Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting Maasgouw
2017
Raadsvergadering 15 december
2016
BESLUIT
Verordening Watertoeristenbelasting Maasgouw 2017
De raad van de gemeente Maasgouw,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting
Maasgouw 2017
(Verordening Watertoeristenbelasting Maasgouw 2017).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor
vakantie of andere recreatieve doeleinden;
- b.
lengte: de lengte over alles;
- c.
vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks
ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is
bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een
zelfde vaartuig gedurende een periode van ten minste een maand;
- d.
etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00
uur;
- e.
maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;
- f.
seizoen: het tijdvak van 1 april tot en met 1 november;
- g.
kapitein: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze
vervangt;
- h.
passanten: diegenen die verblijf houden in de gemeente, met of op
een vaartuig, zonder het hebben van een vaste ligplaats.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘watertoeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven
voor het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor
wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan
ook een vergoeding wordt betaald door personen die niet als ingezetene met
een adres in de gemeente zijn ingeschreven in de basisregistratie
personen.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als
bedoeld in artikel 2 door het ter beschikking stellen van ligplaatsen of
vaartuigen.
- 2.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op
degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
- 3.
Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf,
is belastingplichtig:
- -
- -
de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig, of
- -
degene die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk
vaartuig.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
- 1.
door degenen die verblijf houden aan boord van:
- a.
een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot
verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van
hulpbehoevenden of van bejaarden;
- b.
kano’s, roei en volgboten;
- c.
motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4
meter;
- d.
een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in
het gemeentelijke watergebied bevindt;
- e.
een vaartuig dat in eigendom toebehoort aan de leden van het
Koninklijk Huis;
- f.
een vaartuig in directe dienst van het Rijk, de provincie
Limburg of de gemeente Maasgouw;
- g.
een vaartuig van de Koninklijke Marine of oorlogsvaartuigen
van vreemde naties;
- h.
een vaartuig dat in eigendom toebehoort aan de Koninklijke
Nederlandse Reddingsmaatschappij;
- i.
een vaartuig in gebruik voor onderhoud aan de waterwegen,
welk onderhoud in opdracht van het Rijk, de provincie
Limburg of de gemeente Maasgouw wordt uitgevoerd;
- j.
een vaartuig dat door één der in de gemeente Maasgouw
gevestigde scheepswerven wordt gebouwd of door of vanwege
deze werven wordt hersteld.
- 2.
waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de Verordening op de
heffing en invordering van toeristenbelasting.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
- 1.
De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is
gehouden.
- 2.
Ter zake van vaartuigen welke zijn gelegen op ligplaatsen bedoeld voor
passanten, wordt het aantal personen aan boord en aantal etmalen per
vaartuig gesteld op het werkelijk aantal personen aan boord en het
werkelijk aantal etmalen verblijf door deze personen.
- 3.
Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal
voor een vol etmaal gerekend.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
- 1.
Voor vaartuigen met een vaste ligplaats kan het aantal etmalen dat
verblijf is gehouden op een bij de aangifte gedaan verzoek van de
belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.
- 2.
Het aantal personen dat verblijf heeft gehouden, wordt bepaald
op:
2,6, bij een vaartuig met een lengte van meer dan 4, doch ten hoogste 7
meter;
2,5, bij een vaartuig met een lengte van meer dan 7, doch ten hoogste 9
meter;
2,6, bij een vaartuig met een lengte van meer dan 9, doch ten hoogste 12
meter;
2,8, bij een vaartuig met een lengte van meer dan 12 meter;
- 3.
Het aantal etmalen dat door de in het tweede lid bedoelde personen
verblijf is gehouden, wordt bepaald op:
19,4 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 4, doch ten hoogste 7
meter;
19,7 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 7, doch ten hoogste 9
meter;
19,3 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 9, doch ten hoogste 12
meter;
20 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 12 meter.
Artikel 7 Belastingtarief
Per etmaal bedraagt het tarief € 1,-.
Artikel 8 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Wijze van heffing
Belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de
eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in
de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand
later.
- 2.
In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde
bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden
afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke
termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog
niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien
verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien
bedraagt.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en
tweede lid gestelde termijnen.
Artikel 11 Aanmeldingsplicht
- 1.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden,
voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf
verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de aangewezen gemeenteambtenaar,
bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a van de Gemeentewet.
- 2.
De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de
belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van
de watertoeristenbelasting betrokken is.
Artikel 12 Registratieplicht
- 1.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden
verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door gemeente
verstrekt verblijfregister.
- 2
Het college van burgemeester en wethouders stelt genoemd verblijfregister
kosteloos beschikbaar.
- 3
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven omtrent
de inrichting en gebruik van het verblijfregister.
- 4.
De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet als de
belastingplichtige alleen gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze
van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de
watertoeristenbelasting.
Artikel 14 Overgangsrecht
De “Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting
Maasgouw 2016” van 10 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in
artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien
verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich
voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 15 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die
van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Artikel 16 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Watertoeristenbelasting
Maasgouw 2017.