De raad van de gemeente Stichtse Vecht,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november
2016;
gehoord de commissie bestuur en financiën van 6 december 2016;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
besluit
vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2017
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
vakantieonderkomens : woningen en andere verblijven, niet zijnde
mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd
voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere
recreatieve doeleinden;
- b.
mobiele kampeeronderkomens : tenten, vouwwagens, kampeerauto's,
toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke
voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als
verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;
- c.
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten : woningen en andere
verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele
kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak
bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve
doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die
doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
- d.
vaste standplaats : een terrein of terreingedeelte dat bestemd
is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van
eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;
- e.
seizoen : de periode van 1 april tot 1 oktober.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven
voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen
een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als
ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen
zijn ingeschreven.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf
als bedoeld in artikel 2.
- 2.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te
verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel
2.
- 3.
Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot
verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als
bedoeld in artikel 2.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
- 1.
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als
bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating
Zorginstellingen;
- 2.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van
de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft
in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde
wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in
artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het
Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
- 3.
van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor
welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;
- 4.
op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is
verschuldigd.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
- 1.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het
belastingjaar.
- 2.
In afwijking van het eerste lid wordt voor het overnachten in
mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vast standplaatsen,
in vakantieonderkomens en in niet-beroepsmatig verhuurde ruimten
de belasting geheven per vaste standplaats, per
vakantieonderkomen of per niet-beroepsmatig verhuurde
ruimte.
- 3.
In afwijking van het tweede lid wordt op een door
belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf
van heffing vastgesteld op basis van de maatstaf van het eerste
lid indien blijkt dat dit tot een lager belastingbedrag leidt
dan op basis van het tweede lid zou worden geheven.
Artikel 6 Belastingtarief
- 1.
Het tarief voor de belasting als berekend op basis van artikel
5, eerste lid van deze verordening bedraagt per persoon, per
overnachting € 1,35.
- 2.
Het tarief voor de belasting als berekend op basis van artikel
5, tweede lid van deze verordening bedraagt;
- a.
voor een periode tot 6
maanden, voor een mobiel
kampeeronderkomen op een vaste standplaats, een stacaravan op een vaste standplaats,
een vakantieonderkomen of een niet-beroepsmatig
verhuurde ruimte met 3 of minder
slaapplaatsen € 117,00.
- b.
voor een periode langer dan 6
maanden, voor een mobiel
kampeeronderkomen op een vaste standplaats, een
stacaravan op een vaste standplaats, een
vakantieonderkomen of een niet-beroepsmatig verhuurde
ruimte met 3 of minder
slaapplaatsen € 175,50.
- c.
voor een periode tot 6
maanden, voor een mobiel
kampeeronderkomen op een vaste standplaats, een
stacaravan op een vaste standplaats, een
vakantieonderkomen of een niet-beroepsmatig verhuurde
ruimte met meer dan 3
slaapplaatsen € 175,50.
- d.
voor een periode langer dan 6
maanden, voor een mobiel
kampeeronderkomen op een vaste standplaats, een
stacaravan op een vaste standplaats, een
vakantieonderkomen of een niet-beroepsmatig verhuurde
ruimte met meer dan 3
slaapplaatsen € 263,20.
- 3.
Het tarief voor kamperen bij de “boer” is 10% van de totale
overnachtingprijs met een maximum van € 1,35 per persoon per
nacht (dit tarief is van toepassing voor die campings die
aangesloten zijn bij de SVR en VEKABO).
Artikel 7 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Wijze van heffin
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Aanslaggrens
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen,
waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar
minder dan tien (10) zal of heeft belopen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet
1990, moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na
dagtekening van de aanslag.
- 2.
De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het
eerste lid gestelde termijn.
Artikel 11 Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden,
voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze
verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te
melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen
gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en
d, van de Gemeentewet.
Artikel 12 Aangifteplicht
De belastingplichtige die niet binnen een maand na afloop van het
belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet
binnen een maand na afloop van het belastingjaar een aanslag is
opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand bij
het college van burgemeester en wethouders een verzoek in te dienen om
te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Artikel 13 Administratieve verplichtingen en nachtverblijfregister
- 1.
Belastingplichtige is gehouden een administratie bij te houden
ter zake van het verblijf waartoe belastingplichtige gelegenheid
biedt dan wel heeft geboden.
- 2.
De gemeente verstrekt ten aanzien van de in het eerste lid
genoemde administratie kosteloos een standaard
nachtverblijfregister.
- 3.
Belastingplichtige mag gebruik maken van een andere
administratie of administratievorm dan het in het tweede lid
genoemde nachtverblijfregister indien deze administratie of
administratievorm tenminste gelijkluidende gegevens bevat en een
administratieve controle op de verblijfsadministratie mogelijk
maakt.
Artikel 14 Kwijtschelding
Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 15 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor
de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
Artikel 16 Overgangsrecht
De ‘Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting
2016’ van 16 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in
artikel 17, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met
dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die
zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 17 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag
na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Artikel 18 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening toeristenbelasting
2017’.