Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Terneuzen

Bouwverordening gemeente Terneuzen 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTerneuzen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBouwverordening gemeente Terneuzen 2016
CiteertitelBouwverordening gemeente Terneuzen 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpbouwverordening bouwen bouwregels omgevingsvergunning

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Inclusief de zeventiende serie wijzigingen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Woningwet artikel 8
  2. Bouwbesluit

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2018wijziging bestaande regeling

27-09-2018

gmb-2018-212259

253691
01-12-201601-11-2018Opnieuw vastgesteld inclusief de zestiende serie wijzigingen.

10-11-2016

Gemeenteblad

198858

Tekst van de regeling

Intitulé

Bouwverordening gemeente Terneuzen 2016

 

 

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1. Begripsomschrijvingen

  • 1)

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • -

      bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, met inbegrip van een gedeelte daarvan, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

    • -

      NEN: een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm;

  • 2)

    In deze verordening wordt verder verstaan onder:

    • -

      bevoegd gezag: dat wat daaronder wordt verstaan in de Woningwet;

    • -

      omgevingsvergunning voor het bouwen: dat waar daaronder wordt verstaan in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 1.2 Termijnen

(Vervallen)

Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente

  • (Vervallen)

HOOFDSTUK 2 De aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen

Paragraaf 1 Gegevens en bescheiden

Artikel 2.1.1 Aanvraag bouwvergunning

(Vervallen)

Artikel 2.1.2 In de aanvraag op te nemen gegevens

(Vervallen)

Artikel 2.1.3 Bij de aanvraag in te dienen bescheiden

(Vervallen)

Artikel 2.1.4 Gegevens met betrekking tot het coördineren van vergunningaanvragen

(Vervallen)

Artikel 2.1.5 Bodemonderzoek

  • 1.

    Het onderzoek betreffende de bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Woningwet bestaat in ieder geval uit de resultaten van een recent milieuhygiënisch bodemonderzoek verricht volgens NEN 5740:2009+A1:2016 nl, in overeenstemming met het onderzoeksprotocol dat volgt uit figuur 1. Als op basis van het onderzoek aanleiding bestaat te veronderstellen dat asbest, daaronder mede begrepen asbestvezels, -deeltjes of –stof, in de bodem aanwezig is, vindt het onderzoek mede plaats op de wijze als voorzien in NEN 5707:2015 nl.

  • 2.

    De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, geldt niet als het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in de artikelen 2 of 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Deze verwijzing geldt niet voor de hoogtebepalingen in de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.

  • 3.

    Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, toe als voor toepassing van artikel 2.4.1 bij het bevoegd gezag reeds bruikbare recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.

  • 4.

    Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, toestaan voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingtermijn als bedoeld in artikel 2.23 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht als uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en de bodemgesteldheid blijkt dat de locatie onverdacht is of dat de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740:2009+A1:2016 nl niet rechtvaardigen.

  • 5.

    Als het bouwen pas kan plaatsvinden nadat de aanwezige bouwwerken zijn gesloopt, dient het bodemonderzoek plaats te vinden nadat is gesloopt en voordat met de bouw wordt begonnen.

  • 6.

    Het bodemonderzoek dient te worden aangeleverd in pdf-formaat en in de laatste xml-versie.

Artikel 2.1.6 Overige gegevens en bescheiden behorende bij de aanvraag om bouwvergunning

(Vervallen)

Artikel 2.1.7 Bouwregistratie

(Vervallen)

Artikel 2.1.8 Bijzondere bepalingen omtrent de aanvraag om bouwvergunning woonwagens en standplaatsen

(Vervallen)

Paragraaf 2 Behandeling van de aanvraag om bouwvergunning

Artikel 2.2.1 Ontvangst van de aanvraag

(Vervallen)

Artikel 2.2.2 Samenloop met vrijstelling ruimtelijke ordening

(Vervallen)

Artikel 2.2.3 Bekendmaking van termijnen

(Vervallen)

Artikel 2.2.4 In behandeling nemen en fasering bouwvergunningverlening

(Vervallen)

Artikel 2.2.5 In behandeling nemen en bodemonderzoek

(Vervallen)

Artikel 2.2.6 Kennisgeving van rechtswege verleende bouwvergunning

(Vervallen)

Paragraaf 3 Welstandstoetsing

Artikel 2.3.1 Welstandscriteria

(Vervallen)

Paragraaf 4 Het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem

Artikel 2.4.1 Verbod tot bouwen op verontreinigde bodem

Op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voorzover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk:

  • a.

    waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven;

  • b.

    voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist; en

  • c.

    dat de grond raakt, of, waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd.

