Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | |
2.1.1.1 | aanlegkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
2.1.1.2 | bouwkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Heeft een aanvraag betrekking op een gebouw dan wordt hierbij de inhoud en/of oppervlakte bepaald conform de richtlijnen van het normblad NEN 2580 ‘oppervlakte en inhouden van gebouwen. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
| Als minimale ondergrens voor de bouwkosten wordt gehanteerd de door het Nederlands Bouwkosten Instituut (NBI) bepaalde basisbedragen per gebouwsoort voor de provincie Gelderland voor 2015, zoals benoemd in het Onderzoeksrapport Basisbedragen Gebouwen 2015, of zoals dit onderzoeksrapport laatstelijk is vervangen of gewijzigd. | |
2.1.1.3 | sloopkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
| | |
| | |
| | |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/schetsplan/ beoordeling conceptaanvraag alleen voor bouwactiviteiten ten aanzien van welstand |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot: | |
2.2.1 | beoordeling van een vooroverleg/ schetsplan/ conceptaanvraag om een omgevingsvergunning in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project ten aanzien van het welstandsoordeel haalbaar is | € 150,- |
2.2.1.1 | het onder 2.2.1 genoemd bedrag wordt bij het eerste welstandsoordeel vermeerderd met van de bouwkosten. Voor elk vervolg welstandsoordeel worden de onder artikel 2.2.1.1 genoemde leges niet in rekening gebracht, | 0,25 % |
2.2.1.2 | indien een aanvraag om een omgevingsvergunning afwijkt van een positief welstandsoordeel worden de te heffen leges vermeerderd met | € 150,- |
| | |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten € 1,- tot € 500.000 bedragen: | 3,25% |
| van de bouwkosten | |
| met een minimum van | € 300,- |
2.3.1.1.2 | bij bouwkosten € 500.000,- tot € 1.500.000,- bedragen: | € 16.250,- |
| vermeerderd met | 2,95% |
| van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000,- te boven gaan | |
2.3.1.1.3 | bij bouwkosten € 1.500.000,- tot € 5.000.000,- bedragen: | € 45.750,- |
| vermeerderd met: | 2,65% |
| van de bouwkosten waarmee de bouwkosten € 1.500.000,- te boven gaan | |
2.3.1.1.4 | bij bouwkosten € 5.000.000,- of meer | € 138.500,- |
| vermeerderd met: | 2,00% |
| van de bouwkosten waarmee die bouwkosten te boven gaan | |
2.3.1.1.5 | in afwijking van het bepaalde in 2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.4 bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een civieltechnisch activiteit, zoals een brug, tunnel, viaduct, sluis en dergelijke. | 1,2% |
| van de bouwkosten met een minimum van | € 300,- |
| | |
2.3.1.1.6 | In afwijking van het bepaalde in 2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.4 bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het plaatsen van zonnecollectoren, zonnepanelen, windmolen in het kader van duurzame energie. | 1,2% |
| Van de bouwkosten met een minimum van | € 300,- |
| Extra welstandstoets | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning afwijkt van een positief welstandsoordeel worden de te heffen leges vermeerderd met | € 150,- |
| Verplicht advies agrarische commissie | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € 597,00 |
| Bouwveiligheidsplan | |
2.3.1.4 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een bouwveiligheidsplan als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Ministeriele Regeling omgevingsrecht en hoofdstuk 4 van het Besluit omgevingsrecht (Bor ingediend moet worden, wordt het berekende bedrag verhoogd met | € 226,50 |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 351,00 |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
| wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 verhoogd met | € 241,60 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
| wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 verhoogd met | € 241,60 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (afwijkingsmogelijkheid): | |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
| wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 verhoogd met | € 4.469,15 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | € 455,30 |
2.3.3.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 681,90 |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | € 681,90 |
2.3.3.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag. | € 340,30 |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 241,60 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 241,60 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (afwijkingsmogelijkheid): | € 4.469,15 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 455,30 |
2.3.4.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 681,90 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 681,90 |
