Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rhenen

Besluit ter uitvoering van de Re-integratieverordening Participatiewet Rhenen 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRhenen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit ter uitvoering van de Re-integratieverordening Participatiewet Rhenen 2016
CiteertitelUitvoeringsbesluit Participatiewet Rhenen 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Uitvoeringsbesluit Participatiewet 2015 intrekken

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Participatiewet
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers
  4. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-10-2019Nieuwe regeling

27-09-2016

2016 - Gemeenteblad - 166173

2016 bis/321

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit ter uitvoering van de Re-integratieverordening Participatiewet Rhenen 2016

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Rhenen;

 

Overwegende dat het wenselijk is een nadere beschrijving te geven van de wijze waarop het college uitvoering geeft aan Participatiewet 2015;

 

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

 

Besluit vast te stellen:

 

het Besluit ter uitvoering van de Re-integratieverordening Participatiewet Rhenen 2016

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Alle beftippen die in dit Uitvoeringsbesluit gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ, de Re-integratieverordening en de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2 De re-integratieverordening

Artikel 2

 

In dit Besluit wordt verstaan onder:

  • -

    Doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a van de Participatiewet;

  • -

    Grote afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar;

  • -

    Korte afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar;

  • -

    Langdurig werkloze: een persoon die 12 maanden of langer geen reguliere betaalde betrekking heeft gevonden;

  • -

    Loonkosten: het brutoloon inclusief vakantiegeld en wettelijke werkgeverslasten;

  • -

    De wet: de Participatiewet.

Artikel 3 Scholing

Het college betrekt bij de beoordeling of een in artikel 7 van de Re-integratieverordening bedoeld scholingstraject wordt aangeboden ook:

Indien van toepassing, het oordeel van degene in wiens opdracht de belanghebbende de additionele werkzaamheden uitvoert:

  • a.

    De scholingswens van de belanghebbende en

  • b.

    De capaciteiten van de belanghebbende.

Artikel 4 Persoonlijke ondersteuning

  • 1.

    Het college kan persoonlijke ondersteuning, als bedoeld in artikel 11 van de Re-integratieverordening, aanbieden in de vorm van een jobcoach op de werkplek.

  • 2.

    Het college bepaalt de omvang van het aantal in te zetten uren van de jobcoach en beoordeelt iedere 6 maanden of voortzetting wenselijk is.

  • 3.

    Het college kan de begeleiding aanbieden in de vorm van een gemeentelijke jobcoach (een ambtenaar) of externe jobcoach (uitgevoerd door een externe organisatie).

  • 4.

    Indien het college een jobcoach aanbiedt in de vorm van een externe jobcoach, wordt de werkgever bij de keuze voor een externe jobcoach betrokken. De werkgever kan er in dat geval ook voorkeuzen de begeleiding zelfstandig uit te voeren. Als de werkgever de begeleiding zelfstandig uitvoert, komt hij voor een door het college vastgestelde vergoeding in aanmerking.

  • 5.

    De jobcoach kan zowel gericht zijn op coaching van de werkgever als op coaching van de werknemer.

  • 6.

    Een jobcoach wordt voor minimaal een half jaar toegekend. Vervolgens kan de begeleiding steeds met een half jaar worden verlengd, tot een maximum van in totaal 3 jaar. Ieder jaar neemt het maximum aantal uren in begeleiding af.

  • 7.

    Het aantal begeleidingsuren wordt door het college vastgesteld op een percentage van het aantal overeengekomen werkuren. In het 2de en 3de jaar wordt dit percentage verder afgebouwd. Het percentage komt overeen met één van de drie mogelijke begeleidingsregimes licht, gemiddeld of zwaar. Dit is vastgelegd in een regionaal afgestemde matrix die ter beschikking is gesteld van de klantmanagers. Na 3 jaar wordt de werknemer in staat geacht zijn werk zelfstandig te kunnen uitvoeren ofwel wordt geacht dat de werkgever in staat is de klant zelf te begeleiden.

  • 8.

    De jobcoach wordt niet langer ingezet dan voor de duur van de arbeidsovereenkomst en voor maximaal 3 jaar en wordt alleen ingezet bij een arbeidsovereenkomst van minimaal 6 maanden.

Artikel 5 No Riskpolis

Dit artikel is vervallen.

Artikel 6 Participatievoorziening Beschut Werk

  • 1.

    Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan het college de voorziening Beschut Werk aanbieden als hij nog niet in staat is regulier of begeleid te werken

  • 2.

    De voorziening Beschut Werk wordt aangeboden na positieve indicatie van het UWV dat betrokkene is aangewezen op deze voorziening en alleen als vanuit het belang tot arbeidsparticipatie een beschutte werkplek meerwaarde biedt.

  • 3.

    Het college kan, als er plekken in dit kader beschikbaar zijn, kandidaten voordragen voor deze voorziening, rekening houdend met het bepaalde in artikel 9 van de Re-integratieverordening en artikel 10b van de Wet.

Artikel 7 Loonkostensubsidie als re-integratievoorziening

  • 1.

    De aan een werkgever de verstrekken loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 13 van de Re-integratieverordening bedraagt maximaal 50% van de loonkosten.

  • 2.

    Onder kwetsbare werknemer, zoals bedoeld in artikel 13 derde lid van de Re-integratieverordening, wordt verstaan de persoon die voorafgaand aan de indienstneming ten minste 12 maanden geen regulier betaalde betrekking heeft gevonden, geen startkwalificatie bezit of ouder is dan 50 jaar.

  • 3.

    Onder uiterst kwetsbare werknemer, zoals bedoeld in artikel 13, vierde lid van de Re-integratieverordening, wordt verstaan de persoon die onmiddellijk voorafgaand aan de indiensttreding ten minste 24 maanden geen regulier betaalde betrekking heeft gevonden.

  • 4.

    De hoogte van de te verstrekken loonkostensubsidie is mede afhankelijk van de capaciteiten van de werknemer en van de van hem te verwachten werkzaamheden. Dit is ter beoordelingen van het college.

  • 5.

    De looptijd van de loonkostensubsidie is:

    • a.

      Maximaal een jaar en kan per maand neerwaarts worden bijgesteld;

    • b.

      In geen geval langer dan de duur van het dienstverband.

  • 6.

    De subsidie geldt voor fulltime dienstverbanden zoals deze bij de werkgever van toepassing zijn. Het subsidiebedrag wordt naar rato verlaagd bij een dienstverband met een lager aantal arbeidsuren.

  • 7.

    Een loonkostensubsidie kan worden verleen zolang het jaarlijks door het college vast te stellen budget hiertoe ruimte biedt.

  • 8.

    De subsidie wordt achteraf en per kwartaal betaald nadat de werkgever de salarisstroken daartoe heeft verstrekt.

  • 9.

    Een verzoek tot uitbetaling van subsidie over een kwartaal kan tot maximaal 12 maanden na afloop van het desbetreffende kwartaal worden ingediend. Na deze termijn vervalt het recht op de subsidie.

  • 10.

    De werkgever is verplicht mee te werken aan een eventueel onderzoek naar de juistheid en doelmatigheid van de verstrekte loonkostensubsidie.

Artikel 8 Niet-uitkeringsgerechtigden

  • 1.

    Het college kan aan niet-uitkeringsgerechtigden met een korte afstand tot de arbeidsmarkt re-integratievoorzieningen aanbieden.

  • 2.

    De re-integratievoorzieningen die kunnen worden aangeboden zijn bij voorkeur groepsgerichte activiteiten en begeleiding door gespreksvoerders en/of andere ambtenaren.

  • 3.

    Bij het aanbieden van re-integratievoorzieningen anders dan bedoeld in lid 2 wordt een afweging gemaakt tussen de op korte termijn te verwachten baten en de kosten van de in te zetten voorziening, waarbij de goedkoopst adequate voorziening het uitgangspunt is.

Hoofdstuk 3 financiële regelingen in het kader van de arbeidsparticipatie

Artikel 9 Premie bij de Participatieplaats gericht op re-integratie

Dit artikel is vervallen.

Artikel 10 Premie bij uitstroom naar betaald werk

  • 1.

    Het college kan eenmalig een uitstroompremie toekennen aan een langdurig werkloze die duurzaam uitstroomt naar algemeen geaccepteerde arbeid. Om voor een uitstroom premie in aanmerking te komen moet in ieder geval aan het volgende worden voldaan:

    • a.

      Belanghebbende is een uitkeringsgerechtigde van de gemeente Rhenen van 27 jaar of ouder;

    • b.

      Belanghebbende start met betaald werk of start met zelfstandig arbeid, waardoor hij niet langer is aangewezen op een uitkering;

    • c.

      Belanghebbende is langdurig werkloos en;

    • d.

