Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Montferland

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Montferland
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2017
CiteertitelLegesverordening 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

De Legesverordening 2016 wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 156, eerste en tweede lid, aanhef en onder h
  2. Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onder b
  3. Paspoortwet, art. 2, tweede lid
  4. Paspoortwet, art. 7

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-12-201606-01-2017Nieuwe regeling

24-11-2016

gmb-2016-166856

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

De raad van de gemeente Montferland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouder 11 oktober 2016;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onder h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’:

    De periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’:

    een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’:

    het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ‘jaar’:

    het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’:

    de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument; een en ander genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    Het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen over inkomen en vermogen;

  • b.

    Het in behandeling nemen van een aanvraag voor een collectevergunning of een vergunning tot het houden van een loterij.

  • c.

    Het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in titel 2, hoofdstuk 3, artikel 2.3.4.2 en titel 3, hoofdstuk 2, artikel 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.2.2 en hoofdstuk 4, artikel 4.4 en 4.4.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een Montferlandse non-profitinstelling die zich volgens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

  • d.

    Diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

  • e.

    Het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een activiteit die niet vergunning plichtig blijkt.

  • f.

    Het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald, ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Voor de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de Wet basisregistratie personen);

    • 5.

      onderdeel 1.8 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 11 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Legesverordening 2016’, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 19 januari 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3. Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358 (R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel 1 van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:

    • 2.

      Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

  • 4. Indien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, worden de onderdelen 2.3.10.1 en 2.3.10.2 van de bij deze behorende tarieventabel vervangen door:

     Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (beschermingswet van een Natura 2000-gebied) 
    2.3.10.1Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaald in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: 
     Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)€ 111,50
    2.3.10.2Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaald in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:€ 111,50
  • 5. De op grond van het vierde lid vervangen onderdelen blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 13, derde lid, onder b, bedoelde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 3. In afwijking van het tweede lid is de datum van ingang van de heffing van:

    • a.

      artikel 12, derde lid, het tijdstip waarop het in dat lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt.

    • b.

      artikel 12, vierde lid, het tijdstip waarop artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Legesverordening 2017’.

Ondertekening

‘s-Heerenberg, 24 november 2016.

De raad van de gemeente Montferland,
De griffier,
D.Berends
De voorzitter,
C.C. Leppink-Schuitema

Tarieventabel 2017

Tarieventabel, behorende bij artikel 5 van de Legesverordening 2017.

Indeling tarieventabel

Titel 1Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1Burgerlijke stand
Hoofdstuk 2Reisdocumenten
Hoofdstuk 3Rijbewijzen en Nederlandse identiteitskaart
Hoofdstuk 4Verstrekkingen uit Wet Basisregistratie personen
Hoofdstuk 5Verstrekkingen uit het Kiezersregister, is vervallen
Hoofdstuk 6Bestuursstukken, is vervallen
Hoofdstuk 7Vastgoedinformatie, is vervallen
Hoofdstuk 8Overige publiekszaken
Hoofdstuk 9Gemeentearchief
Hoofdstuk 10Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 11Kansspelen
Hoofdstuk 12Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren
Hoofdstuk 13Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 14Leegstandwet
Hoofdstuk 15 Diversen
   
Titel 2Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2Vooroverleg/schetsplan/beoordeling conceptaanvraag
Hoofdstuk 3Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4Vermindering
Hoofdstuk 5Teruggaaf
Hoofdstuk 6Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 7planologische maatregelen zonder activiteiten
Hoofdstuk 8Sloopmelding, is vervallen
Hoofdstuk 9Projectuitvoeringsbesluit
Hoofdstuk 10In deze titel niet benoemde beschikking
   
