Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | nota Reserves en voorzieningen 2016-2019 |
Citeertitel | nota Reserves en voorzieningen 2016-2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze nota vervangt de nota Waardering en afschrijving 2012-2015.
Financiële verordening gemeente Stadskanaal 2016
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2016 | nieuwe regeling | 19-12-2016 Gemeenteblad, nr. 182647, 23-12-2016 | R 7205 |
In de Gemeentewet (artikel 212) is bepaald dat de raad bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid vaststelt. Hierin moeten de regels voor het omgaan met reserves en voorzieningen opgenomen worden. Het vastgestelde beleid moet daarbij voldoen aan de voorschriften in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
Het regelgevende kader voor het opstellen van de nota is opgenomen in de financiële verordening gemeente Stadskanaal.
Met het aanbieden van deze nota wordt het beleid voor de periode 2016-2019 vastgelegd.
Alle reserves en voorzieningen zijn beoordeeld op actualiteit, noodzaak en toereikendheid. Daar waar dit leidt tot aanpassingen van het bestaande beleid, doen wij u in deze notitie een voorstel.
De nota bestaat uit de volgende onderdelen.
Richtlijnen en voorschriften voor het gebruik van de reserves en voorzieningen zijn opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Verderop in deze nota zijn bij de verschillende onderdelen de gerelateerde artikelen van het BBV aangegeven.
Daarnaast heeft de commissie over diverse onderwerpen notities gepubliceerd. Met betrekking tot reserves en voorzieningen betreft dit onder andere de notities rente en riolering. Waar van toepassing, is hiermee rekening gehouden.
De Financiële verordening gemeente Stadskanaal is de basis voor het opstellen van de nota Reserves en Voorzieningen. In artikel 9 is hierover het volgende opgenomen.
Het college biedt de raad eens in de vier jaar een nota Reserves en Voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt in ieder geval:
Reserves en voorzieningen worden, naast aangetrokken geldleningen, ingezet als financieringsmiddel voor investeringen. Om een reëel beeld van de investeringslasten te geven, berekenen wij rente over deze interne financieringsmiddelen. De rentelasten van de totale financieringsmiddelen worden doorberekend aan de investeringen middels een vastgesteld omslagpercentage.
Rentepercentage interne financieringsmiddelen
Tot en met de begroting 2016 is voor de rentevergoeding over interne financieringsmiddelen uitgegaan van 4%. Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2017-2020 hebt u besloten met ingang van 2017 uit te gaan van 3%. In de "Notitie rente 2017" van de commissie BBV is bepaald dat de rentevergoeding over het eigen vermogen en/of voorzieningen maximaal het rentepercentage van de gewogen rentelast van het totaal van de externe financieringsmiddelen mag zijn. Vanaf 2017 wordt het percentage niet meer bij de uitgangspunten van de begroting bepaald maar jaarlijks opgenomen in de paragraaf Financiering van de begroting en jaarrekening (renteschema).
De rente over reserves en voorzieningen (4%) komt ten gunste van algemene dekkingsmiddelen. De rente over de ondergrens van de Algemene reserve (€ 8.000.000,00) blijft ten gunste van de algemene dekkingsmiddelen. Tot en met 2016 is een deel van de rente over bestemmingsreserves (2%) bestemd voor het nominaal op peil houden van die reserves. De overige rente werd toegevoegd aan de reserve Incidentele Bestedingen. Bij de behandeling van de begroting 2016 (ombuigingsmaatregel) is echter besloten geen rente meer toe te voegen aan de reserve Incidentele Bestedingen maar deze rente ten gunste te brengen van de algemene dekkingsmiddelen.
Op dit algemene rentebeleid zijn de volgende uitzonderingen van toepassing:
Het rentebeleid tot en met 2016 is met ingang van 2017 gewijzigd. In verband met de begrotingspositie is in de begroting 2017 besloten om de rentetoevoeging voor het nominaal op peil houden van de bestemmingsreserves achterwege te laten (met uitzondering van dekkingsreserves zoals de reserve Bijdragen in kosten activa en de reserve Frictiekosten).