      Belanghebbende mag na uitstroom minimaal 9 maanden geen beroep hebben gedaan op een uitkering.

    • e.

      De premie kan worden aangevraagd door belanghebbende vanaf de zevende maand na de indiensttreding via het formulier ‘aanvraag uitstroompremie gemeente Rhenen’.

  • 2.

    De uitstroompremie kan, vanaf datum uitstroom, slechts eenmaal per vier jaar aan dezelfde persoon worden toegekend.

  • 3.

    De hoogte van de premie bedraagt bij een volledige uitstroom uit de uitkering:

    • a.

      Van 9 maanden tot 18 maanden: € 770,00

    • b.

      Van 18 maanden of langer: € 1.500, 00

  • 4.

    Toekenning door het college en uitbetaling van de premie vindt plaats op twee momenten:

    • a.

      9 maanden na uitstroom: € 750,00 en;

    • b.

      18 maanden na uitstroom: € 750,00.

Artikel 11 Overige vergoedingen

  • 1.

    Voor de hieronder genoemde noodzakelijke kosten van re-integratie en plaatsing op arbeid kunnen éénmalige vergoedingen ‘om niet’ worden verstrektaan werkgever of klant tot een maximum van 1500 euro. Het gaat hierbij onder meer om de volgende kosten:

    • a.

      Kosten voor werkkleding;

    • b.

      Reiskosten;

    • c.

      Studiekosten

Artikel 12 Vrijlating van inkomsten

  • 1.

    Om voor een vrijlating van inkomsten als bedoeld in artikel 31 tweede lid onder n in aanmerking te komen, moet er in ieder geval sprake zijn van:

    • a.

      de door belanghebbende te verrichten arbeid is door middel van een rapportage vastgesteld dat deze een bijdrage levert aan de arbeidsinschakeling van belanghebbende;

    • b.

      de belanghebbende ontvangt inkomsten uit arbeid, waarbij de werkzaamheden na ingangsdatum van de uitkering zijn begonnen, en

    • c.

      de inkomsten uit arbeid zijn in een periode van vier opeenvolgende weken verdiend.

  • 2.

    Aan het voorschrift opgenomen in lid 1 sub c hoeft slechts één keer te worden voldaan. Als deze periode van vier opeenvolgende weken is bereikt, begint de periode van inkomstenvrijlating met terugwerkende kracht ingaande de datum van aanvang van bedoelde vier weken.

  • 3.

    De inkomstenvrijlating wordt achteraf vastgesteld en toegekend door het college.

Hoofdstuk 4 Individuele Studietoeslag

Artikel 13 Individuele Studietoeslag

  • 1.

    De hoogte van de toeslag wordt gelijkgesteld met het maximale jaarbedrag voor een vrijwilligersvergoeding dat door de gemeente en Belastingdienst als inkomsten buiten beschouwing wordt gelaten.

  • 2.

    De toeslag wordt betaald in twaalf gelijke maandelijkse termijnen. De bedragen worden afgerond op hele euro’s.

  • 3.

    De individuele studietoeslag wordt verstrekt in de vorm van periodieke bijzondere bijstand.

  • 4.

    Er wordt geen individuele studietoeslag toegekend als er sprake is van een gezamenlijke huishouding en de inkomsten en vermogen de norm overschrijden.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen van de bepalingen in deze regeling afwijken, indien toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 15 Intrekken oude regeling

Het Uitvoeringsbesluit Participatiewet Rhenen 2015, zoals vastgesteld op 2 juni 2015 wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van het Uitvoeringsbesluit Participatiewet Rhenen 2016.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2016.

Artikel 17 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als Uitvoeringsbesluit Participatiewet Rhenen 2016.

 

Vastgesteld in de vergadering van 27 september 2016

 

de heer P. Bonthuis

de heer drs. J.A. van der Pas

 

 

secretaris

 

 

burgemeester

 

Toelichting

Artikel 3 Scholing

In beginsel wordt enkel scholing ingezet die opleidt naar beroepssectoren waarin gelijk werk gevonden kan worden of in een zogenaamd duaal traject waarbij de ontwikkeling op de (lokale) arbeidsmarkt mede bepalend is. Bij de inzet van scholing wordt gekeken naar de arbeidsmartkrelevantie en de duur ervan. Gekozen wordt voor die scholing die het snelst leidt tot het beoogde doel. Daarbij wordt wel rekening gehouden met de wensen en capaciteiten van de belanghebbenden. Verricht de belanghebbende additionele werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 10a van de Participatiewet, dan wordt het oordeel van de werkgever ook betrokken bij de keuze van het scholingsaanbod.

