Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening liggeld voor woonschepen en bedrijfsschepen Den Haag 2017 |
Citeertitel | Verordening liggeld woonschepen en bedrijfsschepen Den Haag 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | 10/2016 |
Externe bijlage | Raadsvoorstel |
Geen
Uitvoeringsregeling liggeld voor woonschepen en bedrijfsschepen Den Haag 2017
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 01-01-2021 | art. 4 | 19-12-2019 | RIS303531 | |
01-01-2019 | 01-01-2020 | Art. 4 lid onder a. en b. | 08-11-2018 | RIS300698, 2018 | |
01-01-2018 | 01-01-2019 | art. 2, 3 en 4 | 02-11-2017 | RIS297945, 2017 | |
01-01-2017 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 04-11-2016 | RIS295189 |
In deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:
De precariobelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die de ligplaats inneemt. Als degene die de ligplaats inneemt, wordt aangemerkt de houder van een ligplaatsvergunning, en bij gebreke van een ligplaatsvergunning de bewoner van het woonschip onderscheidenlijk de gebruiker van het bedrijfsschip .
De precariobelasting als bedoeld in artikel 2 onder b wordt geheven van, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van een drijvend terras op of boven voor de openbare dienst bestemd gemeente water, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger. Bij gebreke van een vergunning wordt als belastingplichtige aangemerkt de gebruiker van het drijvende terras.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingjaar verschuldigde recht als er in dat belastingjaar, na het eindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven. Het verzoek om ontheffing dient binnen zes weken na de opgetreden wijziging te zijn ingediend.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden voldaan, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf termijnen. De eerste termijn vervalt in dat geval één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen.
Artikel 10 Nadere regels door het college
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het liggeld voor woonschepen en bedrijfsschepen.