Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Opsterland

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting kabels en leidingen Opsterland 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOpsterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van precariobelasting kabels en leidingen Opsterland 2017
CiteertitelVerordening precariobelasting Opsterland 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De "Verordening precariobelasting kabels en leidingen", vastgesteld bij raadsbesluit 30 november 2015, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2017, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147, art. 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2017nieuwe regeling

21-11-2016

Gemeenteblad, 2016, 167758, 30-11-2016

2016-35575

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting kabels en leidingen Opsterland 2017

Verordening precariobelasting Opsterland 2017

 

De raad van de gemeente Opsterland; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 november 2016; gelet op artikel 228 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting kabels en leidingen Opsterland 2017

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    maand: een kalendermaand;

  • b.

    vervallen;

  • c.

    kabels en leidingen: kabels, leidingen en buizen of daarmee gelijk te stellen voorwerpen bedoeld voor het transport van energie of andere materialen.

     

    Artikel 2 Belastbaar feit

    Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.

     

    Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Indien ter zake van kabels of leidingen ter zake waarvan op grond van de Gaswet of de Elektriciteitswet een netbeheerder is aangewezen, wordt de precariobelasting geheven van de door de minister aangewezen netbeheerder.

  • 2.

    In alle andere gevallen wordt de precariobelasting geheven van degene die de kabels of leidingen onder, op of boven de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 3.

    vervallen.

     

    Artikel 4 Vrijstellingen

    De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    vervallen;

  • b.

    kabels en leidingen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van kabels en leidingen die in gebruik zijn bij een derde;

  • c.

    buizen in de grond ten behoeve van de inzameling, het transport en de lozing van afvalwater, hemelwater, grondwater en oppervlaktewater.

     

    Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

    Het tarief bedraagt voor het hebben van leidingen, kabels en buizen per strekkende meter per jaar

    € 2,17 met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

     

    Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

    Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een strekkende meter als een volledige strekkende meter aangemerkt.

     

    Artikel 7 Belastingtijdvak

    Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

     

    Artikel 8 Wijze van heffing

    De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

     

    Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 50,00.

  • 4.

    Belastingbedragen van minder dan € 50,00 worden niet ingevorderd.

     

    Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dient voor de in het eerste lid genoemde twee gelijke termijnen drie gelijke termijnen te worden gelezen.

  • 3.

    De algemene termijnenwet niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

     

    Artikel 11 Kwijtschelding

    Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

     

    Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

     

    Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening precariobelasting kabels en leidingen", vastgesteld bij raadsbesluit 30 november 2015, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2017, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting kabels en leidingen Opsterland 2017".

     

     

    Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 21 november 2016.