Organisatie | Sittard-Geleen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Sittard-Geleen 2017 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen Sittard-Geleen 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Deze verordening vervangt per 1 januari 2017 de Verordening parkeerbelastingen Sittard-Geleen 2016.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-11-2016 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 10-11-2016 | Onbekend. |
De Raad van de gemeente Sittard-Geleen,
Gezien het voorstel van het college van 27 september 2016, gemeenteblad 2016, nummer 1762839,
Gelet op het bepaalde in artikel 225 van de Gemeentewet en de geldende Parkeerverordening,
Vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Sittard-Geleen 2017
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;
degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of computer inloggen op de centrale computer.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 61,00.
Houders van een geldige Europese Gehandicaptenparkeerkaart, die parkeren op een algemene gehandicaptenparkeerplaats, die is aangewezen als een plaats waarvoor betaald parkeren geldt, zijn vrijgesteld mits de Europese Gehandicaptenparkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit in het motorvoertuig is geplaatst. Deze vrijstelling geldt voor een aaneengesloten periode van maximaal 3 uur. De aanvang van de parkeertijd dient te worden aangegeven door het, conform de wettelijke voorschriften, instellen van een parkeerschijf, die eveneens op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit in het motorvoertuig is geplaatst.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening parkeerbelastingen Sittard-Geleen 2016, vastgesteld op 12 november 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Bijlage Publiekrechtelijke parkeertarieven 2017
Behorend bij: Verordening parkeerbelastingen Sittard-Geleen 2017
1 Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de verordening bedraagt:
Maximale inworp 1: | |||
Betaald parkeertijden Stadssporthal Sittard:
Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdagvan 9.00 uur tot 16.00 uur
Woensdag van 9.00 uur tot 13.00 uur
2 Het tarief voor parkeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de verordening bedraagt voor:
Winkelurenvergunning (geldig gedurende de betaald parkeertijden) | ||
Klantvergunning (kentekenloos, geldig gedurende de betaald parkeertijden) | ||
Behoort bij het besluit van de gemeenteraad van Sittard-Geleen van 10 november 2016, nr. 1762839.