Artikel 2.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen

In afwijking van het bepaalde in artikel 2.4.1 en onverminderd het bepaalde in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht, kan het bevoegd gezag voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen, in het geval zij op grond van het in de Regeling omgevingsrecht  bedoelde onderzoeksrapport en/of andere bij hen bekende onderzoeksresultaten dan wel op grond van het overeenkomstig het tweede lid van artikel 39 van de Wet bodembescherming  goedgekeurde saneringsplan bedoeld in artikel 39, eerste lid, van die Wet  van oordeel zijn, dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel maar door het stellen van voorwaarden alsnog geschikt kan worden gemaakt.

Paragraaf 5 Voorschriften van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheidseisen

Artikel 2.5.1 Richtlijnen voor de verlening van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen

(Vervallen)

Artikel 2.5.2 Anti-cumulatiebepaling

(Vervallen)

Artikel 2.5.3 Bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen

(Vervallen)

Artikel 2.5.3A Brandweeringang

(Vervallen)

Artikel 2.5.4 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten

(Vervallen)

Artikel 2.5.5 Ligging van de voorgevelrooilijn

(Vervallen)

Artikel 2.5.6 Verbod tot bouwen met overschrijding van de voorgevelrooilijn

(Vervallen)

Artikel 2.5.7 Toegelaten overschrijding van de voorgevelrooilijn

(Vervallen)

Artikel 2.5.8 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de voorgevelrooilijn

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.9 Bouwen op de weg

(Vervallen)

Artikel 2.5.10 Plaatsing van de voorgevel ten opzichte van de voorgevelrooilijn. Afschuining van straathoeken

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.11 Ligging achtergevelrooilijn

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.12 Verbod tot bouwen met overschrijding van de achtergevelrooilijn

(Vervallen)

Artikel 2.5.13 Toegelaten overschrijding van de achtergevelrooilijn

(Vervallen)

Artikel 2.5.14 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de achtergevelrooilijn

(Vervallen)

Artikel 2.5.15 Erf bij woningen en woongebouwen

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.16 Erf bij overige gebouwen

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.17 Ruimte tussen bouwwerken

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.18 Erf- en terreinafscheidingen

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.19 Bouwen nabij bovengrondse hoogspanningslijnen en ondergrondse hoofdtransportleidingen

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.20 Toegelaten hoogte in de voorgevelrooilijn

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.21 Toegelaten hoogte in de achtergevelrooilijn

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.22 Toegelaten hoogte van zijgevels tegenover een achtergevelrooilijn

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.23 Toegelaten hoogte tussen voor- en achtergevelrooilijnen

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.24 Grootste toegelaten hoogte van bouwwerken

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.25 Hoogte van bouwwerken op niet aan een weg grenzende terreinen

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.26 Wijze van meten van de hoogte van bouwwerken

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.27 Toegelaten afwijkingen van de toegelaten bouwhoogte

(Vervallen)

Artikel 2.5.28 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de toegelaten bouwhoogte

(Vervallen)

Artikel 2.5.29 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de rooilijnen en van de toegelaten bouwhoogte in geval van voorbereiding van nieuw ruimtelijk beleid

  • (Vervallen)

Artikel 2.5.30 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen

  • (Vervallen)

Paragraaf 6 Voorschriften inzake brandveiligheidinstallaties en vluchtrouteaanduidingen

Artikel 2.6.1 Beginsel inzake brandmeldinstallaties

(Vervallen)

Artikel 2.6.2 Aanwezigheid van brandmeldinstallaties

(Vervallen)

Artikel 2.6.3 Omvang van de bewaking door brandmeldinstallaties

(Vervallen)

