Organisatie | Bunschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2017 |
Citeertitel | Verordening marktgeld Bunschoten 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2017.
Deze verordening vervangt per 1 januari 2017 de Verordening marktgeld Bunschoten 2016.
Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2016 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 15-12-2016 | 1014070 |
De raad van de gemeente Bunschoten;
gezien het voorstel van het college burgemeester en wethouders van 3 november 2015, nr. 1014070;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
‘Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2017’
Onder de naam marktgelden worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of gebruik van verstrekte hulpmiddelen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De maatstaf van heffing voor de berekening van het marktgeld is de frontbreedte van de standplaats.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht van het marktgeld voor vaste plaatsen in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel driehonderdvijfenzestigste deel van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven;
Indien de belastingplicht van het marktgeld voor vaste plaatsen in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderdvijfenzestigste deel van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Artikel 10 Termijnen van betaling
Belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog in het desbetreffende kalenderjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan zes bedraagt. Voor de overige aanslagen geldt onverkort de in lid 1 van dit artikel neergelegde hoofdregel.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
1.Het dagelijks bestuur van GBLT kan met betrekking tot de heffing en invordering van de marktgelden voor vaste plaatsen nadere regels geven.