Organisatie | Texel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels terugvordering, invordering en verhaal 2016 |
Citeertitel | Beleidsregels terugvordering, invordering en verhaal Texel 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Hoort bij Verordening tegemoetkoming kosten voorschoolse voorzieningen 2014
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-11-2016 | Nieuwe beleidsregels | 22-11-2016 | 382 |
Dat het college op grond van artikel 58, eerste lid, van de Participatiewet, artikel 25, eerste lid, van de IOAW en artikel 25, eerste lid, van de IOAZ verplicht is de kosten van bijstand terug te vorderen zover het de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is ontvangen als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichtingen zoals opgenomen in artikel 17, eerste lid, van de Participatiewet, artikel 13, eerste lid, van de IOAW, artikel 13, eerste lid, van de IOAZ of artikel 30c, tweede en derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
Artikel 1 Afzien van terugvordering
Van terugvordering wordt geheel of gedeeltelijk afgezien indien er sprake is van dringende redenen. Deze redenen kunnen alleen betrekking hebben op de gevolgen van de terugvordering voor de belanghebbende.
Het gaat hier om zeer bijzondere omstandigheden, waarbij terugvordering leidt tot onaanvaardbare financiële of sociale consequenties voor de belanghebbende.
Artikel 2 Brutering van de vordering
Indien een vordering is ontstaan door het niet voldoen aan de inlichtingenverplichting, wordt de ten onrechte verstrekte bijstand altijd bruto teruggevorderd. Ook wordt de bijstand verhoogd met de afgedragen loonheffing als er sprake is van achteraf ontvangen middelen of bijstand welke in de vorm van een belaste lening is verstrekt (bijstand in de vorm van een geldlening bij aanspraak op vermogen).
Artikel 3 Kwijtschelding bij schuldregeling
Artikel 5 Kwijtschelding na verrekening vakantietoeslag
Het college ziet af van verdere invordering indien na het nemen van een terugvorderingsbesluit na beëindiging van de bijstand, nadat het tegoed aan vakantiegeld is verrekend, het resterende bedrag niet meer is dan € 50,- en er ten laste van de belanghebbende geen andere vorderingen openstaan (kruimelbedrag).
Artikel 6 Verrekening bijstand
Bij terugvordering van een verwijtbare vordering bedraagt het in te houden bedrag 10% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag, maar niet meer dan het bedrag dat ingevolge het bepaalde in artikel 475d van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering voor beslag in aanmerking zou komen.
Als de uitkering van de gemeente Texel op enig moment wordt beëindigd, wordt aan de belanghebbende verzocht om de verschuldigde aflossingen zelf te blijven voldoen. Het is zo nodig mogelijk om een onderzoek in te stellen naar de aflossingscapaciteit van de belanghebbende (draagkrachtonderzoek) en, indien nodig, wordt het aflossingsbedrag gewijzigd vastgesteld.
Artikel 8 Uitstel van de aflossingsverplichting
Als de belanghebbende gedurende een bepaalde periode niet in staat is om aan zijn aflossingsverplichting te voldoen, kan, na een schriftelijk verzoek van de belanghebbende, de aflossingsverplichting gedurende deze periode opgeschort worden.
Bij verzuim van betaling of het niet naleven van de aflossingsregeling, ontvangt de belanghebbende éénmaal een herinnering en wordt vervolgens éénmaal schriftelijk aangemaand. Als de belanghebbende dan nog niet aan de betalingsverplichting voldoet, wordt een dwangbevel afgegeven.
Artikel 10 Overdragen invordering
De deurwaarder die door de gemeente Texel wordt verzocht om de invordering over te nemen kan de invordering van de gemeente overnemen als blijkt dat de belanghebbende niet bereid is de vordering op minnelijke wijze te voldoen en er geen vereenvoudigd beslag op het inkomen mogelijk is.
Artikel 14 Voorwaarden krediethypotheek
Aan de geldlening worden, tezamen met de gebruikelijke bedingen opgenomen in de hypotheekakte, de onder artikel 15 tot en met artikel 21 genoemde voorwaarden verbonden. Indien de hypotheekakte aflossingsvoorwaarden bevat worden deze nageleefd.
