Organisatie | Delft |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Programmaraad Kabeltelevisie en -radio Delft |
Citeertitel | Verordening Programmaraad Kabeltelevisie en -radio Delft |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Art. 149 Gemeentewet;art. 82k Mediawet;Wet op de Telecommunicatievoorzieningen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-07-2003 | 06-02-2021 | Nieuwe regeling | 26-06-2003 Stadskrant Delft 7 juli 2003 | Onbekend |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
lTot leden van de commissie kunnen uitsluitend worden benoemd zij die abonnee zijn en inwoner van de gemeente Delft, de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en niet krachtens wettelijk voorschrift of rechterlijke uitspraak van het actieve of passieve kiesrecht zijn uitgesloten of daaruit zijn ontzet. Niet-Nederlanders moet het op grond van artikel 9 of 10 van de Vreemdelingenwet dan wel op grond van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap of het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie, tevens toegestaan zijn in Nederland te verblijven. Leden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders kunnen niet worden benoemd tot lid van de commissie.
Nadat burgemeester en wethouders de geschorste in de gelegenheid hebben gesteld zich ten overstaan van het college mondeling te verdedigen, kunnen burgemeester en wethouders aan de raad voorstellen het lidmaatschap van de betreffende persoon te doen beëindigen. Indien burgemeester en wethouders daartoe geen aanleiding vinden, heffen zij de schorsing op. De beslissing wordt terstond bij aangetekend schrijven aan de belanghebbende en aan de commissie meegedeeld.
De leden van de commissie mogen middellijk noch onmiddellijk deelnemen aan leveringen, verrichten van diensten, betalingen - met uitzondering van het betalen van abonnementsgelden -of aannemingen ten behoeve van de CAI.
De commissie vergadert ten minste 4 maal per jaar dan wel zo vaak als de beheerder een advies-aanvraag voorlegt of zo dikwijls haar voorzitter het nodig oordeelt of ten minste 3 leden aan de voorzitter onder opgaaf van redenen, het verlangen daartoe schriftelijk kenbaar maken.
De oproeping ter vergadering geschiedt door de secretaris namens de voorzitter met opgaaf van de te behandelen onderwerpen en ten minste twee weken van te voren. In spoedeisende gevallen kan van dit laatste worden afgeweken.
De commissie houdt zich in de procedure bij het tot stand komen van de wettelijk te geven adviezen aan de beheerder aan de aanwijzingen, zoals deze zijn geformuleerd in hoofdstuk 2.5 tot en met 2.7 van het Modelreglement programmaraden, zoals vastgesteld door het Commissariaat voor de Media d.d. 20 november 2001.
De commissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 januari 1997.
Bekendgemaakt: 6 februari 1997.
Gewijzigd bij raadsbesluit van 26 februari 1998. Bekendgemaakt 12 maart 1998.
Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 26 juni 2003. Bekendgemaakt 7 juli 2003.
burgemeester
H.V.van Walsum
secretaris
U.Sijtema
Beknopte toelichting op de Verordening Programmaraad Kabeltelevisie en –radio Delft.
Met ingang van 1 januari 1997 zal we sprake zijn van een nieuwe situatie met betrekking tot de kabeltelevisie en –radio in Delft. De kabelexploitant zal vanaf dat moment ook machtiginghouder zijn. Dat vergt een nieuwe opzet waar het betreft het waarborgen van het consumentenbelang binnen de gemeente Delft. Deze verordening voorziet daarin door middel van het in het leven roepen van een Programmaraad Kabeltelevisie en –radio. Het betreft een commissie die advies uitbrengt aan de exploitant/machtiginghouder. Daarna wendt deze laatste zich tot het gemeentebestuur om goedkeuring te vragen. Aldus is ook overeengekomen in de overeenkomst tussen de gemeente (alsmede het COW) en Casema. Zowel voor het gemeentebestuur als voor de exploitant/machtiginghouder is het advies van de commissie zwaarwegend. Slechts in zeer bijzondere omstandigheden kan van dit advies worden afgeweken. Een en ander zal daarbij deugdelijk gemotiveerd moeten worden. In de overeenkomst als genoemd zal het bepaalde in deze verordening van toepassing verklaard (moeten) worden. Er is a.h.w. sprake van een spiegelbeeldige constructie. Ook op landelijk niveau gaan er steeds meer stemmen op om te komen tot het instellen van een programmaraad als waarvan hier sprake.
