Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Delft

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDelft
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft.
CiteertitelVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 141 Wet primair onderwijs, art. 134 Wet op experticecentra, art. 96h Wet op voortgezet onderwijs

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-12-200117-01-2012Onbekend

29-11-2001

Stadskrant, 9 december 2001

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft.

De raad van de gemeente Delft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 juni 2001;

gelet op artikel 141 van de Wet op het primair onderwijs, 134 van de Wet op de expertisecentra en artikel 96h van de Wet op het voortgezet onderwijs;

gezien het advies van de raadscommissie werk, zorg en onderwijs;

gezien het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen;

overwegende dat het noodzakelijk is de toekenning van voorzieningen in het kader van aanvullend gemeentelijk beleid ten aanzien van het onderwijs bij verordening te regelen;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft.

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen.

Artikel 1 Begripsbepaling.

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft;

  • b.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente Delft gelegen openbare of bijzondere school;

  • c.

    school: school voor basisonderwijs of een school voor speciaal basisonderwijs, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs; school voor speciaal onderwijs, school voor voortgezet speciaal onderwijs, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra; school dan wel instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra; school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en praktijkonderwijs, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • d.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;

  • e.

    aanvullende voorziening: een door burgemeester en wethouders vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • f.

    brede schoolbeleid: het beleid, zoals dat is neergelegd in de op 3 oktober 2000 door burgemeester en wethouders van de gemeente Delft vastgestelde nota “Brede schoolontwikkeling in Delft, beleid en plan van aanpak tweede fase”.

  • g.

    indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • h.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • i.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • j.

    subsidieplafond: het door de raad of burgemeester en wethouders vastgestelde bedrag, voor een door de raad aangewezen voorziening, dat ten hoogste beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak;

  • k.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van burgemeester en wethouders waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • l.

    subsidievaststelling: de beschikking van burgemeester en wethouders waarin het subsidiebedrag voor een voorziening of aanvullende voorziening definitief wordt vastgesteld en een recht op uitbetaling ontstaat.

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels.

  • 1.

    De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2.

    De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders nemen daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders maken het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Aanvullende voorziening.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met de schoolbesturen bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht.

Jaarlijks voor 1 juli zenden burgemeester en wethouders aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

HOOFDSTUK 2 Procedures.

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden.

Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken.

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Indiening aanvraag.

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij burgemeester en wethouders. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluiten burgemeester en wethouders om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2.

    De aanvraag vermeldt:

    • a)

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b)

      de dagtekening;

    • c)

      de gewenste voorziening;

    • d)

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e)

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3.

    Bij het ontbreken van een of meer gegevens delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslissen burgemeester en wethouders de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7 Beslissingstermijn.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslissen burgemeester en wethouders binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij de reden voor de verlenging aan.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen binnen twee weken na de datum van de beslissing op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 4.

    Het niet beslissen binnen de termijn als genoemd in het eerste of tweede lid, eerste zin, staat gelijk aan een beschikking tot toekenning van de voorziening.

Artikel 8 Weigeringsgronden.

Burgemeester en wethouders weigeren de voorziening in ieder geval indien:

  • a)

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van de verordening;

  • b)

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c)

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 9 Indiening aanvraag.

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10 Beslissingstermijn.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stellen burgemeester en wethouders het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 2.

    Het niet beslissen binnen de termijn staat gelijk aan een beschikking tot toekenning van de voorziening.

Artikel 11 Weigeringsgronden.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders weigeren de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

    • a)

      de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

    • b)

      niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3 Toekenning; intrekking of wijziging; verbod vervreemding.

Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling.

  • 1.

    De beschikking van burgemeester en wethouders tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a)

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening of

    • b)

      een subsidievaststelling.

  • 2.

    De beschikking bevat:

    • a)

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b)

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren

  • 3.

    De beschikking tot subsidievaststelling bevat voorts:

    • a)

      het bedrag van de subsidie;

    • b)

      voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan burgemeester en wethouders.

  • 4.

