Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-12-2015 | Nieuwe regeling | 25-11-2015 Staatscourant, 2015, 46133 | 1235261 |
Gedeputeerde staten van Fryslân,
gelet op artikel 36, tweede lid, van de Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds,
maken bekend dat provinciale staten en gedeputeerde staten van de provincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland de Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds gewijzigd hebben vastgesteld. De regeling treedt in werking op de eerste dag na deze bekendmaking.
Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds
Provinciale staten en gedeputeerde staten van de provincies Fryslân, Noord-Holland en Groningen, hierna te noemen: Waddenprovincies, ieder voor zover zij bevoegd zijn,
- het Kabinet heeft besloten het Waddenfonds te decentraliseren naar de Waddenprovincies;
- ten behoeve van deze decentralisatie het Rijk en de Waddenprovincies op 14 september 2011 het Bestuursakkoord Decentralisatie Waddenfonds hebben ondertekend;
- met deze decentralisatie het beheer over het Waddenfonds en de besteding van middelen ten laste van dit fonds een autonome taak van de Waddenprovincies is;
- in voormeld Bestuursakkoord is opgenomen dat de Waddenprovincies zorg dragen voor een professionele uitvoeringsorganisatie voor het beheer van het Waddenfonds en in gezamenlijkheid beschikken over de gelden van dit fonds,
Hoofdstuk 2 Inrichting en samenstelling bestuur
Afdeling 2 Het algemeen bestuur
Provinciale staten wijzen elk drie leden aan van het algemeen bestuur, waarbij in elk geval de gedeputeerde die het Waddenfonds in portefeuille heeft wordt aangewezen. Provinciale staten wijzen voorts elk tenminste drie plaatsvervangende leden aan, waarbij in elk geval de gedeputeerde wordt aangewezen die op basis van plaatsvervanging in het betreffende college het Waddenfonds in portefeuille heeft. De aanwijzing vindt zo spoedig mogelijk plaats.
Tegelijkertijd met de oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen met uitzondering van de in artikel 23, tweede lid, van de wet bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
Op de vergadering, bedoeld in het zevende lid, is het zesde lid niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het zesde lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is en tevens elke deelnemende provincie tegenwoordig is.
Afdeling 3 Het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en twee andere leden, door en uit het algemeen bestuur aan te wijzen, zodanig dat vanuit elke deelnemende provincie de gedeputeerde die het Waddenfonds in portefeuille heeft wordt aangewezen. De gedeputeerde die als plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur is aangewezen, wordt aangewezen als plaatsvervangend lid van het dagelijks bestuur.
Hoofdstuk 3 Taken en bevoegdheden van het bestuur
Afdeling 1 Taken en bevoegdheden van het bestuur
Artikel 17 Taken en bevoegdheden
Ter uitvoering van de in artikel 4 genoemde taken worden aan het bestuur van het openbaar lichaam de volgende publiekrechtelijke bevoegdheden overgedragen:
a. verordenende bevoegdheid, voor zover het vaststellen van een wettelijk voorschrift als bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, Awb, noodzakelijk is ten behoeve van het verstrekken van subsidies ten laste van de begroting van het Waddenfonds;
b. het nemen van besluiten inzake het verstrekken van subsidie ten laste van de begroting van het Waddenfonds, overeenkomstig titel 4.2 Awb.
Afdeling 2 Taken en bevoegdheden van het algemeen bestuur
Artikel 18 Taken en bevoegdheden
Het algemeen bestuur kan besluiten tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, voor zover dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat provinciale staten van de deelnemende provincies een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam te brengen.
Afdeling 3 Taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur
Artikel 19 Taken en bevoegdheden
Tot de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur behoren in elk geval:
te besluiten namens het openbaar lichaam, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;
Hoofdstuk 4 Inlichtingen en verantwoording
Bij het verstrekken van inlichtingen of het afleggen van verantwoording verschaft een lid van het algemeen bestuur over zaken waaromtrent krachtens artikel 23 van de wet geheimhouding is opgelegd slechts informatie, indien krachtens artikel 25 van de Provinciewet geheimhouding is opgelegd. Laatstbedoelde geheimhouding kan eerst worden opgeheven, nadat door het algemeen bestuur tot opheffing van de geheimhouding is besloten.
Het algemeen bestuur kan besluiten een lid van het dagelijks bestuur ontslag te verlenen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit. Op het ontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. De rechter treedt niet in de beoordeling van de gronden waarop het algemeen bestuur tot ontslag van een lid van het dagelijks bestuur heeft besloten.
Hoofdstuk 6 Financiën en beheer
Artikel 28 Financiële en beleidsmatige kaders
Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders in de vorm van een begrotingstoelichting en de voorlopige jaarrekening van het voorafgaande kalenderjaar aan provinciale staten van de deelnemende provincies.
De uitvoerings- en beheerkosten die rechtstreeks voortvloeien uit deze regeling worden ten laste van het Waddenfonds gebracht.
Artikel 32 De administratie en de controle
Het algemeen bestuur wijst een accountant aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met de controle van de jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het daarbij uitbrengen van een verslag van de bevindingen. Artikel 217, derde tot en met vijfde lid, van de Provinciewet is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 33 Tegemoetkoming in de kosten en vergoeding van werkzaamheden
De leden van het bestuur alsmede de leden van een bestuurscommissie kunnen een tegemoetkoming in de kosten en, voor zover zij niet de functie van commissaris van de Koning of gedeputeerde vervullen, een vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen. Deze tegemoetkoming en vergoeding wordt, met inachtneming van het in de wet bepaalde, door het algemeen bestuur vastgesteld.
De leden van commissies van advies die geen commissaris van de Koning, gedeputeerde of lid van provinciale staten zijn, kunnen een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie ontvangen. De vergoeding wordt, met inachtneming van het in de wet bepaalde, bij verordening door het algemeen bestuur vastgesteld.
Artikel 36 Citeertitel, bekendmaking en inwerkingtreding
Gedeputeerde staten van Fryslân zenden besluiten tot vaststelling, wijziging, verlenging of opheffing van de regeling aan provinciale staten en gedeputeerde staten van de deelnemende provincies alsmede aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Infrastructuur en Milieu.
Leeuwarden, 25 april 2012
J.A. Jorritsma, voorzitter
A. Oortgiesen, griffier
Leeuwarden, 21 februari 2012
J.A. Jorritsma, voorzitter
drs. A.J. van den Berg, secretaris
Haarlem, 7 mei 2012
J.W. Remkes, voorzitter
J. Vrijburg, griffier
Haarlem, 13 maart 2012
J.W. Remkes, voorzitter
mw. mr. G.E.A. van Craaikamp, secretaris
Groningen, 25 april 2012
M.J. van den Berg, voorzitter
ir. J.M.C.A. Berkhout, griffier
Groningen, 6 maart 2012
M.J. van den Berg, voorzitter
H.J. Bolding, secretaris