Titel 3Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1Horeca
Hoofdstuk 2Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 3Prostitutiebedrijven
Hoofdstuk 4In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand  
1.1.1 Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:  
1.1.1.1 a.maandag t/m zaterdag van 09.00 tot 17.00 uur€ 415,00
 b.maandag- en dinsdagochtend om 09.30 uur onder de voorwaarden zoals omschreven in het besluit van het college van B&W met bijlagen van 24 juli 2007, nr. 11 en 28 augustus 2007, nr. 2€ 117,00
 c.maandag- en dinsdagochtend om 09.00 uur kosteloos eveneens onder de voorwaarden zoals aangegeven in het besluit van het college van B&W met bijlagen van 5 mei 2015.  
1.1.1.2Buiten de uren als bedoeld in onderdeel 1.1.1.1 evenals op zondag en de Algemene termijnwet gelijkgestelde dagen€ 858,00
1.1.1.3Indien de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap op locatie, zoals omschreven in het besluit “Trouwlocaties van de gemeente Montferland” van 24 april 2014 van de gemeenteraad van Montferland, geschiedt worden de tarieven onder 1.1.1.1 en 1.1.1.2 verhoogd met€ 242,00
1.1.2 Het tarief ter zake van het omzetten van een geregistreerd partner- schap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op zijn de tarieven 1.1.1.1 en 1.1.1.2 van toepassing.  
1.1.3 Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek€ 242,00
1.1.4 Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek€ 242,00
1.1.5Het tarief ter zake van het beëindigen van een geregistreerd partnerschap€ 65,00
1.1.6 Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:  
1.1.6.1 van een trouwboekje of partnerschapsboekje  
 a.met omslag€ 26,00
 b.met luxe omslag€ 34,20
1.1.7 Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier€ 18,00
1.1.8Het tarief bedraagt voor het ter beschikking stellen van gemeentewege van maximaal 2 getuigen ten dienste van een huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie per getuige€ 37,00
1.1.9Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.  
     
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart  
1.2 Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:  
1.2.1van een nationaal paspoort:  
1.2.1.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 64,75*
1.2.1.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt€ 51,45*
1.2.2. van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijde bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):  
1.2.2.1voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is€ 64,75*
1.2.2.2voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt€ 51,45*
1.2.3van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteiten paspoort):  
1.2.3.1voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is€ 64,75*
1.2.3.2voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt€ 51,45*
1.2.4van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen€ 51,45*
1.2.5van een Nederlandse identiteitskaart:  
1.2.5.1voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is€ 50,65*
1.2.5.2voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt€ 28,60*
1.2.6van een nationaal paspoort voor niet-ingezetenen:  
1.2.6.1voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 99,55*
1.2.6.2voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt € 86,25*
1.2.7van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort bedoeld in 1.2.6 (zakenpaspoort) voor niet-ingezetenen:  
1.2.7.1voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is€ 99,55*
1.2.7.2voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt€ 86,25*
1.2.8    
1.2.8.1    
 van een Nederlandse identiteitskaart voor niet-ingezetenen:  
 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is€ 88,40*
1.2.8.2voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt€ 66,35*
1.2.9Voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van € 47,55*
     
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen  
1.3.1 het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs€ 38,45*
1.3.2.het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met€ 34,10*
1.3.3het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen€ 5,60
1.3.4ingeval aan de aanvrager van een rijbewijs al eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet compleet kan worden overgelegd, worden de ter zake verschuldigde leges verhoogd met€ 28,50
1.3.5 voor het afgeven van een zogenaamde “eigen verklaring” (geneeskundige verklaring)€ 30,60
     
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Wet Basisregistratie personen
1.4.1 voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de gemeentelijke basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.  
1.4.2het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:  
1.4.2.1 tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking€ 11,70
     
1.4.2.2 tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar€ 179,30
1.4.2.3.tot het verstrekken van statische gegevens per pagina€ 5,80
1.4.5 in afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17 van het besluit BRP€ 7,70
1.4.6het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier€ 18,00
1.4.6 het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het beschikbaar stellen van een volledig overzicht van de persoonslijst van de aanvrager, behoudens voor de eerste vrije verstrekking conform het bepaalde in de wet BRP€ 14,15
     
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister, is vervallen
Hoofdstuk 6 Bestuursstukken, is vervallen  
Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie, is vervallen  
Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken  
1.8 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:  
1.8.1 tot het verkrijgen van een verklaring over het gedrag€ 41,35*
1.8.2 tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn€ 11,70
1.8.3 tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening€ 11,70
     