Artikel 2.6.4 Kwaliteit van brandmeldinstallaties

(Vervallen)

Artikel 2.6.5 Beginsel inzake ontruimingsalarminstallaties

(Vervallen)

Artikel 2.6.6 Aanwezigheid van ontruimingsalarminstallaties

(Vervallen)

Artikel 2.6.7 Kwaliteit van ontruimingsalarminstallaties

(Vervallen)

Artikel 2.6.8 Beginsel inzake vluchtrouteaanduidingen

(Vervallen)

Artikel 2.6.9 Aanwezigheid van vluchtrouteaanduidingen

(Vervallen)

Artikel 2.6.10 Kwaliteit van vluchtrouteaanduidingen

(Vervallen)

Artikel 2.6.11 Gelijkwaardigheid

(Vervallen)

Artikel 2.6.12 Communicatiesysteem voor publieke hulpverleningsdiensten

(Vervallen)

Paragraaf 7 Aansluitplicht op de nutsvoorzieningen

Artikel 2.7.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding

(Vervallen)

Artikel 2.7.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet

(Vervallen)

Artikel 2.7.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet

(Vervallen)

Artikel 2.7.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering

(Vervallen)

Artikel 2.7.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering

(Vervallen)

Artikel 2.7.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen

(Vervallen)

Artikel 2.7.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen

(Vervallen)

HOOFDSTUK 3 De melding

Artikel 3.1 De wijze van melden

(Vervallen)

Artikel 3.2 Welstandscriteria

(Vervallen)

HOOFDSTUK 4 Plichten tijdens en bij voltooiing van de bouw en bij ingebruikneming van een bouwwerk

Artikel 4.1 Intrekking bouwvergunning bij niet-tijdige start of tussentijdse staking van bouwwerkzaamheden

(Vervallen)

Artikel 4.2 Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden

(Vervallen)

Artikel 4.3 Wijzigingen in gegevens bouwregistratie

(Vervallen)

Artikel 4.4 Het uitzetten van de bouw

(Vervallen)

Artikel 4.5 Kennisgeving aan het bouwtoezicht van start van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden

(Vervallen)

Artikel 4.6 Opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoekingen

(Vervallen)

Artikel 4.7 Bemalen van bouwputten

(Vervallen)

Artikel 4.8 Veiligheid op het bouwterrein

(Vervallen)

Artikel 4.9 Afscheiding van het bouwterrein

(Vervallen)

Artikel 4.10 Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder

(Vervallen)

Artikel 4.11 Bouwafval

(Vervallen)

Artikel 4.12 Gereedmelding van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden

(Vervallen)

Artikel 4.13 Melden van werken bij lage temperaturen

(Vervallen)

Artikel 4.14 Verbod tot ingebruikneming

(Vervallen)

HOOFDSTUK 5 Staat van open erven en terreinen, aansluiting op de nutsvoorzieningen en het weren van schadelijk en hinderlijk gedierte

Paragraaf 1 Staat van open erven en terreinen

Artikel 5.1.1 Staat van onderhoud van open erven en terreinen

(Vervallen)

Artikel 5.1.2 Bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen

(Vervallen)

Artikel 5.1.3 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten

(Vervallen)

Paragraaf 2 Staat van brandveiligheidinstallaties en vluchtrouteaanduidingen

Artikel 5.2.1 Voorschriften inzake brandveiligheidinstallaties en vluchtroute-aanduidingen

(Vervallen)

Artikel 5.2.2 Aanwezigheid van brandveiligheidinstallaties in gebouwen niet zijnde woningen, woongebouwen, logiesverblijven, logiesgebouwen of kantoorgebouwen

(Vervallen)

Artikel 5.2.3 Aanwezigheid van brandveiligheidinstallaties in woongebouwen van bijzondere aard

(Vervallen)

Artikel 5.2.4 Aanwezigheid van brandveiligheidinstallaties in logiesverblijven en logiesgebouwen

(Vervallen)

Artikel 5.2.5 Aanwezigheid van brandveiligheidinstallaties in kantoorgebouwen

(Vervallen)

