PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsbepaling
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Gooise Meren;
- b.
schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het
primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs
bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere
school
- c.
school: school voor basisonderwijs en school voor voortgezet
onderwijs;
- d.
nevenvestiging: deel van een school dat door de minister
ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs of
artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs voor
bekostiging in aanmerking is gebracht;
- e.
voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage
Voorzieningen van deze verordening;
- f.
aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde
nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt
aangevuld;
- g.
indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage
Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor
een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn
ingediend;
- h.
toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de
bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een
schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een
aanvullende voorziening;
- i.
tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van
deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;
- j.
subsidieplafond: het door de raad of het college vastgestelde
bedrag, voor een door de raad aangewezen voorziening, dat ten
hoogste beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak;
- k.
feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college
waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura
beschikbaar wordt gesteld;
- l.
subsidievaststelling: de beschikking van het college waarin het
subsidiebedrag voor een voorziening of aanvullende voorziening
definitief wordt vastgesteld en een recht op uitbetaling
ontstaat.
- m.
subsidieverlening: de beschikking van het college waarbij een
voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het
subsidiebedrag voor een voorziening of een aanvullende
voorziening.
Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels
- 1.
De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen.
Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt
verdeeld.
- 2.
De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid
overdragen aan het college. Het college neemt daarbij de
gemeentebegroting in acht.
- 3.
Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van
het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum
aan de schoolbesturen bekend.
Artikel 3 Aanvullende voorziening
- 1.
Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld
met een voorziening.
- 2.
Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak
bestaat op de aanvullende voorziening.
Artikel 4 Jaarlijks overzicht
Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een
overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen.
Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot
en met 31 mei van het jaar van toezending.
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen
of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk vier weken voor de
indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
Artikel 6 Indiening aanvraag
- 1.
Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend
tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het
college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de
voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is
voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is
ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.
- 2.
De aanvraag vermeldt:
- a.
naam en adres van het schoolbestuur;
- b.
- c.
- d.
de naam van de school en de onderwijssoort indien de
voorziening is bestemd voor een school;
- 3.
Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit
schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het
schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van
verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen.
Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze
termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te
behandelen.
Artikel 7 Beslissingstermijn
- 1.
Het college besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op
een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen
indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen
twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.
- 2.
Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken
verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee
weken voor het einde van de termijn van twaalf weken
hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het
schoolbestuur. Hierbij geeft het college de reden voor de verlenging
aan.
- 3.
Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking
op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in
kennis.
Artikel 8 Weigeringsgronden
Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:
- a.
de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze
verordening;
- b.
niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;
- c.
door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden
overschreden.
Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 9 Indiening aanvraag
- 1.
Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een
aanvraag in bij het college.
- 2.
Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van
toepassing.
Artikel 10 Beslissingstermijn
Het college besluit binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag of
binnen zes weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen
twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het
schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.
Artikel 11 Weigeringsgronden
Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval
indien:
- a.
de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals
bedoeld in artikel 3 is;
- b.
niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.
Paragraaf 2.3 Toekenning; (*uitvoering beschikking subsidieverlening) intrekking of
wijziging; verbod vervreemding
Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling
- 1.
De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of
een aanvullende voorziening kan inhouden:
- a.
feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of
- b.
een subsidieverlening; of
- c.
een subsidievaststelling.
- 2.
De beschikking bevat:
- a.
het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is
toegekend;
- b.
de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit
te voeren.
- 3.
De beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling bevat
voorts:
- a.
het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot
subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, het bedrag
waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld;
- b.
het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling
daarvan indien de beschikking tot subsidieverlening bepaalt
dat het college een voorschot verleent;
- c.
voor zover van belang de wijze waarop rekening en
verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het
college.
- 4.
De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de
subsidievaststelling plaats.
Artikel 13 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening
- 1.
Na een beschikking tot subsidieverlening dient het schoolbestuur
uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de
voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in.
Het college stelt de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag
achterwege blijft.
- 2.
Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de aan de
subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 12
zijn nagekomen.
- 3.
Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de
verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk
mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen
het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij
krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na
ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te
verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet
binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie
ambtshalve vast.
Artikel 14 Subsidievaststelling volgend op verlening
- 1.
Het college beslist binnen acht weken na de indiening van de
aanvraag als bedoeld in artikel 13 of binnen acht weken na de
verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen twee weken na de
datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan
schriftelijk in kennis.
- 2.
Het college betaalt het subsidiebedrag onder verrekening van de
betaalde voorschotten, overeenkomstig de subsidievaststelling. De
betaling vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling
plaats.
Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke
beschikbaarstelling of subsidievaststelling
- 1.
Het college kan een beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling
of subsidievaststelling intrekken of ten nadele van het
schoolbestuur wijzigen:
- a.
op grond van feiten en omstandigheden waarvan het college
bij de toekenning van de voorziening redelijkerwijs niet op
de hoogte kon zijn en op grond waarvan de toekenning van de
voorziening anderszins zou hebben plaatsgevonden;
- b.
indien het schoolbestuur niet voldoet aan de in de
beschikking gestelde verplichtingen;
- c.
indien de beschikking onjuist was en het schoolbestuur dit
wist of behoorde te weten.
- 2.
De intrekking of wijziging van een beschikking tot
subsidievaststelling werkt terug tot en met het tijdstip van
toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging
anders is bepaald.
Artikel 16 Intrekken of wijzigen beschikking tot subsidieverlening
- 1.
Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het college een
beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van het
schoolbestuur wijzigen, indien:
- a.
het bepaalde in artikel 15, eerste lid, onder b en c van
toepassing is;
- b.
de voorziening niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, of
zal plaatsvinden;
- c.
het schoolbestuur onjuiste of onvolledige gegevens heeft
verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige
gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid.
- 2.
De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip van
toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging
anders is bepaald.
Artikel 17 Terugvordering
Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden
teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld,
dan wel de handelingen als bedoeld in artikel 15, eerste lid onder
b, heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn
verstreken. Ten onrechte feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen
kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de voorziening
is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de
voorziening dit mogelijk maakt.
Artikel 18 Verbod tot vervreemding
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening
toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het
college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een
ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende
schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
PARAGRAAF 3 SLOTBEPALINGEN
Artikel 19 Informatieverstrekking
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens
die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze
verordening.
Artikel 20 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet
voorziet
In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze
verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 21 Citeertitel; inwerkingtreding
- 1.
De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële
financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gooise Meren.
- 2.
De verordening treedt in werking met ingang van een dag na de
bekendmaking.