Hoofdstuk 9 Gemeentearchief  
1.9.1 Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier€ 10,20
1.9.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:  
1.9.2.1 een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina van A4-format€ 0,35
1.9.2.2kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.9.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk  
 op A4-formaat € 2,60
 op A3-formaat € 3,40
 op A2-formaat € 5,30
 op A1-formaat € 8,75
 op A0-formaat € 14,75
 op een ander formaat per 500 cm2 of gedeelte daarvan€ 0,45
1.9.2.3.een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk€ 4,40
1.9.2.2 een afdruk van een in het gemeentearchief berustend stuk met behulp van een microfiche, per pagina€ 0,70
     
Hoofdstuk 10 Winkeltijdenwet  
1.10Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:  
1.10.1tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet € 54,50
1.10.2tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.10.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander€ 15,40
1.10.3tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.10.1 bedoelde ontheffing€ 15,40
     
Hoofdstuk 11 Kansspelen  
1.11.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:  
1.11.1.1voor een periode van twaalf maanden voor één kansspeelautomaat€ 56,50*
1.11.1.2voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspeelautomaten € 90,50*
1.11.1.3voor één kansspeelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van maximaal vier jaar€ 226,50
1.11.1.4voor twee speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van maximaal vier jaar € 317,00
     
Hoofdstuk 12 Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren
1.12.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag  
1.12.1Voor het afgeven van een instemmingsbesluit voor werkzaamheden van reguliere aard binnen het grondgebied van de gemeente Montferland€ 317,60
1.12.2Voor het afgeven van een instemmingsbesluit voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard binnen het grondgebied van de gemeente Montferland€ 83,00
1.12.3Voor beheers-, degeneratie- en onderhoudskosten worden de onder (1.12.1) en (1.12.2) genoemde tarieven per meter sleuf verhoogd conform de genoemde tarieven in de VNG-regeling, Richtlijn Tarieven werkzaamheden telecom en UNOG Uniformiteit Nutsbedrijven Oostelijk Gelderland  
     
Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer  
1.13Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:  
1.13.1tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990€ 30,90
1.13.2tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen€ 30,90
1.13.3Tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer€ 31,60
1.13.4tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen betreffende het wegverkeer (BABW)€ 94,30
1.13.5Tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in de beleidsregel ‘Gehandicapten parkeerkaart en Gehandicapten parkeerplaats’ van de gemeente Montferland€ 230,00
 Indien de aanvraag uitsluitend betreft het wijzigen en/of het verplaatsen van het kentekenbord (i.v.m. met verhuizing) bedraagt het tarief€ 56,40
     
Hoofdstuk 14 Leegstandwet  
1.14Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:  
1.14.1tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet€ 156,25
1.14.2tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, zesde lid, van de Leegstandwet € 79,00
     
Hoofdstuk 15 Diversen  
1.15.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:  
1.15.1.1gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina€ 5,20
1.15.2.afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:  
1.15.2.1per pagina op papier van A4-formaat, voor de eerste tien pagina’s gratis
 daarboven per pagina€ 0,35
1.15.2.2In formaat A3, per bladzijde € 0,40
1.15.3kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.14.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk  
 op A4-formaat € 2,60
 op A3-formaat € 3,40
 op A2-formaat € 5,30
 op A1-formaat € 8,75
 op A0-formaat € 14,75
 op een ander formaat per 500 cm2 of gedeelte daarvan€ 0,45
1.15.4Het tarief bedraagt voor het afgeven van een verklaring van geen bezwaar op basis van artikel 10, lid 2, Besluit inrichting niet aangewezen Luchtvaartterrein€ 26,30
1.15.5een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen€ 15,40
1.15.6stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina€ 5,20
     