Paragraaf 3 Aansluiting op de nutsvoorzieningen

Artikel 5.3.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding

(Vervallen)

Artikel 5.3.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet

(Vervallen)

Artikel 5.3.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet

(Vervallen)

Artikel 5.3.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering

(Vervallen)

Artikel 5.3.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering

(Vervallen)

Artikel 5.3.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen

(Vervallen)

Artikel 5.3.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen

(Vervallen)

Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid

Artikel 5.4.1 Preventie

(Vervallen)

HOOFDSTUK 6 Brandveilig gebruik

Paragraaf 1 Gebruiksvergunning

Artikel 6.1.1 Vergunning gebruik bouwwerk

(Vervallen)

Artikel 6.1.2 Aanvraag gebruiksvergunning

(Vervallen)

Artikel 6.1.3 In behandeling nemen

(Vervallen)

Artikel 6.1.4 Termijn van beslissing

(Vervallen)

Artikel 6.1.5 Weigeren gebruiksvergunning

(Vervallen)

Artikel 6.1.6 Intrekken gebruiksvergunning

(Vervallen)

Artikel 6.1.7 Verplicht aanwezige bescheiden

(Vervallen)

Paragraaf 2 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar

Artikel 6.2.1 Gebruikseisen voor bouwwerken

(Vervallen)

Artikel 6.2.2 Opslag brandgevaarlijke stoffen

(Vervallen)

Artikel 6.2.3 Opslag en verwerking stoffen

(Vervallen)

Paragraaf 3 Het bestrijden van brand en het voorkomen van ongevallen bij brand

Artikel 6.3.1 Gebruiksgereed houden bluswaterwinplaatsen

(Vervallen)

Artikel 6.3.2 Gebruik middelen en voorzieningen

(Vervallen)

Paragraaf 4 Hinder in verband met de brandveiligheid

Artikel 6.4.1 Hinder in verband met de brandveiligheid

(Vervallen)

HOOFDSTUK 7 Overige gebruiksbepalingen

Paragraaf 1 Overbevolking

Artikel 7.1.1 Overbevolking van woningen

(Vervallen)

Artikel 7.1.2 Overbevolking van woonwagens

(Vervallen)

Paragraaf 2 Staken van het gebruik

Artikel 7.2.1 Verbod tot gebruik bij bouwvalligheid

(Vervallen)

Artikel 7.2.2 Staken van gebruik wegens gebrek aan veiligheid en gebrek aan hygiëne

(Vervallen)

Artikel 7.2.3 Staken van het gebruik van een woonwagen

(Vervallen)

Paragraaf 3 Gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen

===========================================================================

Artikel 352 oud Verbod tot het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen in afwijking van de bestemming

  • 1

    Zolang bij een bestemmingsplan, tot stand gekomen als uitbreidingsplan of als voorschriften ex artikel 43 van de Woningwet 1901, hetzij vóór, hetzij na inwerkingtreding van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (Stb. 286 van 1962) geen voorschriften zijn gegeven omtrent het gebruik van de in die plannen of voorschriften begrepen bouwwerken, open erven of terreinen en geen aanpassing aan de Wet op de Ruimtelijke Ordening heeft plaatsgevonden, is het verboden die bouwwerken, open erven of terreinen te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de uit dat plan of die voorschriften voortvloeiende bestemming, nadat de bij het bestemmingsplan aangegeven bestemming is verwezenlijkt.

  • 2

    Het is verboden niet in een bestemmingsplan begrepen bouwwerken en hun aanhorigheden te gebruiken in strijd met de bestemming, die zij blijkens hun constructie dan wel inrichting hebben.

  • 3

    Niet van toepassing is het bepaalde in de leden 1 en 2 voor een gebruik dat tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet onwettig was en zolang in dat gebruik geen wijziging wordt gebracht.

  • 4

    Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in de leden 1 en 2.

Zie voor de toepassing van dit artikel zowel artikel 12.7, lid 2, onder c als de 'Toelichting Bouwverordening gemeente Terneuzen' bladzijde 35-36.

