Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Groningen

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende Uitvoeringsregeling toelagen op andere gronden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Groningen
Officiële naam regelingBesluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende Uitvoeringsregeling toelagen op andere gronden
CiteertitelUitvoeringsregeling toelagen op andere gronden
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpRechtspositie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. SPA-akkoord 2002-2003
  2. SPA-akkoord 2003-2005
  3. CAP
  4. art. 158 Pw

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-201401-01-2016artikel 2, 3, bijlage 1

18-12-2014

Provinciaal blad 2014, 4008

550434/C
09-08-201201-01-2015artikel 1, 2, 3, 4, 5

24-07-2012

Provinciaal blad 2012, 12

401407
01-07-200501-01-200509-08-2012artikel 1

07-06-2005

Provinciaal blad 2005, 27

11.256/23/B.13
01-01-200501-07-2005nieuwe regeling

14-12-2004

Provinciaal blad 2004, 47

2004-25.428

Tekst van de regeling

Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 14 december 2004, nr. 2004-28.001, PO tot bekendmaking van hun besluit van 7 december 2004, nr. 2004-25.428, PO, A.11 tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling toelagen op andere gronden en de Uitvoeringsregeling vergoeding voor andere extra diensten dan overwerk en het vervallen van vijf andere rechtspositieregelingen.

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen;

maken bekend dat in hun vergadering van 7 december 2004, onder A.11 is vastgesteld hetgeen volgt:

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen;

Overwegende dat ter uitvoering van de in het SPA gemaakte afspraken de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) en de Provinciale, Bezoldigings- Toelagen- en Vergoedingenregeling dient te worden vervangen door Uitvoeringsregelingen

Gelet op het SPA-akkoord 2002-2003 respectievelijk 2003-2005;

besluiten:

vast te stellen het volgende:

Uitvoeringsregeling toelagen op andere gronden

Artikel 1 onregelmatige dienst

  • 1  Voor de ambtenaar die in opdracht regelmatig of vrij regelmatig buiten de tijden van maandag tot en met vrijdag tussen 8 en 18 uur arbeid verricht, geldt op grond van artikel D.2 een roosterdienst.

  • 2  De vergoeding voor het werken in roosterdienst is vastgelegd in artikel C.12 Toelage onregelmatige dienst.

  • 3  Ieder uur boven de veertig uren per kalenderweek lopende van de maandag tot en met de zondag, wordt voor de ambtenaar in roosterdienst aangemerkt als overwerk op grond van artikel C.20. Overwerkuren worden in principe gecompenseerd in verlof.

  • 4  Opgebouwde verlofuren in verband met overwerk die zijn ingeroosterd, worden in de desbetreffende kalenderweek niet meegenomen bij de berekeningsbasis (de voor de ambtenaar geldende werktijd) voor overwerk.

  • 5  Voor de bedienaar van bruggen en sluizen wordt onder arbeid ook reistijd naar en van de plaats van tewerkstelling verstaan. Onder reistijd wordt verstaan de benodigde tijd voor het naar het oordeel van de leidinggevende afleggen van de kortst mogelijke weg van woning naar de plaats van tewerkstelling en terug, verminderd met tweemaal een half uur per dag. De reistijd wordt afgerond op een half uur naar boven.

  • 6  Bij algemeen verlof op grond van artikel D.7 ontvangt de ambtenaar het gemiddelde van de onregelmatige dienst over de afgelopen drie maanden. Is de ambtenaar nog geen drie maanden in dienst geweest dan wordt gerekend met het gemiddelde aan onregelmatige dienst van het tijdvak waarin hij in diensbetrekking was.

Artikel 2 gebondenheidstoelage

  • 1.

     Aan de ambtenaar, voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11, en die buiten de werktijden die voor hem gelden krachtens de regeling van de werktijd als bedoeld in artikel D.2 van de CAP of in bepalingen van dezelfde strekking in een soortgelijke regeling, ingevolge een beschikking van Gedeputeerde Staten zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend. (Voor de hoogte van deze toelage: zie de tabel behorende bij deze regeling.)

  • 2.

