Organisatie | Delft |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen Delft 2006 |
Citeertitel | Verordening kwijtschelding Delft 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 255
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2008 | 01-01-2013 | Onbekend | 27-11-2008 Stadskrant, 30 november 2008 | Onbekend |
Artikel 1 ONONTKOOMBARE BELASTINGEN EN LEGES
Kwijtschelding wordt uitsluitend verleend voor:
De kwijtschelding wordt uitsluitend verleend aan een natuurlijk persoon die niet een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent.
De kwijtscheldingsverzoeken worden berekend op basis van de kwijtscheldingsnorm van 100 % van het bijstandsniveau en de gestelde normen in afdeling 2, hoofdstuk II, van de uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Een verzoek tot kwijtschelding dient binnen twee maanden na dagtekening van de aanslag of kennisgeving te worden gedaan. Afwijking van de termijn van twee maanden is mogelijk indien er sprake is van overmacht of wanneer de financiële omstandigheden in de periode van aanslagoplegging tot en met de laatste vervaldatum zijn gewijzigd.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 november 2005.
burgemeester
mr. drs. G.A.A.Verkerk
griffier
drs. Y.van Delft
op de eerste wijziging van de Kwijtscheldingsverordening Delft 2006.
Een verzoek tot kwijtschelding moest voorheen binnen drie maanden na dagtekening van de aanslag ingediend worden. Daarbij moet een belastingaanslag, op grond van artikel 9 van de invorderingswet, binnen twee maanden na dagtekening betaald zijn. Veel belastingplichtigen die kwijtschelding willen aanvragen, veronderstellen dat de betalingstermijn gelijk is aan de termijn, waarbinnen het verzoek tot kwijtschelding moet zijn ingediend, oftewel drie maanden na dagtekening. Dit heeft veelal aanmaningen tot gevolg.
Deze wijziging van de Kwijtscheldingsverordening trekt de termijn waarbinnen het kwijtscheldingsverzoek moet zijn ingediend, gelijk met de betalingstermijn om hierboven toegelichte verwarring te voorkomen.
Gelijktrekken van de indientermijn voor kwijtschelding met de betalingstermijn ondervangt eveneens de ongewenste mogelijkheid dat een verzoek om kwijtschelding tijdig is ingediend, terwijl er wel al invorderingskosten zijn gemaakt, waarvoor geen kwijtschelding wordt verleend.