De rente bedoeld onder het eerste lid is de wettelijke rente. Indien de belanghebbende naar het oordeel van het college de rente geheel of gedeeltelijk kan betalen, doch niet kan aflossen, wordt een betaling eerst tot ten hoogste het bedrag van de verschuldigde maandrente aangemerkt als aflossing en wordt de rente die daardoor niet wordt betaald bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening.
Artikel 17 Aflossing van de krediethypotheek ineens
Aflossing van de geldlening vindt ineens plaats als:
Artikel 18 Aflossing hypotheek bij vererving en verkoop woning
Bij verkoop van de woning kan het college wegens bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard van de belanghebbende dan wel wegens werkaanvaarding elders door de belanghebbende, besluiten tot het verlenen van een nieuwe geldlening eveneens onder verband van hypotheek voor de aankoop van een andere woning, tot ten hoogste het bedrag van de afgeloste geldlening, onder de voorwaarde dat de belanghebbende het na aflossing vrijgekomen vermogen met inbegrip van het in het derde lid bedoelde bedrag volledig inzet voor de aankoop van de andere woning.
Bij verkoop van de woning tegen een prijs overeenkomstig de waarde in het economisch verkeer bij vrije oplevering komt, voor zover de opbrengst daartoe toereikend is, aan de belanghebbende in ieder geval het bedrag toe dat op grond van artikel 34, tweede lid, onder d en artikel 50 van de Participatiewet bij de vaststelling van de geldlening op de waarde van de woning in mindering is gebracht.
Artikel 19 Toepassing laatst gevestigde hypotheek bij niet-duurzame onderbreking bijstandverlening
Indien binnen een periode van twee jaar na beëindiging van de bijstandverlening onder verband van hypotheek wederom recht op bijstand bestaat, wordt deze verleend met toepassing van de laatst gevestigde hypotheek
Artikel 22 Hoogte verhaalsbijdrage
De verhaalsbijdrage wordt bij aanvang van het recht op uitkering van de uitkeringsgerechtigde ambtshalve vastgesteld. Bij de berekening van het verhaalsbedrag in verband met de onderhoudsplicht wordt uitgegaan van de richtlijnen van de landelijke werkgroep TREMA.
Artikel 24 (tijdelijk) afzien van verhaal
Het college ziet af van het opleggen van een verhaalsbijdrage indien:
Artikel 25 Onderzoek naar draagkracht
Indien gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven, wordt als gevolg van dit onderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vastgesteld. Er wordt niet overgegaan tot het gewijzigd vaststellen van een betalingsverplichting indien de draagkracht niet meer blijkt te zijn vermeerderd ten opzichte van het vorige onderzoek dan met € 25,- per maand.
Het college kan in individuele bijzondere situaties ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze beleidsregels, indien toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Bijlage 1 – Vaststelling hoogte aflossingsruimte krediethypotheek
De aflossingsruimte wordt vastgesteld aan de hand van de van toepassing zijnde inkomen inclusief vakantietoeslag. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met noodzakelijke voor eigen rekening van de belanghebbende komende bijzondere bestaanskosten. Deze worden in mindering gebracht op het inkomen. Vervolgens wordt bedrag verminderd met de bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag. De woonkostentoeslag wordt hierbij opgeteld, waarna de uitkomst wordt vermenigvuldigd met 45%.
Netto maandinkomen Inkomsten per maand
(netto (gezins)inkomsten (excl. vakantietoeslag)) €.......
Af: Bijstandsnorm (excl. vakantietoeslag) € .....-/-
Premie Zvw (aanvullend) €.......+
Inkomensafhankelijke bijdrage €.......
Meerkosten ziektekosten (resultaat mag niet lager dan € 0,00) €.......
Huurtoeslag (resultaat mag niet lager zijn dan €0,00) €.........+
Bijzondere kosten (bijzondere uitgaven (die niet op andere wijze (kunnen) worden vergoed))*** €.......+
standaard aflossingsbedrag overeenkomstig van toepassing zijnde bijstandsnorm €.......+
aflossingsruimte per maand €.......
(de aflossingsruimte wordt eventueel verhoogd met het (volledige) recht op vakantietoeslag)
* De correctie woonlasten is gebonden aan een maximum, dat gelijk is aan de maximum huurtoeslag die ontvangen kan worden.
** Dit is de in de bijstandsnorm begrepen wooncomponent.
*** Bijvoorbeeld kosten langdurig medicijngebruik, voor woon-werkverkeer noodzakelijke reiskosten etc.