* dit is een maximumtarief

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen  
2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:  
2.1.1.1aanlegkosten:  
 de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;  
2.1.1.2bouwkosten:  
 de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Heeft een aanvraag betrekking op een gebouw dan wordt hierbij de inhoud en/of oppervlakte bepaald conform de richtlijnen van het normblad NEN 2580 ‘oppervlakte en inhouden van gebouwen. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;  
 Als minimale ondergrens voor de bouwkosten wordt gehanteerd de door het Nederlands Bouwkosten Instituut (NBI) bepaalde basisbedragen per gebouwsoort voor de provincie Gelderland voor 2015, zoals benoemd in het Onderzoeksrapport Basisbedragen Gebouwen 2015, of zoals dit onderzoeksrapport laatstelijk is vervangen of gewijzigd.  
2.1.1.3sloopkosten:  
 de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;  
2.1.1.4Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.  
2.1.2In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.  
2.1.3In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.  
     
     
     
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/schetsplan/ beoordeling conceptaanvraag alleen voor bouwactiviteiten ten aanzien van welstand
2.2Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot:  
2.2.1beoordeling van een vooroverleg/ schetsplan/ conceptaanvraag om een omgevingsvergunning in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project ten aanzien van het welstandsoordeel haalbaar is€ 150,-
2.2.1.1het onder 2.2.1 genoemd bedrag wordt bij het eerste welstandsoordeel vermeerderd met van de bouwkosten. Voor elk vervolg welstandsoordeel worden de onder artikel 2.2.1.1 genoemde leges niet in rekening gebracht,0,25 %
2.2.1.2indien een aanvraag om een omgevingsvergunning afwijkt van een positief welstandsoordeel worden de te heffen leges vermeerderd met€ 150,-
     
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning  
2.3Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.  
     
2.3.1Bouwactiviteiten  
2.3.1.1Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:  
2.3.1.1.1indien de bouwkosten € 1,- tot € 500.000 bedragen:3,25%
 van de bouwkosten  
 met een minimum van€ 300,-
2.3.1.1.2bij bouwkosten € 500.000,- tot € 1.500.000,- bedragen:€ 16.250,-
 vermeerderd met2,95%
 van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000,- te boven gaan  
2.3.1.1.3bij bouwkosten € 1.500.000,- tot € 5.000.000,- bedragen:€ 45.750,-
 vermeerderd met:2,65%
 van de bouwkosten waarmee de bouwkosten € 1.500.000,- te boven gaan  
2.3.1.1.4bij bouwkosten € 5.000.000,- of meer€ 138.500,-
 vermeerderd met:2,00%
 van de bouwkosten waarmee die bouwkosten te boven gaan  
2.3.1.1.5in afwijking van het bepaalde in 2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.4 bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een civieltechnisch activiteit, zoals een brug, tunnel, viaduct, sluis en dergelijke.1,2%
 van de bouwkosten met een minimum van€ 300,-
     
2.3.1.1.6In afwijking van het bepaalde in 2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.4 bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het plaatsen van zonnecollectoren, zonnepanelen, windmolen in het kader van duurzame energie.1,2%
 Van de bouwkosten met een minimum van € 300,-
 Extra welstandstoets  
2.3.1.2Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning afwijkt van een positief welstandsoordeel worden de te heffen leges vermeerderd met€ 150,-
 Verplicht advies agrarische commissie  
2.3.1.3Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:€ 597,00
 Bouwveiligheidsplan  
2.3.1.4Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een bouwveiligheidsplan als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Ministeriele Regeling omgevingsrecht en hoofdstuk 4 van het Besluit omgevingsrecht (Bor ingediend moet worden, wordt het berekende bedrag verhoogd met€ 226,50
2.3.2Aanlegactiviteiten  
 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:€ 351,00
     