Bij voorzieningen is het op basis van artikel 45 van het BBV niet toegestaan om rente toe te voegen. Uitzondering vormen de voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd. Aan deze voorzieningen zal jaarlijks een (rente)toevoeging moeten plaatsvinden voor het percentage (disconteringsvoet) waartegen de voorziening contant is gemaakt. Dit is van toepassing op de voorziening Onderhoud begraafplaatsen.
Reserves zijn vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken. Reserves worden alleen gevormd, gewijzigd en opgeheven bij raadsbesluit. Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve worden ten minste het specifieke doel en de voeding van de reserve aangegeven. Reserves mogen niet negatief staan.
In de balans worden de reserves onderscheiden naar (artikel 43 van het BBV):
De algemene reserve is vrij besteedbaar. De algemene reserve is een belangrijk onderdeel van het weerstandsvermogen van de gemeente. Het gaat hierbij om de mate waarin een gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen. Er bestaat geen voorschrift op basis waarvan de minimale omvang van de algemene reserve kan worden vastgesteld. Via autonome besluitvorming is voor de algemene reserve een ondergrens van € 8,0 miljoen vastgesteld.
Naast de algemene reserve(s) kennen wij de bestemmingsreserves. De bestemmingsreserves zijn door de gemeenteraad ingesteld voor het kunnen realiseren van een specifiek doel. Naast de algemene reserve maken ook de meeste bestemmingsreserves deel uit van het algemene weerstandsvermogen.
Een bestemmingsreserve is gerelateerd aan het doel waarvoor de reserve is ingesteld. Periodiek wordt de noodzaak en de omvang in relatie tot het doel van de reserves beoordeeld. Dit betekent niet dat in het geval een reserve ontoereikend is er direct een dotatie moet worden gedaan. Er zijn dan naast het wel toereikend maken verschillende mogelijkheden, zoals het uitstellen of versoberen van de uitvoering van het onderliggende beleid of alternatieve dekkingsmogelijkheden zoeken.
Wij onderscheiden de volgende bestemmingsreserves:
Beklemde bestemmingsreserves zijn in beginsel niet vrij besteedbaar. De rente van deze reserves wordt structureel toegevoegd aan de exploitatie, er is sprake van inkomensfunctie. Inzet van deze reserves heeft direct een structureel nadelig effect op de exploitatie.
Een egalisatiereserve wordt in de regel gebruikt voor het afromen van voor- en nadelige saldi van bepaald beleid door de jaren heen (bijvoorbeeld afvalstoffenheffing of rioolheffing) of om te komen tot een gelijkmatige verdeling van kosten over de jaren heen om piekvorming van kosten te voorkomen (egalisatie kapitaallasten).
De overige bestemmingsreserves zijn in principe vrij besteedbaar. Het wijzigen van de bestemming van deze reserves heeft wel direct gevolgen voor de uitvoering van het beleid op grond waarvan zij zijn ingesteld.
4.2. Ontwikkelingen bestemmingsreserves
Alle reserves zijn beoordeeld. Er is bij de beoordeling rekening gehouden met het achterwege laten van de rentetoevoeging (zie Rentebeleid 2017). De reserves waarvoor ontwikkelingen/wijzigingen zijn voorzien, zijn hieronder toegelicht.
In het kader van de sportnota 1994 is deze reserve gevormd om de kapitaallasten van investeringen in sportvelden (renovaties) op te vangen.
In het Ombuigingsplan 2016-2019 is onderstaande tekst opgenomen:
Wij stellen voor onderzoek te doen naar de noodzaak van de voeding van de reserve Sportvelden. Op grond van de sportnota is in de begroting een structurele toevoeging van € 14.700,00 opgenomen. De toereikendheid van de reserve kan opnieuw beoordeeld worden in relatie tot de toekomstige investeringsbehoefte. Afhankelijk hiervan kan de toevoeging eventueel verlaagd worden of achterwege blijven. Voorlopig is een p.m.-bedrag opgenomen.
