassluis (vanaf eerste kwartaal 2017);

  • -

    Evalueren vrij reizen regeling gemeente Schiedam(eind 2017).