Inmiddels is een programmaraad een door de Mediawet door gemeenten verplicht in te stellen adviescommissie.
Dit artikel bevat de gebruikelijke begripsbepalingen. Toegevoegd is nu onder letter a. dat deze commissie het in artikel 82k van de Mediawet genoemde orgaan is.
Dit artikel bevat de constituerende bepaling: aldus wordt de commissie ingesteld.
Gekozen is voor een compacte, ruime en flexibele formulering.
Het beleidsplan is een belangrijk referentiekader waarbinnen de commissie zal opereren. Bij de vaststelling zal met diverse elementen rekening gehouden moeten worden. Genoemd kan worden o.a. de regelgeving afkomstig van het Commissariaat voor de Media. Goedkeuring door de gemeenteraad is op zijn plaats. In alle openbaarheid dient de consument te kunnen zien binnen welk kader de commissie opereert.
Ook de machtiginghouder dient een reactie te kunnen geven voordat het beleidsplan wordt vastgesteld. Dat vereist de zorgvuldigheid.
Dit lid bevat de kern van de bevoegdheden van de commissie. De term zwaarwegend is overgenomen vanuit de Mediawet en de met de beheerder afgesloten aanvullende overeenkomst d.d. 25 maart 2003.
Het gestelde onder punt 3 houdt in dat de commissie ook op eigen initiatief een kijk- en luisteronderzoek kan laten verrichten. Dit om op onderbouwde wijze te kunnen adviseren. De commissie beschikt over een werkbudget (zie artikel 19).
De commissie moet ook ongevraagd kunnen adviseren. Onder omstandigheden kan het daarnaast nodig/nuttig zijn een overleg te kunnen entameren tussen de partijen als genoemd. De commissie heeft daartoe het initiatief.
Een oneven aantal leden voorkomt staking van stemmen. De voorzitter is tevens lid.
In dit lid is de wijze van voordracht geregeld. De voordracht is afkomstig van de commissie zelf. Het benoemen van plaatsvervangende leden wordt niet nodig geacht.
Hieraan blijkt in de praktijk behoefte te bestaan.
Uit een oogpunt van continuïteit kan de gemeenteraad kiezen voor alternerende benoemingen.
Het betreft hier een gebruikelijke en noodzakelijke voorziening.
Dit artikel bevat de vereisten waaraan men moet voldoen om tot lid van de commissie benoemd te kunnen worden. Leden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders kunnen geen deel uitmaken van de commissie. Gelet op de zwaarte van de commissie mag van de leden deskundigheid worden verlangd op het terrein waarop de commissie adviseert. Deze eis komt ook voor in de Mediawet. Artikel 8.
Het betreft hier gebruikelijke bepalingen omtrent het eindigen van het lidmaatschap.
Een bepaling noodzakelijk uit een oogpunt van objectiviteit en integriteit.
Het betreft hier de gebruikelijke bepalingen.
In deze bepaling wordt de geldelijke vergoeding geregeld.
Het betreft hier de gebruikelijke bepalingen.
In lid 3 is thans toegevoegd dat de programmaraad zich heeft te houden aan het bepaalde in het door het Commissariaat voor de Media vastgesteld modelreglement.
De commissie is gebaat bij een duidelijke beeldvorming naar buiten toe. Deze komt tot uitdrukking in een ondertekening als waarvoor nu gekozen is. Het tweede lid is opgenomen om praktische redenen.
De secretaris heeft een adviserende stem, maar is geen lid van de commissie. In te brengen expertise kan nuttig zijn.
Onder omstandigheden kan het nodig zijn dat de commissie een adviseur uitnodigt. Bepaalde materie kan ingewikkeld zijn en de deskundigheid van de leden van de commissie overstijgen.
De commissie moet met de nodige feitelijke armslag kunnen functioneren. Een werkbudget is dan onontbeerlijk.
Gelet op het belang van het werk van de commissie voor de consument is de regeling van de openbaarheid van het grootste belang.
Zie toelichting bij artikel 20.
Uit een oogpunt van democratische verantwoording en controle zendt de commissie jaarlijks een verslag van haar werkzaamheden aan de gemeenteraad. Vanzelfsprekend ontvangt ook de beheerder een exemplaar.
Het betreft hier de gebruikelijke slotbepalingen. In lid 4 wordt de "link" gelegd met de overeenkomst als waarvan hiervoor reeds sprake is onder 1. Algemeen./===