Organisatie | Waalre |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Jeugdhulp gemeente Waalre 2017 |
Citeertitel | Verordening Jeugdhulp gemeente Waalre 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1 lid 4 Jeugdwet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | Nieuwe regeling | 13-12-2016 Digitaal gemeenteblad 27-12-2016 | Onbekend |
De raad v an de gemeente Waalre
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nr. 2016-52;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet;
gelezen het advies van de Participatieraad Wmo Waalre;
overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt;
en dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening, over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen, de wijze waarop één gezin, één plan, één coach wordt vormgegeven, de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
overwegende dat het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociale netwerk;
besluit vast te stellen de Verordening Jeugdhulp 2017 gemeente Waalre 2017
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Centrum voor Maatschappelijke Deelname (CMD): Het CMD helpt inwoners (alsmede mantelzorgers, vrijwilligers en professionals) met alle vragen die betrekking hebben op het sociale domein. In het CMD wordt begeleiding/ondersteuning geboden , de professionals in het CMD activeren en versterken het netwerk rondom een vrager, bieden zelf hulp en organiseren professionele zorg. De professional uit het CMD is het aanspreekpunt voor het gezin en coördineert de ondersteuning die wordt ingezet.
familiegroepsplan: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de jeugdige en zijn ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. Als er sprake is van vroegsignalering bij opgroei – en opvoedingsproblemen of psychische problemen en stoornissen, moet de aanbieder van jeugdhulp de mogelijkheid bieden om binnen redelijke termijn een familiegroepsplan op te stellen,
individuele voorziening: via een verleningsbeschikking toegankelijke op de jeugdige gerichte specialistische jeugdhulp die door het college in natura of bij pgb wordt verstrekt. Indien het gaat om Ernstig Enkelvoudige Dyslexie (EED) of de verwijzing naar een individuele voorziening verloopt via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts is dit zonder ondersteuningsplan.
1°. de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt,
2°. de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht recht is gedaan overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht, of
3°. de leeftijd van achttien jaar doch niet de leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt, en voor wie de voortzetting van jeugdhulp als bedoeld in onderdeel 1°, die was aangevangen, of voor wie het college vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar heeft bepaald dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp noodzakelijk is of voor wie, na beëindiging van jeugdhulp die was aangevangen vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, binnen een termijn van een half jaar hervatting van de jeugdhulp noodzakelijk is;
jeugdhulp: 1°. ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, of opvoedingsproblemen van ouders; 2°. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, en 3°. het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, met dien verstande dat de leeftijdgrens van achttien jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht;
klacht: het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens de jeugdige of zijn ouders heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan. Een gedraging van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan.
medisch specialist: geneeskundig specialist die als specialist is ingeschreven in een door het College Geneeskundig Specialismen van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst ingestelde register als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;
ondersteuningsplan: hulpverleningsplan of behandelplan dat opgesteld wordt door het college in samenspraak met de jeugdige of zijn ouders en indien noodzakelijk samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. In het ondersteuningsplan staan alle vormen van ondersteuning en hulp opgenomen die ten behoeve van de jeugdige of zijn ouders worden ingezet en de doelen waaraan gewerkt wordt. Een individuele voorziening wordt verleend met een verleningsbeschikking, het ondersteuningsplan maakt hier integraal onderdeel van uit. Het ondersteuningsplan heeft geen dwingend format en is vormvrij, waardoor het familiegroepsplan kan ingezet worden als ondersteuningsplan.
PlusTeam : organisatie die inwoners met complexe advies- en hulpvragen helpt. In het PlusTeam werken gespecialiseerde professionals . Deze professionals verlenen professionele zorg activeren en versterken het netwerk rondom een vragen en zetten de benodigde zorg van andere organisaties in. Hierbij is de professional van het PlusTeam aanspreekpunt voor het gezin en coördinator van de zorg.
specialistische jeugdhulp: begeleiding/ondersteuning door het PlusTeam, zorgcoördinatie, ambulante zorg, verblijf deeltijd/daghulp, pleegzorg, verblijf 24-uurs residentiële of intramurale behandeling, jeugdbescherming, jeugdreclassering, diagnostiek, begeleiding, persoonlijke verzorging, vervoer naar zorg en andere hier niet genoemde jeugdhulp.