    De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 13 Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen:

    • a)

      op grond van feiten en omstandigheden waarvan burgemeester en wethouders bij de toekenning van de voorziening redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de toekenning van de voorziening anderszins zou hebben plaatsgevonden;

    • b)

      indien het schoolbestuur niet voldoet aan de in de beschikking gestelde verplichtingen;

    • c)

      indien de beschikking onjuist was en het schoolbestuur dit wist of behoorde te weten.

  • 2.

    De intrekking of wijziging van een beschikking tot subsidievaststelling werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 14 Terugvordering.

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen kunnen worden teruggevorderd voorzover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de handelingen als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder b, heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Ten onrechte feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de voorziening is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de voorziening dit mogelijk maakt.

Artikel 15 Verbod tot vervreemding.

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van burgemeester en wethouders tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen.

Artikel 16 Informatieverstrekking.

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van burgemeester en wethouders nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 17 Beslissing van burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet.

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 18 Citeertitel; inwerkingtreding.

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van 1 augustus 2001

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 juni 2001.

Bekendgemaakt: 29 juli 2001.

Gewijzigd bij raadsbesluit van 29 november 2001. Bekendgemaakt 9 december 2001.

burgemeester

H.M.C.M.van Oorschot

secretaris

N.Roos

Bijlage ‘Voorzieningen’ 1.

I Aanduiding van de voorziening

Tegemoetkoming in de kosten van het aanstellen van een vakleerkracht ten behoeve van het bewegingsonderwijs.

II Indieningsdatum

Jaarlijks voor 1 april.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Schooljaar.

IV Toekenningscriteria

Scholen voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs.

V Wijze van toekenning

Aantal klokuren per school voor basisonderwijs dat voor bekostiging in aanmerking komt, wordt bepaald per school aan de hand van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004, hoofdstuk 8.

Voor de speciale scholen voor basisonderwijs geldt een norm van 5 minuten per leerling

Voor het voortgezet speciaal onderwijs geldt een norm van 6.5 minuut per leerling.

Voor praktijkonderwijs (VO) geldt een norm van 6.5 minuut per leerling.

VI Subsidieplafond

Conform de gemaakte afspraken in het onderwijsbeleidsplan 2001-2004

I Aanduiding van de voorziening

Extra middelen voor impuls personeelsbeleid.

II Indieningsdatum

Jaarlijks voor 1 april.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend.

Looptijd onderwijsbeleidsplan 2001-2004.

IV Toekenningscriteria

Scholen voor voortgezet onderwijs.

V Wijze van toekenning

Voortgezet onderwijs € 11.345,-- per school.

Het aantal uren dat voor bekostiging in aanmerking komt wordt per bestuur bepaald aan de hand van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004, hoofdstuk 8.

Primair onderwijs 11 uur per school

Speciaal onderwijs 3 uur per school

V Subsidieplafond

Conform de gemaakte afspraken in het onderwijsbeleidsplan 2001-2004

I Aanduiding van de voorziening

Subsidie ten behoeve van samenwerkingsproject De Wissel.

II Indieningsdatum

Jaarlijks voor 1 november.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Kalenderjaar.

IV Toekenningscriteria

Aantal vroegtijdige schoolverlaters te laten terugkeren naar het regulier onderwijs of voor te bereiden op een baan, eventueel in combinatie met een deeltijdopleiding.

V Wijze van toekenning

Bijdrage in de kosten voor het instandhouden van een spijbelopvangproject.

Subsidiebedrag bepaald aan de hand van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004, hoofdstuk 1

VI Subsidieplafond

Maximaal € 120.252,-- per kalenderjaar.

I Aanduiding voorziening

Zorgteams in het voortgezet onderwijs.

II Indieningsdatum

In overleg met de gemeente Delft.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Looptijd onderwijsbeleidsplan 2001-2004

IV Toekenningscriteria

Aantrekken benodigde extra deskundigheid ten behoeve van zorgteams in het voortgezet onderwijs. Met name wordt gedacht aan de inzet van schoolmaatschappelijk werk.

V Wijze van toekenning

Bedrag voor functioneren zorgteams bij Stanislascollege, Chr. Lyceum Delft en Grotius College, bepaald aan de hand van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004

VI Subsidieplafond

Maximaal € 79.412,-- per kalenderjaar.

