Organisatie | Uitgeest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Precariobelasting Uitgeest 2017 |
Citeertitel | Verordening Precariobelasting Uitgeest 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening precariobelasting Uitgeest 2017 |
Deze verordening vervangt per 1 januari 2017 de
Verordening Precariobelasting 2016.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 08-12-2016 | Onbekend |
De raad van de gemeente Uitgeest;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 november 2016, nr. R2016.0095;
gehoord de beraadslagingen in de commissie Algemene Zaken en Financiën d.d. 17 november 2016
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening en de bijbehorende tarieventabel wordt verstaan onder:
een feest als bedoeld in artikel 2:25A van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV);
een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV);
een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV);
een terras als bedoeld in artikel 2:27 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV);
een horecabedrijf als bedoeld in 2:27 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).
Gedeelten van de in de tabel genoemde tijds- en andere eenheden worden voor een geheel gerekend, met dien verstande dat indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van dit tijdvak, de belasting zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag beloopt als er na het aanvangtijdstip nog volle maanden van het tijdvak resteren.
Artikel 2. Voorwerp van belasting; belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De belasting wordt geheven van degene die het voorwerp of voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene van wie dat voorwerp of voorwerpen onder, op of boven voor openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.
Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen zijn verwijderd voor het verstrijken van dit jaar, wordt op aanvraag van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend over de na verwijdering resterende volle maanden van het belastingtijdvak.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Artikel 12. Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders
Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.
Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening Precariobelasting 2016’ wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voor gedaan.
TARIEVENTABEL 2017 als bedoeld in artikel 4 van de Verordening Precariobelasting 2017
1.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van een kraam, verkoopwagen of soortgelijk voorwerp of een standplaats (met uitzondering van standplaatsen op de reguliere weekmarkt en de kermis):
2.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van een terras:
3.1 De belasting bedraagt voor het hebben van een tent (t.b.v. feest, dansen e.d.):
3.2 Het tarief bedraagt voor circussen, motor(auto)-acrobatiekshow, bungeejumping en vergelijkbare activiteiten per dag bij het in gebruik nemen van:
Bij de berekening van de verschuldigde belasting wordt uitgegaan van de totale oppervlakte van de (het) in gebruik genomen grond (terrein), inclusief het opslaan/stallen van materialen/materieel en de aanwezigheid van voorzieningen (zoals zitplaatsen, tribunes) t.b.v. het publiek.
3.3 Het tarief bedraagt voor het houden van de navolgende activiteiten: Braderie, snuffel- en rommelmarkten e.d. per kraam of verkoopwagen of soortgelijk voertuig:
3.4 Het tarief is niet verschuldigd voor terrassen op Koningsdag en Bevrijdingsdag.
4.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van een container, afvalbak of soortgelijk voorwerp langer dan
4.2 Het tarief bedraagt voor het hebben van bouwmaterialen op de openbare weg langer dan
4.3 Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, voor zover niet in de hierboven vermelde onderdelen een bijzonder tarief is vastgesteld:
4.4 Onder weg wordt verstaan hetgeen onder “Weg” en “Openbaar water” wordt begrepen in artikel 1.1 van de Algemeen Plaatselijke Verordening, voor zoveel zij eigendom zijn van de gemeente Uitgeest.