2.3.3Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit  
 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:  
2.3.3.1indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):  
 van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;  
 wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 verhoogd met€ 241,60
2.3.3.2indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):  
 van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;  
 wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 verhoogd met € 241,60
2.3.3.3indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (afwijkingsmogelijkheid):  
 van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;  
 wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 verhoogd met€ 4.469,15
2.3.3.4indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):  
 van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;€ 455,30
2.3.3.5indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):€ 681,90
 van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;  
2.3.3.6indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):  
 van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;€ 681,90
2.3.3.7indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):  
 van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.€ 340,30
2.3.4Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit  
 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:  
2.3.4.1indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):€ 241,60
2.3.4.2indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):€ 241,60
2.3.4.3indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (afwijkingsmogelijkheid):€ 4.469,15
2.3.4.4indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):€ 455,30
2.3.4.5indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):€ 681,90
2.3.4.6indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):€ 681,90
2.3.4.7indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):€ 340,30
     
2.3.5In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid  
 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:€ 290,95
2.3.5.1Het bedrag wordt verhoogd met een opslag per brutovloeroppervlak zoals hieronder vermeld:  
2.3.5.1.1bij een brutovloeroppervlakte van 1 t/m 100m2€ 122,25
2.3.5.1.2bij een brutovloeroppervlakte 101 t/m 500m2€ 459,65
2.3.5.1.3bij een brutovloeroppervlakte 501 t/m 1000m2€ 735,50
2.3.5.1.4bij een brutovloeroppervlakte 1001 t/m 2000m2€ 1.102,75
2.3.5.1.5bij een brutovloeroppervlakte vanaf 2001m2€ 1.451,00
2.3.5.1.6voor elke 500m2 of een gedeelte daarvan boven de 2000 m2 wordt vermeerderd met een bedrag van€ 131,85
2.3.6Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht  
2.3.6.1Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:€ 174,95
2.3.6.2Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk en er een sloopveiligheidsplan nodig is, wordt het in 2.3.6.1 tarief verhoogd met€ 232,95
     
2.3.7Uitweg/inrit  
 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen of wijzigen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:  
 om een vergunning voor het aanleggen of wijzigen van één inrit€ 76,15
2.3.8Kappen  
 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:€ 78,00
 Indien de aanvraag meer dan 6 bomen betreft, wordt voor elke boom het legesbedrag vermeerderd met€ 19,90
2.3.9Opslag van roerende zaken  
 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:€ 81,50
2.3.9.1indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:€ 81,50
2.3.9.2indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:€ 81,50
2.3.10Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998  
2.3.10.1Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:€ 111,50
2.3.10.2Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoelt in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998€ 111,50
2.3.11Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet  
 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief€ 111,50
2.3.12Andere activiteiten  
 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:  
2.3.12.1behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:€ 624,90
2.3.12.2behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:€ 624,90
2.3.12.2.1als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:€ 624,90
2.3.12.2.2als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van op grond van die verordening in rekening wordt gebracht.  
2.3.13Omgevingsvergunning in twee fasen  
 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:  
2.3.13.1voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;  
2.3.13.2voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.  
     
2.3.14Advies  
2.3.14.1Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag dat door het betreffende bestuursorgaan of andere instantie voor het geven van het advies in rekening wordt gebracht.  
2.3.15Verklaring van geen bedenkingen  
2.3.15.1Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:  
2.3.15.1.1indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:€ 455,20
2.3.15.1.2indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen/toestemmingsbesluit moet afgeven: het bedrag dat door het betreffende bestuursorgaan voor het geven van de verklaring van geen bedenkingen/toestemmingsbesluit in rekening wordt gebracht.  
2.3.16Beoordeling bodem- en archeologierapport  
 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:  
2.3.16.1 voor de beoordeling van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport betreffende de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de Bouwverordening, met een perceelsoppervlakte van  
 a.1 t/m 1000 m²€ 173,80
 b.vermeerderd met voor elke 1000 m² of een gedeelte daarvan, boven 1000 m²€ 69,70
2.3.16.2indien de aanvraag een nader onderzoek als bedoeld in de Wet bodembescherming betreft€ 280,20
2.3.16.3indien de aanvraag een plan van aanpak als bedoeld in de Wet bodembescherming betreft€ 280,20
2.3.16.4indien de aanvraag een evaluatierapport bodemsanering betreft als bedoeld in de Wet bodembescherming betreft€ 419,80
2.3.16.5de beoordeling van een programma’s van Eisen betreffende archeologisch (voor) onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie€ 531,50
2.3.16.6de beoordeling van een Plan van Aanpak betreffende archeologisch (voor) onderzoek€ 176,00
 de beoordeling van een offerte tot het doen van archeologisch (voor) onderzoek€ 176,00
 de beoordeling van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor) onderzoek ex artikelen 39 lid 2, 40 lid 1 en 41 lid 1 Monumentenwet€ 353,10
2.3.17Overige aanvragen vergunning/Bouwactiviteit van tijdelijke aard  
2.3.17.1 voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning die betrekking heeft op een tijdelijke bouwactiviteit geldt een tarief van  
2.3.17.2 voor een woonunit/woning per woonunit/woning € 300,00
     