I Aanduiding van de voorziening

Zorgplatform primair onderwijs

II Indieningsdatum

Jaarlijks voor 1 november.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Kalenderjaar.

IV Toekenningscriteria

Subsidie per samenwerkingsverband (r.k./p.c. en openbaar/alg. bijzonder) volgens paragraaf 1.1 van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004

V Wijze van toekenning

Bedrag per samenwerkingsverband in Delft.

Project deskundige hulp aan kleuters € 11.345,--.

VI Subsidieplafond

Volgens het onderwijsbeleidsplan 2001-2004 is maximaal € 56.723,-- beschikbaar.

I Aanduiding voorziening

Schoolwerkweken van alle speciale scholen voor basisonderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs in Delft.

II Indieningsdatum

Uiterlijk 2 maanden voor plaatsvinden schoolwerkweek.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt goedgekeurd

Per schooljaar.

IV Toekenningscriteria

Aantal leerlingen dat aan schoolwerkweek deelneemt.

V Wijze van toekenning

Subsidiebedrag per deelnemende leerling.

VI Subsidieplafond

€ 13,20 per deelnemende leerling.

I Aanduiding voorziening

Subsidie gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (gmr).

II Indieningsdatum

Jaarlijks voor 1 november.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt goedgekeurd

Kalenderjaar.

IV Toekenningscriteria

Per denominatie beschikken over een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.

V Wijze van toekenning

Subsidie per gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.

VI Subsidieplafond

Per gemeenschappelijke medezeggenschapsraad € 3.630,--.

I Aanduiding voorziening

Aanvullende voorzieningen voor scholen, die participeren in het Brede Scholenbeleid.

II Indieningsdatum

jaarlijks voor 1 januari in de periode 2001-2004.

Bij de eerste aanvragen voor 2001 kunnen aanvragen ingediend worden voor 1 november 2001

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt goedgekeurd

éénmalige toekenning in de periode 2001 -2004

IV Toekenningscriteria

  • 1.

    Scholen voor basisonderwijs en en speciaal onderwijs, die participeren in het Brede Schoolbeleid van de gemeente Delft

  • 2.

    Scholen voor basisonderwijs en speciaal onderwijs, die bij herinrichting van hun schoolplein bereid zijn hun pleinen voor een ieder toegankelijk te maken.

  • 3.

    Scholen moeten voor aanvullende, niet onder de Verordening Onderwijshuisvesting Gemeente Delft vallende voorzieningen een eigen bijdrage inbrengen.

V Wijze van toekenning

Er is sprake van een koppelsubsidie voor aanvullende voorzieningen op een speelplein, die uitgaan boven het genormeerde voorzieningenniveau , zoals gerergeld in de Verordening Onderwijshuisvesting Gemeente Delft. De gemeente zal een ingelegd bedrag verdubbelen tot een maximum van € 9.076,-- per locatie.

Het voorgelegde plan vereist de goedkeuring van de projectgroep Brede School en moet voldoen aan het eisenpakket, dat door de Brede Schoolorganisatie is opgesteld.

VI Subsidieplafond

De toekenningen worden begrensd door de omvang van het fonds: Aanvullende voorzieningen op schoolpleinen, dat wordt gevoed doorbijdragen uit:

EZH-project ‘Meer zorg en activiteiten rond scholen’

€ 95.294,--

EZH-project ‘Investeren in de wijk’

€ 204.201,--

Een zestal voorzieningen wordt ‘in natura’ beschikbaar gesteld:

1. Natuur- en milieu-educatie.

Hoofdstuk 6 van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004

2. Kunstzinnige vorming.

Hoofdstuk 6 van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004

3.Algemeen schoolmedewerker.

Paragraaf 4.5 van het onderwijsbeleidsplan 1997-2000.

4.Logopedie.

Hoofdstuk 6 van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004

5.Schoolzwemmen speciaal basisonderwijs voor zover niet wordt beschikt over een eigen zwembad

6. Busvervoer schoolzwemmen basis onderwijs.

7. Gemeentelijk aandeel in het project “ Scholen voor de toekomst”.

Hoofdstuk 3 van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004