Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Uitvoeringsbesluit Participatiewet2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsbesluit Participatiewet2015
CiteertitelUitvoeringsbesluit Participatiewet 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp1e wijziging Uitvoeringsbesluit Participatiewet.

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet Bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-10-201906-11-20191e wijziging Uitvoeringsbesluit Participatiewet.

23-07-2019

gmb-2019-241550

11-11-201604-10-2019Onbekend

10-11-2016

Gemeenteblad

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Participatiewet2015

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

 

overwegende dathet wenselijk is een nadere beschrijving te geven van de wijze waarop het college uitvoering geeft aan de Re-integratieverordening Participatiewet 2015

 

gelet opde bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)

 

besluit: vast te stellen het Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet Veenendaal 2015

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Alle begrippen die in dit Uitvoeringsbesluit gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de IOAW, IOAZ, de Re- integratieverordening en de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2 De Re- integratieverordening

Artikel 2

In dit Besluit wordt verstaan onder:

  • -

    Doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de Participatiewet

  • -

    Grote afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar;

  • -

    Korte afstand tot de arbeidsmarkt; deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar;

  • -

    Langdurig werkloze: een persoon die 12 maanden of langer geen reguliere betaalde betrekking heeft gevonden;

  • -

    Loonkosten: het brutoloon inclusief vakantiegeld en wettelijke werkgeverslasten;

  • -

    De wet: de Participatiewet,

Artikel 3 Scholing

Het college betrekt bij de beoordeling of een in artikel 7 van de Re-integratieverordening bedoeld scholingstraject wordt aangeboden ook:

Indien van toepassing, het oordeel van degene in wiens opdracht de belanghebbende de werkzaamheden uitvoert;

  • a.

    De scholingswens van de belanghebbende en

  • b.

    De capaciteiten van de belanghebbende.

Artikel 4 Persoonlijke ondersteuning

  • 1.

    Het college kan persoonlijke ondersteuning, als bedoeld in artikel 11 van de Re-integratieverordening, aanbieden aan de belanghebbende in een vorm van jobcoaching op de werkplek.

  • 2.

    Jobcoaching kan ook tot doel hebben de werkgever te leren de persoon uit de doelgroep te ondersteunen bij het verrichten van de aan hem opgedragen taken.

  • 3.

    Het college bepaalt de omvang van het aantal in te zetten uren van de jobcoach en beoordeelt minimaal iedere 12 maanden of voortzetting wenselijk is.

  • 4.

    Een jobcoach wordt niet langer ingezet dan voor de duur van de proefplaatsing, de arbeidsovereenkomst of werkervaringsplaats met een maximum van 3 jaar.

  • 5.

    Indien de belanghebbende als bedoeld in lid 1 vanwege in de persoon gelegen factoren langdurig aangewezen is op jobcoaching, kan een jobcoach, in afwijking van het voorgaande lid, langer worden ingezet.

  • 6.

    Het college betrekt de persoon en de werkgever bij de keuze voor een externe jobcoach.

  • 7.

    Als de werkgever de begeleiding zelfstandig wil uitvoeren dan wordt voor de aanvraag en de verantwoording gebruik gemaakt van de door het college beschikbaar gestelde formulieren.

  • 8.

    Het college kan naar aanleiding van de aanvraag besluiten dat jobcoaching door de werkgever zelf plaatsvindt als de persoonlijke ondersteuning wordt verzorgd door:

    • a.

      een collega medewerker die:

      • i.

        een training heeft gevolgd om werknemers met beperkingen te begeleiden op de werkplek;

      • ii.

        minimaal zes maanden aantoonbare ervaring heeft met het geven van werkinstructies;

      • iii.

        aantoonbare ervaring heeft met de werkzaamheden die de werknemer uitvoert; en,

      • iv.

        is vrijgesteld voor een deel van de werkuren om de begeleiding te kunnen bieden.

    • b.

      een jobcoach in dienst bij de werkgever die:

      • i.

        ten minste hbo werk- en denkniveau heeft; en,

      • ii.

        een opleiding tot jobcoach heeft gevolgd waarvoor een certificaat is behaald.

    • c.

      een jobcoach ingehuurd door de werkgever die:

      • i.

        werkzaam is voor een jobcoachorganisatie waar de gemeente een contract mee heeft gesloten;

      • ii.

        erkend is door het UWV op grond van het meest actuele ‘Erkenningskader uitvoering persoonlijke ondersteuning UWV’; of,

      • iii.

        een hbo werk- en denkniveau heeft en een opleiding tot jobcoach heeft waarvoor een certificaat is behaald.

  • 9.

    Als de werkgever de begeleiding zelfstandig uitvoert dan komt de werkgever voor een door het college vastgestelde vergoeding in aanmerking die is gebaseerd op de bedragen zoals vastgelegd in de “Normbedragen Voorzieningen 2018” (e.v.) van het UWV.

Artikel 5 Participatievoorziening Beschut werk

  • 1.

    Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan het college de voorziening Beschut Werk aanbieden als hij nog niet in staat is regulier of begeleid te werken.

  • 2.

    De voorziening Beschut Werk wordt aangeboden na positieve indicatie van het UWV dat betrokkene is aangewezen op deze voorziening en alleen als vanuit het belang tot arbeidsparticipatie een beschutte werkplek meerwaarde biedt.

  • 3.

    Het college kan, als er plekken in dit kader beschikbaar zijn, kandidaten voordragen voor deze voorziening, rekening houdend met het bepaalde in artikel 9 van de Re-integratieverordening en artikel 10b van de Wet.

Artikel 6 Loonkostensubsidie als re-integratievoorziening

  • 1.

    De loonkostensubsidie bedraagt maximaal 50% van het brutoloon inclusief werkgeverslasten.

  • 2.

    De loonkostensubsidie wordt niet verstrekt indien:

    • a.

      heeft ontvangen, met uitzondering van de situaties waarin het dienstverband voortijdig is beëindigd en de reden hiervan niet aan de werkgever verwijtbaar is;

    • b.

      de concurrentieverhoudingen onverantwoord worden beïnvloed of er sprake is van verdringing;

    • c.

      de werkgever op grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer, met uitzondering van mogelijke belastingvoordelen.

Artikel 7 Niet-uitkeringsgerechtigden

  • 1.

    Het college kan aan niet-uitkeringsgerechtigden met een korte afstand tot de arbeidsmarkt re-integratievoorzieningen aanbieden.

  • 2.

    De re-integratievoorzieningen die kunnen worden aangeboden zijn bij voorkeur groepsgerichte activiteiten en begeleiding door gespreksvoerders en/of andere ambtenaren.

  • 3.

    Bij het aanbieden van re-integratievoorzieningen anders dan bedoeld in lid 2 wordt een afweging gemaakt tussen de op korte termijn te verwachten baten en de kosten van de in te zetten voorziening, waarbij de goedkoopste adequate voorziening het uitgangspunt is.

Hoofdstuk 3 Financiële regelingen in het kader van arbeidsparticipatie

Artikel 8 Premie bij uitstroom naar betaald werk

  • 1.

    Het college kan eenmalig een uitstroompremie toekennen aan een langdurig werkloze die duurzaam uitstroomt naar algemeen geaccepteerde arbeid. Om voor een uitstroompremie in aanmerking te komen moet in ieder geval aan het volgende worden voldaan:

    • a.

      belanghebbende is een uitkeringsgerechtigde van de gemeente Veenendaal van 27 jaar of ouder;

    • b.

      belanghebbende was langdurig werkloos;

    • c.

      belanghebbende is gestart met betaald werk of met zelfstandige arbeid, waardoor hij niet langer is aangewezen op een uitkering;

    • d.

      belanghebbende heeft na uitstroom naar werk minimaal 9 maanden geen beroep gedaan op een uitkering.

  • 2.

    De uitstroompremie kan worden aangevraagd door belanghebbende vanaf de negende maand tot 1 jaar na de indiensttreding via het aanvraagformulier ‘uitstroompremie’ .

  • 3.

    De hoogte van de uitstroompremie bedraagt bij een volledige uitstroom uit de uitkering maximaal € 1500,00 waarbij geldt dat deze gefaseerd wordt vastgesteld;

    • a.

      over de eerste periode, van 9 maanden tot 18 maanden na uitstroom: € 750,00;

    • b.

      over de volgende periode, van 18 maanden of langer na uitstroom nogmaals: € 750,00.

  • 4.

    Uitbetaling van de premie vindt plaats wanneer belanghebbende aan de voorwaarden van lid 1 voldoet.

  • 5.

    De uitstroompremie kan, vanaf datum uitstroom en indien de persoon langdurig werkloos is geweest, slechts eenmaal per 4 jaar aan dezelfde persoon worden toegekend

    •  

      Artikel 9 Overige vergoedingen

      • 1.

        Voor de hieronder genoemde noodzakelijke kosten van re-integratie en plaatsing op arbeid kunnen éénmalig vergoedingen “om niet” worden verstrekt aan werkgever of klant tot een maximum van 1500 euro. Het gaat hierbij onder meer om de volgende kosten:

      • a.

        kosten voor werkkleding;

      • b.

        reiskosten;

      • c.

        studiekosten

         

        Artikel 10 Vrijlating van inkomsten

         

        Hoofdstuk 4 Individuele Studietoeslag

        Artikel 11 Individuele studietoeslag

         

        Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

        Artikel 12 Hardheidsclausule

        Het college kan in bijzondere gevallen van de bepalingen in deze regeling afwijken, indien toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

         

        Artikel 13 Inwerkingtreding

        Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie.

         

        Artikel 14 Citeertitel

        Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsbesluit Participatiewet Veenendaal 2015’

        Vastgesteld in de vergadering van 10 november 2016,

         

        Mevrouw drs. A.P.W. van de Klift (secretaris)

        de heer mr. A.W. Kolff(burgemeester)