Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2017 |
Citeertitel | Verordening Parkeerbelastingen 2017 |
Vastgesteld door | Gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Belastingen, retributies en heffingen |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017. De verordening blijft na de datum van intrekking van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 10-11-2016 Gemeenteblad 2016, nr. 170151 | 2016/208854 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer voor het verlenen van diensten op het gebied van telefonische betaling bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.
De belasting bedoeld in artikel 2, onder a, wordt niet geheven van degene die op devoet van het tweede lid, onder b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5Ontstaan van de belastingschuld
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is de belasting terstond verschuldigd naafloop van het parkeren, indien wordt geheven door middel van het aanmelden bij de centrale computer, van het bedrijf waarmee de gemeente Zaanstad een overeenkomstheeft gesloten, voor het verlenen van diensten op het gebied van telefonische betaling bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen.
Artikel 6Wijze van heffing en termijnen van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onder a, voor het parkeren op de parkeerapparatuurplaatsen, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze door het invoeren van het kentekennummer van het voertuig.
Indien een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, in de loop van het vergunningjaar wordt verleend en de vergunning geldig is tot het einde van het betreffende vergunningjaar, dan is parkeerbelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelte van de voor een jaarvergunning verschuldigde belasting als er na het verlenen van de vergunning in dat vergunningjaar nog hele of gedeelten van kalendermaanden overblijven.
Indien een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, welke geldig is tot het eindevan het vergunningjaar in de loop van het vergunningjaar wordt ingetrokken op de wijze genoemd in artikel 17 lid 1 van de Parkeerverordening 2017, bestaat aanspraak op restitutie voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor een jaarvergunning verschuldigde belasting als er in dat vergunningjaar na de intrekking nog volle kalendermaanden overblijven.
In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid moet de belasting, indien hetinwerking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door middel van het aanmelden bij de centrale computer, van het bedrijf waarmee de gemeente Zaanstad een overeenkomst heeft gesloten, voor het verlenen van diensten op het gebied van telefonische betaling bestemd voor de registratie vanparkeerbewegingen, betaald worden binnen één maand na de dag waarop het belastbare feit heeft plaats gevonden.
Artikel 7Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onder a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelastingen.
De belasting bedoeld in het eerste lid onder a van artikel 2, wordt niet geheven ter zake van ambulances, voertuigen van politie en brandweer, voor zover die worden gebruikt voor het vervullen van de publieke taak.
Artikel 12Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening parkeerbelastingen 2016, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 november 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad zoals dat is opgenomen in de Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties (GVOP) en zoals dat voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis. Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de overheid.