Eind 2016 zijn de onderzoeksresultaten bekend van het mogelijke schadelijke effect van rubberkorrels (op de kunstgrasvelden) op de gezondheid. Mogelijk kan de omvang van de reserve een rol spelen bij de financiële consequenties van de eventueel te nemen maatregelen. De dotatie wordt definitief beoordeeld nadat bekend is of, en welke maatregelen nodig zijn met betrekking tot de kunstgrasvelden. Hierbij wordt ook de aanleg/renovatie van (kunst)grasvelden betrokken.
Egalisatiefonds Theater Geert Teis
De reserve is gevormd om de lasten van vervanging van (theater)inventaris in de begroting te egaliseren. Het normbudget voor toegestane kapitaallasten bedraagt € 49.700,00. Voor- of nadelen ten opzichte van het normbedrag komen ten gunste c.q. ten laste van de reserve.
In het Ombuigingsplan 2016-2019 is onderstaande tekst opgenomen:
Wij stellen voor onderzoek te doen naar de noodzaak van de voeding van de egalisatiereserve. In de begroting is een structurele toevoeging van € 15.800,00 opgenomen. Dit betreft het verschil tussen het toegestane budget voor kapitaallasten (€ 50.000,00) en de werkelijke kapitaallasten. De toereikendheid van de reserve kan opnieuw beoordeeld worden in relatie tot de toekomstige investeringsbehoefte. Afhankelijk hiervan kan de toevoeging eventueel verlaagd worden of achterwege blijven. Voorlopig is een p.m.-bedrag opgenomen.
Rekening houdend met het investeringsprogramma voor de komende jaren, is het verantwoord het normbudget voor kapitaallasten vanaf 2017 structureel met € 15.000,00 te verlagen tot € 34.700,00.
Wij stellen voor de financiële gevolgen hiervan voor het Ombuigingsplan 2016-2019 te verwerken in de Voorjaarsnota 2017.
Reserve Sociaal Domein (voorheen reserve Wmo)
Het doel van deze reserve is drieledig:
Voorzieningen worden voor de balans gekenmerkt als vreemd vermogen. Aan een voorziening zijn middelen toegevoegd waarop een (min of meer onzekere) verplichting rust waardoor de middelen niet meer vrij te besteden zijn.
Voorzieningen worden gevormd wegens (artikel 44 van het BBV):
Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. De gemeenteraad is niet autonoom in het vormen van een voorziening, zodra een verplichting of risico zich voordoet, moet een voorziening worden gevormd. Er moet dan wel een causaliteit bestaan met de periode voorafgaand aan de balansdatum. Een voorziening die strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten is facultatief.
Voorzieningen mogen niet groter of kleiner zijn dan de verplichtingen of risico’s waarvoor zij zijn ingesteld. Mutaties in voorzieningen vloeien voort uit het aanpassen van het noodzakelijke niveau en uit het aanwenden voor het doel waarvoor deze zijn ingesteld. Aan voorzieningen die gewaardeerd zijn tegen contante waarde wordt rente toegevoegd (zie Rentebeleid 2017).
Overzicht bestaande voorzieningen:
Alle voorzieningen zijn beoordeeld. De voorzieningen waarvoor ontwikkelingen/wijzigingen zijn voorzien, zijn hieronder toegelicht.
In de nota Reserves en Voorzieningen 2012-2015 is voorgesteld de middelen in deze voorziening ineens te besteden aan een doel dat valt binnen de laatste wil van mevrouw Kremer en vervolgens de voorziening op te heffen. Hier is echter nog geen bestemming aan gegeven.
Wachtgeldverplichting wethouders
Op basis van artikel 44 van het BBV is bij de jaarrekening 2015 de voorziening wachtgeldverplichting wethouders gevormd. De wachtgeldverplichtingen aan voormalige wethouders zijn dus niet langer structureel in de begroting geraamd.
6. Inwerkingtreding en citeertitel
De "nota Reserves en voorzieningen gemeente Stadskanaal 2012-2015", vastgesteld door de raad op 19 november 2012, wordt ingetrokken.
Deze nota treedt in werking één dag na bekendmaking.
Deze nota wordt aangehaald als "nota Reserves en voorzieningen 2016-2019".