Organisatie | Bodegraven-Reeuwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening gemeenschappelijke rekenkamercommissie Groene Hart Rekenkamer 2016 |
Citeertitel | Verordening gemeenschappelijke rekenkamercommissie Groene Hart Rekenkamer |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | rekenkamer |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | Nieuwe regeling | 23-11-2016 Gemeenteblad 2016, 175236 | Z-16-44049 |
Artikel 4 Taken en bevoegdheden Rekenkamercommissie
De artikelen 182 tot en met 185 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de rekenkamercommissie.
Artikel 6 Eed, gedragscode en nevenfuncties
Ten aanzien van de leden van de rekenkamercommissie is de Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers Gouda van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor ‘politieke ambtsdrager’ wordt gelezen ‘lid van de rekenkamercommissie’ en voor ‘politieke ambt’ of ‘politieke functie’ wordt gelezen ‘rekenkamerfunctie’.
De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente
Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 23 november 2016 .
De griffier,
drs. J.H. Rijs
De voorzitter,
mr. C. van der Kamp
Toelichting op de Verordening gemeenschappelijke Rekenkamercommissie Groene Hart Rekenkamer
Sinds 2012 functioneert een gemeenschappelijke rekenkamercommissie Groene Hart Rekenkamer voor de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda en Waddinxveen. Deze rekenkamercommissie vult de verplichte rekenkamerfunctie voor genoemde gemeenten in.
De Groene Hart Rekenkamer is ingesteld krachtens een gelijkluidende verordening die door de raden van genoemde gemeenten indertijd is vastgesteld. Tevens hebben de gemeenten afspraken gemaakt over de financiering van de rekenkamercommissie en deze vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst.
In deze samenwerkingsovereenkomst was opgenomen dat na een periode van drie jaar een evaluatie zou volgen. Deze evaluatie is in de periode oktober 2015 tot en met januari 2016 uitgevoerd.
Begin 2016 heeft de gemeenteraad van Zuidplas de wens uitgesproken toe te treden tot de gemeenschappelijke rekenkamercommissie Groene Hart Rekenkamer. Daartoe zal naast deze nieuwe verordening een nieuwe samenwerkingsovereenkomst gelden. Uitgangspunt daarin is dat de samenwerking wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, waarbij de mogelijkheid bestaat om uit te treden. De mogelijkheid bestaat verder voor andere gemeenten om ook deel te nemen aan de gemeenschappelijke rekenkamercommissie Groene Hart Rekenkamer, onder dezelfde condities.
Deze nieuwe verordening vervangt de bestaande.
Aangezien uit de evaluatie is gebleken dat er tevredenheid bestaat over de bestaande opzet, blijven de uitgangspunten voor de gemeenschappelijke rekenkamercommissie ongewijzigd.
Dat betekent dat de volgende uitgangspunten blijven gelden:
De rekenkamercommissie blijft bestaan uit drie externe leden, waaronder de voorzitter. De overweging hierbij is dat bij een andere werkwijze, waarbij de rekenkamercommissie vooral de regie voert over de uitbesteding van onderzoek, deze omvang toereikend is. Tevens zal de rekenkamercommissie ondersteund worden door een onafhankelijke deskundige secretaris.
In de nieuwe verordening zijn artikelen opgenomen over het functioneren van de programmaraad en de rekenkamercommissie. Dat betekent onder andere:
Voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie dienen de raden bij verordening regels vast te stellen. Deze verordening voorziet in die verplichting.
Aangezien elke aan de gemeenschappelijke rekenkamercommissie deelnemende raad dezelfde verordening vaststelt, dient elke raad ook dezelfde leden van de rekenkamercommissie te benoemen. Voor wat betreft de Groene Hart Rekenkamer is daarmee sprake van een personele unie.
Om het contact tussen de raden en de rekenkamercommissie te onderhouden functioneert de programmaraad. In dit artikel zijn de taken en bevoegdheden van de programmaraad omschreven. Tevens is voorzien in een adviseur en is een regeling voor de secretariële ondersteuning opgenomen. De De functie van adviseur wordt bij toerbeurt ingevuld door de griffier van een van de deelnemende gemeenten. De griffiers van de deelnemende gemeenten dragen zorg voor de secretariële ondersteuning van de programmaraad.
Artikel 4 Taken en bevoegdheden rekenkamercommissie
Voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie zijn op grond van het bepaalde in de Gemeentewet een aantal artikelen van toepassing. In de verordening is bepaald dat artikel 183 ook van toepassing is.