     De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt een door Gedeputeerde Staten vast te stellen bedrag per week voor de ambtenaar die zich gedurende een volle kalenderweek beschikbaar moet houden.

  •  

    Indien de verplichting zich beschikbaar te houden niet gedurende een volle kalenderweek geldt, bedraagt de toelage voor gebondenheid op de dagen genoemd in artikel D.1, derde lid, en in artikel D.3, eerste lid, van de CAP en op een dag waarop de ambtenaar verplicht compensatieverlof is verleend, voor elk van die dagen 25% van het in de vorige volzin vermelde bedrag, en voor gebondenheid op elke andere dag 10% van evenbedoeld bedrag.

  • 3.

     De ambtenaar die aanspraak heeft op een gebondenheidstoelage ontvangt, voor de tijd gedurende welke hij buiten de geldende werktijdregeling werkelijke dienst heeft moeten verrichten, een vergoeding als geregeld in artikel C.20 (CAP).

  • 4.

     In bijzondere gevallen kunnen Gedeputeerde Staten een regeling treffen welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 3 inconveniëntentoelage

  • 1  Aan de ambtenaar, voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 7 en wiens functie voorkomt op een nader door Gedeputeerde Staten vast te stellen lijst met inconveniënten, wordt een inconveniëntentoelage toegekend.

  • 2  Gedeputeerde Staten stellen de hoogte van de inconveniëntentoelage vast (zie de tabel behorende bij deze regeling). Zij kunnen daarbij een onderscheid in drie categorieën maken

Artikel 4 afbouwregeling inconveniëntentoelage

  • 1.

     Bij verlaging van de categorie waarnaar de inconveniëntentoelage wordt toegekend of bij beëindiging van de inconveniëntentoelage wordt aan de ambtenaar een aflopende tijdelijke toelage toegekend, mits vorenbedoelde verlaging of beëindiging is gelegen in factoren buiten toedoen van de ambtenaar en mits de toelage gedurende tenminste 2 jaren aaneengesloten is toegekend.

  • 2.

     De duur van de aflopende tijdelijke toelage is gelijk aan een vierde gedeelte van de tijd, gedurende welke de inconveniëntentoelage is toegekend, maar is ten hoogste 36 maanden.

  •  

    Bij het berekenen van het aantal maanden vindt een afronding naar boven plaats op een geheel aantal maanden. De aldus berekende periode wordt in drie gelijke delen gesplitst, waarbij het eerste en eventueel het tweede deel naar boven worden afgerond, met dien verstande dat het totaal aantal maanden niet meer bedraagt dan de in de eerste volzin berekende termijn.

  • 3.

     De aflopende toelage begint op het tijdstip van vorenbedoelde verlaging of beëindiging van de inconveniëntentoelage, met dien verstande, dat indien deze verlaging of vermindering niet plaatsvindt op de eerste van de maand, het tijdstip van aanvang van de aflopende tijdelijke toelage wordt bepaald op de eerste van de volgende maand. Over de maand waarin bedoelde verlaging of beëindiging intrad, wordt de toelage over de maand daarvoor toegekend.

  • 4.

     De tijdelijke aflopende toelage bedraagt in bovenbedoelde drie delen van de berekende termijn respectievelijk 75%, 50% en 25% van het verschil tot de eerder toegekende inconveniëntentoelage.

Ondertekening

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

 

Groningen, 7 december 2004.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

J.G.M. Alders, voorzitter.

H.J. Bolding, secretaris.

 

Groningen, 14 december 2004.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

J.G.M. Alders, voorzitter.

H.J. Bolding, secretaris.

 

Uitgegeven, 17 december 2004.

De secretaris:

H.J. Bolding.

Bijlage

Tabel vergoedingsbedragen Uitvoeringsregeling C.02

  1-6-20111-1-20151-7-2015
gebondenheidstoelage conform artikel 2 € 133,50€ 136,25€ 137,75
inconveniëntentoelage conform artikel 3licht€ 29,25€ 29,85€ 30,15
 midden€ 43,65€ 44,55€ 45,00
 zwaar€ 57,90€ 59,10€ 59,70