Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borger-Odoorn

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorger-Odoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016
CiteertitelVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Borger-Odoorn 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet
  2. Artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, en 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders
  3. Artikelen 2, 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-11-201601-01-2019Nieuwe regeling

22-09-2016

Gemeenteblad 28 november 2016, nr. 166149

15.22457

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016

De raad van de gemeente Borger-Odoorn;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 2,4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

besluit

vast te stellen de verordening: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Borger –Odoorn 2016

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • -

    commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

Van de vergoeding, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, wordt 20% uitgekeerd op basis van het aantal bijgewoonde raadsvergaderingen afgezet tegen het aantal gehouden vergaderingen.

Artikel 3 Verhoging vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

Een commissielid als bedoeld in artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden ontvangt een vergoeding die 110% bedraagt van de vergoeding waarop hij overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden aanspraak op maakt tenzij voor de vergoeding toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 96 lid 2 Gemeentewet. In dat geval is de vergoeding welke op dat artikel is gebaseerd van toepassing.

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten

  • 1.

    De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

    • a.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 2.

    De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.

Artikel 5 Scholing

  • 1.

    Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De maximale vergoeding van de scholing bedraagt € 250 per jaar per persoon.

  • 4.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 5.

    In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 6 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Raads- en commissieleden aan wie een tablet in bruikleen wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    Vervallen

  • 3.

    Op aanvraag ontvangen raads- en commissieleden voor de duur van hun raads- of commissielidmaatschap € 10 per maand ter vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde apparatuur voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van het raads- of commissielidmaatschap.

  • 4.

    Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de griffier. De griffier beslist over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

Artikel 7 Collectieve verzekeringen

Dit artikel bevat geen tekst.

Artikel 8 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 9 Reiskosten woon-werkverkeer

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 10 Zakelijke reis- en verblijfkosten

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 11 Dienstauto

Dit artikel bevat geen tekst.

Artikel 12 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Wethouders aan wie een tablet in bruikleen wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    Vervallen.

  • 3.

    Op aanvraag ontvangen wethouders voor de duur van hun wethouderschap € 10,-- per maand ter vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde apparatuur voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van het wethouderschap.

  • 4.

    Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

Artikel 13 Communicatieapparatuur

  • 1.

    Wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    Een aanvraag als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag, overeenkomstig het eerste lid, op basis van bewijsstukken.

Artikel 14 Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

  • 1.

    Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

    • a.

      reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en

    • b.

      dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 15 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk III van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 16 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 17 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling met een gemeentelijke creditcard

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door

    • a.

      raads- en commissieleden ingediend bij de griffier.

    • b.

      wethouders ingediend bij de gemeentesecretaris.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 18 Intrekking oude regeling

De volgende regelingen worden ingetrokken;

  • a.

    De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2003.

  • b.

    Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 1998.

  • c.

    Verordening regelende de tegemoetkoming in de vergoeding van de kosten die verband houden met de vervulling van het ambt van wethouder 2001.

  • d.

    Uitkerings- en pensioenverordening wethouders gemeente Borger-Odoorn.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Borger-Odoorn 2016

Vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 22 september 2016

De gemeenteraad van Borger-Odoorn,

De griffier

H.J. vanOlst

de voorzitter

Mr. J.Seton