De tekst van deze artikelen luidt als volgt:
De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid.
De rekenkamer heeft de in de volgende leden vermelde bevoegdheden ten aanzien van de volgende instellingen en over de volgende periode:
naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente, alleen of samen met andere gemeenten, meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de gemeente, alleen of samen met andere gemeenten, meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt;
andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente, alleen of samen met andere gemeenten, of een of meer derden voor rekening en risico van de gemeente of gemeenten rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van ten minste vijftig procent van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.
De rekenkamer is bevoegd bij de betrokken instelling nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de rekenkamer van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.
De rekenkamer kan, indien de documenten, bedoeld in het tweede lid, daartoe aanleiding geven, bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen. De rekenkamer stelt de raad en het college van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.
De rekenkamer is belast met het toezicht op de naleving van artikel 213, achtste lid.
De bepalingen in de Gemeentewet inzake onverenigbaarheid van functies en verboden handelingen voor rekenkamerleden zijn van overeenkomstige toepassing, zodat de onafhankelijkheid van de rekenkamercommissie is gewaarborgd.
Met het oog op het waarborgen van de onafhankelijke positie van de rekenkamercommissie en het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling geldt de eis dat de leden geen ingezetene zijn van een van de gemeenten.
De benoemingsperiode geldt voor een periode van maximaal 4 jaar met de mogelijkheid van een herbenoeming voor een nieuwe periode van 4 jaar. Om te voorkomen dat de leden van de rekenkamercommissie gelijktijdig aftreden, stelt de programmaraad een rooster op.
Bij de eerste benoeming wordt de voorzitter benoemd voor 5 jaar, een lid voor 4 jaar en een lid voor 3 jaar. Bij tussentijdse vacatures wordt naar bevind van zaken gehandeld.
Artikel 6 Eed, gedragscode en nevenfuncties
Ter voorkoming van misverstanden is bepaald dat de eed (verklaring en belofte) wordt afgelegd in een vergadering van de raad van de gemeente Gouda.
Om dezelfde reden is bepaald dat de Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers Gouda van toepassing is.
Bepaald is verder dat de leden van de rekenkamercommissie openbaar maken welke andere functies zij vervullen.
Artikel 7 Ontslag en non-activiteit
Ook ten aanzien van ontslag en non-activiteit is aansluiting gezocht bij de bepalingen in de Gemeentewet en is het vertrouwensbeginsel uit de bestaande verordening overgenomen.
Aangezien de rekenkamercommissie verantwoordelijk is voor een goede uitoefening van haar taken, is er voor gekozen dat de secretaris door de rekenkamercommissie wordt geselecteerd en benoemd.
Om de onafhankelijkheid van de secretaris te waarborgen, verricht deze geen andere taken voor een van de gemeenten.
Voor zover van toepassing gelden de aanbestedings- of rechtspositieregels van de gemeente Gouda en vindt aanstelling plaats bij de griffie van de gemeente Gouda.
De raden van de deelnemende gemeenten stellen jaarlijks het budget beschikbaar voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie door de rekenkamercommissie.
De rekenkamercommissie stelt daartoe vroegtijdig een onderbouwde raming op en stelt de programmaraad in de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
Wanneer het budget niet volledig wordt besteed, is het toegestaan een bescheiden bedrag te reserveren, na overleg met de programmaraad.
Artikel 10 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie De voorzitter ontvangt een hogere vergoeding dan de leden, gelet op de extra taken die de voorzitter vervult, zoals het overleg met de secretaris.
Artikel 11 Onderwerpselectie en onderzoeksopzet
Ter voorbereiding van het jaarlijks door de rekenkamercommissie op te stellen onderzoeksprogramma wordt de programmaraad in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze kenbaar te maken.
De rekenkamercommissie functioneert als een regiecommissie. Dit betekent dat uitgangspunt is dat onderzoeken worden uitbesteed. De werkwijze zal door de rekenkamercommissie nader worden omschreven in een vast te stellen onderzoeksprotocol.
De rekenkamercommissie waarborgt een zorgvuldige wijze van vergaderen en de uitoefening van andere werkzaamheden door dit uit te werken in een reglement van orde.
De programmaraad heeft de taak de uitoefening van de rekenkamerfunctie iedere vier jaar te doen evalueren.
Om praktische redenen is het gewenst dat de raden dezelfde inwerkingstredingsdatum vaststellen.