Hoofdstuk 4 Vermindering  
2.4.1indien een aanvraag om een omgevingsvergunning in behandeling wordt genomen op basis van een uitgewerkt vooroverleg/ schetsplan/ conceptaanvraag om omgevingsvergunning, worden de onder artikel 2.2.1.1 geheven leges eenmalig verrekend mits deze aanvraag wordt ingediend binnen 12 maanden nadat het resultaat van het welstandsoordeel aan de verzoeker schriftelijke is medegedeeld.  
     
Hoofdstuk 5 Teruggaaf    
2.5.1Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouwactiviteit en in gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid  
 Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.5, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:  
2.5.1.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 5 weken na het in behandeling nemen ervan50 %
 van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;  
 Wanneer binnen zes maanden na de datum van intrekking van deze aanvraag:  
 – een nieuwe aanvraag wordt ingediend;  
 – welke, naar de omstandigheden beoordeelt, een geringe wijziging van de ingetrokken aanvraag inhoudt,  
 – en daarop een omgevingsvergunning wordt verleend/geweigerd  
 worden de reeds betaalde leges voor de ingetrokken aanvraag verrekend met de leges welke worden geheven voor deze aanvraag.  
2.5.1.2Indien op een later tijdstip dan in 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning doch voor het nemen van de beschikking op de aanvraag, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt 40 %
 teruggaaf van die onderdelen voor de betreffende activiteit geheven leges verleend.  
 Wanneer binnen zes maanden na de datum van intrekking van deze aanvraag:  
 – een nieuwe aanvraag wordt ingediend;  
 – welke, naar de omstandigheden beoordeelt, een geringe wijziging van de ingetrokken aanvraag inhoudt,  
 – en daarop een omgevingsvergunning wordt verleend/geweigerd,  
 worden de reeds betaalde leges voor de ingetrokken aanvraag verrekend met de leges welke worden geheven voor deze aanvraag.  
     
Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.6.Wijzigen omgevingsvergunning in relatie tot brandveiligheid en bouwactiviteiten  
2.6.1Voor het in behandeling nemen tot het wijzigen van een aanvraag omgevingsvergunning m.b.t. activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 1e lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief€ 135,25
2.6.2Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning m.b.t. een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, 1e lid, onder a van de Wabo als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het plan waarvoor al een omgevingsvergunning m.b.t. een bouwactiviteit is verleend  
 a.0,1% van de (nieuwe) bouwkosten, met een minimum van € 300,-  
     
 Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is. Er vindt geen restitutie plaats van de oorspronkelijke geheven leges.  
     
Hoofdstuk 7 Planologische maatregelen zonder activiteiten  
2.7.1.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening€ 9.226,65
2.7.1.2Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij de aanvraag kan worden gehonoreerd als onderdeel van een al lopende planherzieningsprocedure conform artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening€ 4.469,15
2.7.2Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening€ 4.469,15
     
2.7.5Externe advieskosten  
2.7.5.1Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.7.1.1 tot en met 2.7.4 wordt het bedrag verhoogd met het bedrag van de, voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde, externe advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege de heffingsambtenaar is opgesteld.  
2.7.5.2Indien een begroting als bedoeld in 2.7.5.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.  
2.7.5.3Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting als bedoeld in 2.7.5.1 geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.  
     