===========================================================================

Artikel 7.3.2 Hinder

(Vervallen)

Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid

Artikel 7.4.1 Preventie

(Vervallen)

Paragraaf 5 Watergebruik

Artikel 7.5.1 Verboden gebruik van water

(Vervallen)

Paragraaf 6 Installaties

Artikel 7.6.1 Gebruiksgereed houden van installaties

(Vervallen)

HOOFDSTUK 8 Slopen

Paragraaf 1 Omgevingsvergunning voor het slopen

Artikel 8.1.1 Omgevingsvergunning voor het slopen

(Vervallen)

Artikel 8.1.2 Aanvraag sloopvergunning

(Vervallen)

Artikel 8.1.3 In behandeling nemen

(Vervallen)

Artikel 8.1.4 Termijn van beslissing

(Vervallen)

Artikel 8.1.5 Samenloop van slopen en bouwen

(Vervallen)

Artikel 8.1.6 Weigeren omgevingsvergunning voor het slopen

(Vervallen)

Artikel 8.1.7 Intrekken omgevingsvergunning voor het slopen

(Vervallen)

Paragraaf 2 Uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning voor het slopen

Artikel 8.2.1 Sloopmelding

(Vervallen)

Artikel 8.2.2 Overige uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning voor het slopen

(Vervallen)

Paragraaf 3 Verplichtingen tijdens het slopen

Artikel 8.3.1 Veiligheid op sloopterrein

(Vervallen)

Artikel 8.3.2 Op het sloopterrein verplicht aanwezige bescheiden

(Vervallen)

Artikel 8.3.3 Plichten van de houder van de omgevingsvergunning voor het slopen

(Vervallen)

Artikel 8.3.4 Plichten van degene die sloopt

(Vervallen)

Artikel 8.3.5 Wijze van slopen, verpakken en opslaan van asbest

(Vervallen)

Artikel 8.3.6 Plichten ten aanzien van de sloop van tuinbouwkassen

(Vervallen)

Paragraaf 4 Vrij slopen

Artikel 8.4.1 Sloopafval algemeen

(Vervallen)

HOOFDSTUK 9 Welstand

Artikel 9.1 De welstandscommissie

(Vervallen)

Artikel 9.2 Advisering door de welstandscommissie

(Vervallen)

Artikel 9.3 Samenstelling van de welstandscommissie

(Vervallen)

Artikel 9.4 Benoeming en zittingsduur

(Vervallen)

Artikel 9.5 Secretariaat

(Vervallen)

Artikel 9.6 Jaarlijkse verantwoording

(Vervallen)

Artikel 9.7 Termijn van advisering

(Vervallen)

Artikel 9.8 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting

(Vervallen)

Artikel 9.9 Afdoening bij mandaat

(Vervallen)

Artikel 9.10 Afdoening onder verantwoordelijkheid

(Vervallen)

Artikel 9.11 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht

(Vervallen)

Artikel 9.12 Uitsluiting van gebieden en categorieën bouwwerken

(Vervallen)

Artikel 9.13 Advisering omgevingsvergunning

  • 1.

    De advisering over de monumentale waarden bij een aanvraag omgevingsvergunning is opgedragen aan een onafhankelijke deskundige op het gebied van cultuur- en bouwhistorie, landschap of archeologie.

  • 2.

    De deskundige brengt advies uit over plannen voor Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten, waarin zowel de aspecten op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht als aspecten op grond van de Monumentenwet 1988 en Erfgoedverordening gemeente Terneuzen worden betrokken.

  • 3.

    Een aanvraag omgevingsvergunning, waarbij de monumentale waarden beoordeeld moeten worden wordt gelijk na ontvangst ter advisering voorgelegd aan de deskundige.

  • 4.

    Binnen vier weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht brengt de deskundige schriftelijk advies uit aan het college. Het advies van de deskundige is openbaar en dient een deugdelijke motivering te bevatten.

  • 5.

    In het verzoek om advies kunnen burgemeester en wethouders een langere termijn dan vier weken geven voor het uitbrengen van advies. Een langere termijn kan worden gegeven indien de termijn van afdoening van de aanvraag is verlengd met toepassing van artikel 3.9, tweede lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 6.