2.3.4.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 340,30 |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 290,95 |
2.3.5.1 | Het bedrag wordt verhoogd met een opslag per brutovloeroppervlak zoals hieronder vermeld: | |
2.3.5.1.1 | bij een brutovloeroppervlakte van 1 t/m 100m2 | € 122,25 |
2.3.5.1.2 | bij een brutovloeroppervlakte 101 t/m 500m2 | € 459,65 |
2.3.5.1.3 | bij een brutovloeroppervlakte 501 t/m 1000m2 | € 735,50 |
2.3.5.1.4 | bij een brutovloeroppervlakte 1001 t/m 2000m2 | € 1.102,75 |
2.3.5.1.5 | bij een brutovloeroppervlakte vanaf 2001m2 | € 1.451,00 |
2.3.5.1.6 | voor elke 500m2 of een gedeelte daarvan boven de 2000 m2 wordt vermeerderd met een bedrag van | € 131,85 |
2.3.6 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 174,95 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk en er een sloopveiligheidsplan nodig is, wordt het in 2.3.6.1 tarief verhoogd met | € 232,95 |
| | |
2.3.7 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen of wijzigen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
| om een vergunning voor het aanleggen of wijzigen van één inrit | € 76,15 |
2.3.8 | Kappen | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 78,00 |
| Indien de aanvraag meer dan 6 bomen betreft, wordt voor elke boom het legesbedrag vermeerderd met | € 19,90 |
2.3.9 | Opslag van roerende zaken | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | € 81,50 |
2.3.9.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | € 81,50 |
2.3.9.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € 81,50 |
2.3.10 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.10.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € 111,50 |
2.3.10.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoelt in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | € 111,50 |
2.3.11 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief | € 111,50 |
2.3.12 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | |
2.3.12.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 624,90 |
2.3.12.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 624,90 |
2.3.12.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | € 624,90 |
2.3.12.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van op grond van die verordening in rekening wordt gebracht. | |
2.3.13 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.13.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.13.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.14 | Advies | |
2.3.14.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag dat door het betreffende bestuursorgaan of andere instantie voor het geven van het advies in rekening wordt gebracht. | |
2.3.15 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.15.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.15.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 455,20 |
2.3.15.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen/toestemmingsbesluit moet afgeven: het bedrag dat door het betreffende bestuursorgaan voor het geven van de verklaring van geen bedenkingen/toestemmingsbesluit in rekening wordt gebracht. | |
2.3.16 | Beoordeling bodem- en archeologierapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport betreffende de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de Bouwverordening, met een perceelsoppervlakte van | |
| a.1 t/m 1000 m² | € 173,80 |
| b.vermeerderd met voor elke 1000 m² of een gedeelte daarvan, boven 1000 m² | € 69,70 |
2.3.16.2 | indien de aanvraag een nader onderzoek als bedoeld in de Wet bodembescherming betreft | € 280,20 |
2.3.16.3 | indien de aanvraag een plan van aanpak als bedoeld in de Wet bodembescherming betreft | € 280,20 |
2.3.16.4 | indien de aanvraag een evaluatierapport bodemsanering betreft als bedoeld in de Wet bodembescherming betreft | € 419,80 |
2.3.16.5 | de beoordeling van een programma’s van Eisen betreffende archeologisch (voor) onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie | € 531,50 |
2.3.16.6 | de beoordeling van een Plan van Aanpak betreffende archeologisch (voor) onderzoek | € 176,00 |
| de beoordeling van een offerte tot het doen van archeologisch (voor) onderzoek | € 176,00 |
| de beoordeling van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor) onderzoek ex artikelen 39 lid 2, 40 lid 1 en 41 lid 1 Monumentenwet | € 353,10 |
2.3.17 | Overige aanvragen vergunning/Bouwactiviteit van tijdelijke aard | |
2.3.17.1 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning die betrekking heeft op een tijdelijke bouwactiviteit geldt een tarief van | |
2.3.17.2 | voor een woonunit/woning per woonunit/woning | € 300,00 |
| | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | |
2.4.1 | indien een aanvraag om een omgevingsvergunning in behandeling wordt genomen op basis van een uitgewerkt vooroverleg/ schetsplan/ conceptaanvraag om omgevingsvergunning, worden de onder artikel 2.2.1.1 geheven leges eenmalig verrekend mits deze aanvraag wordt ingediend binnen 12 maanden nadat het resultaat van het welstandsoordeel aan de verzoeker schriftelijke is medegedeeld. | |
| | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouwactiviteit en in gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.5, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 5 weken na het in behandeling nemen ervan | 50 % |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | |
| Wanneer binnen zes maanden na de datum van intrekking van deze aanvraag: | |
| – een nieuwe aanvraag wordt ingediend; | |
| – welke, naar de omstandigheden beoordeelt, een geringe wijziging van de ingetrokken aanvraag inhoudt, | |
| – en daarop een omgevingsvergunning wordt verleend/geweigerd | |
| worden de reeds betaalde leges voor de ingetrokken aanvraag verrekend met de leges welke worden geheven voor deze aanvraag. | |
2.5.1.2 | Indien op een later tijdstip dan in 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning doch voor het nemen van de beschikking op de aanvraag, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt | 40 % |
| teruggaaf van die onderdelen voor de betreffende activiteit geheven leges verleend. | |
| Wanneer binnen zes maanden na de datum van intrekking van deze aanvraag: | |
| – een nieuwe aanvraag wordt ingediend; | |
| – welke, naar de omstandigheden beoordeelt, een geringe wijziging van de ingetrokken aanvraag inhoudt, | |
| – en daarop een omgevingsvergunning wordt verleend/geweigerd, | |
| worden de reeds betaalde leges voor de ingetrokken aanvraag verrekend met de leges welke worden geheven voor deze aanvraag. | |
| | |
Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
2.6. | Wijzigen omgevingsvergunning in relatie tot brandveiligheid en bouwactiviteiten | |
2.6.1 | Voor het in behandeling nemen tot het wijzigen van een aanvraag omgevingsvergunning m.b.t. activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 1e lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief | € 135,25 |
2.6.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning m.b.t. een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, 1e lid, onder a van de Wabo als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het plan waarvoor al een omgevingsvergunning m.b.t. een bouwactiviteit is verleend | |
| a.0,1% van de (nieuwe) bouwkosten, met een minimum van € 300,- | |
| | |
| Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is. Er vindt geen restitutie plaats van de oorspronkelijke geheven leges. | |
| | |
Hoofdstuk 7 Planologische maatregelen zonder activiteiten | |
2.7.1.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening | € 9.226,65 |
2.7.1.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij de aanvraag kan worden gehonoreerd als onderdeel van een al lopende planherzieningsprocedure conform artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening | € 4.469,15 |
2.7.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | € 4.469,15 |
| | |
2.7.5 | Externe advieskosten | |
2.7.5.1 | Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.7.1.1 tot en met 2.7.4 wordt het bedrag verhoogd met het bedrag van de, voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde, externe advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege de heffingsambtenaar is opgesteld. | |
2.7.5.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.7.5.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.7.5.3 | Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting als bedoeld in 2.7.5.1 geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. | |
| | |
2.7.6 | Wet geluidhinder | |
2.7.6.1 | Indien de aanvraag als bedoeld in 2.7.1.1 tot en met 2.7.2 kan worden gehonoreerd met toepassing van een behandeling van een aanvraag om een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, wordt het van toepassing zijnde bedrag verhoogd met | € 1.053,50 |
| | |
2.7.7 | Beoordeling bodemrapport is vervallen | |
| | |
Hoofdstuk 8 Sloopmelding, is vervallen | |
| | |
Hoofdstuk 9 Projectuitvoeringsbesluit | |
2.9 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze tarieventabel verschuldigd zouden zijn, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet. | |
| | |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | € 80,45 |
2.10.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een schriftelijke verklaring omtrent bestemming, gebruik, aanschrijving, e.d. per adres. | € 23,15 |
| Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een schriftelijke verklaring betreffende een verwachting van de bodemkwaliteit op basis van de aangegeven huidig bekende gegevens per adres: | € 46,90 |
2.10.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de overdracht van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning | € 79,00 |