 

Artikel 4 Persoonlijke ondersteuning

Bij de inzet van de jobcoachvoorziening is de begeleiding van een werknemer bij reguliere plaatsingen en plaatsingen op de baanafspraak, de verantwoordelijkheid van de werkgever.

Doel is om te bereiken dat de werknemer zonder deze begeleiding zelfstandig zijn taken bij de werkgever kan uitvoeren. De jobcoachvoorziening wordt ingezet als maatwerk, waarbij tussen de werkgever en de gemeente in een concrete plaatsing afspraken worden gemaakt. De gemeente baseert zich in het bepalen van de omvang en kosten van de begeleiding van zowel de externe jobcoach als de vergoeding aan de werkgever, op regionale afspraken.

 

Artikel 5 No Riskpolis

De No Riskpolis wordt vanaf 2016 uitgevoerd door het UWV. Dit artikel is daarom vervallen.

 

Artikel 6 Beschut Werk

De voorziening Beschut Werk wordt ingekocht bij IW4 die zorgt voor een werkplek en begeleiding op de werkplek. Het is een voorziening die zoveel mogelijk gericht is op arbeidsparticipatie en zoveel mogelijk een reguliere werkplek benadert. Alle andere voorzieningen gericht op arbeidsparticipatie kunnen als voorliggend worden beschouwd.

 

Artikel 7 Loonkostensubsidie als re-integratievoorziening

Het inzetten van gesubsidieerde arbeid als re-integratie instrument blijft ook in de Participatiewet en de IOAW/IOAZ mogelijk. Een dergelijk subsidie wordt aangeboden voor maximaal één jaar. De hoogte van de subsidie is op basis van regionale afspraken gemaximeerd op 50% van de loonkosten. Deze re-integratievoorziening dient met terughoudendheid te worden ingezet om oneerlijke concurrentie te voorkomen. Daarom is de toepassing beperkt tot kwetsbare en uiterst kwetsbare werknemers die een bijstandsuitkering ontvingen van de gemeente.

De loonkostensubsidie als re-integratievoorziening dient te worden onderscheiden van de loonkostensubsidie voor de doelgroep met een langdurige arbeidsbeperking en structureel verminderde loonwaarde. Voor deze laatste doelgroep is een wettelijk vastgesteld kader van toepassing en kiest het college in regionaal verband voor een landelijk gevalideerde werkwijze.

De hoogte van de subsidie is mede afhankelijk van de capaciteiten van betrokkene in relatie tot de werkzaamheden die hij/zij zal gaan verrichten. De klantmanager en/of accountmanager van de gemeente zal op basis van het profiel van de cliënt, de plaats op de participatieladder en een analyse van de functie een inschatting maken van de hoogte van de subsidie. Indien de potentiële werkgever een afwijkend beeld heeft kan een toets door een onafhankelijke derde partij worden ingezet.

De werkgever biedt een dienstverband voor minimaal een half jaar. In de hoogte van de toegekende subsidie wordt rekening gehouden met de duur van het contract, om zo een langere arbeidsovereenkomst te stimuleren. Op deze wijze wordt ook gestimuleerd dat de cliënt, indien er geen contractverlenging wordt geboden, aanspraak kan maken op een (kortdurende) WW-uitkering na afloop van het dienstverband.

Er wordt geen proeftijd afgesproken als er reeds een leerwerkstage of proefplaatsing heeft plaatsgevonden; de werkgever heeft de cliënt immers in die periode kunnen beoordelen op capaciteiten en kwaliteiten.

 

Artikel 9 Premie bij de Participatieplaats gericht op re-integratie

Dit instrument werd niet daadwerkelijk gebruikt. Dit artikel is daarom in het Uitvoeringsbesluit 2016 vervallen.

 

Artikel 12 Vrijlating van inkomsten

Nieuw in de Participatiewet is dat het college ook besluit tot vrijlating van inkomsten uit arbeid, indien iemand op grond van een objectief medisch vastgesteld rechtstreeks gevolg van ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling niet een volle werkweek kan werken. Aangezien dit in de wet is bepaald in artikel 31, lid 2 sub z. hoeft dit niet in een beleidsregel nader uitgewerkt te worden.