2.7.6Wet geluidhinder  
2.7.6.1Indien de aanvraag als bedoeld in 2.7.1.1 tot en met 2.7.2 kan worden gehonoreerd met toepassing van een behandeling van een aanvraag om een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, wordt het van toepassing zijnde bedrag verhoogd met€ 1.053,50
     
2.7.7Beoordeling bodemrapport is vervallen  
     
Hoofdstuk 8 Sloopmelding, is vervallen  
     
Hoofdstuk 9 Projectuitvoeringsbesluit  
2.9Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze tarieventabel verschuldigd zouden zijn, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.  
     
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking  
2.10Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: € 80,45
2.10.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een schriftelijke verklaring omtrent bestemming, gebruik, aanschrijving, e.d. per adres.€ 23,15
 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een schriftelijke verklaring betreffende een verwachting van de bodemkwaliteit op basis van de aangegeven huidig bekende gegevens per adres: € 46,90
2.10.2Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de overdracht van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning€ 79,00

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca    
3.1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 en 4 van de Drank- en Horecawet € 239,30
3.1.1Indien de aanvraag enkel betrekking heeft op een wijziging van ondernemer(s) of ondernemersvorm€ 125,40
3.1.2Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van het verzoek tot toevoegen van extra leidinggevenden op de vergunning€ 54,40
3.1.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet € 54,40
3.1.4Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet€ 54,40
3.1.5Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing tot het na het algemeen sluitingsuur geopend hebben van horecabedrijven indien die ontheffing strekt tot het geopend houden voor eenmaal€ 54,40
3.1.6 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het deelnemen aan het horecaconvenant, inclusief de aanvraag voor ontheffing van de sluitingstijden welke verbonden is aan het horecaconvenant € 108,20
     
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten  
3.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)  
 Categorie I (0-499 personen)€ 54,40
 Categorie II (500 - 999 personen)€ 108,20
 Categorie III (1000 - 4.999 personen)€ 163,40
 Categorie IV (> 5.000 personen) € 218,10
3.2.2Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening€ 163,40
3.2.2.1Indien bij het verkrijgen van een vergunning o.g.v. de Algemene plaatselijk verordening van de gemeente een coördineerde en/of ondersteunende rol wordt gevraagd € 119,50
3.2.2.2Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een ontheffing tot het maken van muziek en/of reclame via een geluidsversterkende installatie, geldig voor een dag€ 54,40
3.2.3Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling van een aanvraag als bedoeld in de Algemene plaatselijk verordening tot het innemen van een standplaats, geldig voor:  
3.2.3.1één dag€ 54,40
3.2.3.2één week, kernen ’s-Heerenberg en Didam€ 79,90
 één week, overige kernen € 54,40
3.2.3.3maximaal zes weken, kernen ’s-Heerenberg en Didam € 160,00
 maximaal zes weken, overige kernen € 108,90
3.2.3.4één jaar, kernen ’s-Heerenberg en Didam (max. 3 dagdelen per week) € 239,80
 één jaar, overige kernen (max. 3 dagdelen per week)€ 164,10
     
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven  
3.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:  
3.3.1een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.1.2:  
3.3.1.1 voor een seksinrichting € 425,15
3.3.1.2voor een escortbedrijf€ 425,15
     
Hoofdstuk 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
4.4Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een ontheffing voor het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie van de weg als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening€ 54,40
4.4.1Het tarief bedraagt tot het verkrijgen van een ontheffing om ten behoeve van een recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening€ 54,40
4.4.2Het tarief bedraagt voor het aanwijzen van een crossterrein als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening€ 54,40
4.4.3Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing van een reclamevergunning als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening€ 175,90
4.4.4Bij inschakeling van het met welstandstoezicht belaste orgaan wordt het in 4.4.3 genoemde bedrag verhoogd met€ 19,10
 Wat voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager wordt medegedeeld  

’s Heerenberg, 24 november 2016.

De raad van de gemeente Montferland,

De griffier,

D. Berends

De voorzitter,

C.C. Leppink-Schuitema