1°. woonplaats als bedoeld in artikel 12 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
2°. ingeval de voogdij over de jeugdige berust bij een instelling als bedoeld in artikel 302 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: de plaats van het werkelijke verblijf van de jeugdige;
3°. ingeval de woonplaats, bedoeld onder 1° en 2°, onbekend is dan wel buiten Nederland is: de plaats van het werkelijke verblijf van de jeugdige op het moment van de hulpvraag (pm: toevoeging vierde onderdeel: ‘4°. ingeval de jeugdige de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt: de woonplaats van de jeugdige” volgens de consultatieversie van de Invoeringswet Jeugdwet).
woonplaatsbeginsel : om voor een individuele voorziening in aanmerking te komen moet de rechtmatig in Nederland verblijvende jeugdige of zijn ouders ingeschreven staan in de Basisregistratie personen (BRP) van de gemeente Waalre. Daarnaast moet de jeugdige (of zijn ouders) daadwerkelijk het grootste deel van de tijd in de gemeente verblijven.
Artikel 3 Toegang jeugdhulp, melding hulpvraag
De huisarts, medisch specialist en jeugdarts die een jeugdige of zijn ouders behandelen, stellen het college in kennis van hun verwijzing naar een door het college bij besluit te verlenen individuele voorziening. Indien deze verwijzing een verlenging van een reeds toegekende voorziening betreft, vindt vooraf afstemming plaats met het college over de eventuele noodzaak van een ondersteuningsplan
Het college zorgt voor inzet van de jeugdhulp die de rechter of de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, die de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingenarts of de directeur van de justitiële Inrichting nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing, of die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van jeugdreclassering. Het ‘Samenwerkingsprotocol Gemeenten Zuidoost-Brabant – Raad voor de Kinderbescherming’ is van toepassing.
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige of zijn ouders aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Artikel 6 Gespreksverslag en ondersteuningsplan
Het college maakt van het gesprek een gespreksverslag, dit kan zijn in de vorm van een ondersteuningsplan. Het verslag wordt na het gesprek aan de jeugdige en/of de ouders gestuurd of overhandigd, tenzij zij hebben medegedeeld dit niet te wensen. Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige en/of ouders worden aan het gespreksverslag of ondersteuningsplan toegevoegd.
Bij verzending van het gespreksverslag / ondersteuningsplan w ordt schriftelijk gevraagd om binnen 5 werkdagen opmerkingen of aanvullingen door te geven . Indien de cliënt niet binnen deze termijn het verslag getekend retour zendt, wordt uitgegaan van het mondelinge akkoord dat de cliënt heeft gegeven bij het gesprek. Deze werkwijze wordt duidelijk aan de cliënt uitgelegd tijdens het gesprek en bij de verstrekking van het verslag (d.m.v. een begeleidend schrijven).
Indien een ondersteuningsplan gebruikt wordt voor aanvraag voor een individuele voorziening, dient deze ondertekend te zijn door de cliënt. Zonder akkoord van de cliënt wordt geen individuele voorziening verleend.
Wanneer de jeugdige of zijn ouders twijfelt aan de mening, oplossing of behandeling, kan er een tweede beoordeling plaatsvinden. Deze tweede beoordeling wordt kosteloos verricht door een onafhankelijke ter zake deskundige arts die door de gemeente is aangesteld.
Hoofdstuk 3 Afweging en voorwaarden individuele voorziening
Artikel 7 Toekenning individuele voorziening via een beschikking op basis van een ondersteuningsplan
Het college verstrekt in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de wet een pgb indien:
de jeugdige of zijn ouders naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van de belangen ter zake dan wel met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde, in staat zijn de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk. Dit is iemand uit de huiselijke kring, of een andere persoon met wie de jeugdige of zijn ouders een sociale relatie onderhoudt. Denk bijvoorbeeld aan familieleden, vrienden, kennissen, etc. Het inzetten van een PGB sociaal netwerk is alleen mogelijk bij de volgende vormen van specialistische jeugdhulp:
De jeugdige of zijn ouders heeft niet de mogelijkheid om te kiezen voor een persoonsgebonden budget als er overwegende bezwaren zijn als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet. Tevens is er geen recht op een persoonsgebonden budget indien de jeugdige of zijn ouders zich niet eerder heeft gehouden aan, bij eerdere verstrekking van een pgb, opgelegde verplichtingen;
Een P GB kan onder andere worden geweigerd als:
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Artikel 9 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 10 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het wenst te stellen voor contractering of subsidiëring van aanbieders van jeugdhulp of uitvoerders van kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, in ieder geval rekening met:
Artikel 11 Vertrouwenspersoon / cliëntondersteuning
Het college zorgt ervoor en wijst erop dat jeugdigen, ouders en pleegouders een beroep kunnen doen op een onafhankelijke vertrouwenspersoon en cliëntondersteuning.
Het college draagt zorg voor een privacyprotocol dat voldoet aan de Wet bescherming persoonsgegevens.
Artikel 14 Cliëntenparticipatie
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen / Participatieraad Wmo vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.