    Zodra het advies is uitgebracht, wordt het door of namens het bevoegd gezag gevoegd bij de aanvraag om een omgevingsvergunning.

Artikel 9.14 Niet wettelijk verplichte taken

De deskundige kan desgevraagd adviezen uitbrengen aan burgemeester en wethouders

over de monumentale aspecten van in voorbereiding zijnde ruimtelijke plannen.

Artikel 9.14 Beoordeling excessen

  • 1.

    Naar aanleiding van eigen waarnemingen of klachten is de ambtenaar, bevoegd tot het beoordelen van aanvragen omgevingsvergunningen bevoegd zich een oordeel te vormen over de buitensporigheden in het uiterlijk van bouwwerken die ook voor niet-deskundigen evident zijn.

  • 2.

    Bij deze beoordeling dient de excessenregeling Terneuzen als kader.

HOOFDSTUK 10 Overige administratieve bepalingen

Artikel 10.1 De aanvraag om woonvergunning

(Vervallen)

Artikel 10.2 De aanvraag om vergunning tot hergebruik van een ontruimde onbewoonbaar verklaarde woning of woonwagen

(Vervallen)

Artikel 10.3 Overdragen vergunningen

(Vervallen)

Artikel 10.4 Overdragen mededeling

(Vervallen)

Artikel 10.5 Het kenteken voor onbewoonbaar verklaarde woningen en woonwagens alsmede onbruikbaar verklaarde standplaatsen

(Vervallen)

Artikel 10.6 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere voorschriften

Het bevoegd gezag is bevoegd om rekening te houden met de herziening en vervanging van de NEN-normen, voornormen, praktijkrichtlijnen en andere voorschriften waarnaar in deze verordening - of in de bij deze verordening behorende bijlagen - wordt verwezen, indien de bevoegde instantie de betrokken norm, voornorm, praktijkrichtlijn of het voorschrift heeft herzien of vervangen en die herziening of vervanging heeft gepubliceerd.

HOOFDSTUK 11 Handhaving

Artikel 11.1 Stilleggen van de bouw

(Vervallen)

Artikel 11.2 Overtreding van het verbod tot ingebruikneming

(Vervallen)

Artikel 11.3 Stilleggen van het slopen

(Vervallen)

Artikel 11.4 Onderzoek naar een gebrek

(Vervallen)

HOOFDSTUK 12 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12.1 Strafbare feiten

(Vervallen)

Artikel 12.2 Overgangsbepaling bodemonderzoek

(Vervallen)

Artikel 12.3 Overgangsbepaling met betrekking tot de staat van open erven en terreinen

(Vervallen)

Artikel 12.4 Overgangsbepaling (aanvragen om) gebruiksvergunning

(Vervallen)

Artikel 12.5 Overgangsbepaling sloopmelding

(Vervallen)

Artikel 12.6 Slotbepaling

  • 1.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt:

  • a.

    de ‘Bouwverordening gemeente Terneuzen’, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 12 december 2013; met uitzondering van artikel 352 MBV oud;

    en alle daarin aangebrachte wijzigingen.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Bouwverordening gemeente Terneuzen 2016’.

     

  • Overgangsbepalingen

     

    Op een aanvraag om ontheffing of toestemming of een aanvraag om omgevingsvergunning, die is ingediend voor het moment waarop deze wijzigingsverordening van kracht wordt en waarop op genoemd tijdstip nog niet is beschikt, zijn de bepalingen van de bouwverordening van toepassing, zoals die luidden vóór deze wijziging, tenzij de aanvrager aangeeft dat de gewijzigde bepalingen worden toegepast. Dit geldt uiteraard niet voor de van rechtswege vervallen artikelen van de bouwverordening, omdat het voor deze artikelen in de plaats komende rijksregelgeving een dergelijke mogelijkheid niet kent.

     

     

     

    Inwerkingtreding

    Deze (wijzigings)verordening treedt in werking op 1 november 2018.

Besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Terneuzen op 10 november 2016.

Griffier,Voorzitter,

mr. J.H.P. (Joost) de Jong, J.A.H. (Jan) Lonink